Het begon in september... 4jce IQeniay deutifd OPERATION AINTREE T*nr IK T«oeP£W QvtRLQon r~\ stifn WtLWe i vfflyOtl C financiering j" Zaterdag 17 October 1959 No 42 TACHTIGSTE JAARGANG CONFECTIE VAN ÏEN RIJK BEZIT PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WPPïfRT hT\ UHOP VPNPAV PW HMRTRPlfPN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per m.m ABONNEMENTS- GROTESRAAT 28 VENRAY TELEF. 1512 GIRO 150652 VUUIX V LdlUA I WiUO 1 UUHUil PRIJS PER KWARTAAL 1.40 BUITEN VENRAY 1.60 DE DAGEN NA DE BEVRIJDING Tegelijkertijd met de verovering van Venray, vanuit Merselo en Over- loon, doorsneden Britse eenheden de weg van Venray naar Deurne en be zetten Ysselsteyn en het Veulen. Zodoende kwamen voor de ravi taillering van het front twee wegen vrij, die naar Overloon en die naar Deurne! Oprukkend over de Maasheseweg stuitten de Engelsen, na de Smakt veroverd te hebben, langs de spoor lijn bij Venray op hevige weerstand; en zo, in een boog om Venray heen, (ServatiusLeunenVeulen) stabi liseerde zich na enkele dagen het frontgebied, zodat Oostrum en Oirlo door de Duitsers bezet bleven en de frontlijn vlak achter Servatius liep. De doorlaat naar de Maas zou nog weken duren en veel bloed eisen. Het was dus zo, dat de Duitse ar tillerie in een grote boog vanuit op slechts drie kilometer afstand, Ven ray onder voordurend granaatvuur kon houden. En wanneer nu de nebelwerper brulde, dan goldt het: de kelder in Met een vreselijk gehuil hoorde je ze aankomen, de acht granaten tege lijk, die bijna allen op een slechts kleine oppervlakte ontploften. Met de bevrijding dook ook weer de politie en de burgemeester, op, die voor een bovenmenselijke taak stonden. De helpende hand werd hen echter geboden door de opgedoken „ondergrondse" en die bovengronds gekomen, ineens veel meer leden be zat, dan zij zelf wist. De band „Oranje" was blijkbaar de vlag, die de lading moest dekken en zo kon het gebeuren, dat een van Venrays beruchtste ingezetenen op 'n gegeven moment met 'n geweer op het Stadhuis stond. Maar waarom zou ik dit verhalen, waarom zou ik verder gaan, leek dit niet alles zo onbeduidend en klein, dat schijngekleden met machtswoor den en geweren. Leek dit alles niet verschrikkelijk nietig, vergeleken bij de ware grootheid, die de eenvou dige helden tijdens de voorbije da gen hadden getoond. Overigens is de chaotische toe stand, ontstaan door de verwoesting, een begrijpelijke reden tot veront schuldiging. Het leven speelde zich nog altijd af in de muffe, vochtige kelders, waar b.v. op Servatus 2000 mensen reeds weken huisden. Op St. Anna (hadden de Engelsen het hopeloze van de toestand ingezien en alle pa tiënten reeds elders naar bevrijd ge bied geëvacueerd. Servatius volgde dit voorbeeld, de toestand daar was onhoudbaar ge worden. Geen voedsel, geen water, mensonterende toestanden in de kel ders! In de kom probeerde men de za ken enigszins op orde te krijgen. Het voornaamste punt de voedsel voorziening was, doordat vele bak kerijen totaal verwoest waren zeer precair. Maar de bakkers uit Deurne en Wanroy kwamen te hulp, onver moeibaar reden de wagens van het Rode Kruis van Helmond af en aan. De hoofdstraten moesten vrij ge maakt worden van het puin, wie zou het doen? De noodzakelijke bureaux moes ten tenminste waterdicht gemaakt worden, wie zou het doen en met wat voor nut, wanneer toch nog steeds granaten vielen. De centrale keuken werkte weer, de distributie van brood was in die mate merkbaar, dat er voor twee dagen 300 gram brood werd aange wezen. Of de bakker het riskeerde te bakken was dikwijls een andere vraag. Melk was er in weken al niet meer geweest, toevoer van buitenaf was ontoereikend. Moesten wij zo in de vochtige kelders, wanneer het front bleef liggen, moeten wonen? Wij waren bereid dat te doen, maar in ons hart voelden wij de on mogelijkheid, zagen wij voor ons de vreselijke gevolgen, kindersterfte, ziekten, langzame ondermijning dei- gezondheid, gevaar voor t.b.c. Maar Venray klemde zich vast aan zijn verwoeste puinen, aan zijn ver trouwde kelders en 'n golf van pro test en verontwaardiging steeg op, toen de Engelsen bevel gaven tot.. ALGEHELE EVACUATIE Het lijden was niet voltooid, de prijs voor de vrijheid was nog niet ten volle betaald. Na al de verliezen van dierbaren, na al die materiële verwoestingen, moest het Venrayse volk nog dieper geslagen worden, wilde 't uiteindelijk deze rampen te boven komen. De evacuatie van de gehele plaats, hoe verstandig deze achteraf be zien ook door de geallieerde auto riteiten bevolen, wekte 'n begrijpe lijke reactie van grote verbittering. Granaten en bommen hadden deze mensen niet kunnen verdrijven en nu de vrijheid eindelijk was geko men, alles achterlaten? Verschillende autoriteiten bepleit ten tevergeefs, de Geallieerden, die beter op de hoogte waren van de ontwikkeling der militaire gebeurte- I nissen* bleven'onwrikbaar op hun I standpunt staan. Woensdag 25 October, een week na de bevrijding werd het bevel defini tief. Slechts een klein gedeelte der bevolking, politiemannen en O.D. mocht blijven ter bewaking van de achtergelaten huizen en goederen. Op de markt werd een groot bord neergehangen als waarschuwing aan de soldaten: „Looting is a serious crime". Wij begrepen dit gebaar van geallieerde zijde nog niet, later bij de terugkeer werd het vele Ven- rayers duidelijk. De uitvoering der evacuatie be rustte bij de geallieerden, die voor het transport zorgden. Wijk voor wijk moesten de bewoners, met twee koffers, aan het ziekenhuis zich ver zamelen en dan weg uit Venray, om te gaan leven op de liefdadigheid van hen, die niet getroffen waren. In een week tijds was de gehele evacuatie een feit. Venray was leeg. Die laatste tocht naar het niet ge troffen Brabant, wat is hij ons zwaar gevallen. Ondanks de treurige aan blik van zoveel puin, voelde je, dat er een kostbaar stuk van je leven lag daar in dat verminkte Venray. Je voelde een bittere pijn van machteloosheid, granaten en bom men bij duizenden waren zij neerge- regend, wij hadden stand gehouden. En wanneer het vuur der branden ons uit de huizen dreef, dan stonden anderen, als deelgenoten in ons lij den, klaar om je gastvrij op te ne men; dan deelden wij broederlijk, dat kleine stuk harde brood, dan dronken wij samen van het weinige water. Maar wij hielden vol, wij klemden ons vast aan onze grond alles wat ons zo dierbaar was. De verlossing was eindelijk geko men, nadat tallozen uit onze rijen waren weggeslagen. Wij dachten opnieuw te kunnen beginnen, wij wisten ons een, en nu? Daar trokken zij, onze Venrayers, naar Overloon, naar Deurne, en ver der in alle richtingen, losgeslagen van elkaar; in de Peel gekomen zochten wij ginds naar de hogen to ren van St Petrus. Maar wij vonden hem niet meer, het was als een sym bool, Venray had zijn lot gedeeld. Het moet voor de ouderen wel een heel harde slag zijn geweest; gelei delijk zag je je levenswerk v,oor eigen ogen verbrijzeld worden, om tenslotte van wat je overbleef ver dreven te worden. Voortaan waren we evacué en het klinkt ons allen nu nog als een vloek in de oren. VENRAY VERWOEST, DE MENSEN UITEENGESLAGEN, DAT WAS ONS DEEL Dat was ons deel in deze strijd om de vrijheid. Wij werden met rampen getooid, wij werden diep geslagen. En hier waar het lot van Venray definitief bezegeld scheen, eindigt dit verhaal en begint een nog onbe schreven hoofdstuk van het leven als evacué, van de mannen die als bijna idiote idealisten daar in Bra bant het eerste contact legden door de vorming van het Comité Nieuw Venray. Dat „De Zwijger" hiertoe de stoot gaf en zelf het geestelijk contact herstelde zij het nog slechts zeer bescheiden het is onze trots! Het begon in september, dit ver haal van lijden, van samen uitge stane doodsangsten en doorleefde verschrikkingen, van weergaloze heldenmoed en offergezindheid, van diepe smart en zwaar geluk. Maar dit verhaal is niet geëindigd met de verwoesting van Venray en de rampzalige evacuatie. Het zal eens zijn voltooiing vinden, na jaren van moeizame harde herstelarbeid. Het zal zyn einde vinden na jaren als onze mensen, gelaten maar moe dig, diep geslagen maar niet gebro ken, met diezelfde liefde voor elkaar als toen in de rampzalige october- dagen, Venray hebben doen her rijzen. Dan zal deze zee van lijden smart, die over ons Venrayers kwam zijn diepe zin gekregen hebben, dan zullen wij uitgestegen zijn boven de benauwenissen van deze voor ons zo moeilijke tijd. Moge de herinnering aan het ly den in die octoberdagen ons weer brengen tot heilige gevoelens van oprechte eerbied voor elkaar, en moge zij ons voeren tot die mense lijke grootheid, diealleen ons in staat kan stellen dit ontzaggelijke werk van wederopbouw en herrijzing sa men te voleindigen. Wij hebben allen geleden, de een in zijn goed, de ander in zijn bloed, maar wij allen in onze harten. Deze erkenning zal ons de kracht geven om in de moeilijkste ogen blikken ons oog te richten op Hem, aan wien wij ons behoud en onze vrijheid te danken hebben. Heft U hoofd op, gij mensen van het Venrayse volk, het lijden geeft U de kracht. Mr. PIET WINTELS Nijmegen, 12 October 1945. NAAR OFF. RAPPORTEN In de jaren 1944-1945 heeft oostelijk Noord-Brabant en Noord-Limburg zelf geschiedenis gemaakt. De geschiedenis van de grote strijd tussen twee volhardende, beide even fanatieke legers, die elkaar in en rond de Peel hebben gevonden. Deze strijd zou beslissen of het ene vooruit kon trekken, of het ander haar verbeten geallieerde tegenstanders dodelijk kon treffen, of terug kon drijven. Na lange en moeizame gevechten is dan de beslissing gevallen en wel tengunste van het geallieerde Expeditieleger, met name het 3e Britse Le ger. Dit wist tenslotte de vijand over de Maas terug te drijven. De pe riode van september 1944 tot maart 1945 was inderdaad een strijd op le ven en dood, een strijd met bombardementen, artillerie-beschietingen, massale tank-aanvallen en wat al meer bij een mechanische oorlog te pas komt. Dit verhaal omvat het relaas van de oorlogshandelingen, welke, na de bevrijding van het overigens geheel verwoeste Overloon, resulteerden in de bevrijding van Venray. Dit op strategische grondslag opgestelde verhaal is slechts een zeer klein facet van de totale oorlogvoering ge weest, doch daarom niet minder belangrijk, omdat de in deze streken plaats gehad hebbende gevechten het hunne moesten bijdragen tot de bevrijding van het gehele lahd. 8* 6-w' - Z'ollt \>em6suncfln «\AKM (--i JUUANASINGEL41-tekf. 1061 (K4780) OPMARSPLANNEN Terwijl in en rond Overloon nog een heroïsche strijd werd geleverd, werden door de geallieerden reeds plannen uitgewerkt voor de opmars naar het zuiden, naar Venray. Doch, hoe netjes en duidelijk men alles op papier had geregeld, de plannen werden herhaalde malen gewijzigd en aangepast aan de omstandighe den, zodat van een van te voren op gesteld vast omlijnd plan niet kon worden gesproken. Het leeuwenaandeel van deze strijd werd geleverd door de 3e Brit se Infanterie Divisie, onder aanvoe ring van Major-General L.G. Whist- Ier, C.B., D.S.O. Deze divisie was on derverdeeld in brigaden en daze op hun beurt weer in regimenten, wel ke alle een afzonderlijke naam voer den. Het zou echter te uitgebreid wor den in het kader van dit verhaal deze divisie-indeling geheel uit te tekenen, doch kennisneming van de voornaamste indeling is wel op zijn plaats, omdat men de aanduiding van deze divisie-onderdelen telken male in 't verhaal zal tegen komen. HET GEALLIEERDE LEGER Aan deze grote en kerige strijd in het gebied rond Venray namen aan geallieerde zijde deel de navolgende troepeneenheden 3e BRITSE INFANTERIE DIVISIE onder commando van Major-General L.G. Whistler (C.B., D.S.O.) Deze di visie maakte deel uit van het 30e Britse Legercorps en behoorde tot de 21e Legergroep van Veldmaar schalk Sir Bernard Montgommery. Deze divisie was als volgt samen gesteld: 8th Brittish Infantry Brigade: 1st Batalion Suffolk Regiment 2nd Batalion East Yorks Regiment 1st Batalion South Lancashire Reg. 9th Brittish Infantry Brigade: 2nd Batalion Lincolnshire Regim. 1st Batalion King's Own Scottish Borderes 2nd Batalion Royal Ulster Rifles 185th Brittish Infantry Brigade: 2nd Batalion Warwick Regiment 2nd Batalion King's Shropshire Light Infantry 1st Batalion Norfolk Regiment 6th Guards Tank Brigade: 4th Batalion Grenadier Guards 4th Batalion Goldstream Guards 2nd Batalion Scots Guards. 8th Army Group Royal Artillery. Royal Signals and Royal Enginers Royal Army Medical Corps (RAMC) Royal Army Services Corps (RASC) Royal Army Reconnaissance Corps (RECCE) Royal Army Electrical and Me- chancal Engineers (REME) No. 1. Dog-platoon (Hondenafdeling voor opsporing van mijnen). Divisieteken: drie zwarte driehoe ken op een rode achtergrond in de vorm van een driehoek. Aan deze divisie was verder toe gevoegd: 11e en 79e Britse Pantser divisie. DE DUITSE TROEPENMACHT Bij de Duitsers kon men niet spre ken van een geregelde troepenmacht. Sedert de nederlagen bij Normandië was het Duitse leger in West-Euro pa uiteengeslagen. De Duitse troe penmacht was samengesteld uit de meest uiteenlopende onderdelen. In feite bestond de Duitse bezetting in deze gebieden uit S.S.-troepen, val schermtroepen en personeel van de Luftwaffe, dat bij gebrek aan vlieg tuigen aangewend werd als aanvul ling op de infanterie en de Hitler- jugend nog in opleiding. Zij allen behoorden tot 'n leger-korps, waar over Generaal Model indertijd het bevel voerde. Zeer vele van deze gevechtsgroepen droegen de namen van hun commandanten, zoals de gevechtsgroepen: „Walther", „Paul", „Kerutt" en „Hoffmann". OPERATION AINTREE Het aandeel van de 3e Britse Di visie was in het hoofdkwartier be paald en nader uitgewerkt en die zelfde middag werden de bevelen uitgevaardigd. Op 11 oktober 1944 zou deze op mars, de „Operation Aintree", be ginnen, maar daags te voren had het de gehele dag gestaag geregend, zo dat 's avonds op de 10e oktober deze operatie 24 uur werd uitgesteld. Deze operatie was verdeeld in 2 phasen, n.l. de le phase: de verove ring van Overloon; de 2e phase: de verovering van Venray. Het was zonder meer duidelijk, dat deze aanval door mijnenvelden, modderige weilanden en de sterke Duitse tegenstand de uiterste onder steuning nodig zou hebben. De vuur kracht van het 25e regiment Field Artillery en van alle kanonnen van de 11e Pantserdivisie werd aan de 3e Britse Divisie toegevoegd. De pioniers en pontonniers, welke een zware verantwoordelijkheid droegen voor de aanleg en het on derhoud van de aanvalswegen. de overbrugging van de Loobeek en het vrijmaken van dé Duitse mijnenvel den, werden voor deze opdrachten versterkt met de zgn. Vlegeltanks (van de A. en C.-compagnie van de Westminster Dragoons) en door de A.V.R.E.-tanks (Armoured Vehicle Royal Enginiers) van het 617e aan- vals-escadron van het 42e regiment Pantserpioniers). Het 4e Tank-bataljon van de Gre nadiers- en Goldstream Guards kwa men ter ondersteuning van de In- fanterie-bataljons. Tenslotte meldden zich 2 esca- drons Typhoons met een aan de ge vechten voorafgaande vernietigings programma door een serie bombar dementen met middelbare bommen werpers. AMERIKANEN BOMBARDEREN VENRAY Op de vroege morgen van de 12e oktober werd dan de le phase van de „Operation Aintree" ingezet met on beschrijflijke artillerie beschietin gen: honderden granaten per minuut werden naar het front geslingerd. En terwijl de gevechten rond Overloon in volle gang waren, de den 36 Miranders van de Ameri kaanse luchtmacht een aanval op Venray. Gelijktijdig vielen Typhoons van de 83e groep van Royal Air For ces bekende vijandelijke steunpun ten aan. Het bombardement van Venray werd uitgevoerd in 2 aanvalsgolven, elk bestaande uit 6 formaties van 3 vliegtuigen, komende vanuit weste lijke richtingen. Het doel van dit bombardement was tweeledig. Voor eerst meende de geallieerde leger leiding, dat Venray overstroomd was met Duitse troepen, die als reserve dienden voor hun vechtende troe peneenheden nabij Overloon. Op de tweede plaats werd dit bom bardement noodzakelijk geacht om de toenaderingswegen naar het front welke alle in Venray samenkomen, te vernietigen zodat geen zwaar ma teriaal meer vanuit Duitsland via Venlo en Horst kon worden aange voerd. De Engelsen meenden dus twee vliegen in een klap te hebben. Na derhand bleek echter, dat dit bom bardement feitelijk zinloos was. Al waren in het centrum van Venray alle straten door puinhopen geblox- keerd, de grote verkeersweg langs de Maas was nog intact en het frontmateriaal kon toch nog over de weg via Wanssum en Oostrum naar het front bij Overloon worden ge bracht. Verder waren er practisch geen Duitsers in Venray, aangezien het Duitse hoofdkwartier reeds zuide lijker naar Horst was verplaatst. De Typhoons, die in groepen van vier door de lucht rondzwierven met raketbommen onder hun vleu gels, hadden deze morgen meer suc ces. De een na de andere dook op z'n doel neer en bombardeerde alles, wat hen in de weg kwam. Maar de aanvallen op de bruggen in Venlo en Roermond werden op het laatste ogenblik afgelost. Het waarom is niet duidelijk want doordat de En gelsen deze bruggen toen niet aan vielen konden de Duitsers steeds nieuwe versterkingen naar het front brengen. DE GEVECHTEN ROND OVERLOON De 3e Britse InfantryDivisie was dus op 12 oktober wederom in be weging gekomen, nadat Veldmaar schalk Montgommery zijn troepen had toegesproken. De infanterie van de 8e Brigade kreeg de taak toege wezen Overloon binnen te rukken en van Duitsers te zuiveren. Op de rechterflank naar het westen rukten tegelijkertijd de Lincolns en de King's Light Infan try zuidwaarts op. Eerstgenoemden, die ten westen van Overloon opruk ten, en uiteindelijk Merselo tot be stemming hadden, verloren deze dag reeds ongeveer 200 manschappen. Overal bevonden zich gecamoufleer de mitrailleursnesten. In de loop van de middag stuitten de infantrie-afdelingen, welke om Overloon heen waren getrokken, op hevige tegenstand in de bossen aan de grote verkeersweg naar Venray. Zij hadden deze dag, ongeveer 1 km ten zuiden van Overloon terrein ge nomen. Aanvankelijk hadden zij slechts de ondersteuning van de zware Chirchill-tanks, doch deze kwamen door de mijnenvelden tot stilstand. Later op de dag kwamen de zgn. Vlegeltanks (mijnenvegende- tanks), die een weg baanden voor troepen en materiaal. Het gewicht van de artillerie-on dersteuning had met succes vele Duitsers angst aangejaagd. Het Middlesex-bataljon had hier bij de kanonniers geholpen door voor deze keer met het gehele bataljon tegelijk te vuren, tezamen met de 3 zware mitrailleurs-compagnieën. Al deze vuurmonden schoten die dag ongeveer 3800 mortiergranaten en circa 300.000 mitrailleurs-patronen af. DE TEGENSTANDER Verhoor van krijgsgevangenen toonde aan, dat de vijand voor het grootste gedeelte een samenraapsel was van allerlei mogelijke onder- delen. Daarbij lag eveneens de 180e Duit se Infanterie-divisie in het frontge bied, terwijl ter versterking de ge vechtsgroep „Walther" op weg naar het strijdtoneel was. Deze gevechtsgroep bestond uit 'n aantal bataljons, gevormd uit de Lufftwaffe en parachutisten. Dit was eveneens het geval met het bataljon „Paul", welke door de 8e Brigade in de streek rond Overloon flink on derhanden was genomen. Verder was er het bataljon „Kerutt" aan de rechterzijde van de verkeersweg naar Venray en het bataljon „Hoff mann" aan de linkerzijde van deze weg. Al deze troepen stonden o.l.v. General Student, General der Flie- ger. (wordt vervolgd)

Peel en Maas | 1959 | | pagina 1