Het begon in september...
Brieven aan Oom Piet
Meisjes,"
Zuivclcrisis tot staan
gebracht
Landbouw en veeteelt
Uit Peel en Maas
Zaterdag 26 september 1959 No 39
TACHTIGSTE JAARGANG
-EEN RIJK BEZIT
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WPRK^RT AH VnnR VFNRAY P1M OM^TPPK'PIM ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per m.m ABONNEMENTS-
GROTESRAAT 28 VENRAY TELEF. 1512 GIRO 150652 V" ÜUÜDUHU V UL/A V I WiVAO 1 PRIJS PER KWARTAAL 1.40 BUITEN VENRAY 1.60
TOEN BEGON DE EINDSTRIJD
Helder scheen de zon die morgen,
en de Spitfires met „het vliegend oog
der artillerie", een langpotig lang
zaam vliegende tweedekker, deden
hun gewone ochtendpatrouilles en
verkenningen. Dat was sedert we
ken al het begin van de dagorde.
Om negen uur was de parochie
kerk, ondanks het gevaar voor gra
naatinslagen, vol met een biddende
menigte, want weer werden 9 slacht
offers ten grave gedragen. In de
verte vielen voortdurend granaten,
maar ook dat hoorde erbij.
Nauwelijks was de rouwdienst af
gelopen of omstreeks half 11 begon
nen de inslagen zich aaneen te rij
gen tot een donderende orkaan en
langzamerhand kwam het gedonder
naderbij, het onweer van huilende
granaten en ontploffingen werd met
de minuut heviger; ieder vluchtte,
waar hij kon, zo vlug mogelijk de
kelder in,
Dit uur werd het uur der ver
schrikking, overal donderslagen,
boven je, naast je, akelig huilend
gierden ze over, de 25 ponders, de 18
ponders!
Het leek alsof boven alle lever
uitgeroeid moest worden en als bet
even stil was klonk angstig 't loeien
van het loslopende vee of het jan
ken van 'n hond. Ik bevond mij die
morgen buiten het dorp achter Ser-
vatius en de enigste schuilplaats was
een gat in de grond.
Met iedere inslag trilde de bodem
en met onfeilbare systematiek kwa
men de slagen dichterbij, dit was het
trommelvuur, dit moest de aan réi
zijn. Nu zouden de moffen het dan
toch gaan begeven, want zo'n hel is
geen uur te harden!
Dit trommelvuur, deze plotseling
opgestoken orkaan van gegier en ge
donder, werd de redding voor Ven-
ray wel in dubbele zin!
Niet alleen bevonden de inwoners
zich allen in de schuilkelders, toen
even later het bombardement volg
de, neen 'n even zo groot gevaar
zo niet ernstige was door de aan
val voor Venray afgewenteld.
Want de moffen, voor wien geen
menselijkheid meer bestond, hadden
juist even voor half 11 hun laatste
slag willen slaan; algehele deportatie
der Venrayse mannen tussen 16 en
60 jaar!
Zij kregen slechts gelegenheid om
hun plannen tot dit lugubere drama
op één plaats bekend te maken en
wel op de Stationsweg, in de buurt
van het Servatiusgesticht.
Verder zijn de slavendrijvers niet
meer gekomen, 't moordend Engelse
trommmelvuur vanuit Overloon
bracht hen tot andere gedachten en
de Grünen lieten zich daar, waar het
zo warm toeging nooit meer zien.
Maar ondanks de afwenteling van
dit dreigende deportatiegevaar bleef
de bloedige hand van Mars naar
Venray wijzen. Dat moest z'n slacht
offer worden, totaal zonder mede
lijden.
Nog achtte hij zijn krachen niet
genoeg aangewend en hij riep zijn
doodzaaiende vogels te hulp, die de
laatste hand aan de vernietiging
zouden leggen. Dit was de totale on
dergang, dit was 't einde, een bom
bardement door zware bommenwer
pers.
Opeens klonk in de verte tussen
het gedonder der uiteenspattende
granaten, vliegtuiggeronk, het mo
notoon gebrom der motoren sloeg
plots over tot een loeiend gehuil,
steeds nader kwam het, alsof het je
wilde doorboren, dan felle giertonen
van omlaagdenderende projectielen,
even later schokkende explosies; kel
dermuren gingen op en neer, zwart
donker werd het van neeivallend
puinstof, steeds maar weer dat alles
doordringend gehuil gevolgd door
vreselijke slagen.
Alles werd duister, in doodsangst
kropen de-mengen in de kelders te
gen elkaar, grepen iets vast, 'n stoel,
'n fles, 'n vat, als het maar houvast
gaf.
De handen stijf van angst voor 't
gelaat; 'n moeder klemde haar kind
aan de box-st. Samen met haar kind
zou zij bedolven worden onder neer
stortend puin, haar kind verdedi
gend tegen verpletterende steen-
brokken, .zo werd zij later paars
blauw verstikt in het puin gevon
den!
Alles scheen vernietigd te worden
in deze ogenblikken. Machteloos
lagen wij mensen ineen, geen kelder
geen beton was bestand tegen deze
vreselijke explosies!
Tussen de slagen en het neerdon-
deren van puinbrokken klonken de
gebeden van de hulpelozen mens,
overgeleverd aan deze hel van vuur
en dood. In hun doodsangst baden
zij tot God, tot Maria, zagen zij in
een flits hun leven voor zich, alles
wilden ze beloven, „maar God laat
ons toch in leven".
Voor velen werd het hun laatste
gebed en met de handen ineenge
wrongen van angst gingen zij over
tot 'n ander leven.
Nog was deze hel niet ten einde,
een nieuwe aanval volgde, weer
doken loeiende machines neer op de
reeds donkere zwarte rookmassa, die
Venray moest zijn. Weer gierden zij
pijlsnel omlaag, de 500 kilo bommen,
die alles doorbraken, waartegen
niets bestand was.
Een voltreffer betekende onher
roepelijk de dood. De dood aan het
begin der bevrijding, de dood die nu
voor iedereen komen kon, of je jong
was of oud, of je geld had of straat
arm was!
Het was eender in deze ogenblik
ken alle schijn viel van je af, en in
die ogenblikken bracht de dreiging
van de dood je tot zuivere grootte of
armzalige kleinheid terug. Je voelde
je niet meer hoger dan de ander, die
nu daar in doodsangst naast je lag,
hij was een mens, dat was alles!
Die ogenblikken van onmiddellijk
doodsgevaar, «ze zijn zo helder, zo
heel scherp staat het hele leven
voor je, je ziet je eigen fouten zo
goed in, belooft God in vurig gebed
dat het zo heel anders zal worden,
óls Hij maar het leven beschermt!
Deze ogenblikken, momenten van
vreselijke angst, soms ook van diepe
genade. Het is zoals later eens een
Engels soldaat mij vertelde hij
studeerde voor Anglikaans priester
in 't hevigste granaatvuur, wan
neer je buiten in 'n gat of in 'n grep
pel op je dood ligt te wachten, bid
ik zo veel, je voelt je zo heel dicht
bij God, je staat op het punt naar
Hem te gaan en dat schenkt het
vredige gevoel van rust en veilig
heid, midden in de dodelijkste geva
ren.
Ogenblikken van diepe genade,
als je katholiek bent en weet' dat
Jezus Christus bij je is, dat Hij zo
heel dicht bij je is, wat kan deze
gedachte niet 'n kracht en sterkte
geven, om je over de zo natuurlijk
eerste angsten heen te brengen.
VENRAY WERD VERNIETIGD
Dit vreselijke bombardement werd
uitgevoerd om Venray als spil van
het gehele front te vernietigen. De
opzet slaagde volkomen, Venray was
vernietigd, evenwel de duitsers niet,
want hij was niet in Venray, hij was
reeds lang vertrokken. Het Duitse
hoofdkwartier was enkele dagen te
voren naar Horst verplaatst!
In het centrum van het dorp bleek
niets gespaard! De eerste bomaan
val begon op Servatius, waar in
systematische volgorde de wasserij,
daarna enkele paviljoenen, geraakt
werden, zo in de richting van het
dorp.
Het land tussen Servatius en het
dorp, werd herschapen in een ware
zandwoestijn, met 'n keten van diepe
kuilen dwars er doorheen!
Nooit zal ik de eerste aanblik ver
geten van de verwoeste Grotestraat!
Het is zo heel vreemd, wanneer je,
waar voor 'n uur terug nog de men
sen liepen, nu hopen puin liggen;
het is 'n eigenaardige gewaarwor
ding als je denkt, dat op de plaats
waar nu die stenen en brokken puin
branden,je voor een uur terug nog
rustig stond te praten. Het treft je
diep als je bij 'n huis komt, met de
grond gelijk gemaakt, terwijl je weet
dat de mensen in de kelder waren.
Wie voelt niet de radeloze angst
van de jongen, die zijn plicht als
helper bij de Geneeskundige Dienst
deed en „thuis" gekomen blijft staan
voor verwrongen balken en muur-
resten, terwijl moeder en zusjes
ergens daar onder moeten zijn. Waar
moet de hulp vandaan komen bij de
uitgebroken branden, wanneer de
straten verdwenen zijn onder het
puin en geen brandweerwagen er
meer door kan. Wie zal met de wils
kracht van 'n razende gaan graven,
houwen, brokken puin wegtorsen,
als je rondom je 'n regen van grana
ten neerkomt?
Dan dat vreselijke verhaal in die
eerste ogenblikken na die verschrik
king, daar ginds in de Draalstraat
moet iemand verbrand zijn, maar
men weet niet wie het slachtoffer is.
Het vroegere beeld wat Venray
bood is voor altijd verdwenen, de
brede open Patersstraat; de gezellige
winkelstraat, de Grotestraat voor de
helft met de grond gelijk gemaakt!
Het Patersklooster, waar 't duitse
zendstation stond opgesteld, aan de
achterzijde, 'n troosteloze ruïne, de
Draalstraat voorgoed verdwenen; de
ene zijde van het Henseniusplein,
bestond slechts uit resten verwron
gen ijzer en massa's puin.
De lijn der verwoestingen liep
van Oost naar West, van Servatius
loodrecht op 't doi-p tot bij de bios
coop Luxor. De etappelinies, die de
Engelsen volgens de BBC hadden
gebombardeerd, bleken dus te liggen
ten zuiden van deze lijn tot de lijn
Paterskerk-Langstraat.
Het is begrijpelijk dat menige bit-
tere verzuchting geslaakt werd, want
men had ons altijd geleei-d dat de
RAF de burgex'bevolking zou sparen!
Deze raid schijnt wel een van die
factoren in de strijd te zijn geweest,
waarvan wij, die nu eenmaal deze
strijd lijdelijk moesten ondei'gaan,
de draagwijdte niet kunnen zien.
Voor ons onbegrijpelijk, voor onze
bevrijders, bij het opzetten van hun
doorbraakplannen, een voor de hand
liggende noodzakelijkheid.
Naderhand zal de generaal, die 't
operatieplan opzette, wellicht tot
andex-e conclusies gekomen zijn,
want ook hij kende niet alle om
standigheden. Zeker is, dat onze be
vrijders voor een ontzaggelijke taak
stonden om een vijand die letterlijk
achter iedere heg en in ieder huis
zich verzette, van ieder bos 'n ves
ting had gemaakt, vernietigend te
verslaan.
En eigenlijk gezien de verwoestin
gen was het doden aantal bij het
bombardement aan de lage kant;
helaas kostte deze aanval aan 35
burgers het leven.
HET LEVEN IN VERWOESTING
EN VERNIELING
Venray was kapot gemokerd, het
centrum van onze plaats verbx'ijzeld,
maar boven de puinhopen stond nog
zij het gehavend de eeuwenoude
Petrus Banden,als een trouwe wa
ker, die met ons de hitte van het
vuur zou doorstaan. Onder hem
puinhopen, bx'okstukken, brandende
ruïnes. Mensen lagen bedolven, do
den en gewonden lagen tussen steen-
brokken op straat. Hulp moest ko
men, maar was dit nog mogelijk
onder aanhoudend granaatvuur?
Mogelijk was het "menselijkerwijze
niet, maar daar vroegen de mannen
en vrouwen, die hun plicht kenden,
niet naai-. Het leven van een ander
stond op het spel, daar lag 'n ge
wonde, die naar het ziekenhuis
moest, zelf was je gelukkig niet ge
troffen, dus helpen!
Ja, de geest was niet gebroken, de
geest van hen, die hun angst over
wonnen.
Het was de priester, die de ster
vende bijstond, het was de dokter,
die, al was hij alles verloren, de lei
ding nam bij de hulp aan gewonden,
het was de kerel, die de schop in z'n
handen greep en begon te graven tot
hij niet meer kon, het was de bak
ker, die zorgde, dat er toch ondanks
de granaten, brood was, het was het
meisje, dat zojuist nog door de linies
gekomen, zich aanstonds beschik
baar stelde als verpleegster, het was
de kleine gekrulde broeder van Ser-
vaas, die alles durfde, het waren zij
die zorgden voor de Gaarkeuken, de
mannen der brandweer, het waren
de talrijke vrijwilligers, die mee aan
pakten, die niet uit angst tot zelfbe
houd wegdoken, maar die allen
heldhaftig de consequenties van deze
ogenblikken aanvaardden.
De evenmens was in gevaar, ieder
moment langer wachten kon voor
hem de dood betekenen, dus ging
zonder meei-, je groef, je droeg
brancards, je hielp gewonden!
Toen de avond viel waren reeds
velen uit de puinhopen bevrijd en
helaas talrijke slachtoffers geborgen,
maar onder de ontzaggelijke steen
massa's moesten nog vele doden
liggen. Het was echter 'n hopeloos
werk, onder het voortdurende gra
naatvuur.
Met het invallen der duisternis
moest het opgravingswex'k gestaakt
worden, gebruik van licht hier en
daar was nog een petroleumlamp
werd noch door de moffen noch door
de Tommys getolereerd, want aan
stonds regende het granaten neer op
de bewuste plaats.
Het was 'n angstige avond, rood
smeulende puinhopen, de straten be
zaaid met stenen, balken, omwoeld
van bom- en granaattrechters, ter
wijl patrouillei*ende moffen 'n voort
durend gevaar betekenden.
Het kanonvuur dat de gehele dag
aanhoudend sterk was geweest
hield met de duisternis plotseling op,
en het werd akelig stil.
Af en toe werd in de verte tussen
Venray en Overloon het ratelen van
'n mitrailleur gehoord, uit de kelders
klonken gedempte stemmen van
mensen, die in het donker op elkaar
gepakt zich 'n slaapplaats trachtten
in te richten, overigens heerste 'n
benauwende stilte.
Met regelmatige tussenpozen ver
brak het brullend geloei van de
nebelwerper, hel rood vurend deze
mst, maar ook dat hield op. Alleen
de brandende beelden der herinne-
x-ing aan de verschrikkingen van de
afgelopen dag deden je nog denken
dat je in de vuurlinie lag.
Waarom ben ik gespaard gebleven,
waax-om viel die bom juist naast ons
huis, waarom werden die evacuees
uit Ovex-loon, dié al zoveel geleden
hadden, verbrijzeld en bedolven in
die kelder; Waarom vonden zij juist
daar hun dood?
En wie was morgen aan de beurt,
was het niet dat wij allen de dood
reeds bij ons droegen, want één bom
'n granaatschex-f of 'n kogel, het was
gebeurd
Was het dan maar 'n legende, dat
St. Oda Venray zou behoeden voor
pest, hongersnood en oorlog?
Had God ons dan verlaten, liet
Onze Lieve Vrouwke van Oostrum,
naar wien Venray al in Vrijheid had
willen gaan, ons dan in de steek?
Wat is eigenlijk het leven en wat
is de dood?
Welk 'n geluk, ons geloof, nu je
weet dat al word je morgen geroe
pen, je leven overgaat in een ander
heilzamer leven?
Waarom kunnen de mensen nu zo
goed bidden, hoor eens hoe dat ro
zenhoedje met aandacht en innig
heid wordt gebeden!
Waarom geeft het al die mensen
zulke gerustheid en moed?
God heeft hen niet verlaten, O.L.
Vrouwke is heel dicht bij hen! De
dood is niet het einde, maar slechts
het begin van een nieuw leven.
(wordt vervolgd)
VOOR EEN MODERN
TELEVISIETOESTEL
EN VAKKUNDIGE
PLBRT5INGZORGT
P. M00REN
1070 MEE®
De kalender wijst september aan,
de maand, die feitelijk het voorpor
taal is van de herfst, ondanks de fel
stekende zon, ondanks de droogte,
die allerwege weer het laatste gras
een vale kleur doet krijgen. En Ven
ray loopt weer vol. Vol van studen
ten en pensionaires, die ook weer met
bun studie gaan beginnen.
's Morgens en 's middags trekken
de kindex-en van en naar school,
kortom het leven van iedere dag be
gint weer op streek te geraken.
1 De moderne moeders hebben een
gx-ote zucht geslaakt toen eindelijk
de vacanties achter de rug waren
en aan de kleutex-scholen zijn de
traantjes weer gex-old van die peu-
tex-s, die langzaam maar zeker, al is
het dan via de kleuterschool hun in
trede gaan doen in het volle leven.
En onze dochter is dan vol trots
de eerste klas ingegaan, vol met
heilige voornemens om een grote
„meid" te worden.
Van de week kwam ze al een
beetje gedesillusioneerd thuis toen
ze bij de eerste leesbeurt het plaat
je „pet" v ex-taalde door „kieps" en
de zuster haar moest vertellen, dat
ze dit nuttig maar ook on-moderne
instrument wel in Venray zo kon
noemen, maar niet in het overige
deel van Nederland. Ze begreep dat
nog niet goed
Ze zal nog wel meer niet begrij-
p'en. Want het „Venraods" maakt
met Venray samen een evolutie
door, die nu niet bepaald ten goede
komt aan dit dialect. Met de „nus-
sik" en de „toer" verdwijnen veel
„Venraodse" woorden, die misschien
nog eens terugkomen in een puzzle
van de Vastelaovendkrant, maar
voor het overige gaan verdwijnen of
al lang verdwenen zijn.
Vraagt de jongelui van tegen
woordig wat een eektes is of een
zekdempel, dan kijken ze je aan of
je Grieks spreekt en van de oude
spelen, van onze jeugd, pèt-dek, dik-
pik-folie, höpke-tikke, mötje-pikke,
land veroevre, poes, bokspringe,
toeke, hakke, dompe, slibbere, ban-
dele en zoveel andere hoort men de
jeugd xxiet meer spx-eken. Ze hoor
den bij het oude Venray dat met
bommen en granaten is onder ge
gaan.
Want nu spreekt men deftig, nu
beschouwt men zijn „moers-taal" als
niet netjes en de jeugd moet Hol
lands spreken, thuis en op straat.
Misschien dat we van de Ven-
Ionaars eens iets leren kunnen, die
overal en altijd hun dialect naar
voren brengen, die onder elkaar het
hoog-hollands schijnen afgezworen
te hebben en o.a. in hun liedjes het
eigene van stad en streek niet alleen
weten uit te dragen, maar ook te
bewaren.
Waar blijft de man of vrouw die
het oude dialect nog probeert te be
waren, al is het alleen maar voor
het Oudheidkundig Museum en
daardoor voor het nageslacht.
Waar blijft trouwens de officiële
man, die de geschiedenis van deze
en vervlogen tijd gaat vastleggen.
Er is met de oorlog zo onnoemlijk
veel verloren gegaan, ook van Ven
ray s geschiedenis en ieder jaar!
gaat er meer vei'loren. Wordt 't niet
de hoogste tijd dat men een en an
der eens gaat vastleggen.
Wat weet de doorsnee-Venrayer
van zijn kex'ken, zijn kapellen, zijn
geschiedenis.
Op ons x*edactie-bureau hangen
enkele oude foto's van het Venray
van voor de oorlog. Dus ternauwer
nood 20 jaren terug. Maar slechts
zelden is er een bezoeker die die
dingen niet bekijken moet en dan
hoor je telkens: Och ja,dat zag er
toen zo uit.
En wie de ooi'logshistorie leest,
die we thans hei-plaatsen, moet zich
i-ealiseren, hoeveel hij feitelijk al
weer vergeten was in zo'n betx-ek-
kelijk korte tijd
Het is zo zonde en jammer dat zo
veel verloren gaat
Door een gelukkig toeval kregen
uit de „nalatenschap" van een over-
leden Venrayse minderbroeder een
sigarendoosje vol oude bidprentjes
gestuurd.
Toen men ze wou op ruimen is ex-
iemand op de gelukkige gedachte
gekomen stuur ze naar Venray terug
misschien dat die er wat aan heb
ben
Ze gaan naar het museum en over
50 jaren zal men dankbaar zijn deze
oude hex'inneringg nog te hebben.
Zo vragen we ons af wat er ge
beurd is met de nalatenschap van
Pater Beda z.g. die bij zijn leven
nooit tot publicatie is gekomen van
wat hij gevonden heeft bij de orde
ning van het archief der Grote kerk.
Bekend was, dat er aantekeningen
waren, maar waar zijn ze gebleven
en wat is er mee gebeurd. Zijn ze al
vernietigd of werden ze hier of daar
opgeborgen, om later opeens zoek
te zijn.
Trouwens laten we eerlijk zijn. In
een Duits museum troffen we onder
vacantie een doodgewone pomp aan,
netjes gepoetst en opgedoft, maar
verder even doodgewoon als de hon
derden pompen, de in Venray heb
ben gestaanHebben gestaan,
zoals in die stad, maar nu wist de
jeugd van diezelfde stad met geen
duivels geweld hoe een pomp er uit
zag en daarom werd hij in het mu
seum gezet.En wat doen wij?
We gooien die dingen weg, die we
zelf beschouwen als waai-deloos,
foto's van oud Venray, van de pèrde-
tx-em, van Hensenius,, van oude peel-
vennen en molens, en beseffen niet
dat we getuigenissen weggooien van
een tijd, die over 50 jaren een geslo
ten boek zal zijn.
Deze brief Oom Piet, zal U weinig
nieuws vertellen, maar misschien dat
ook U weer eens opgewekt wordt
om het oude, dat we weg doen, om
dat het ouderwets is geworden, te
zeer versleten of om welke andere
reden ook, toch voor anderen grote
waarde kan hebben. Voor anderen
die na ons komen. Waarom dan die
dingen niet gestuurd naar het ge
meentehuis of daar een seintje ge
geven. Ze komen beslist in het Oud
heidkundig Museum, waarvoor
plaatsruimte in overvloed is nu we
in het oude pand van Meester Vei--
beek terecht kunnen. Tabé.
Bij de landbouwbegroting voor
1960 wordt vastgesteld, dat de terug
gang van de economische toestand
in de landbouw, die zich in de afge
lopen jaren voordeed en verstrekt
werd door een internationale zui-
velcrisis, zich in 1959 niet verder
heeft voortgezet.
In het algemeen kan van enige
opleving worden gespx-oken.
Zo is in 1958 niet bepaald een ren
dabele export verkregen, die van
grote betekenis is voor de agrarsche
sector en de gehele volkshuishou
ding. Behoudens' een lichte stijging
bij vee en vlees, deed zich een alge
mene prijsdaling voor.
De cijfers over het eerste halfjaar
van 1959 wijzen op een zeker herstel
van het exportpeil. Verheugend is,
dat de boter- en kaasprijzen die bij
de vorige begi-oting gi*ote zorgen
baarden, aanzienlijk verbetei-d zijn.
Het nadelig verschil tussen de ge
daalde prijzen en de gestegen kos
ten bleek voor het oogstjaar 1957/58
aanzienlijke vox-men aan te nemen.
Een dergelijke ontwikkeling heeft
consequenties voor de financiële re
sultaten der bedrijven.
Uit de in de memorie van toelich
ting opgenomen gegevens der ge
middelde arbeidsinkomens per be-
drijfshoofd blijkt duidelijk, dat de
economische situatie de inkomens
heeft beïnvloed. Zonder 't garantie-
beleid van de overheid zouden de
inkomens per bedrijfshoofd tot een
onverantwooi-d laag niveau zijn te
ruggelopen. Met name voor 1957/58
vormde de ovex-heidsgarantie een
belangrijke factor bij het realiseren
van een redelijk bestaan in de agra
rische sectoi-.
Uit x'ecente ontwikkeling kan een
zeker herstel van de economische
toestand in de landbouw geconsta
teerd worden, waarbij met name de
verbeterde zuivelpositie een belang
rijke rol speelt.
De verbetering van de zuivel-
markt, die in het tweede halfjaar
van 1958 inzette, bex-eikte eind juni
1959 het prijspeil van voor de prijs-
vex-laging in april 1958.
In een beschouwing over de vraag
in hoeverre gerekend mag worden
op een blijvend herstel, dan wel op
'n verdex-gaande vex-betering van de
zuivelmarkt geen gi*otere betekenis
heeft dan die van het ogenblik, ge
let op de velex-lei omstandigheden
en feiten, in het bijzonder die van
internationaal karakter, die invloed
uitoefenen op de zuivelsituatie.
De betekenis van penicilline
in mengvoeders
Om een juist begrip te kunnen ver
krijgen over de betekenis van de an
tibiotica, is het van belang hierover
een meer omschx-even uiteenzetting
te geven.
Voor veel veehouders is het nog
geheel nieuw, daarom willen wij
trachten om door een goede voorlich
ting enig inzicht te verschaffen in
deze materie.
Het is wel bekend dat in het
buitenland reeds lang met vrucht
antibiotica in geringe hoeveelheden
aan mengvoeders wordt toegevoegd.
In ons land is dit gebx-uik tot voor
kort bepex'kt gebleven nml. tot
slachtkuikens.
Vele ondex-zoekingen en proef
nemingen hebben evenwel aange
toond, dat ook voor varkens de
toepassing van penicilline geen en
kel risico met zich meebrengt.
Hoewel hier nog uiterste voor
zichtigheid wordt betracht, is weten
schappelijk komen vast te staan,
dat vooi-al door de voorgeschreven
dosering geen enkel bezwaar voor
gebruik meer aanwezig is.
Om tot een juist inzicht te komen
kan het nuttig zijn even terug te
grijpen naar het vei-leden.
Welke bezwaren werden voorheen
geoppex'd?
Door toepassing van antibiotica in
xnengvoeders zou de kans bestaan
dat pathogene organismen x-esistent
worden, zodat het betreffende anti-
boticum zijn waai'de als geneesmid
del verliest.
Bij langdui-ig gebruik zou het ef
fect verloren gaan. Bij toepassing
zou het microbiologisch evenwicht
in de darmen worden verstoox-d.
Men heeft nu echter geconsta
teerd, dat het voor een juist inzicht
in deze problemen noodzakelijk is 'n
schex-p onderscheid te maken in de
aard van het antibioticum.
Van de vele bekende antibiotica
immers zijn er slechts enkele, die 'n
duidelijk groei-effect bij slacht-kui-
kens en varkens geven, terwijl deze
groeibevorderende werking verto
nen t.o.v. de diverse micro-organis-
men in de darm.
Bij nauwkeurig onderzoek is ge
bleken, dat 'pencilline in lage dose
ring t.o.v. de voornaamste darm
bewoners geen groei-remmende
maar juist een gx-oeibevorderende
werking vertoont.
In dit verband is van een versto-
xüng van het mici'obiologisch even
wicht in de darm geen sprake en
past het pro-bioticum beter.
Ook de andei-e genoemde bezwa-
x-en gelden niet voor de toepassing
van pencilline in lage doseringen.
Nu, na vele jaren is in vei-schil-
lende landen het gebruik van anti
biotica zeer algemeen gewoi'den.
Ook voor ons land is thans het ge
bruik toegestaan en het kon wel
eens blijken dat dit voor de boer
van groot belang kan worden, het
geen wij in een volgend artikel zul
len uiteenzetten.
van 26 september 1914
Dondex-dag overleed alhier de
oudste bewoonster van Venray, nl.
mej. Nella Verbeek, Henseniusstraat,
in de ouderdom van ruim 90 jaren.
De Weleerw. Heer Henri Haen-
raets werd benoemd tot kapelaan te
Horst.
van 25 september 1909
Donderdag werd het vex-grootte
schoolgebouw van het St. Jozefsge
sticht plechtig ingezegend.
In 1906 was de eerste eigen school
gereed en begon in Juni met 47 leer-
lingen. Thans waren er 140 kin
deren.
van 29 september 1934
- Op de paax-denmax'kt waren 130
dieren aangevoex-d.
- Het bouwen van een woonhuis
te Oostrum voor Hub. Jenniskens,
wex-d aanbesteed. Er warén 18 in-
schrijvers. Laagste Piet Peetex-s te
Meerlo *roor 5.711.
Het bouwen van een woon- en
winkelhuis voor rekening van Ant.
Laurensse aan de Hofstraat werd
aanbesteed. Daar waren 17 inschrij
vers. Laagste Th. Maassen voor
f 5.330.
Door enige middenstanders uit
de Schoolstraat, worden pogingen in
het werk gesteld om met mai'kt-
dagen ook in die stx-aat kramen ge
plaatst te krijgen. Waar die moesten
staan werd er niet bij vermeld.
voer moeilijk
heden, ofwei
voor raad en
Inlichtingen is de R.K. Vereniging
tot bescherming van Meisjes:
Mevr. W. v.d. Munckhof-Sangers
Grote Straat 28, Tel. 1581;
Mevr. M. v.d. Hombergh-Bot,
Oostsingel 6, Tel. 1393;
Mevr. A. Pijls-Drenth,
Grote Straat 14;
Mej. T. Coenenen Mej.T. Paping,
Eikenlaan; Mej. M. Pijls, Grote str.
14a, Tel. 1673; Mevr. Baronesse de
Welchs de Wenne, Geijsteren, Tel.
250; Mevr. vd. Haar, Blltterswiick.
D 67, Tel. 263