PfHotïxn
Meisjes uit eigen streek gevraagd
RANG
Bedrijfsvergelijking
bij de Middenstand.
Katholieke invloed op de ontwikkeling van
maatschappelijk leven veel te gering
de zonnige
RANG de tWf/M/Mt/ftf i
Uit Peel en Maas
H dit i%
Zaterdag 1 augu3tue 1959 No 31
TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNOKHOF U/PFIfRI ATI VOOR VFNRAY RW ADVERTENTIE-PRUS: 8 ot. perm.ro. ABONNEMENTS-
OROTESTRAAT 28 TELEFOON 612 OIRO 150852 V* UUIVDLHU KJ KJ L\ V ijil I\H I LjlT UiVlJ 1 IvClVull PRIJS PER KWARTAAL t 1.40 BUITEN" VEiN'RAY t 1.60
De gezinszorg vraagt uw aandacht
In het dekenaat Venray heeft de
Gezinszorg zich een eigen plaats
veroverd. Wanneer de huismoeder
haar taak wegens ziekte of door
andere omstandigheden niet kan
verrichten, vinden wij het vanzelf
sprekend dat 'n beroep gedaan
wordt op de Gezinszorg.
De Gezinsverzorgster neemt de
taak der moeder over totdat de
moeder weer geheel in staat is om
haar belangrijke taak in het gezin
te vervullen.
Om het gezinszorgwerk in stand
te houden is de medewerking en
steun nodig van de gemeenschap,
waarvoor dit werk begonnen is.
Hier denkt men wellicht het
eerst en misschien-uitsluitend aan
de financiële steun, welke onder
andere gevraagd wordt door mid
del van kerkcollecten, zakjesacties,
enz. De steun, welke hierdoor aan
onze gezinszorg-instelling gegeven
wordt, kan niet gemist worden.
Het gezinszorg werk vraagt een
gezonde financiële basis, waarvoor
de particuliere bijdragen naast de
subsidie van Rijk en gemeenten
noodzakelijk zijn. Er Is echter iets
wat nog belangrijker is.
Voldoende geldelijke middelen
kunnen niet garanderen dat altijd
en overal de gevraagde hulp ver
leend wordt. Het is Immers een pro
bleem voor meerdere gezinszorg
instellingen dat men aanvragen
om hulp moet afwijzen omdat men
niet voldoende personeel in dienst
heeft om in alle voorkomende ge
vallen hulp te verlenen.
De oplossing hiervoor lijkt een
voudig: meer meisjes als gezins-
verzorgsters en -helpsters ln dienst
ta nemen.
In werkelijkheid is deze oplossing
ook eenvoudig indien meer meisjes
bereid zijn om een van deze echt
vrouwelijke beroepen te kiezen.
Meer interesse.
De ervaring leert dat de belang
stelling van deze beroepen in het
dekenaat Venray betrekkelijk ge
ring is. De mogelijkheid om gezins
verzorgsters, afkomstig uit plaat
sen buiten het dekenaat Venray, in
dienst te nemen is bovendien zeer
beperkt.
Indien wij de waarde der gezins
zorg voor onze plaatselijke gemeen
schappen erkennen dan is het nood
zakelijk dat wij de meisjes uit onze
eigen plaatsen enthousiast maken
voor het gezlnszorgwerk.
Een beroep op het opleidingsinsti
tuut voor gezinsverzorgsters ln het
bisdom Roermond om gezinsver
zorgsters in het dekenaat Venray
te werk te stellen heeft alleen suc
ces indien meisjes, afkomstig uit
plaatsen van dit dekenaat, een op
leiding voor gezinsverzorgster gaan
volgen. Indien het behoud der ge
zinszorg ons ter harte gaat is het
noodzakelijk dat wij hiermede reke
ning houden.
Zou het idealisme onder de jeugd
hier zoveel geringer zijn dan elders?
Dit kan men toch moeilijk aanne
men. Zijn de meisjes en ook de
ouders nog te weidig bekend met
de opleidingseisen en arbeidsvoor
waarden, welke gelden voor de be
roepen van gezinsverzorgster en
gezinshelpster?
Opleiding
Om een opleiding voor gezins
verzorgster te gaan volgen moet 'n
meisje minstens 18 jaar en 6 maan
den oud zijn. De opleiding duurt
vijf en een halve maand. Indien
het voor een meisje bezwaarlijk is
om de kosten, verbonden aan de
opleiding, te betalen, kan daarvoor
altijd wel een oplossing worden
gevonden. De eerstvolgende oplei
ding begint in september a.s.
Voor het beroep van gezinshelps
ter is geen bepaalde vooropleiding
vereist. Indien een meisje beschikt
over een behoorlijke ervaring be
treffende huishoudelijke werkzaam
heden, is onmiddelijke indiensttre
ding meestal mogelijk. Voor dit
beroep is de minimum-leeftijd 18
jaar.
Een meisje van 17 jaar kan ech
ter ook reeds gezinshelpster worden
in het kalender jaar dat het 18
jaar wordt. Een meisje dat bijvoor
beeld in december 1959 de 18e ver
jaardag bereikt, kan thans reeds
gezinshelpster worden.
Degenen, die nadere inlichtingen
willen hebben over een van deze
beroeptn, kunnen zich in verbin
ding stellen met mej. Raedts, leids
ter van de Gezinszorg voor het
dekenaat Venray, Maasheseweg.
Het stimuleren van een verant
woorde bedrijfsvoering is na de
oorlog vaak het gesprek van de
dag geweest en niet alleen is er
opvoering van produktiviteit (het
uiteindelijke middel van deze acties
om tenslotte een hogere winst te
behalen) beoogd in de industriële
bedrijven, maar ook en zeer zeker
in de middenstandshedrijven.
De meeste (kleine) middenstan
ders lijden vaak aan het euvel, dat
ze zogenaamd bedrijfsblind z\jn,
d.w.z. dat ze de fouten of gebreken
van hun bedrijf niet meer of niet
helder genoeg zien.
Een goed middel om wat meer
tegen deze fout op te treden is de
bedrijfsvergelijking.
Hiermede bedoelt men dan, dat
de ene middenstander of onder
nemer zijn eigen bedrijf gaat toet
sen aan dat van zijn collega's, dat
gegevens van het eigen bedrijf
met die van dat van de anderen
worden vergeleken,
Elke middenstander doet toch al
min of meer aan bedrijfsvergelij
king. Als hij namelijk langs de
etalages van zijn concurrenten
loopt om artikelen en prijzen te
bekijken, is dit een vorm van be
drijfsvergelijking.
Wanneer men dit nu echter niet
toevallig niet doet, maar systema
tisch te werk gaat en ook gegevens
met elkaar uitwisselt, dan doet
men eerst aan bedrijfsvergelijking
in de vorm waar het hier om
gaat.
Bedrijssvergelijking kan helpen
bij het opsporen van gebreken in
het eigen bedrijf; oorzaken, die
een nadelige invloed hebben op de
winst en tenslotte is het inzicht in
het bedrijf door bedrijfsvergelijking
alleen maar te verdiepen.
Diverse mogelijkheden.
Allereerst kent men ook in ons
land de schriftelijke methode.
Veel middenstanders is het be
kend en voor degenen, bij wie dit
niet het geval is, is het zeker wel
nuttig te weten, dat door het Eco
nomisch Instituut voor de Midden
stand schriftelijke bedrijfsverge
lijking wordt toegepast.
Dit instituut verzorgt en publi
ceert bedrijfskosten-statistieken;
tevens publiceert het maandelijks
omzetstatistieken.
Aan de hand van deze gegevens
kan de middenstander nu nagaan
hoe zijn kostencijfers en omzet lig
gen in vergelijking met die van
anderen. Verder zijn er nog cen-
trale-boekhoudbureaux, die bedrijfs
vergelijking mogelijk maken door
vergelijkende overzichten voor de
bij hen aangesloten middenstanders
te verzorgen.
Naast de schriftelijkde methode
bestaat er ook een mondelinge
methode, bij welke methode twee
stadia te onderscheiden zijn. Het
contact met de collega-middenstan
ders is hierbij veel sterker dan bij
de schriftelijke vergelijking.
Een klem aantal ondernemers
uit de zelfde branche komen in het
stadium van het bedrijfsonderzoek
om toebeurt bij elkaar en beleggen
dan een soort vergadering. Hierbij
gaat het dan om het uitwisselen
van gegevens en het oplossen van
problemen.
Het verdient natuurlijk de voor
keur, dat de ondernemers-midden
standers niet in eikaars onmiddelijke
nabijheid wonen, zodat alle concu-
rentievrees achterwege kan blijven.
De collega's zien vaak scherper
de onvolkomenheden, omdat zij vol
doende afstand nemen van het be
drijf van hun collega, om er zich
om er zich een objectief oordeel
over te kunnen vormen: Het elkaar
wijzen op onvolkomenheden zal
ieder van de clubleden tot voordeel
zijn.
In het tweede stadium is de
band tussen de leden van het pro-
ductiviteitsclubje zo sterk gewor
den, dat de sfeer het toelaat be-
drijfscijfers te gaan vergelijken,
d.w.z. cijfers over het omzetverloop,
de omzetsnelheid, onkosten e.d. In
de gesprekken kan men dan trach
ten de oorzaken op te sporen, die
de eigen cijfers van die van de col
lega's doen afwijken waardoor
meer inzicht in het eigen bedrijf
wordt verkregen.
Men kan eventueel ook volstaan
zgn. indexcijfers, zodat het niet no
dig is de boeken open te leggen.
Indexcijfers verkrijgt men door
b.v. de omzet of een kostenpost in
een bepaald jaar het basisjaar
genoemd op 100 te stellen en de
zelfde posten in de volgende jaren
uit te drukken in een percentage
van de omvang In het basisjaar.
Zij vergemakkelijken ln veel geval
len de vergelijking
In Nederland zijn pas enkele van
deze clubs opgericht. Hun activiteit
Bij de in 1947 in ons land gehou
den volkstelling tot heden de
laatste waren er in Nederland
ruim 40.000 afgestudeerden van uni
versiteiten en hogescholen en van
deze 40.000 was 19 °/o katholiek.
Vergeleken met de toestand ten tijde
van de daaraan voorafgaande volks
telling uit 1930 betekende dit voor
het katholieke volksdeel een belang
rijke verbetering, want toen bedroeg
het aantal katholieke academici
slechts 15 -%.
Deze ontwikkeling ten goede heeft
zich in 1947 voortgezet. Het aantal
katholieke academici is de laatste
tien jaren öök verhoudingsgewijs
aanzienlijk toegenomen. Geleidelijk
wordt een achterstand historisch
gegroeid door de achterstelling van
het katholieke Zuiden ten opzichte
van andere delen van het land, zo
als die in vroeger tijden heeft be
staan ingehaald.
Nog steeds is het aantal katho
lieke academisch-gevormden veel te
klein, want bij dezelfde volkstelling
van 1947 vormden de katholieken
36 van de bevolking van ons land
en dit percentage is inmiddels
ruw geschat gestegen tot om
streeks 40.
Als wij deze verhouding tot
maatstaf nemen, zou van het aantal
afgestudeerden van universiteiten
en hogescholen eveneens 40 ka
tholiek moeten zijn, om van een
evenredige vertegenwoordiging der
katholieken onder de academici te
kunnen spreken en daar zijn we nog
lang niet aan toe.
Naarmate het tekort aan katho
lieke academici geringer wordt en
de verhoudingen gunstiger komen
te liggen, zal de katholieke levens
beschouwing een steeds grotere in
vloed kunnen uitoefenen op de ont
wikkeling van het maatschappelijk
leven in Nederland en zouden de
katholieke beginselen meer hun
stempel kunnen drukken op de be
oefening van de wetenschap. Het is
duidelijk, dat dit niet alleen een
vorm van apostolaat is. Ook de
maatschappelijke positie der ka
tholieken zal er aanzienlijk door
verbeteren.
—0—
Als het dit tekort alleen was, zou
de maatschappelijke positie der ka
tholieken veel minder reden tot
zorg geven dan thans het geval is'
omdat naar gelang steeds meer ka
tholieken hoger onderwijs gaan vol
gen het tekort vanzelf geleidelijk
verdwijnt. Om een voorbeeld uit
onze naaste omgeving te noemen:
het totale aantal universiteits- en
hogeschoolstudenten, dat uit Lim
burg afkomstig is, stijgt snel en zal
omstreeks 1975 ongeveer het drie-.
voudige van het studiejaar 1954-
1955 bedragen.
Het probleem schuilt echter hier
in, dat een groot gedeelte der ka
tholieke academici na het voltooien
der studie zich afzijdig houdt van
het openbare leven en zich van
maatschappelijk standpunt bekeken
opsluit in een „ivoren toren". Zij
oefenen het ambt of beroep uit,
waartoe zij geroepen worden, maar
wensen geen rol als principieel en
strijdbaar katholiek in 't openbaar
te spelen.
Dardoor blijft 't katholieke volks
deel in zijn strijd voor de opbouw
van een werkelijk christelijke maat
schappelijke orde verstoken van de
waardevolle hulp van een aanzien
lijk gedeelte der katholieke acade
mici, die door hun ontwikkeling
juist de eerst aangewezenen zijn
om de grote massa voor te gaan, te
vormen en te leiden.
Aan hun medewerking bestaat
met de dag grotere behoefte, op
vrijwel elk terrein van het maat
schappelijk leven. Zij kunnen niet
gemist worden. En omdat zij ver
stek laten gaan, blijft menig zegen
rijk werk door gebrek aan voldoen
de kundige en toegewijde leiders
halverwege of loopt het op een vol
komen mislukking uit ook al om
dat voor belangrijke katholieke ini
tiatieven vaak genoegen genomen
moet worden met het mindere en
zelfs onbekwame in plaats van het
beter, eenvoudig omdat men er niet
de geschikte mensen voor kan krij
gen. Zij zijn er wel, maar zij stellen
zich niet beschikbaar.
0—
De verschillende pogingen, welke
tot-nu-toe zijn ondernomen om
beperkt zich nu nog tot bedrijfsbe
zoek en de vergelijking van omzet
cijfers. Voor de middenstandsonder
nemers Is er op het gebied van be
drijfsvergelijking nog veel te doen
en veel te winnen.
Middenstanders, die belangstelling
hebben voor de oprichting van clubs
zoals hierboven werden besproken,
kunnen zich wenden tot hun vak
organisatie en/of de rijksconsulent
voor de middenstand in hun pro
vincie, die alle gewenste inlichtin
gen en adviezen kan verstrekken.
Voor Limburg is het drs. J.H. van
der Linden, Old Hickoryplein 48 a,
Maastricht.
hierin verandering te brengen,
slechts matige resultaten opgele
verd.
Een voorbeeld hiervan is het acht
jaren geleden met de beste bedoe
lingen en veel geestdrift gestichte
Limburgs Academisch Centrum.
De taakomschrijving voor dit
Centrum deed 't beste verwachten.
Het kreeg onder meer de taak toe
gewezen, om het onderling contact
te bevorderen tussen professoren,
studenten en afgestudeerden ten
dienste van een veelzijdige en op
'n hoog plan staande wetenschaps-
en cultuuroefening in Limburg, om
zo steeds betere leiders van het
maatschappelijk en geestelijk leven
te vormen. Het Centrum zou ver
der krachtig ijveren voor de har
monische opbouw van een acade
mische stand, welke zich wijdt aan
de dienst van het volk en leeft uit
de bezieling van het Evangelie.
Het klonk allemaal voortreffelijk.
Het programma van actie bevatte
veelbelovende mogelijkheden, maar
de practische verwezenlijking heeft
daraan tot heden niet beantwoord.
We stellen dit feit vast, zonder ons
in de oorzaken te verdiepen.
Alleen dit: ook het beste initiatief
wordt onherroepelijk een misluk
king, als het onder de katholieke
academici niet voldoende weerklank
vindt.
Hier ligt de kern van de moeilijk
heid. De bereidheid, om naast het
eigen ambt of beroep ook een rol
te spelen, wordt onder de intellec
tuelen voortdurend geringer,
in plaats van dat zij toeneemt.
Dit is slechts gedeeltelijk toe te
schrijven aan de eisen, die de uit
oefening van hun functie aan acade
misch-gevormden stelt. Een vr(j ge
ringe minderheid wordt daar gro
tendeels door in beslag genomen; de
meerderheid kan over voldoende
vrije t(jd en energie beschikken, om
de eigen werkkring goed te vervul
len en daarnaast nog mede te wer
ken aan de opbouw van de gemeen
schap. Maar de belangstelling daar
voor, de offervaardigheid en het
idealisme ontbreken.
Men wil liefst zoveel mogelijk
geld verdienen en plezierig leven.
Men voelt er niets voor zich de in
spanning en de offers te getroosten
om uit te groeien tot een zichzelf
en anderen opbouwende creatieve
persoonlijkheid. Deze bewuste afzij
digheid vooral is onrustbarend.
En inmiddels gaan daardoor de
mest waardevolle kansen verloren
voor de opbouw van een waarlijk
christelijke samenleving. Kansen
die nog nooit zo veelbelovend zijn
geweest als juist nu.
van 31 juli 1909
De uitslag van de herstem
ming voor 4 leden van de Gemeen
teraad was als volgt:
Gerard Camps, Oostrura 432 st.
W. Wijnhoven, Langstraat 377 st.
Jac. Geurts, Castenray 359 st.
P. J. Derks, Veltum 305 st.
Deze vier zijn gekozen.
De 65-jarige schutter Keub
Lamers werd koning van St. Anna
Eind.
Aan M. Gielen, arbeider-
rangeerder te Oostrum is een lof
felijke vermelding toegekend we
gens betoonde eerlijkheid.
De heer Jean Thissen slaagde
te Amsterdam voor telegrafist bij
de Posterflen.
Op de kermis alhier waren
geplaatst o.a. de stoomcarroussel
van L. van Bergen en de kinomato-
graaf van A. Wegkamp.
Behalve op de 5 gewone dansge
legenheden zijn er bovendien nog
een 4-tal grote tenten geplaatst,
zodat er voor de danslustigen
ruimte genoeg zal zijn.
van 1 augustus 1914
In verband met het uitbreken
van oorlog werd gister, vrijdag,
hier de algemene mobilisatie afge
kondigd en moesten de militairen
heden zaterdag bij eerste gelegen
heid in hun garnizoen aanwezig
zijn.
Het ziet er voor Venray:
kermis niet rooskleurig uit door
het uitbreken van de oorlog. Men
verwacht dan ook dat het bezoek
gering zal zijn.
Nieuwe rijwielen werden ge
adverteerd door een Venrayse firma
vanaf 30 gulden. „Leonidas"-rijwIe*
len met 1 jaar garantie vanaf 21
gulden, idem naaimachines 8 jaar
garantie vanaf f 15.50.
van 28 juli 1934
De collecten, gehouden tijdens
de optocht van de H. Kindsheid te
Venray heeft 1 624.— opgebracht.
Wij laten hier enkele prijzen
deTfL£M\SIE specialist
TEL. 1070
volgen van een advertentie: Kermis-
reclame.
Fijne rozijntjes z. pit 2 pd. 25 ct
Prachte rozijntjes z. pit
per pond 24, 20, 15 ct
Fijne pruimen p.p. 20 en 15 ct
Pruimedanten p.p. 32, 28 en 24 ct
Califomische peren per pond 22 ct
Zoete abrikozen per pond 15 ct
Zelfrijzend bakmeel 2 pak 25 ct
Abrikozenpulp per blik
(10 pond f 1.45)
De drenkeling,
die er niet was.
Op een zonnige vakantiedag leg
den Jan, Piet en Klaas de bone-
staken te water, die hun vishengels
voorstelden. De drie kippeveren,
als dobber in gebruik, dreven rustig
over de baren. Tot de man kwam,
die daar wenste te zwemmen.
De drie knapen legden de man
uit, dat het niet aanging, in het
water rond te plassen terwijl zij
gedrieën op dezelfde plaats ln een
strijd op leven en dood waren ge
wikkeld. De man echter trok zich
van de protesten niets aan. Hij
verdween even achter wat struik
gewas, kwam in zwembroek weer
te voorschijn, en dook dwars over
de drie kippeveren het water in.
Want ook hij had vakantie.
De man kliefde snuivend het
water. Hij wuifde de jongens toe
heen te gaan. Dat deden zij, maar
niet zonder zijn kleren mee te
nemen. Enkele honderden meters
verder legden zij het bundeltje
onder een struikje.
Op dit ogenblik verdwijnen de
drie jongens uit dit verhaal en zien
wij de man alleen worstelen. Eerst,
nog vol levensmoed, in het water.
Vervolgens, verontrust, op de wal
kant, waar hij zenuwachttg zijn
kleren zocht. De man moest naar
huis, maar hij kon niet omdat hij
zo schamel was gekleed. Na een
uurtje vermande hij zich en stapte
in zwembroek naar de verkeersweg.
Toen hij die was genaderd, over
won in hem wat de filosofen het
natuurlijk schaamtegevoel noemen.
Hij ging terug naar de waterkant
en legde zich daar enigszins bibbe
rend neer In afwachting van de
duisternis.
Kort voor de schemering inviel
ontdekte een late wandelaar het
bundeltje kleren. Hij waarschuwde
de andere voorbijgangers. Na een
kwartier was ieder ervan overtuigd
dat hier Iemand verdronken moest
zijn. Een grootscheepse reddings
actie werd op touw gezet. En de
ondergedoken zwemmer moest er
varen hoe het aan de waterkant
steeds drukker werd, naarmate
het uur vorderde. Hij kon nog niet
weg, dacht hij.
Zijn stemming werd er inmiddels
niets vrolijker op. Duistere gevoe
lens knaagden aan hem en van de
aanvankelijk opgewekte zwemmer
bleef niet anders over dan een
nors en prikkelbaar manspersoon
in zwembroek. Het behoeft ons
daarom niet te verbazen dat hij
als door een wesp gestoken op
sprong, toen hü voor de struiken
langs een heer zag stappen, die
zijn bloedeigen bundeltje kleren
onder de arm droeg, de kleren die
hij urenlang zo node had gemist.
Hij sprong op, gaf de niets ver
moedende redder een opdoffer en
ontroofde deze het bundeltje.
Zulk een overval blijft niet onop
gemerkt wanneer de politie zoeken
de is naar een drenkeling, die er
niet is. Nog vóór de zwemmer zijn
das had dichtgeknoopt was hij
afgeleverd op het politiebureau.
Hij moest nu terecht staan, omdat
hij de redder een oog had dicht
geslagen. Het kost hem een tientje
boete. „Als er weer jongens aan
het vissen zijn, ga dan lieyer een
eindje verderop zwemmen," advi
seerde de rechter.
Openstelling gemeente-kareaux
gedurende de kermis.
Burgemeester en wethouders van
Venray brengen ter openbare ken
nis, dat de gemeente-secretarie,
het kantoor van gemeentewerken
en het woningbedrijf op 3, 4, 5 en
6 augustus a.s. voor het publiek
geopend zullen zijn van 10 tot 12
uur voormiddag.
Venray, 23 juli 1959.
Dringende uitnodiging aan alle
ouders, verzorgers en
weldenkende inwoners.
De Burgemeester van Venray
verzoekt de ingezetenen met de
meeste aandrang hun algehele me
dewerking te verlenen om alle
wanordelijkheden en drankmisbruik
tijdens de kermis te voorkomen en
aan de kasteleins tussen 15 en 19
uur geen sterk drank te vragen.
Aan de ouders en verzorgers
richt hij in hun eigen belang en
dat hunner kinderen de dringende
uitnodiging mede te zorgen, dat
de hand wordt gehouden aan het
verbod van bezoeken van avond
vermakelijkheden door kinderen,
voor zover daarvan geen onthef
fing is verleend.
Dit verbod is in het eigen belang
der ouders en der kinderen vast
gesteld.
Venray, 23 juli 1959.
De Burgemeester voornoemd,
Mr. A. H. M. JANSSEN.