Leveniddelen-Jahrten"
komen in het gedrang.
Excursie
Pater Domitins exit
Voor ooze veiligheid
In bl'j verwachting
Voor de politierechter
P.MO OREN
Oadheidkondige Kring Venray
Tel. 1070
40-jarig dienstjabilenm
Jan Toesten
Zaterdag 15 augustus 1959 No 33
TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DBÜK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MÜNOKHOF WPPlTDT A T\ \T(TMDAV TTTVT HMCTDPUTlVT AÜVEBTENTÏK-PBUS: 8 ot. porm.m. ABONNEMENTS-
OBOTE8TBAAT 28 TELEFOON 512 OIBO 150652 VV ErErliDJLilU V UUI\ V ErilIVii I E#I^| WlVlO 1 lYCfXVCrlN PB1JS PEB KW ABTAAL f 1.40 BUITEN VENBAY t 1.60
Met de benoeming van een
nieuwe kapelaan in het Rectoraat
O.L. Vrouw van Zeven Smarten is
feitelijk officieel een streep gezet
onder de werkzaamheden van Pater
Domitius als kapelaan te Venray.
Daarmede is een tijdvak van 13
jaren afgesloten, waaraan men
toch wel even aandacht mag be
steden.
Midden in het opbouwwerk werd
Pater Domitius benoemd als kape
laan van de St. Petrus Banden, en
mocht men dan al eens kankeren
over zijn manier van preken en de
lengte daarvan, aldra bleek, dat
deze monnik voor geen kleintje
vervaard was. Practisch elk pro
bleem wist hij met ontembare
werkkracht aan te pakken en voor
geen moeilijkheden ging hij uit de
weg. En moeilijkheden waren er
vele in de totaal ontredderde
St. Petrus Banden-parochie, die
naast herstel en wederopbouw ook
haar aandacht moest vestigen op
een veranderde mentaliteit, op een
ongekende evolutie, die naderhand
b.v. parochiesplitsing noodzakelijk
maakte.
Boven alles had de jeugd echter
zijn aandacht en als iemand de eer
toekomt de na-oorlogse jeugdpro
blemen reeds vroeg onderkend en
daarvoor maatregelen genomen te
hebben, dan is het deze pater, die
hoewel schuchter uitziende, voor
niets en niemand uit de weg ging
als het om de belangen van de
jeugd ging. Hij richtte het patro
naat weer op, pionierde met nood
gevallen, met noodmaatregelen, met
gebrek aan leiders en materiaal,
maar wist toch de jeugd op te
vangen.
Zo ging het ook met andere
jeugdverenigingen en congregaties.
Met niet aflatende ijver bleef hij
werken voor een grotere bloei van
dit alles, in het besef daarmede de
taak der ouders te verlichten en
de jeugd te behoeden.
Daarnaast zijn missiewerk. Tegen
alle verwachtingen in wist hij een
missie-tentoonstelling tot een lan
delijk succes te maken en hij vormde
een hecht en stevig thuisfront dat
hij door middel van zijn kindsheid
optochten nieuwe injecties gaf.
Op ieder front van het parochiële
leven kon men Pater Domitius in
de voorste gelederen vinden en dat
hij daarvoof altijd erkenning'mocht
vinden, durven we niet onderschrij
ven. Maar daar vroeg hij niet om,
dat hinderde hem niets, als het
maar goed ging.
Tientallen malen is hij op ons
redactie-bureau verschenen, tien
tallen malen vestigde hij onze aan
dacht op problemen, op moeilijk
heden, die opgelost moesten worden.
En telkens stonden wij verbaasd
over de ijver, waarmede hij vocht
om zijn doelstellingen te bereiken.
Het is dan ook beslist geen won
der dat deze monnik door de dok
ter moest worden aangemaand het
eens wat kalmer aan te doen. Maar
pater Domitius kon het eenvoudig
niet laten om, als hij in het pa
rochiële leven opgaven zag liggen,
die aan te pakken en tot een goed
einde te brengen. Dat hij daarbij
zichzelf over zijn toeren heen
werkte, is een bewijs temeer van
de priesterlijke ijver die deze pater
drong en die tenslotte oorzaak
werd, dat hij dit werk neer moest
leggen.
Het eigenaardige is dat, terwijl
men kritiek had op zijn preken,
soms geprikkeld werd door zijn
aanhouden en vasthouden, men toch
allerwege de grote ijver van deze
monnik heeft erkend en heeft leren
waarderen, wat hij deed voor ons
aller zielenheil. Die erkenning mee
te^mogen nemen naar een andere
rustiger standplaats is de
grootste dank, die deze priester
ontvangt. Moge het pater Domitius
gegeven zijn, zijn roeping ook in
de toekomst zo tot uiting te kun
nen brengen.
Het is vacantie en dus gaan de
gelukkigen over enige vrije tijd be
schikken, weerom eens neuzen hoe
het in andere landen gaat. Dat wil
niet zeggen dat men daar extra
naar toe gaat om kritiek uit te
oefenen en zo, maar onwillekeurig
merken de vacantiegangers dat be
paalde dingen èlders anders zijn en
anders geregeld worden dan in hun
lieve vaderland.
Soms kunnen de Nederlanders
er iets van leren
In het verkeer in Denemarken
bijvoorbeeld past de politie een
andere methode toe dan hier in
Nederland.
Wanneer men over de mooie
wegen van dit noordelijke land rijdt
zal men, indien men de regels van
het verkeer in acht neemt en men
zich dus als heer in het verkeer
gedraagt, geen politie opmerken.
Dat valt een buitenlander, die ge
wend is aan uniformen onmiddelijk
op. Hij zal dan ook gauw de vraag
stellen of er in dat land op de na
leving van de verkeers-verordening
gelet wordt.
Wil Bonn de wijzers van de klok terugzetten?
Het aantal Duitsers, dat het Ne
derlandse grensgebied en ook
Venray bezoekt, met het doel
er levensmiddelen te kopen, is zeer
groot.
Geschat wordt, dat vorig jaar
zeker tien millioen levensmiddelen-
„fahrten" naar Nederland hebben
plaats gehad en dat deze koopgra
ge Duitsers in totaal hieraan een
bedrag van 500 millioen gulden
hebben besteed. De koopwoede is
de laatste jaren zeer sterk toege
nomen.
Het begon met de zogenaamde
„Kaffee-fahrten" het kopen van
koffie, die hier aanzienlijk goed
koper was dan in Duitsland en
het heeft zich geleidelijk uitgebreid
tot een groot aantal kruideniers
waren, textiel, benzine en tal van
andere artiken, ook en dit is merk
waardig, als zij in onze grenswin-
kels niet goedkoper geprijsd staan
dan aan de andere kant van de
grenspalen.
Deze stormloop van Duitse koop
lustigen is niet zo maar van zelf
op gang gebracht. Hij werd sterk
in de hand gewerkt door maatre
gelen van Duitse zijde, in de eerste
plaats door de nieuwe Duitse win
kelsluitingswet.
Deze wet bepaalt, dat met uit
zondering van de eerste zaterdag
van de maand de winkels in
Duitsland zaterdags na 2 uur zijn
gesloten.
Daardoor trokken, aanvankelijk
vooral uit de Duitse grensplaatsen,
steeds meer huismoeders op zater
dagmiddag de grens over, waar zij
wèl gezellig kenden winkelen.
Zij ontdekten, dat Nederland voor
tal van artikelen een „goedkoopte-
eiland" was en zij werden ijverige
propagandisten voor het kopen in
ons land.
Toen de toevloed van Duitse
kopers steeds groter werd en de
Duitse winkeliers in het grensge
bied, die hun omzet zagen dalen
alarm begonnen te roepen, hebben
de Duitse kranten, de radio en de
televisie door de artikelen en de
reportages, die zij over de „Kaffee-
en Butterfahrten" brachten, deze
voor onze winkelstand welkome
propaganda sterk bevorderd.
Daarbij kwam, dat een aantal
voor het grensverkeer beperkende
bepalingen werden opgeheven of
soepeler en minder streng werden.
Duitsers kunnen zich een dure pas
besparen, zij kunnen volstaan met
een eenvoudig Personal Ausweis,
om de grens te mogen passeren.
De triptieken in het autoverkeer
tussen Nederland en Duitsland zijn
afgeschaft en het achtdaagse rij
bewijs, dat Duitse automobilisten
aanvankelijk nodig hadden om ons
land binnen te komen, verviel.
Deze maatregelen ter vergemak
kelijking van het grensverkeer,
waren een logisch gevolg van de
Internationale politiek van na de
oorlog, welke er in het bijzonder
in West-Europa op gericht was de
belemmering, welke de grenzen
voor een vertrouwelijk onderling
contact tussen de volken vormen,
meer en meer op te heffen.
Dit is waarlijk niet alleen in het
Maar vergis u niet, want ook de
Deense politie waakt scherp op deze
naleving. Zij omgordt zich in die
taak evenwel niet met een uniform
etc. doch zij doet het in een ge
woon burgerpakje gestoken. Wan
neer, men er naast is op de weg,
zal men gauw genoeg bemerken
dat de politie voor aller veiligheid
haar taak verstaat. En... dan is de
boete wel zó hoog dat men er wel
voor waakt dat men een tweede
maal, wat men noemt gegrepen
wordt.
De Denen vinden deze methode van
optreden de meest geschikte metho
de om paal en perk aan wegover-
treders, dus ook aan veroorzakers
van ongelukken te stellen. En het
verheugende ervan is, dat dank zij
deze wijze van optreden 't aantal
ongelukken erg gering is.
Iedere automobilist weet dat in
een der passerende of de hem ach
terop rijdende wagens een politie
man kan zitten, maar hij weet niet
in welke. Dat, gevoegd bij het feit
dat de straffen er gepeperd zijn,
noopt hem zich netjes te gedragen.
De Denen kunnen de moed en de
waardering opbrengen dit systeem
te loven, omdat zij ervan bewust
zijn dat de naleving van de voor
schriften op de weg de veiligheid
bevordert. Dat is dus minder doden
vallen. Zij schrijven geen ingezon
den stukken met verwijten van
„onsportivitelt" zoals dat in ons
land bij een politle-controle in ci
viel een poosje geleden gebeurde.
Zó is het inderdaad: het is het
grote verschil tussen de mentaliteit
tussen Denen en Nederlanders, dat
daarmede wel sterk wordt geaccen
tueerd.
verkeer tussen Duitsland en ons
land geschied, Hetzelfde geldt voor
Frankrijk, België en verschillende
andere landen.
0—
De laatste tijd echter is er in
Duitsland een streven merkbaar,
om deze gezonde internationale
toenadering aan banden te leggen.
Dit geldt speciaal voor 't kopen
in Nederland.
De regering in Bonn bereidt een
aantal maatregelen voor om het
zogenaamde kleine grensverkeer,
althans voor zover het levensmid-
delen-„fahrten"betreft,doel treffend
in te perken,
Het is opvallend, dat daar van
officiële Nederlandse zijde niet on
middellijk en met nadruk stelling
is genomen.
Dit heeft de voorzitter van het
Produktschap voor Zuivel in zijn
halfjaarlijks overzicht, dat dezer
dagen is verschenen, wel gedaan.
Vooral de geestesgesteltenis, welke
uit deze Duitse plannen spreekt,
wekt zijn bezorgdheid.
De noodzakelijke economische
samenwerking tussen de verschil
lende landen van West-Europa,
met het doel een steeds hechter
economisch eenheidsfront op te
bouwen in de afweerslag op de
internationale markten tegen de
machtsgroeperingen als Amerika en
Rusland, is slechts bereikbaar als
de grenzen in het handelsverkeer
tussen de volken steeds meer ver
vagen en hun betekenis als schei
dingslijn gaandeweg verliezen.
De Duitse maatregelen echter
zijn er op gericht deze grenzen te
accentueren.
Het is, aldus de voorzitter, een
vreemde manier „om de wijzers
van de klok" tegen te houden.
Wat op het ogenblik in de vorm
van levensmiddelen-„fahrten" ge
schiedt, is niet nieuw.
De bevolking der grensgebieden
heeft altijd haar voordeel gezocht
in de prijsverschillen, die 't kopen
aan de andere kant van de grens
voordelig maken. Het heeft omge
keerd, ook van Nederlandse zijde,
plaats.
Een uitgave van 500 millioen
voor aankopen in Nederland in de
vorm van „Kaffee- en Butter
fahrten" is een kapitaal bedrag.
Maar als men eens gaat becij
feren, wat de Nederlanders en in
de eerste plaats de Nederlandse
grensbevolking op dezelfde manier
in Duitsland uitgeeft, komt men
eveneens tot zeer aanzienlijke be
dragen!
Van Nederlandse zijde wordt een
ruim gebruik-gemaakt van de door
Nederland vastgestelde bepaling,
dat goederen tot een waarde van
45 gulden vrij uit Duitsland mogen
worden ingevoerd.
En als een eventuele inperking
van het klein grensverkeer door
Duitsland, door Nederland met een
soortgelijke tegenmaatregel beant
woord zou worden, zou dit om
de woorden van de voorzitter van
het Produktschap voor Zuivel te
herhalen „een even grote op
schudding aan de andere kant van
de grens teweeg brengen als die,
welke geleid heeft tot 't vreemde
idee om de „Butter-fahrten in te
tomen."
Maar dit zou dan tevens beteke
nen een verdere afbraak van het
heilzame streven naar een econo
misch verenigd Europa en een stap
terug naar de rampzalige concur
rentiestrijd van vroeger met zijn
tolmuren, zijn barricaden van be
schermende rechten en zijn kort
zichtig economisch beleid, dat werd
beheerst door vermeende nationale
belangen.
°a_
Er is geen land, waar zoveel over
een verenigd Europa wordt gespro
ken als juist in het hedendaagse
Duitsland.
Iedere Duitser, die zichzelf res
pecteert en wil meetellen, praat in
het gezelschap van buitenlanders
met hart en vurigheid over de
Europesche eenheid en samenwer
king en hij is daarvan een geest
driftig pleitbezorger,
Niet de woorden, maar de daden
echter zijn een toetssteen voor de
werkelijke bereidheid om Europees
te denken en te handelen.
Elke samenwerking eist weder
zijdse offers!
Zo heef dit toelichtend en geruststel
lend Doktersboek.dat gratis is in
gesloten bij een Bobyderm Set,
waarin alles voor een vorstelijke
verzorging van Baby's tere huidje.
[WAT Mi haROT MAAKT isSOËPj
HET SHIRTJE
„Een zomershirtje, voor in de
vakantie", zei de heer, die nog
nooit zonder de hulp van zijn vrouw
een overhemd had gekocht.
De winkeljuffrouw trippelde ge
dienstig heen en weer en wierp
even later met royaal gebaar de
hele voorraad op de toonbank: af
zichtelijke draken en groene kro
kodillen met rode muilen, shirtjes
met landkaarten en shirtjes met
fles-etiketten en ook shirtjes waar
op potten met opzichtige verf leken
leeggesmeten. De schokkendste
dessins lagen te gillen op de toon
bank en de heer knipperde ge
schrokken met de ogen achter de
dikke brilleglazen.
„Ik ben", zei hij, „geen lid van
een anarchistische jeugdorganisa
tie. Met zo'n vlag om mijn lijf hoef
ik bij mijn vrouw niet aan te
komen. Hedt u niet iets rustigers?"
„Deze zal uw vrouw beslist leuk
vinden!" beloofde de winkeljuf
frouw, terwijl ze een groen met
paars en geel gestreept gedrocht
uit de stapel viste. De heer be
taalde en keerde huiswaarts.
Nu is het zo gesteld dat iemand,
die net een atoombom heeft horen
ontploffen, niet geschokt zal zijn
wanneer men een kanon afschiet.
Hij is als het ware verdoofd. De
eerzame slaper daarentegen zal
schielijk tegen het plafond veren
als een lugubere grappenmaker
naast zijn bed een kanon laat
daveren.
Iets dergelijks geldt ook voor
overhemden. Wat in de winkel
tussen de gillende en schreeuwen
de hemden een bedaard streepje
voor de middelbare leeftijd leek,
schoot thuis uit het pakje te voor
schijn als een troep sissende gif
slangen, Niet zonder afschuw hield
de echtgenote van de koper het op
een overdwars gestreepte pyama
gelijkende kledingstuk op een arm
lengte afstand.
„Ga het maar ruilen", vonniste
ze. „Da's niks".
Met bezwaard gemoed stapte de
man weer óp zijn fiets. Een over
hemd kopen is moeilijk werk, laten
we eerlijk zijn. Een overhemd ruilen
echter eist meer van de man dan
men redelijkerwijze mag verwach
ten. Onderweg besloot hij dan ook
dit niet van zichzelf te vergen.
Weer thuis komen met dat ding
was niet mogelijk. Weggooien was
zonde. Hij besloot het weg te geven.
Op een straathoek stonden een
paar jongens te praten. „Heren",
begon de man aarzelend, „ik heb
hier een overhemd..."
Nieuwsgierig keken de knapen
naar het pakje. Nauwelijks geïn
teresseerd zagen zij wat daar lag
te schreeuwen in het zonlicht.
„Ik wilde het u cadeau doen..."
hakkelde de man.
Nu passeerde een breed geschou
derd persoon. „Wat mot dat", riep
hij, zich door de menigte dringend
die bezig was ter plaatse te ont
staan. „Hè, gabber, mooie meneer,
geen smoesjes hier tegen die jon
gens zeg, of anders...."
De heer had nauweiijks tijd uit
te leggen dat zijn enige wens was
zich van de vakantie-shirt te ont
doen. „Smoesjes riep de man,
„niks dan smoesjes Zo'n ding geef
je niet weg!" En tegelijk begon
hq de kracht van zijn vuisten te
beproeven op de gebrilde heer.
Een surveillerende politieman
bevrijdde het slachtoffer. Het
shirtje was deerlijk gehavend uit
het tumult te voorschijn gekomen.
De brede persoon kreeg 25 gulden
boete.
„Wenst u nog schadevergoeding
voor het vernielde shirtje?" vroeg
de rechter aan het slachtoffer.
„Neen, dank u", antwoordde de
man beleefd, „ik ben blij dat ik
het kwijt ben".
De oudheidkundige kring Venray
bracht op 4 aug. j.l., een bezoek aan
de overblijfselen van de Gallo-Ro-
meinse Tempels te Eist (Betuwe),
verder het Gemeente-museum te
Arnhem en het Instituut voor Oud
heidkundig bodemonderzoek te
Amersfoort.
In 1947 kon gedurende een half
jaar te Eist in de kerk aldaar een
oudheidkundig bodemonderzoek
worden ingesteld.
Deze opgraving is van veel belang
geweest, omdat men daarbij voor de
eerste maal in Nederland voor het
feit kwam te staan, dat een Christe
lijke kerk gebouwd is ter plaatse
van een heidens, voorchristelijk hei
ligdom, en omdat de plaats van de
huidige kerk over een tijdvak van
bijna 2 millennia voor godsdienstige
doeleinden is gebruikt.
De oudste aldaar gevonden over
blijfselen duiden op een zuiver in
heemse Bataafse Cultusplaats, wel
ke aan de latere stenen tempelge
bouwen is voorafgegaan.
De Batavieren hebben zich onge
veer 50 jaar voor Christus hier ge
vestigd.
Later is hier een stenen heiligdom
verrezen met eenvoudig rechthoe-
VOOR EEN MODERN
TELEVISIETOESTEL
EN VHKKUNDIGE
PLAAT5ING ZORGT:
kig grondvlak van 11.60 bij 8.70 en
muren van pl.m. 60 cm dikte; het
behoort in bouwkundig opzicht tot
de 2.9 Gallo-Romeinse tempels en is
een van de grootste die van zijn
soort bekend is.
Voor zover we weten is dit het
oudste stenen bouwwerk in ons land.
Deze tempel kan moeilijk anders
verklaard worden dan als een in
heems Bataafs heiligdom.
Hij moet echter door de Romei
nen met de hun ter beschikking
staande hulpmiddelen zijn gebouwd
en wel om politiek-militaire rede
nen.
Het is komen vast te staan, dat
de tempel niet in een nederzetting is
opgericht, maar op een plaats die
zoveel mogelijk centraal was gele
gen ten opzichte van de Bataafse
wonplaatsen in de omtrek, op een
hoog punt in het rivierengebied.
Er zijn aanwijzingen die doen ver
moeden dat bij de opstand der Ba
taven tegen de Romeinen in de jaren
69/70 de tempel te Eist werd ver
woest.
Niet lang na deze verwoesting tij
dens het bewind van keizer Vespa-
sianus is men begonnen op deze
plaats 'n nieuwe veel groter heilig
dom te bouwen.
Het gehele gebouw was 30.90 m
lang en 23.10 breed.
Beide gebouwen mogen beschouwd
worden als een centraal en ook Na
tionaal Heiligdom van de Bataven,
maar als" zodanig tevens als een
of het symbool van het verbond
van de Romeinen met dit volk.
De tempel is in verval geraakt ge
durende de 3de Eeuw, ten tijde dat
de Franken de Bataven uit de Be
tuwe verdrongen.
Het is wel zeker, dat de eerste na-
Romeinse Bouwactiviteit op 't tem
pelterrein in verband heeft gestaan
met de oprichting van de eerste
kerk te Eist.
Men heeft de onmiskenbare in
druk, dat deze kerk te midden van
en op de resten van het heidense
heiligdom is gebouwd om zo in
bouwkundig opzicht de kerstening
tot uitdrukking te brengen van een
plaats die volgens de opvatting van
de inheemse bevolking van bijzon
der groot belang was als een oude
„heilige" plek.
De kerk is gebouwd op een plaats
waar ze een symbool kan zijn van
de overwinning van het Christen
dom op het Heidendom.
Het Christendom heeft hier be
slag gelegd op „de" heidense
cultusplaats.
Onze gedachten gingen terug naar
onze eigen grote St Petrus-Banden-
kerk, en wij betreuren nog steeds
dat de fundamenten van deze kerk
destijds niet aan een oudheidkundig
onderzoek onderworpen konden
worden.
Zeer waarschijnlijk zouden ook
hier meer resultaten verkregen zijn,
dan men had kunnen verwachten.
De leden van de Oudheidkundige
kring Venray werden bij de rond
leiding door het zeer bijzondere mu
seum, dat zich onder het schip en
koor bevindt, zeer deskundig door
Prof. Dr. Th. Bogaers ingelicht.
Na een kort bezoek aan het Ge
meente Museum te Arnhem, alwaar
de pas nieuw ingerichte archeolo
gische afdeling bezocht \verd, en
waar vooral de ultra-moderne en
effectieve vitrines met praehisto-
risch aardewerk en 'n unieke ver
zameling Romeins glaswerk, zeer de
aandacht trok.
Vermeldenswaard is dat zich in
de muntencollectie van het museum
'n munt bevond van Hertog Reinoud
IV van Gelder, 'n munt in 1423 te
Venray geslagen.
Hierna volgde 'n bezoek aan het
Instituut van de Rijksdienst voor
Oudheidkundig bodemonderzoek te
Amersfoort, gevestigd in een schil
derachtig gelegen, gerestaureerd
middeleeuws klooster.
In dit eeuwenoud gebouw met zijn
prachtig ingerichte vertrekken heb
ben de leden van de Oudheidkun
dige kring 'n inzicht gekregen van
de activiteiten van deze Rijksdienst.
Hier bevindt zich dus het cen
trale punt, waar alle vondstmeldin
gen binnenkomen, en een uitgelezen
staf van deskundigen gereed staat,
om van hieruit deze meldingen te
gaan onderzoeken, eventuele opgra
vingen verrichten. De vondsten
worden te Amersfoort zó nodig ge
restaureerd en geconserveeixl.
Verder worden aldaar de vind
plaatsen in kaart gebracht en teke
ningen of photo's der gevonden
voorwerpen gemaakt.
Dr. P. Glazema, directeur van dit
Instituut, leidde het gezelschap
langs de diverse afdelingen.
Men heeft een zeer goed over
zicht gekregen wat men hier pres-
teerd om zoveel mogelijk te trach
ten de vondsten voor het nageslacht
te redden en te bewaren en de ma
nier waarop deze staf van deskun
digen tewerk gaat is voorwaar
uniek.
Vooral, het laboratorium trok zeer
de aandacht. Daar worden de op
gegraven voorwerpen aan een des
kundig onderzoek onderworpen al
vorens zij gerestaureerd worden.
Verder dient vermeld, dat het z.g.
Venrayse archaeologische Bevol
kingsregister (döcumentatie-ai'chief)
in Amersfoort de vole aandacht
heeft.
Het zijn immers de Venrayse
oudheidkundige gegevens, die als
eerste in den lande volgens 'n spe
ciale nieuwe methode worden ge
registreerd.
De Idocumentatie-afdeling waar
zulks geschied werd eveneens be
zocht, waarbij Dr. Glazema voor de
nodige explicatie zorgde.
In de Bibliotheek werd tenslotte
'n voordracht met lichtbeelden ge
houden over de vervaardiging van
vuursteenartefaeten.
Hierna werd 'n kort dankwoord
uitgesproken door de heer L. Lau-
rensse, voorzitter van de Venrayse
Oudheidkundige kring, aan 't adres
van de directeur en leden van de
bodemonderzoek, die alles in 't werk
hebben gesteld om deze excursie
dag ten volle te doen slagen.
De nog jonge Oudheidkundige
kring Venray mag terugzien op een
boeiende en leerzame excursie, wel
ke zal bijdragen om haar doel te
verwezenlijken n.l. het oude cul
tuurgoed van Venray en omgeving
te beschermen en te bewaren.
Corr. v.d. R.O.B.
BERN. KRUYSEN
Pater Willard naar Venray
Pater Primaldus Willard, o.f.m..
rector van het Gezellenhuis der
Staatsmijnen aan de Oude Markt te
Sittard, welk Gezellenhuis deze
maand opgeheven wordt, zag zich
door zijn Overheid benoemd tot ka
pelaan in het rectoraat der paters
Franciscanen te Venray.
Pater Primaldus (Steph. Adr. Ant.
Willard) werd op 26 april 1915 te
Den Haag geboren, deed zijn novi
ciaat te Hoogcruts, zijn priesterstu
dies aan het Klein-Seminarie teMe-
gen, en verder te Venray, Alverna
bij Nijmegen en te Weert, waar hij
op 23 maart 1941 de H. Priesterwij
ding ontving. Op 7 september her
denkt hij zijn zilveren kloosterfeest.
Na zijn priesterwijding volgde zijn
eerste benoeming als assistent te
Bleyerheide en in februari 1944 zag
hij zich overgeplaatst naar 't kloos
ter „St. Franciscus Solanus" in Sit
tard.
In 1946 was hij een half jaar as
sistent aan de parochie Breust-Eys-
den en daarop kapelaan aan de St.
Martinuskerk te Wijk-Maastricht,
tot 1949.
In dat jaar zag hij zich geplaatst
als kapelaan aan de St. Jozef pa
rochie te Groningen en van 1950 tot
1952 als kapelaan aan de St. Nico-
laaskerk te Utrecht.
In mei 1952 volgde zijn benoeming
tot rector aan het Gezellenhuis te
Sittard, waar hij zeven jaren werk
zaam was.
Vrijdag 7 augustus j.l. huldigde
de zuivelfabriek „Venray" haar
werknemer Jan Voesten, die 40 jaar
aan dit bedrijf werkzaam is.
Bestuur, direktie en personeel
bereidden daartoe de jubilaris en
zijn familie een hartelijke ontvangst
in de fabriekszaak
Namens het bestuur getuigde de
heer Geurts van zijn waardering
voor deze trouwe werker; hij over
handigde hem de zilveren perso-
neelsmedaille met oorkonde van de
Koninklijke Nederlandse Zuivelbond
te Den Haag en met de aanbieding
van een geschenk onder couvert
gaf hij ook op stoffelijke wijze
blijk van zijn dankbaarheid voor
alles wat Voesten gedurende zijn
40:jarige loopbaan voor het bedrijf
deed.
Direkteur de Kroon onderstreepte
de verdiensten van de jubilerende
werknemer; hij prees hem om zijn
trouw en eerlijkheid, zijn bereidheid
tot samenwerking en zijn collegia
liteit.
Met de aanbieding van een bloe*
menruiker betrok de direkteur ook
mevrouw Voesten in de hulde van
haar man, temeer omdat zij reeds
ruim 20 jaar filiaalhoudster is van
de in Venray door het bedrijf ge
vestigde 'zuivel winkel.
Ook de personeelsvereniging liet
zich op deze feestavond niet onbe
tuigd. Bij monde van haar voorzit
ter stemde zij in met de huldiging
van de jubilerend collega en bood
Voesten alsook zijn echtgenote een
attentie aan. Enkele leden der ver.
zorgden voor een succesvolle bij
drage tot de feeststemming, waar
door het een genoeglijk samenzijn
werd, dat de jubilaris en zijn fami
lie veel voldoening gaf, hetgeen
bleek uit diens dankwoord dat hij
op het einde tot allen richtte.