r
Het Venray van de
toekomst
ITALIANO
Nederland helpt vluchtelingen
bestaan
aan nieuw
KOU n
GEVAT
de lekkere
Kunt U het weer
voorspellen?
Uit Peel en Maas
Zaterdag 7 november 1959 No 45
TACHTIGSTE JAARGANG
"EEN RIJK BEZIT
PEEL EN MAAS
GROTESRAAT 28 VENRAY TELEF. 1512 GIRO 150652 WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Ê&TSWARTIAV Ip« "BUITEN™"™»
Vraaggesprek mei de stedebouwkundige
Wederopbouwplannen, uitbrei
dingsplannen, structuurplannen,
plannen in hoofdzaken en in onder
delen, het zijn allemaal plannen, die
de doorsnee-burger niet meer uit el
kaar houden kan en waarvan hij de
betekenis niet meer begrijpt.
Er wordt in raadsvergaderingen
over gesproken, soms worden ze be-
critiseerd en hij, die bouwen wil,
wordt een tikkeltje dol van al die
plannen, waarmee zijn bouwplan
netje rekening heeft te houden.
Een uitvoerig gesprek met Ir Ma-
gry, Venrays stedenbouwkundige,
heeft voor ons toch wel licht ge
bracht in deze plannen-duisternis en
wat meer is, we hebben hierin ook
iets op kunnen vangen van zijn visie
over Venrays toekomstige ontwik
keling.
WEDEROPBOUW
Na Venrays bevrijding lag de kom
grotendeels in puin, terwijl ook in
enkele kerkdorpen grote verwoes
tingen waren aangericht.
Het was logisch, dat de gemeente,
wat de wederopbouw betrof, aan des
kundigen opdracht gaf, hiervoor
richtlijnen op te stellen. Want niet
alleen moest herbouwd worden, wat
door de jaren heen gebleken was on
juist of niet goed te zijn. Men had
nu immers ongedachte kansen.
Aan de stedenbouwkundigen Ma-
gry en Lerou, werd dan door de ge
meente ook opdracht verleend om
een wederopbouwplan op te zetten.
In dit wederopbouwplan, dat voor
namelijk dus betrekking had op de
kom, werden de richtlijnen vastge
legd volgens welke Venray-kom
moest worden opgebouwd.
Dit plan, aldus de heer Magry, is
nu bijna voltooid, op een enkel pand
na, dat nog gebouwd moet worden.
Dat is dus het eerste plan: het we
deropbouwplan. Daarover krijgen
we straks meer
Met een wederopbouwplan alleen
was men er niet. De woningbouw
had gedurende de oorlog jarenlang
stil gelegen en men verwachtte na
de oorlog een nogal stormachtige
ontwikkeling. Die ontwikkeling
moest worden opgevangen. Daartoe
was het nodig, dat eerst voor de ge
hele gemeente een plan in hoofdza
ken werd vastgesteld, waarin dan de
bestemming van de gronden in deze
gemeente werd vastgelegd.
Toen dit plan dan verscheen en
goedgekeurd werd, wist men dus.
waar woningbouw gepleegd kon wor
den, waar de industrieterreinen zou
den komen liggen, welke landbouw
gronden niet zouden worden aange
tast enz. enz. Dat was dus plan nr. 2
en dit was nodig voordat men kon
beginnen aan de uitbreidingsplan
nen.
Toen men ongeveer wist waar men
woningbouw kon plegen is men voor
die resp. stukken uitbreidingsplan
nen gaan maken.
Zo is plan Oost tot stand gekomen
(dat zijn natuurlijke begrenzing
kreeg door Huize Servatius) een ge
deelte van plan West, (namelijk rond
de Henseniusschool) plan Zuid, waar
men nu volop aan het werk is en
tenslotte nog het kleine plan Dessel-
ke, dat door een te plotselinge toe
wijzing van bijzondere woningbouw
een bepaalde groepering noodzake
lijk maakte.
DE TOESTAND NU
Zo lag de situatie, die ik aantrof,
aldus de stedenbouwkundige, toen
ik in deze functie in Venray kwam,
als opvolger van mijn broer en de
heer Lerou.
Men kan zeggen, dat het weder
opbouwplan voltooid is. Maar de ont
wikkeling van Venray is in een der
gelijk tempo gegaan, dat veel wat 10
jaren geleden in dit plan als te re
actionair werd beschouwd, nu al
door de feiten is achterhaald.
Het verkeer is veel intensiever ge
worden, de industriële ontwikkeling
is zeer vlot en onverwacht vlug ge
gaan, sociale zorg, gezondheidszorg
en wat dies meer zij is dermate
groeid, dat wijkhuizen dringend
noodzakelijk zijn, er moestensport
en ontspanningsgelegenheden ko
men, bejaardenzorg was noodzake
lijk en zo waren er honderd- en-
een dingen, waaraan in het weder
opbouwplan niet voldoende aan
dacht was geschonken, om de een
voudige reden, dat men toen geen
enkele aanleiding zag voor een der
gelijke ontwikkeling als Venray de
laatste 15 jaren heeft laten zien.
Het is dus dringend nodig, dat het
wederopbouwplan vervangen wordt
door een zgn. kom-plan, waarin
mede met het oog op de verdere ont
wikkeling gegeven wordt, waarlangs
de kom der gemeente, die intussen
is uitgegroeid tot een kleine stad,
zich dient te ontwikkelen.
Hier zullen b.v. voorzieningen in
moeten getroffen worden t.a.v. be
paalde winkelstraten, een oplossing
gevonden dienen te worden voor be
paalde verkeers-technische onmo
gelijkheden in de kom van nu, be
paalde ruimten gereserveerd moeten
worden voor bijzondere bebouwin
gen, waaraan Venray in de toekomst
behoeften gaat krijgen, bepaalde
buurten gesaneerd kunnen worden
enz. enz.
Jammer genoeg is tot op heden 'n
dergelijke opdracht niet gegeven,
hoewel men dit toch niet los kan
zien van b.v. het nieuwe plan in
hoofdzaken.
Een dergelijk plan wordt opge
steld voor ongeveer 10 jaren, dus de
looptijd van het oude plan is prac
tisch voorbij. Nu moet aan de hand
van de jongste ontwikkeling een
nieuw hoofdzaken-plan worden op
gesteld, waarin dus niet alleen de
correcties van het jongste verleden
in worden verwerkt, maar ook weer
de toekomstvisie van de steden
bouwkundige op de ontwikkeling
van Venray.
TOEKOMSTVISIE
Met het opstellen van een derge
lijk plan is de stedenbouwkundige
thans bezig, ook alweer omdat dit
verband houdt met de nieuwe uit
breidingsplannen, die moeten wor
den vastgelegd.
Gevraagd naar zijn denkbeelden
hierover wees de heer Magry er op,
dat een stedenbouwkundige voor de
toekomst moet werken. Hij mpet
dus proberen de ontwikkeling niet
alleen te voorzien, maar ook te sti
muleren in bepaalde richtingen.
Met name wees de heer Magry
hier b.v. op het sportpark in plan
Zuid II, dat zich in de toekomst gaat
ontwikkelen van Leunenseweg tot
Deurneseweg. Men mag misschien
thans verbaasd zijn over de gewel
dige ruimten, die hiervoor wordt ge
reserveerd, maar men moet niet ver
geten, dat men geleidelijk aan zeer
beslist deze sportgelegenheden nodig
gaat hebben.
De mens krijgt meer vrije tijd,
heeft dus meer gelegenheid van ont
spanning, die met name in sportbe
oefening veelal gezocht wordt. Maar
tevens vormt dit sportpark de zuide
lijke begrensing van Venray-kom,
omdat hierlangs immers de grote
verkeersweg van Veltum naar de
Leunseweg en verder door naar Oos
trum gaat lopen.
Als overgang tussen het groen der
sportvelden en de kom-bebouwing is
dan een bungalow-complex gedacht,
waar men nog al enige critiek op
had, maar dat intussen toch wel is
aanvaard.
Zeker als men kan komen tot sa
nering van het gedeelte tussen An-
toniusstraat, Groenewoldsepad er
Kruisstraat (waarvoor het nog op te
stellen kom-p^n de regels moet
geven).
Naar het Oosten toe, wordt de
kom feitelijk begrensd door Huize
Servatius, dat een afsluiting vormt
van die kant van de kom. In 't Zui
den vormt dat de weg Veltum-Oos-
trum.
TREK NAAR HET WESTEN
In het Westen is echter plaats ge
noeg en het is met name hier, dat
nieuwe woonkernen gesticht kunnen
worden en bestaande kunnen wor
den uitgebreid. Rond de unieke re
creatiemogelijkheden, die hjer lig
gen rond de Vier Uutersten, als een
soort stadspark, kan het complex,
dat ligt tussen Deurneseweg, Vuil
nisbelt, Vier Uutersten, Hoopweg en
dan verder tot aan de Overloonse-
weg, het Venray van de toekomst
gaan worden.
Als men in het verslag van de
plancommissie stelt, aldus de heer
Magry, dat voor plan West nog im
mer een structuurplan op tafel is ge
bracht, dan moet ik tot mijn spijt
vragen, .wat men dan feitelijk onder
structuur-plan wel verstaat. Als een
stedenbouwkundige kaarten op tafel
legt, waarin een mogelijkheid ont
sloten wordt om 16.000 mensen
woongelegenheid te geven, met alles
wat daarbij en daaraan hoort, dan
mag de vraag gesteld worden, wat
hij nog meer moet doen en men dan
feitelijk wel onder structuur-plan
verstaat.
Deze uitbreiding, welke dus feite
lijk wordt omsloten door een grote
verkeersweg, die vanuit Veltum
naar de Overloonseweg gaat (even
wijdig aan de reeds uitgevoerde Hoe-
bertweg) zal het toekomstige ont
wikkelingsgebied van de kom zijn,
waarin plan West een klein onder
deel is.
Vanuit dit uitbreidingsgebied zul
len wegen moeten gaan naar 't hart
van Venray, naar de plaats waar
men nu de schouwburg gaat bouwen.
Deze is reeds, maar wordt daardoor
nog meer, het centrale punt van
Venray. Maar daar komen we dus
weer in het kom-plan terecht, dat
hierop aan moet sluiten, maar er nog
steeds niet is
Dat wil niet zeggen, dat er elders
19 cent
per rol.
EEN PRODUKT VAN KING- EN RANGFABRIEKEN TONNEMA N.V. SNEEK
in de buurt van de Akkerweg zijn
woongebieden geprojecteerd, die ge
leidelijk aan tot ontwikkeling wor
den gebracht.
Men moet dit alles echter zien, als
bestemd voor de komende 30 jaren.
En successievelijk zullen bepaalde
onderdelen van dit grote plan tot
uitvoering komen. Zo is men thans
bezig wederom een deel van plan
West verder uit te werken, opdat de
woningbouw in de komende jaren
vooruit kan
TEAMGEEST
De critiek van de plan-commissie
nu ter sprake gekomen en we
hebben de stedenbouwkundige ook
naar zijn mening gevraagd.
Laat ik voorop stellen, aldus de
heer Magry, dat ik niets liever doe,
dan in de plaatsen waar ik werk,
samen te werken met mensen uit die
bepaalde plaats. Is het van de ene
kant wel goed dat men als steden
bouwkundige boven plaatselijke
dingen staat, van de andere kant is
een zeker contact onontbeerlijk.
Niets is me dan ook liever dan in 'n
bepaald team de ontwikkelingsmo
gelijkheden na te gaan en vast te
leggen. En voor kritiek sta ik altijd
open, mits men de positieve kanten
van mijn visie wil zien.
Als Uw gemeentebestuur op een
bepaald ogenblik vraagt om in het
nieuwe uitbreidingsplan West er re
kening mee te willen houden, dat de
bouwgrond niet te duur gaat wor
den en dat ik me dus wat het uiter
lijke betreft, zoals groenstroken etc.
meer moet beperken, dan houd ik
met deze reële wens natuurlijk graag
rekening. En als in Uw plan-com
missie bepaalde suggesties naar vo
ren worden gebracht, dan wil ik
gaarne in onderling overleg probe
ren hiervoor een oplossing te zoeken.
Bij de uitwerking van plan Zuid
b.v. is met de plaatselijke architec
ten over de bejaardenwoningen en
de etagebouw prettig overleg ge
weest, dat tot beider voldoening
goede resultaten heeft gehad. Waar
om dus niet met de plan-commissie,
die inderdaad goed werk voor Ven
ray kan doen en ook voor een ste
denbouwkundige van groot belang
kan zijn. Het enige wat ik vraag en
als stedenbouwkundige moet vragen,
is, dat men een positieve instelling
heeft en de nodige ruimtelijke visie
om Venrays uitbreiding in de toe
komst voor en zeker te stellen.
Er is overleg. Ook wat het plan in
onderdelen van 't nieuwe industrie
terrein en plan West betreft, heb ik
goede hoop, dat én plan-commissie
én stedenbouwkundige zich zullen
vinden
VOOR DE NAASTE TOEKOMST,
zo is dan onze conclusie van dit
vraaggesprek met de heer Magry,
staat op het verlanglijstje de tot
standkoming van een kom-plan, de
goedkeuring van een gedeelte van
plan West en de uitbreiding van het
industrieterrein.
Voor wat de kerkdorpen betreft,
waar de ontwikkeling wat geleide
lijker gaat, is er voorlopig weinig
nieuws, alleen wordt de uitgroei van
de kerkdorpen Oostrum en Leunen
naar de kom toe een weinig afge
remd en naar een andere richting
toe gebogen om ook hier weer betere
kernen te krijgen.
Met het plan West is men druk
aan het werk, evenals met de uit
breiding van het industrieterrein. Er
is hierover, zoals reeds gezegd, het
nodige overleg, alleen het plan voor
de kom, dat is nog steeds geen uit
gemaakte zaak. En wij voor ons ge
loven, dat dit inderdaad toch wel 'n
zeer belangrijke en urgente kwestie
is, ook al omdat we een briefje van
de welstandscommissie onder ons
neus kregen, waarin deze bouwplan
nen ter zijde legde met de opmer
king: hier zal eerst de stedenbouw
kundige zijn visie moeten geven.
Maar de stedenbouwkundige is ner
gens naar gevraagd. En dat klinkt
wel een tikkeltje vreemd en bevor
dert allerminst de bouwlust
Een bouwlust, die gezien de ge
projecteerde uitbreidingen, voorlo
pig ruim baan krijgt
in de kom niets meer gebeurt, inte-.
gendeel, ook in noordelijke richting, kampen op.
1 Voor het overige
In een wat mieserige morgen van
oktober stonden wij, een aantal Ne
derlandse journalisten, ergens in het
noorden van Duitsland, in een kamp
voor vluchtelingen. Armelijke groen
houten barakken, modderige paden,
waarover mensen met diep ingeval
len gezichten, getekend door de el
lende, die zij hebben doorstaan, tref
fen het eerst het oog van de bezoe
ker.
Maar toen wij binnen in de ba
rakken gingen kijken en de vele
verhalen van de vluchtelingen ver
namen beseften wij eerst goed wat
deze mensen hadden doorstaan en
nog doorstaan moeten.
Twee kampen hebben wij bezocht
en in beide kampen vonden wij een
zelfde troosteloosheid.
In beide kampen ook vonden wij
mensen, die enkel kunnen leven van
de steun en liefdadigheid van ande
ren. Het is noodzakelijk, dat er een
totaal nieuw bestaan voor deze men
sen geschapen wordt.
In het kader van het vluchtelin-
genjaar 1959/60 wordt hieraan een
begin gemaakt door aan deze men
sen woning te bieden, die zich in
niets onderscheidt van andere wo
ningen. Hiermede zijn de vluchtelin
gen slechts gedeeltelijk geholpen,
maar om verder te kunnen helpen is
een eerste noodzaak.
Hout en steen vormen het grote
contrast tussen het Poolse kamp
Friedrichsfeld en het Letse kamp
Ohmstede. Het eerste, een oud Flie-
gerlager, ligt als verloren tussen Ol
denburg en Wilhelmshafen in de
richting van de zee, het andere 2
kilometer ten Noorden van de stad
Oldenburg. Maar hiermede houden
dan ook alle verschillen tussen beide
vindt men er
Onze redacteur bezocht dezer
dagen voor U twee vluchte
lingenkampen in Noord-Duits-
land. Wat hij daar voor ellen
de aanschouwde tart iedere
beschrijving. Hij wil nochtans
proberen U een beeld te geven
van hetgeen hjj zag in de
hoop, dat de welvarende Ne
derlandse katholiek niet onbe
wogen zal blijven wanneer het
Nederlands Comité Vluchte
lingen 1959/60 een bijdrage
voor de vluchtelingen komt
vragen.
mensen, ongeveer 750 in getal, die
alle denkbare ellende hebben door
staan en nu in de meest miserabele
omstandigheden leven.
In vochtige, donkere barakken, in
kleine kamertjes, waarin enkel een
paar houten stoelen, een tafel en en
kele bedden als meubilair dienst
doen.
In het ene kamp leven gevluchte
Polen, in het andere gevluchte, be
rooide en geslagen Letten.
De mogelijkheid om zich boven
deze ellende uit te werken is nau
welijks aanwezig. Werkgelegenheid
in de omgeving is zeer klein. Slechts
enkelen verrichten arbeid, van wie
sommigen bij de Britse of Ameri
kaanse legereenheden, 600 a 700 ki
lometer van hun familie verwijderd.
Deze laatsten kunnen hun gezin
slechts 1 of 2 maal in het jaar be
zoeken. Een tweede factor is de ge
zondheidstoestand van deze mensen.
Ongeveer 30% van hen lijdt aan
t.b.c., men vindt er invaliden, hoofd
zakelijk oorloginvaliden, geesteszie
ken, chronische zieken en ouden van
dagen. Zij leven van de ondersteu
ning en liefdadigheid, die nauwelijks
toereikend zijn om zich van 't aller
noodzakelijkste te voorzien.
De ondersteuning bedraagt gemid
deld per gezin 170 gulden in de
maand, terwijl ouden van dagen
slechts 100 gulden per maand krij
gen. Het is vanzelfsprekend, dat
dergelijke omstandigheden lijden tot
geestelijke spanningen. Twisten tus
sen ouders en kinderen, komen zeer
veel voor, die nog verhevigd worden,
door de uitzichtloosheid van de
ouderen, die zonder uitzicht op een
nieuwe toekomst enkel op de her
inneringen voortleven.
De kinderen willen vooruit, maar
velen zijn onzeker, hetgeen zij ver
bergen achter ongenaakbaarheid en
onverschilligheid.
Een slechte verstandhouding met
de bevolking uit de naaste omgeving
is er de oorzaak van, dat zij vaak
niet verder komen dan in hun eigen
gesloten gemeenschap. Zij immers
zijn „mensen uit een kamp", een
uitdrukking die voor de kampbewo
ners het meest beledigend in de oren
klinkt. Waren zij vroeger ook niet
vooraanstaande mensen?
Enkele maanden geleden stierf in
het Letse kamp de vroegere Letse
minister van financiën. Ook hij leef
de ongeveer 15 jaar in kampen en
ook hij moest zien rond te komen
van 100 gulden in de maand en ook
hij werd door de mensen nagewezen,
als „iemand van het kamp".
Momenteel leeft er de oud-diri
gent van de opera in Libou, een van
de grootste steden van Letland. Vol
trots liet hij ons enige krantenknip
sels zien, met foto's, waarop hij sa-
menstond met vroegere regerings
leiders, of staande voor het grote or
kest en opera-koor.
Eén kamertje in het kamp is van
hem en zijn vrouw. Twee stoelen, 'n
tafel, een bed en een oude piano is
alles wat deze „grote" man nog be
zit.
Op een vraag van een fotograaf,
of hij een foto van hem mocht ma
ken, nam hij plaats achter zijn oude
piano en speelde het Letse volkslied
met zoveel overtuiging en ontroe
ring, dat iedereen een brok in zijn
keel kreeg.
Toen hij zijn grijze hoofd weer op
hief was het alsof hij uit een droom
ontwaakte, terwijl een simpele traan
over zijn wang naar beneden gleed
Pastor Urdze, de dominee in kamp
Ohmstede zei het zo treffend.
„Het kamp is geworden tot een
sociologische eenheid, zo gesloten,
dat zij een barrière vormt voor het
intremenselijk contact. Pogingen om
de vluchtelingen met Duitse fami
lies in aanraking te brengen faalden,
mede door de houding van de vluch
telingen zelf. Zij schamen zich voor
hun positie en vrezen terecht te ko
men in de sfeer van „Liefdadigheid",
die zij toch zo hard nodig hebben.
Een enkeling trekt zich op aan zijn
geloof. De meesten echter kunnen
eenvoudig niet meer aannemen, dat
er nog een „Goede God" bestaat. Het
gevolg is, dat slechts 5% van hen
nog trouwe kerkbezoekers zijn.
Een van hen is de koster van het
kerkje in het kamp Friedrichsfeld.
Met wijduitgestrekte arm wees hij
ons op de beeltenis van O.L.Vrouw
Czestochowa, en sprak erover als
van zijn „Mutti", die heel zijn leven
voor hem zorgt. Aan haar schreef
hij toe, dat hij levend de oorlog door
gekomen was, terwijl kameraden
naast hem neervielen en de grana
ten op enige meters afstand neer
ploften.
Een andere groep tracht de'ellen
de te vergeten door het bedrijven
van allerlei buitensporigheden.
In een volgend artikel willen we
over deze groep terugkomen en te
vens nader ingaan op individuele
levensbeschrijvingen. Hoezeer hulp
buitenaf nodig is zou alleen te de
monstreren zijn met enkele getallen
van vluchtelingen die er momenteel
nog in de verschillende landen in de
wereld zijn.
Maar ook dit willen wij tot een
volgende keer bewaren.
tijlozen zijn zeer gevoelig voor het
weer. Komt er een zachte winter,
dan schieten de wortels niet ver
in de grond, schieten ze wel ver in
de grond, dan kan men rekenen op
een (vrij) strenge winter.
U kunt het geloven of niet, maar:
flinke sneeuwval 's nachts wordt ge
volgd door milder weer en dooi;
indien geluiden op verre afstand
goed te horen zijn, is slecht weer
te verwachten;
als stenen muren in de winter zwe
ten, is warmer weer te verwach
ten;
ij zei is een voorteken van zachter
weer;
onrustige mieren zijn een voorteken
van slecht weer. Constateert u in
de herfst hoge mierenhopen of een
hoge molshoop, dan kunt u reke
nen op een koude winter;
komen de eenden des winters vroeg
naar hun hok, dan volgt daarop
prompt een koude nacht;
blijven larven in de herfst vlak on
der de aardbodem, dan kunt u een
zachte winter verwachten;
wordt het zout vochtig, dan volgt er
regen;
van 6 november 1909
Door de Boerenbond werd aan
besteed de levering van 20 wagons
thomasslakken merk Ster.
Laagste inschrijvers: Poels-Ver-
riet voor 2,37 per 100 kilo en 38
wagons kaïniet. Laagste inschijvers:
Poels-Verriet voor 180 per wagon
met lossen en aanzeggen.
Dinsdag 9 nov. zal de Commis
saris der Koningin in Limburg een
officieel bezoek brengen aan Venray.
- Op de Allerzielendag gehouden
groentemarkt was veel aanvoer.
N/oor witte kool betaalde men de
kolossale som van20 tot 30 ct.
per 100 pond, rode kool 4 tot 8 ct,
look 2024 ct per kop, prei 8 ct en
selderie 12 ct per bos en nog werd de
gehele aanvoer niet verkocht.
De volgende week wordt begon
nen met het verharden van het rij
wielpad Venray-Deurne.
- Dat ook de woningnood ernstig
is blijkt uit het feit, dat in Horst een
12-tal paartjes willen trouwen, zo
gauw ze een woning kunnen krijgen!
van 10 november 1934
- Door de afd. Venray van de
Ned. R.K. Bouwvakarbeidersbond
werd over de maand oktober 283,15
uit de werklozenkas betaald.
Op de woensdag gehouden
paardenmarkt betaalde men voor de
veulens 130 tot 160, graspaarden
180 tot 250, ponny's 90 tot 250
en werkpaarden 200 tot 450.
- Op 4 nov. overleed in klooster
Jeruzalem alhier Mère Marie Gon-
zague, die meer dan 50 jaren haar
beste krachten heeft besteed aan de
opvoeding van Veni'ays jeugd. Zij
was Ridder in de Orde van Oranje-
Nassau en bereikte de leeftijd van
84 jaren. Zij vierde haar 60-jarig
kloosterfeest.
Het plaatselijk crisis-comité
ontving over 1933—1934 in natura:
50 wollen dekens, 24 bedlakens, 50
manchester broeken, 30 manstruien,
36 mansonderbroeken en hemdrok
ken, 36 idem voor vrouwen, 50 paar
vrouwenschoenen, 25 paar idem voor
meisjes, 25 paar idem voor jongens,
30 paar vetleren schoenen, en 35.000
kilo eierkolen, 20.000 kilo aardap
pelen van de Venrayse landbouwers,
wat geheel is uitgedeeld. Als Paas-
gave werden onder 151 gezinnen
verdeeld 4910 eieren.
- Door de Stroomverkoop Mij is
besloten de kerkdorpen, Heide Over-
broek en Veulen van electrisch licht
te voorzien.
NIEUWS UIT
VENRAY EN OMGEVING
Zondagsdienst huisartsen
Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot
maandagmorgen 8 uur, wordt de
practijk der huisartsen voor Venray
e.o. waargenomen door
Dr. VERCAUTEREN
Grotestraat 11 Telefoon 1335
Uitsluitend voor spoedgevallen.
GROENE KRUIS
Donderdag a.s.:
Zuigelingen-bureau voor de Kom.
Zondagsdienst Groene Kruis:
Zr. J. Janssen Leunen K 3 tel. 1361
Burgemeester en wethouders der
gemeente Venray brengen ter open
bare kennis, dat het besluit van de
raad dezer gemeente van 28 augus
tus 1959, no. 702, tot wijziging van
artikel 116 van de verordening op
het bouwen en de bewoning der ge
meente Venray door gedeputeerde
staten van Limburg bij besluit van
19 oktober 1959, 4e afdeling, no. B
18863 is goedgekeurd.
Het besluit ligt gedurende drie
maanden voor eenieder ter secreta
rie ter lezing.
Venray, 31 oktober 1959.
Burgemeester en wethouders der
gemeente Venray brengen ter open
bare kennis, dat zij bij hun besluit
van heden, no. 938, aan de N.V. Cal-
tex-Petroleum-Maatschappij geves
tigd te 's Gravenhage Conradkade
178, voorwaardelijk vergunning heb
ben verleend tot het uitbreiden en
wijzigen van de benzine-, autogas-
olie- en lichtpetroleuminstallatie op
het perceel, kadastraal bekend ge
meente Venray, sectie D no. 3808,
gelegen te Leunen.
Venray, 28 oktober 1959.
Burgemeester en wethouders vnd,
A.H.M. JANSSEN, burgemeester
H. VORST, secretaris