Leveniddelen-Jahrten" komen in het gedrang. Excursie Pater Domitins exit Voor ooze veiligheid In bl'j verwachting Voor de politierechter P.MO OREN Oadheidkondige Kring Venray Tel. 1070 40-jarig dienstjabilenm Jan Toesten Zaterdag 15 augustus 1959 No 33 TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DBÜK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MÜNOKHOF WPPlTDT A T\ \T(TMDAV TTTVT HMCTDPUTlVT AÜVEBTENTÏK-PBUS: 8 ot. porm.m. ABONNEMENTS- OBOTE8TBAAT 28 TELEFOON 512 OIBO 150652 VV ErErliDJLilU V UUI\ V ErilIVii I E#I^| WlVlO 1 lYCfXVCrlN PB1JS PEB KW ABTAAL f 1.40 BUITEN VENBAY t 1.60 Met de benoeming van een nieuwe kapelaan in het Rectoraat O.L. Vrouw van Zeven Smarten is feitelijk officieel een streep gezet onder de werkzaamheden van Pater Domitius als kapelaan te Venray. Daarmede is een tijdvak van 13 jaren afgesloten, waaraan men toch wel even aandacht mag be steden. Midden in het opbouwwerk werd Pater Domitius benoemd als kape laan van de St. Petrus Banden, en mocht men dan al eens kankeren over zijn manier van preken en de lengte daarvan, aldra bleek, dat deze monnik voor geen kleintje vervaard was. Practisch elk pro bleem wist hij met ontembare werkkracht aan te pakken en voor geen moeilijkheden ging hij uit de weg. En moeilijkheden waren er vele in de totaal ontredderde St. Petrus Banden-parochie, die naast herstel en wederopbouw ook haar aandacht moest vestigen op een veranderde mentaliteit, op een ongekende evolutie, die naderhand b.v. parochiesplitsing noodzakelijk maakte. Boven alles had de jeugd echter zijn aandacht en als iemand de eer toekomt de na-oorlogse jeugdpro blemen reeds vroeg onderkend en daarvoor maatregelen genomen te hebben, dan is het deze pater, die hoewel schuchter uitziende, voor niets en niemand uit de weg ging als het om de belangen van de jeugd ging. Hij richtte het patro naat weer op, pionierde met nood gevallen, met noodmaatregelen, met gebrek aan leiders en materiaal, maar wist toch de jeugd op te vangen. Zo ging het ook met andere jeugdverenigingen en congregaties. Met niet aflatende ijver bleef hij werken voor een grotere bloei van dit alles, in het besef daarmede de taak der ouders te verlichten en de jeugd te behoeden. Daarnaast zijn missiewerk. Tegen alle verwachtingen in wist hij een missie-tentoonstelling tot een lan delijk succes te maken en hij vormde een hecht en stevig thuisfront dat hij door middel van zijn kindsheid optochten nieuwe injecties gaf. Op ieder front van het parochiële leven kon men Pater Domitius in de voorste gelederen vinden en dat hij daarvoof altijd erkenning'mocht vinden, durven we niet onderschrij ven. Maar daar vroeg hij niet om, dat hinderde hem niets, als het maar goed ging. Tientallen malen is hij op ons redactie-bureau verschenen, tien tallen malen vestigde hij onze aan dacht op problemen, op moeilijk heden, die opgelost moesten worden. En telkens stonden wij verbaasd over de ijver, waarmede hij vocht om zijn doelstellingen te bereiken. Het is dan ook beslist geen won der dat deze monnik door de dok ter moest worden aangemaand het eens wat kalmer aan te doen. Maar pater Domitius kon het eenvoudig niet laten om, als hij in het pa rochiële leven opgaven zag liggen, die aan te pakken en tot een goed einde te brengen. Dat hij daarbij zichzelf over zijn toeren heen werkte, is een bewijs temeer van de priesterlijke ijver die deze pater drong en die tenslotte oorzaak werd, dat hij dit werk neer moest leggen. Het eigenaardige is dat, terwijl men kritiek had op zijn preken, soms geprikkeld werd door zijn aanhouden en vasthouden, men toch allerwege de grote ijver van deze monnik heeft erkend en heeft leren waarderen, wat hij deed voor ons aller zielenheil. Die erkenning mee te^mogen nemen naar een andere rustiger standplaats is de grootste dank, die deze priester ontvangt. Moge het pater Domitius gegeven zijn, zijn roeping ook in de toekomst zo tot uiting te kun nen brengen. Het is vacantie en dus gaan de gelukkigen over enige vrije tijd be schikken, weerom eens neuzen hoe het in andere landen gaat. Dat wil niet zeggen dat men daar extra naar toe gaat om kritiek uit te oefenen en zo, maar onwillekeurig merken de vacantiegangers dat be paalde dingen èlders anders zijn en anders geregeld worden dan in hun lieve vaderland. Soms kunnen de Nederlanders er iets van leren In het verkeer in Denemarken bijvoorbeeld past de politie een andere methode toe dan hier in Nederland. Wanneer men over de mooie wegen van dit noordelijke land rijdt zal men, indien men de regels van het verkeer in acht neemt en men zich dus als heer in het verkeer gedraagt, geen politie opmerken. Dat valt een buitenlander, die ge wend is aan uniformen onmiddelijk op. Hij zal dan ook gauw de vraag stellen of er in dat land op de na leving van de verkeers-verordening gelet wordt. Wil Bonn de wijzers van de klok terugzetten? Het aantal Duitsers, dat het Ne derlandse grensgebied en ook Venray bezoekt, met het doel er levensmiddelen te kopen, is zeer groot. Geschat wordt, dat vorig jaar zeker tien millioen levensmiddelen- „fahrten" naar Nederland hebben plaats gehad en dat deze koopgra ge Duitsers in totaal hieraan een bedrag van 500 millioen gulden hebben besteed. De koopwoede is de laatste jaren zeer sterk toege nomen. Het begon met de zogenaamde „Kaffee-fahrten" het kopen van koffie, die hier aanzienlijk goed koper was dan in Duitsland en het heeft zich geleidelijk uitgebreid tot een groot aantal kruideniers waren, textiel, benzine en tal van andere artiken, ook en dit is merk waardig, als zij in onze grenswin- kels niet goedkoper geprijsd staan dan aan de andere kant van de grenspalen. Deze stormloop van Duitse koop lustigen is niet zo maar van zelf op gang gebracht. Hij werd sterk in de hand gewerkt door maatre gelen van Duitse zijde, in de eerste plaats door de nieuwe Duitse win kelsluitingswet. Deze wet bepaalt, dat met uit zondering van de eerste zaterdag van de maand de winkels in Duitsland zaterdags na 2 uur zijn gesloten. Daardoor trokken, aanvankelijk vooral uit de Duitse grensplaatsen, steeds meer huismoeders op zater dagmiddag de grens over, waar zij wèl gezellig kenden winkelen. Zij ontdekten, dat Nederland voor tal van artikelen een „goedkoopte- eiland" was en zij werden ijverige propagandisten voor het kopen in ons land. Toen de toevloed van Duitse kopers steeds groter werd en de Duitse winkeliers in het grensge bied, die hun omzet zagen dalen alarm begonnen te roepen, hebben de Duitse kranten, de radio en de televisie door de artikelen en de reportages, die zij over de „Kaffee- en Butterfahrten" brachten, deze voor onze winkelstand welkome propaganda sterk bevorderd. Daarbij kwam, dat een aantal voor het grensverkeer beperkende bepalingen werden opgeheven of soepeler en minder streng werden. Duitsers kunnen zich een dure pas besparen, zij kunnen volstaan met een eenvoudig Personal Ausweis, om de grens te mogen passeren. De triptieken in het autoverkeer tussen Nederland en Duitsland zijn afgeschaft en het achtdaagse rij bewijs, dat Duitse automobilisten aanvankelijk nodig hadden om ons land binnen te komen, verviel. Deze maatregelen ter vergemak kelijking van het grensverkeer, waren een logisch gevolg van de Internationale politiek van na de oorlog, welke er in het bijzonder in West-Europa op gericht was de belemmering, welke de grenzen voor een vertrouwelijk onderling contact tussen de volken vormen, meer en meer op te heffen. Dit is waarlijk niet alleen in het Maar vergis u niet, want ook de Deense politie waakt scherp op deze naleving. Zij omgordt zich in die taak evenwel niet met een uniform etc. doch zij doet het in een ge woon burgerpakje gestoken. Wan neer, men er naast is op de weg, zal men gauw genoeg bemerken dat de politie voor aller veiligheid haar taak verstaat. En... dan is de boete wel zó hoog dat men er wel voor waakt dat men een tweede maal, wat men noemt gegrepen wordt. De Denen vinden deze methode van optreden de meest geschikte metho de om paal en perk aan wegover- treders, dus ook aan veroorzakers van ongelukken te stellen. En het verheugende ervan is, dat dank zij deze wijze van optreden 't aantal ongelukken erg gering is. Iedere automobilist weet dat in een der passerende of de hem ach terop rijdende wagens een politie man kan zitten, maar hij weet niet in welke. Dat, gevoegd bij het feit dat de straffen er gepeperd zijn, noopt hem zich netjes te gedragen. De Denen kunnen de moed en de waardering opbrengen dit systeem te loven, omdat zij ervan bewust zijn dat de naleving van de voor schriften op de weg de veiligheid bevordert. Dat is dus minder doden vallen. Zij schrijven geen ingezon den stukken met verwijten van „onsportivitelt" zoals dat in ons land bij een politle-controle in ci viel een poosje geleden gebeurde. Zó is het inderdaad: het is het grote verschil tussen de mentaliteit tussen Denen en Nederlanders, dat daarmede wel sterk wordt geaccen tueerd. verkeer tussen Duitsland en ons land geschied, Hetzelfde geldt voor Frankrijk, België en verschillende andere landen. 0— De laatste tijd echter is er in Duitsland een streven merkbaar, om deze gezonde internationale toenadering aan banden te leggen. Dit geldt speciaal voor 't kopen in Nederland. De regering in Bonn bereidt een aantal maatregelen voor om het zogenaamde kleine grensverkeer, althans voor zover het levensmid- delen-„fahrten"betreft,doel treffend in te perken, Het is opvallend, dat daar van officiële Nederlandse zijde niet on middellijk en met nadruk stelling is genomen. Dit heeft de voorzitter van het Produktschap voor Zuivel in zijn halfjaarlijks overzicht, dat dezer dagen is verschenen, wel gedaan. Vooral de geestesgesteltenis, welke uit deze Duitse plannen spreekt, wekt zijn bezorgdheid. De noodzakelijke economische samenwerking tussen de verschil lende landen van West-Europa, met het doel een steeds hechter economisch eenheidsfront op te bouwen in de afweerslag op de internationale markten tegen de machtsgroeperingen als Amerika en Rusland, is slechts bereikbaar als de grenzen in het handelsverkeer tussen de volken steeds meer ver vagen en hun betekenis als schei dingslijn gaandeweg verliezen. De Duitse maatregelen echter zijn er op gericht deze grenzen te accentueren. Het is, aldus de voorzitter, een vreemde manier „om de wijzers van de klok" tegen te houden. Wat op het ogenblik in de vorm van levensmiddelen-„fahrten" ge schiedt, is niet nieuw. De bevolking der grensgebieden heeft altijd haar voordeel gezocht in de prijsverschillen, die 't kopen aan de andere kant van de grens voordelig maken. Het heeft omge keerd, ook van Nederlandse zijde, plaats. Een uitgave van 500 millioen voor aankopen in Nederland in de vorm van „Kaffee- en Butter fahrten" is een kapitaal bedrag. Maar als men eens gaat becij feren, wat de Nederlanders en in de eerste plaats de Nederlandse grensbevolking op dezelfde manier in Duitsland uitgeeft, komt men eveneens tot zeer aanzienlijke be dragen! Van Nederlandse zijde wordt een ruim gebruik-gemaakt van de door Nederland vastgestelde bepaling, dat goederen tot een waarde van 45 gulden vrij uit Duitsland mogen worden ingevoerd. En als een eventuele inperking van het klein grensverkeer door Duitsland, door Nederland met een soortgelijke tegenmaatregel beant woord zou worden, zou dit om de woorden van de voorzitter van het Produktschap voor Zuivel te herhalen „een even grote op schudding aan de andere kant van de grens teweeg brengen als die, welke geleid heeft tot 't vreemde idee om de „Butter-fahrten in te tomen." Maar dit zou dan tevens beteke nen een verdere afbraak van het heilzame streven naar een econo misch verenigd Europa en een stap terug naar de rampzalige concur rentiestrijd van vroeger met zijn tolmuren, zijn barricaden van be schermende rechten en zijn kort zichtig economisch beleid, dat werd beheerst door vermeende nationale belangen. °a_ Er is geen land, waar zoveel over een verenigd Europa wordt gespro ken als juist in het hedendaagse Duitsland. Iedere Duitser, die zichzelf res pecteert en wil meetellen, praat in het gezelschap van buitenlanders met hart en vurigheid over de Europesche eenheid en samenwer king en hij is daarvan een geest driftig pleitbezorger, Niet de woorden, maar de daden echter zijn een toetssteen voor de werkelijke bereidheid om Europees te denken en te handelen. Elke samenwerking eist weder zijdse offers! Zo heef dit toelichtend en geruststel lend Doktersboek.dat gratis is in gesloten bij een Bobyderm Set, waarin alles voor een vorstelijke verzorging van Baby's tere huidje. [WAT Mi haROT MAAKT isSOËPj HET SHIRTJE „Een zomershirtje, voor in de vakantie", zei de heer, die nog nooit zonder de hulp van zijn vrouw een overhemd had gekocht. De winkeljuffrouw trippelde ge dienstig heen en weer en wierp even later met royaal gebaar de hele voorraad op de toonbank: af zichtelijke draken en groene kro kodillen met rode muilen, shirtjes met landkaarten en shirtjes met fles-etiketten en ook shirtjes waar op potten met opzichtige verf leken leeggesmeten. De schokkendste dessins lagen te gillen op de toon bank en de heer knipperde ge schrokken met de ogen achter de dikke brilleglazen. „Ik ben", zei hij, „geen lid van een anarchistische jeugdorganisa tie. Met zo'n vlag om mijn lijf hoef ik bij mijn vrouw niet aan te komen. Hedt u niet iets rustigers?" „Deze zal uw vrouw beslist leuk vinden!" beloofde de winkeljuf frouw, terwijl ze een groen met paars en geel gestreept gedrocht uit de stapel viste. De heer be taalde en keerde huiswaarts. Nu is het zo gesteld dat iemand, die net een atoombom heeft horen ontploffen, niet geschokt zal zijn wanneer men een kanon afschiet. Hij is als het ware verdoofd. De eerzame slaper daarentegen zal schielijk tegen het plafond veren als een lugubere grappenmaker naast zijn bed een kanon laat daveren. Iets dergelijks geldt ook voor overhemden. Wat in de winkel tussen de gillende en schreeuwen de hemden een bedaard streepje voor de middelbare leeftijd leek, schoot thuis uit het pakje te voor schijn als een troep sissende gif slangen, Niet zonder afschuw hield de echtgenote van de koper het op een overdwars gestreepte pyama gelijkende kledingstuk op een arm lengte afstand. „Ga het maar ruilen", vonniste ze. „Da's niks". Met bezwaard gemoed stapte de man weer óp zijn fiets. Een over hemd kopen is moeilijk werk, laten we eerlijk zijn. Een overhemd ruilen echter eist meer van de man dan men redelijkerwijze mag verwach ten. Onderweg besloot hij dan ook dit niet van zichzelf te vergen. Weer thuis komen met dat ding was niet mogelijk. Weggooien was zonde. Hij besloot het weg te geven. Op een straathoek stonden een paar jongens te praten. „Heren", begon de man aarzelend, „ik heb hier een overhemd..." Nieuwsgierig keken de knapen naar het pakje. Nauwelijks geïn teresseerd zagen zij wat daar lag te schreeuwen in het zonlicht. „Ik wilde het u cadeau doen..." hakkelde de man. Nu passeerde een breed geschou derd persoon. „Wat mot dat", riep hij, zich door de menigte dringend die bezig was ter plaatse te ont staan. „Hè, gabber, mooie meneer, geen smoesjes hier tegen die jon gens zeg, of anders...." De heer had nauweiijks tijd uit te leggen dat zijn enige wens was zich van de vakantie-shirt te ont doen. „Smoesjes riep de man, „niks dan smoesjes Zo'n ding geef je niet weg!" En tegelijk begon hq de kracht van zijn vuisten te beproeven op de gebrilde heer. Een surveillerende politieman bevrijdde het slachtoffer. Het shirtje was deerlijk gehavend uit het tumult te voorschijn gekomen. De brede persoon kreeg 25 gulden boete. „Wenst u nog schadevergoeding voor het vernielde shirtje?" vroeg de rechter aan het slachtoffer. „Neen, dank u", antwoordde de man beleefd, „ik ben blij dat ik het kwijt ben". De oudheidkundige kring Venray bracht op 4 aug. j.l., een bezoek aan de overblijfselen van de Gallo-Ro- meinse Tempels te Eist (Betuwe), verder het Gemeente-museum te Arnhem en het Instituut voor Oud heidkundig bodemonderzoek te Amersfoort. In 1947 kon gedurende een half jaar te Eist in de kerk aldaar een oudheidkundig bodemonderzoek worden ingesteld. Deze opgraving is van veel belang geweest, omdat men daarbij voor de eerste maal in Nederland voor het feit kwam te staan, dat een Christe lijke kerk gebouwd is ter plaatse van een heidens, voorchristelijk hei ligdom, en omdat de plaats van de huidige kerk over een tijdvak van bijna 2 millennia voor godsdienstige doeleinden is gebruikt. De oudste aldaar gevonden over blijfselen duiden op een zuiver in heemse Bataafse Cultusplaats, wel ke aan de latere stenen tempelge bouwen is voorafgegaan. De Batavieren hebben zich onge veer 50 jaar voor Christus hier ge vestigd. Later is hier een stenen heiligdom verrezen met eenvoudig rechthoe- VOOR EEN MODERN TELEVISIETOESTEL EN VHKKUNDIGE PLAAT5ING ZORGT: kig grondvlak van 11.60 bij 8.70 en muren van pl.m. 60 cm dikte; het behoort in bouwkundig opzicht tot de 2.9 Gallo-Romeinse tempels en is een van de grootste die van zijn soort bekend is. Voor zover we weten is dit het oudste stenen bouwwerk in ons land. Deze tempel kan moeilijk anders verklaard worden dan als een in heems Bataafs heiligdom. Hij moet echter door de Romei nen met de hun ter beschikking staande hulpmiddelen zijn gebouwd en wel om politiek-militaire rede nen. Het is komen vast te staan, dat de tempel niet in een nederzetting is opgericht, maar op een plaats die zoveel mogelijk centraal was gele gen ten opzichte van de Bataafse wonplaatsen in de omtrek, op een hoog punt in het rivierengebied. Er zijn aanwijzingen die doen ver moeden dat bij de opstand der Ba taven tegen de Romeinen in de jaren 69/70 de tempel te Eist werd ver woest. Niet lang na deze verwoesting tij dens het bewind van keizer Vespa- sianus is men begonnen op deze plaats 'n nieuwe veel groter heilig dom te bouwen. Het gehele gebouw was 30.90 m lang en 23.10 breed. Beide gebouwen mogen beschouwd worden als een centraal en ook Na tionaal Heiligdom van de Bataven, maar als" zodanig tevens als een of het symbool van het verbond van de Romeinen met dit volk. De tempel is in verval geraakt ge durende de 3de Eeuw, ten tijde dat de Franken de Bataven uit de Be tuwe verdrongen. Het is wel zeker, dat de eerste na- Romeinse Bouwactiviteit op 't tem pelterrein in verband heeft gestaan met de oprichting van de eerste kerk te Eist. Men heeft de onmiskenbare in druk, dat deze kerk te midden van en op de resten van het heidense heiligdom is gebouwd om zo in bouwkundig opzicht de kerstening tot uitdrukking te brengen van een plaats die volgens de opvatting van de inheemse bevolking van bijzon der groot belang was als een oude „heilige" plek. De kerk is gebouwd op een plaats waar ze een symbool kan zijn van de overwinning van het Christen dom op het Heidendom. Het Christendom heeft hier be slag gelegd op „de" heidense cultusplaats. Onze gedachten gingen terug naar onze eigen grote St Petrus-Banden- kerk, en wij betreuren nog steeds dat de fundamenten van deze kerk destijds niet aan een oudheidkundig onderzoek onderworpen konden worden. Zeer waarschijnlijk zouden ook hier meer resultaten verkregen zijn, dan men had kunnen verwachten. De leden van de Oudheidkundige kring Venray werden bij de rond leiding door het zeer bijzondere mu seum, dat zich onder het schip en koor bevindt, zeer deskundig door Prof. Dr. Th. Bogaers ingelicht. Na een kort bezoek aan het Ge meente Museum te Arnhem, alwaar de pas nieuw ingerichte archeolo gische afdeling bezocht \verd, en waar vooral de ultra-moderne en effectieve vitrines met praehisto- risch aardewerk en 'n unieke ver zameling Romeins glaswerk, zeer de aandacht trok. Vermeldenswaard is dat zich in de muntencollectie van het museum 'n munt bevond van Hertog Reinoud IV van Gelder, 'n munt in 1423 te Venray geslagen. Hierna volgde 'n bezoek aan het Instituut van de Rijksdienst voor Oudheidkundig bodemonderzoek te Amersfoort, gevestigd in een schil derachtig gelegen, gerestaureerd middeleeuws klooster. In dit eeuwenoud gebouw met zijn prachtig ingerichte vertrekken heb ben de leden van de Oudheidkun dige kring 'n inzicht gekregen van de activiteiten van deze Rijksdienst. Hier bevindt zich dus het cen trale punt, waar alle vondstmeldin gen binnenkomen, en een uitgelezen staf van deskundigen gereed staat, om van hieruit deze meldingen te gaan onderzoeken, eventuele opgra vingen verrichten. De vondsten worden te Amersfoort zó nodig ge restaureerd en geconserveeixl. Verder worden aldaar de vind plaatsen in kaart gebracht en teke ningen of photo's der gevonden voorwerpen gemaakt. Dr. P. Glazema, directeur van dit Instituut, leidde het gezelschap langs de diverse afdelingen. Men heeft een zeer goed over zicht gekregen wat men hier pres- teerd om zoveel mogelijk te trach ten de vondsten voor het nageslacht te redden en te bewaren en de ma nier waarop deze staf van deskun digen tewerk gaat is voorwaar uniek. Vooral, het laboratorium trok zeer de aandacht. Daar worden de op gegraven voorwerpen aan een des kundig onderzoek onderworpen al vorens zij gerestaureerd worden. Verder dient vermeld, dat het z.g. Venrayse archaeologische Bevol kingsregister (döcumentatie-ai'chief) in Amersfoort de vole aandacht heeft. Het zijn immers de Venrayse oudheidkundige gegevens, die als eerste in den lande volgens 'n spe ciale nieuwe methode worden ge registreerd. De Idocumentatie-afdeling waar zulks geschied werd eveneens be zocht, waarbij Dr. Glazema voor de nodige explicatie zorgde. In de Bibliotheek werd tenslotte 'n voordracht met lichtbeelden ge houden over de vervaardiging van vuursteenartefaeten. Hierna werd 'n kort dankwoord uitgesproken door de heer L. Lau- rensse, voorzitter van de Venrayse Oudheidkundige kring, aan 't adres van de directeur en leden van de bodemonderzoek, die alles in 't werk hebben gesteld om deze excursie dag ten volle te doen slagen. De nog jonge Oudheidkundige kring Venray mag terugzien op een boeiende en leerzame excursie, wel ke zal bijdragen om haar doel te verwezenlijken n.l. het oude cul tuurgoed van Venray en omgeving te beschermen en te bewaren. Corr. v.d. R.O.B. BERN. KRUYSEN Pater Willard naar Venray Pater Primaldus Willard, o.f.m.. rector van het Gezellenhuis der Staatsmijnen aan de Oude Markt te Sittard, welk Gezellenhuis deze maand opgeheven wordt, zag zich door zijn Overheid benoemd tot ka pelaan in het rectoraat der paters Franciscanen te Venray. Pater Primaldus (Steph. Adr. Ant. Willard) werd op 26 april 1915 te Den Haag geboren, deed zijn novi ciaat te Hoogcruts, zijn priesterstu dies aan het Klein-Seminarie teMe- gen, en verder te Venray, Alverna bij Nijmegen en te Weert, waar hij op 23 maart 1941 de H. Priesterwij ding ontving. Op 7 september her denkt hij zijn zilveren kloosterfeest. Na zijn priesterwijding volgde zijn eerste benoeming als assistent te Bleyerheide en in februari 1944 zag hij zich overgeplaatst naar 't kloos ter „St. Franciscus Solanus" in Sit tard. In 1946 was hij een half jaar as sistent aan de parochie Breust-Eys- den en daarop kapelaan aan de St. Martinuskerk te Wijk-Maastricht, tot 1949. In dat jaar zag hij zich geplaatst als kapelaan aan de St. Jozef pa rochie te Groningen en van 1950 tot 1952 als kapelaan aan de St. Nico- laaskerk te Utrecht. In mei 1952 volgde zijn benoeming tot rector aan het Gezellenhuis te Sittard, waar hij zeven jaren werk zaam was. Vrijdag 7 augustus j.l. huldigde de zuivelfabriek „Venray" haar werknemer Jan Voesten, die 40 jaar aan dit bedrijf werkzaam is. Bestuur, direktie en personeel bereidden daartoe de jubilaris en zijn familie een hartelijke ontvangst in de fabriekszaak Namens het bestuur getuigde de heer Geurts van zijn waardering voor deze trouwe werker; hij over handigde hem de zilveren perso- neelsmedaille met oorkonde van de Koninklijke Nederlandse Zuivelbond te Den Haag en met de aanbieding van een geschenk onder couvert gaf hij ook op stoffelijke wijze blijk van zijn dankbaarheid voor alles wat Voesten gedurende zijn 40:jarige loopbaan voor het bedrijf deed. Direkteur de Kroon onderstreepte de verdiensten van de jubilerende werknemer; hij prees hem om zijn trouw en eerlijkheid, zijn bereidheid tot samenwerking en zijn collegia liteit. Met de aanbieding van een bloe* menruiker betrok de direkteur ook mevrouw Voesten in de hulde van haar man, temeer omdat zij reeds ruim 20 jaar filiaalhoudster is van de in Venray door het bedrijf ge vestigde 'zuivel winkel. Ook de personeelsvereniging liet zich op deze feestavond niet onbe tuigd. Bij monde van haar voorzit ter stemde zij in met de huldiging van de jubilerend collega en bood Voesten alsook zijn echtgenote een attentie aan. Enkele leden der ver. zorgden voor een succesvolle bij drage tot de feeststemming, waar door het een genoeglijk samenzijn werd, dat de jubilaris en zijn fami lie veel voldoening gaf, hetgeen bleek uit diens dankwoord dat hij op het einde tot allen richtte.

Peel en Maas | 1959 | | pagina 1