RANG
Landbouw
de zonnige
RANG
Bekendmakingen
Uit Peel en Maas
Circus in Venray
Goed gericht onderhoud
geeft veiliger auto's
en
beroepskeuze in land
en tuinbouw.
i \l/^
deTfLf\i\SfE specialist
God handelt altijd onpractisch
en onlogisch
Zaterdag 5 september 1959 No 36
TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNOKHOF WRPÏTRI A n UAHD UC1MD A V l?TVr HAACTDCirCM auvertentie-pbu8: 8 ct. perm.m. abonnements-
OROTESTRAAT 28 telefoon 812 giro 150052 ECuDliAU V UUK V uliurt I E,1N UlVlO 1 lALitVLilM prijs per kwartaal i L40 buiten VENRAY t 1.60
Burgemeester en wethouders der
gemeente Venray brengen ter open
bare kennis, dat door de raad dezer
gemeente medewerking is verleend
San het bestuur van de r.k. bijzon
dere lagere scholen te Venray-Oirlo
voor de aanschaffing van leermid
delen ten behoeve van die scholen
in verband met de samenvoeging
van de jongens- en de meisjesschool
aldaar per 1 september 1959.
Venray, 28 augustus 1959.
Burgemeester en wethouders dei-
gemeente Venray brengen ter open
bare kennis, dat door de raad dezer
gemeente in zijn vergadering van
heden medewerking is verleend aan
het r.k. Parochiaal kerkbestuur van
St. Petrus Banden te Venray voor de
aanschaffing van benodigdheden
voor de inrichting van het gymna
stieklokaal ten behoeve van de on
der zijn bestuur staande U.L.O-
school voor jongens en meisjes.
Venray, 28 augustus 1959.
Burgemeester en wethouders dei-
gemeente Venray brengen ter open
bare kennis, dat door de raad dezer
gemeente in zijn vergadering van
heden medewerking is verleend aan
het bestuur van de r.k. bijzondere
lagere meisjesschool te Leunen voor
de aanschaffing van leermiddelen in
verband met de uitbreiding van het
aantal leerlingen.
Venray, 28 augustus 1959.
Inwilliging aanvrage
bijzonder kleuteronderwijs
Burgemeester en wethouders van
Venray maken bekend, dat de raad
dier gemeente in zijn vergadering
van heden heeft besloten-medewer
king te verlenen aan een verzoek
van het bestuur van de bijzondere
kleuterschool te Oirlo om ingevolge
artikel 50 der Kleuteronderwijswet
gelden uit de gemeentekas te mogen
ontvangen voor de eerste inrichting
van het vrijgekomen gebouw van de
r.k. bijzonder lagere jongensschool
Oirlo E 18.
Ingevolge artikel 54 der Kleuter
onderwijswet kan iedere ingezetene
en het schoolbestuur binnen 30 vrije
dagen te rekenen vaiïaf heden van
genoemd besluit in beroep komen bij
gedeputeerde staten van Limburg.
Gedurende die termijn liggen alle
bescheiden, op de aanvraag van het
schoolbestuur betrekking hebbend
kosteloos voor eenieder ter inzage op
de secretarie der gemeente.
Venray, 28 augustus 1959.
HINDERWET
Burgemeester en wethouders van
Venray brengen ter openbare ken
nis, dat ter gemeentesecretarie ter
inzage ligt een verzoek met bijlagen
van de directie der N.V. Steenkolen-
en Handelsvereniging Rinkade 1 Ut
recht om vergunning tot het oprich
ten, in werking brengen en in wer
king houden van een petroleum-in-
stallatie kadastraal bekend gemeen
te Venray sectie C, nr. 6635.
Gedurende tien dagen na dagteke
ning van deze bekendmaking bestaat
voor een ieder de gelegenheid schrif
telijk bezwaren tegen het verlenen
der vergunning in te brengen bij het
gemeentebestuur.
Bovendien zal op woensdag 9 sep
tember a.s., des namiddags 15 uur,
in het gemeentehuis te Venray een
openbare zitting worden gehouden,
waarin mondeling bezwaren tegen
de inwilliging van dit verzoek kun
nen worden ingebracht.
Een ieder kan ter secretarie der
gemeente kennis nemen van de ter
zake ingekomen schrifturen.
Venray, 26 augustus 1959.
Burgemeester en wethouders
voornoemd.
Th. WINTELS, loco-burgemester
H. VORST, secretaris
Goede grondbewerking
is een voordeel
De mooie zomer was gunstig voor
het binnenhalen van de oogst.
Menig product is al vroeg van het
land vertrokken, de tijd voor de na
jaarsbewerking breekt aan. Het is
voordelig wanneer deze vroeg en de
gelijk geschieden. Men kan de win
tergranen dan nl. inzaaien op een
goed bezakte voor.
Ook de bemesting kan nu tijdig
geschieden. Vooreerst bekalking in
dien nodig, waarbij de schuimaarde
op zware grond steeds een goede uit
werking heeft. Fosfaat en kali, als
thomasmeel met kalizout 40% ge
mengd komen ook al aan bod, om
dat de beste zaaitijd voor het win
tergraan gelijk bekend in begin ok
tober volgt.
Vergeet de kali niet. De winter
granen gaan kali krachtiger de win
ter in, minder kans op uitvriezen.
Een goed en krachtig bestand levert
bovendien, zodra het voorjaar zich
aandient, direkt een flinke groei.
Een goed gegroeide halm levert
weer stro. En dat is ook wat waard,
al gaat het om de korrel!
De tarwe-inzaai zal dit jaar wel
belangrijk worden. Er zijn nl. veel
erwten verbouwd en dit land is zeer
geschikt voor tarwe. De teler doet
dus goed de voordelen van een tijdi
ge najaarsbewerking zich niet te la-
.ten ontgaan.
van 5 september 1914
Onze dorpsgenoten de heren
Jean Wijnhoven, onderwijzer te Ba-
kel en Piere Gooren, onderwijzer te
Oostrum, behaalden te Breda de
Hoofdakte.
Tegen het gebruik van Maas
water en het zwemmen in deze ri
vier wordt gewaarschuwd -wegens 't
oorlogstuig, lijken van mensen en
dieren, dat hierin voorkomt.
van 28 augustus 1909
Er namen 76 jongelieden deel
aan de loting voor de Nationale Mi
litie te Venray, waarbij er drie te
klein bleken te zijn.
Te Arnhem behaalden onze
dorpsgenoten, de heren Henri en Al-
fons Vermeulen, respectievelijk de
Hoofdakte en akte Fransch.
Het stelen van appelen en tuin
vruchten blijkt aan de orde van de
nacht te zijn. Verschillende proces
sen werden reeds opgemaakt.
De Rijwielclub Sint Oda alhier
hield zondag jl. wielerwedstrijden,
waaraan 24 verenigingen deelnamen.
van 25 augustus 1934
De heer P. Janssen, onderwijzer
aan de Bijzondere Jongensschool te
Venray-Kom, slaagde te Roermond
voor de Hoofdacte.
De heren Louis Custers en Eng.
Verstraalen alhier, die 'n tocht naar
Lourdes per rijwiel maakten, zijn
deze week teruggekeerd. Deze zware
reis, die niet zonder tegenslagen
verliep, werd in 4 weken volbracht.
Wegens het dagelijks voorko
men van brand in de Peel hebben de
bijenhouders hun bijen teruggehaald.
Dit betekend voor hen een grote
schadepost.
Fjordenland, missieland
ii.
Vier zusters van „Onder de Bo
gen" uit Maastricht, gewend aan de
hartelijke voorkomendheid, die ons
katholieke volk betoont jegens reli
gieuzen, kwamen in het voorjaar
van 1923 in Molde aan.
Molde aan de fjordenkust van
Noorwegen, waar men geen zusters
kende en er ook helemaal geen prijs
op stelde hen te léren kennen.
Jawel Noorwegen was een be
schaafd land, dat beschikte over alle
comfort van die dagen. Het had de
Moederkerk in de reformatie afge
zworen en uit die tijd een afkeer,
soms zelfs een afschuw voor pries
ters en religieuzen geërfd.
Neen er was geen commissie van
ontvangst, er waren geen liefdevolle
handen die het eerste uur in het
vreemde land verzachtten. Er was
niets in Molde. Niets dan een leeg
huis.. „Wat wilde U er gaan doen?
hebben we een van de werksters
van het eerste uur gevraagd en ze
antwoordde met de eenvoud, waar
mee ze destijds gehandeld heeft:
„Och, dat lieten we maar aan de
Voorzienigheid over".
Ze hadden niets te doen, niets, he
lemaal niets. In huis richtten ze een
kapel in. Aan de nabijheid van de
Heer hadden ze de sterkste behoefte,
zeker nu de mensen zover bleven
van hun tot geven bereid hart.
29 juni 1923 zegende onze land
genoot Kardinaal van Rossum, die
op visitatiereis was, de kleine kapel
in.
Dat was de eerste gloriedag van
de jonge Noor wegen-missie. Maar
elke volgende gloriedag moest ver
diend worden, echt verdiend
De mensen in Molde waren niet zo
zeer vijandig als wel afzijdig. De
vier zusters stonden buiten de ge
meenschap en ze werden er angst
vallig buiten gehouden. Er waren
geen contakten met de burgerij en
elke poging van de zusters in die
richting strandde op onbegrip en
misschien ook wel onwil.
„De mensen zagen ons nog liever
direkt gaan als over éen half uur.
En dat voelden wij heel erg duide
lijk".
Nu, zesendertig jaar later,- is dat
allemaal heel anders. Nu is de weg
gebaand en al zijn de suksessen dan
nog klein: de zusters worden geac
cepteerd, gezocht zelfs af en toe.
Er werd Noors geleerd, een moei
lijke taal, maar met alle kracht stu
deerden de vier zusters op de lands-
eigen spraak. Ze hadden er de tijd
voor, ja dat wel helaas
In Molde was 't moeilijk en is 't
ook lang moeilijk gebleven. Heel in
het begin kwamen er wat mensen
naar de kerk, nieuwsgierignatuur
lijk, maar goed
Toen begon er krantengeschrijf en
de kapel bleef leeg. Je voelde de af
keer van de mensen als je over de
straat ging. Het was en bleef vijan
dig
Toch heben de zusters gewonnen.
Eerst in Molde waar het met een
blind jongetje begon, in 1924 in Ha-
mar, waar het contakt met de men
sen gemakkelijker ging en een paar
jaar later in Kristiansund. Waar
kwam die omzwaai door tot stand?
Hoe vestigden de zusters vertrou
wen temiden van een hen afkerige
wereld?
de internationale
circus-show
Binnenkort zal de internationale
Circus-Show op zijn eerste toumée
door Nederland ook Venray bezoe
ken en voorstellingen geven op
Maandag 7 september.
De Internationale Circus-Show,
welke dit seizoen voor de eerste
maal ons land bereist brengt onder
het motto: Mensen-dieren-sensaties.
een echt internationaal circuspro
gramma.
De hoofdschotel van deze show,
wordt gevormd door het optreden
van, artisten uit div. landen o.a. Ita
lië, Spanje, Frankrijk, Duitsland,
Oostenrijk, België, Engeland, enz.
terwijl ook Nederlandse artisten hun
medewerking verlenen.
Internationale circusattracties o.a.
jongleurs, wervelwind-acrobaten,
kunstrijders, acrobatiek op galoppe
rende paarden, luchtsensaties clowns
van formaat, springplank-acrobaten,
koorddansen, muzikale virtuozen,
dames-acrobatiek, humoristische no
viteiten enz. div. dierengroepen o.a.
leeuwen beren, een mooie collectie
paarden. Dit alles tesaam, verenigd
tot één harmonieus geheel, een show
zoals men zelden zag.
pit schouwspel wordt gebracht in
een grote viermastentent, welke
plaats biedt aan 4000 toeschou
wers. Het wagenpark is geheel ge
motoriseerd en onder de ruim
wagens bevinden zich de meest
luxueuze salonwagens, garderobes,
lichtmachines, waterinstallatie, die
rentransportwagens enz.
Het geheel maakt een uiterst ver
zorgde indruk en zelden zag men 'n
zo'n omvangrijk internationaal cir
cusprogramma.
De internationale sfeer doet U
enige uren Uw zorgen en dagelijkse
beslommeringen vergeten.
De grote circuskaravaan zal in de
loop van de nacht van 6 op 7 sept.
ariveren en des morgens 8 uur zal
met de opbouw van de reuze speel-
tent, stallen enz. worden begonnen.
Na enige uren van hard werken
zal dan de Internationale Circus-
Show haar poorten openen en onder
de vrolijke klanken van het circus-
orkest zal dan het internationale
circus-show-programma voor dé*
ogen der duizenden toeschouwers
afrollen.
JULIANASINGÏL41 'te lef. 1061 (K4780)
Premie-regeling voor het
schieten van houtduiven wordt
beëindigd.
Met ingang van 12 september '59
wordt de premieregeling voor het
schieten van houtduiven beëindigd.
De regeling was ook dit jaar
weer getroffen om de schade, die
houtduiven aan de landbouw toe
brengen, te beteugelen.
Jachtakte-houders en houders van
een vergunning ex artikel 53 van
de Jachtwet kregen bij inlevering
van beide vleugéls van een gescho
ten houtduif 75 cent uitbetaald.
Tot en met 17 september a.s.
kunnen de vleugels van geschoten
houtduiven bij de provinciale voed-
selcommissarissen worden ingele
verd.
Verplichte keuring van auto's is
niet de oplossing om technische
gebreken, die gevaarlijk kunnen
zijn voor de verkeersveiligheid, te
voorkomen.
Dit is de mening van de E.V.O.,
de organisatie van verladers en
eigenvervoerders, wiens leden meer
dan 200.000 bestel-, vracht- en be-
drijfsper9onen-auto's op de weg
brengen.
Het percentage ongelukken met
auto's als gevolg van een technisch
gebrek is zeer gering.
Maar dat mag volgens de E.V.O.
geen reden zijn om niet alles in 't
werk te stellen gevaar opleverende
technische gebreken zo veel mogelijk
te voorkomen.
De enige mogelijkheid daartoe is
goed gericht onderhoud.
Er bestaat behoefte aan een on
derhoudsbeurt, uitsluitend gericht
op die onderdelen, welke voor de
verkeersveiligheid van belang zijn
en die door de garagebedrijven
tegen een van tevoren vastgesteld
bedrag zou moeten worden ver
richt.
Bij een dergelijke op de veilig
heid gerichte onderhoudsbeurt
dient o.a. te worden gelet op het
veilig functioneren van stuurin
richtingen, remmen, veren, spoor-
stangen e.d.
Deze onderdelen dienen echter
niet alleen te worden gecontroleerd
maar ook zo nodig bijgesteld en
daarna vooral waar nodig gesmeerd
te worden.
De E.V.O. meent, dat een derge-
tijke onderhoudsbeurt zou kunnen
samenvallen met een doorsmeer-
beurt.
Exclusief de prijs voor de olie,
heeft de organisatie berekend, dat
de garagebedrijven een dergelijke
beurt inclusief het normale door
smeren voor een bedrag van
f 15.zouden kunnen uitvoeren.
De E.V.O. adviseert een derge
lijke beperkte onderhoudsbeurt
iedere 15.000 km. resp. tweemaal
per jaar te laten plaatsvinden.
De organisatie heeft haar visie
ter kennis gebracht van de BO
VAG.
De bond van garagehouders is
gevraagd mede te delen of deze
bereid is tegen de genoemde prijs
een onderhoudsbeurt als hierboven
vermeld in te stellen.
Over het vraagstuk van de af
vloeiing uit de landbouw, waarmede
het probleem van de boeren- en
tuinderszoons zo nauw verband
hóudt sprak een dezer dagen in een
radiocauserie drs. R. Rijneveld van
het Landbouw Economisch Instituut.
Het probleem van de boeren- en
tuinderszoons heeft in de jaren na
de oorlog sterk de aandacht getrok
ken. Immers het aantal zoons, dat
boer wilde worden, was steeds gro
ter dan het aantal vrijkomende be
drijven.
Duizenden boerenzoons beseffen,
dat de landbouw hun weinig kansen
bood en zochten veelal op oudere
leeftijd nog een beroep buiten de
landbouw. De te late omschakeling
heeft in zeer veel gevallen grote te
leurstellingen opgeleverd en ging
veelal gepaard met een daling op de
maatschappelijke ladder.
Ofschoon reeds veel is geschreven
en gesproken over de boeren- en
tuinderszoons, ontbrak tot voor kort
feitelijk inzicht in dit zo belangrijke
vraagstuk. Vele vragen bleven on
beantwoord. Vragen als: Is er thans
nog een overschot aan boerenzoons
op de bedrijven?
Hoeveel zoons kiezen te laat een
ander beroep en waar komen zij dan
terecht?
Hoe is het met het onderwijs van
de zoons en de beroepskeuze voor
lichting?
Op welke leaf tijd worden de zoons
zelfstandig en doet de oude genera
tie van boeren en tuinders afstand
van het bedrijf.
Een antwoord op deze en vele vra
gen is te vinden in de nieuwe pu-
blikatie van het Landbouw-Econo-
misch Instituut, die zeer binnenkort
zal verschijnen.
Vragen, waarop het antwoord des
te belangrijker wordt, nu het platte
land steeds meer wordt ontsloten.
Vele plattelandsgebieden zijn
reeds door de toverstaf van de eco
nomische en technische onwikkeling
beroei'd. Te denken valt in dit ver
band aan de ingrijpende verande
ringen in de landbouw, zoals ruil
verkaveling en mechanisatie.
Verder aan de vestiging van in
dustrieën in agrarische gebieden,
waardoor aan vele boerenzoons werk
in eigen omgeving wordt geboden.
Ook de ontwikkeling van het ver
keer is een belangrijke factor.
Voor het onderzoek van het L.E.I.
hebben in 63 plattelandsgemeenten,
verspreid over het gehele land, de
grondgebruikers 'n vragenformulier
ingevuld. De medewerking van de
betrokken boeren en tuinders bij
na 8.000 in totaal was zeer groot.
Op deze wijze werden van 17.000
boeren- en tuinderszoons gegevens
verkregen over beroepskeuze, onder
wijs, toekomstplannen, e.d. Enkele
resultaten van dit onderzoek zullen
hier in kort bestek worden vermeld.
Beroepskeuze en onderwijs
Gebleken is, dat de snelle ontwik
keling van het platteland in sterke
mate de toekomstplannen van de
boeren- en tuinderszoons heeft be-
invloed.
Het aantal op het ouderlijk bedrijf
werkende zoons bedraagt thans on
geveer 92.000. In vergelijking met
1947 is dit aantal met 20% afgeno
men. Echter niet alleen de omvang
van de afvloeiing is sterk verbeterd.
Tien, twintig jaar geleden was het
in vele plattelandsgebieden regel
dat vele zoons eerst een aantal jaren
op het ouderlijk bedrijf meewerk
ten en pas op latere leeftijd de land
bouw de rug toekeerden. In feite
kwamen zij dan als ongeschoolden
op de arbeidsmarkt met alle gevol
gen van dien.
Thans kiest een veel groter aantal
zoons direct na de lagere school een
niet-agrarisch beroep; deze zoons
volgen gewoonlijk ook voortgezet
onderwijs. Typerend is bijvoorbeeld,
dat van de buiten de landbouw wer
kende zoons van 1519 jaar de
jongste generatie dus 90% voort
gezet onderwijs volgt tegenover 50%
bij de zoons van 30 jaar en ouder.
Overigens is ook bij de zoons, die
in de landbouw zijn gebleven, de on
derwijssituatie verbeterd.
Van de 1519-jarige zoons heeft
b.v. 80% land- of tuinbouwonder-
wijs genoten; bij de zoons van 35
jaar en ouder is dit cijfer 60%.
De toenemende belangstelling voor
het landbouwonderwijs wil nog niet
zeggen, dat er geen verbetering meer
mogelijk is. Integendeel, zelfs van de
jongste generatie zoons heeft 1/3
deel nog geen agrarisch dagonder
wijs gevolgd.
Bedrijfsopvolging op de grote
bedrijven in de knel
De vraag of er misschien te veel
zoons in de land- en tuinbouw wer
ken, is gemakkelijker gesteld dan
beantwoord, aldus vervolgde dr. A.
Maris van het L.E.I. de radiolezing.
Laten we beginnen met te zeggen
dat „te veel" hier bedoeld is in ver
band met de mogelijkheden tot be
drijfsopvolging, met andere woorden
om boer te worden.
We zien dus af van het feit dat er
vooral op de grotere bedrijven, als
gevolg van de sterke daling van het
aantal landarbeiders, nog wel werk
is voor meer dan één zoon.
Een ander feit waar we rekening
mee moeten houden is de afneming
van het aantal bedrijven; deze was
zoals bekend in de periode 1950—'57
ongeveer 5%. Er zijn tekenen die er
op wijzen, dat deze afneming zich in
de toekomst in versterkte mate zal
voortzetten. Vanzelfsprekend heeft
dit tot gevolg dat er minder boeren
zoons bedrijfshoofd kunnen worden.
En tenslotte zijn van betekenis de
leèftijden waarop men boer wordt
en waarop men het bedrijf verlaat.
Naarmate boeren op oudere leef
tijd de bedrijven overdragen des te
minder bedrijven er per jaar vrijko
men voor de opvolgers. Het onder
zoek van het L.E.I. naar de bedrijfs
opvolging en de beroepskeuze in
land- en tuinbouw heeft aangetoond,
dat men vooral op de zandgronden
op vrij late leeftijd (ongeveer 31 jr.)
boer wordt.
Neemt de agrarische bevolkings
druk in de toekomst af, dan is zeer
waarschijnlijk dat de boerenzoons
op jongere léeftijd bedrijfshoofd
worden.
Laten we evenwel deze ontwikke
lingstendenties buiten beschouwing
en baseren we ons op de feitelijke
situatie van vandaag, dan staan er
in Nederland voor 100 vrijkomende
bedrijven gemiddeld 125 boeren
zoons gereed om de leiding ervan
over te nemen. Men zegt in zo'n ge
val wel dat de generatiedruk 1,25 is.
Zou men er rekening mee houden
dat in de naaste toekomst het aantal
bedrijven afneemt en de zoons op
jongere leeftijd boer worden, dan
uiteraard de generatiedruk hoger
worden.
Van gebied tot gebied geeft deze
generatiedruk verschillen te zien. Op
de zeekleigronden is deze druk het
laagst, op de zandgronden en in de
tuinbouwgebieden het hoogst. Be
langrijker nog dan de geografische
verschillen, zijn die tussen de
grootteklassen.
In alle gebieden in Nederland ligt
op de bedrijven kleiner dan 5 ha
generatiedruk ver beneden 1, het
geen dus wil zeggen dat op deze be
drijven de animo om boer te worden
niet groot meer is.
In de grootteklasse van 5—10 ha
is bij de gevolgde berekeningswijze
het aantal opvolgers, ongeveer in
evenwicht met 't aantal vrijkomen
de bedrijven. De generatiedruk is
echter zeer hoog in de grootteklassen
boven de 10 en vooral boven de 20
ha. In enkele gebieden is het aantal
opvolgers zelfs meer dan tweemaal
zo groot dan het aantal vrijkomende
bedrijven.
Een gelukkig verschijnsel mag men
noemen, dat op de kleine bedrijven
de generatiedruk laag is; dit werkt
ongetwijfeld de afneming van het
aantal van deze bedrijven in de
hand. Bovendien is het van belang
er op te wijzen, dat er relatief min
der jongere dan oudere boerenzoons
zijn.
Dit wijst erop dat thans de be
roepskeuze van de boerenzoons meer
verantwoord is (verantwoord in ver
band met de mogelijkheden om be
drijfshoofd te worden dan vroeger.
Moeten we thans een schatting ma
ken van het aantal boerenzoons
waarvoor in de naaste toekomst
geen bedrijf beschikbaar komt, dan
zouden we dit op ongeveer 20.000
willen houden.
Samenvattend kunnen we zeggen
dat door de invloed van talrijke fac
toren, het boerenzoonsvraagstuk zich
de afgelopen 10 jaren in de goede
richting heeft ontwikkeld, maar dat
toch in vele gebieden, vooral op de
grotere bedrijven, de bedrijfsopvol
ging nog een belangrijk knelpunt
vormt.
Geestelijk artikel
Hoewel het ons honderden malen
is voorgehouden en ons nog tot onze
dood zal verkondigd blijven, zijn we
in ons hart niet bereid het onlogi
sche en het onredelijke van ons ge
loof als levenspractijk te aanvaar
den.
Misschien klinkt dat scherp in
onze oren. En toch is het zo. Er zijn
maar heel weinig katholieken om 'n
bepaald voorbeeld te noemen, die
echt in hun hart ervan overtuigd
zijn, dat het goed is arm te zijn.
En nog veel minder die het als een
zegen zouden beschouwen door hyn
omgeving veracht en uitgelachen te
worden.
(vervolg zie achterpagina)