ïenrajs oudste bewoners
Koningin moeder
SPORT
Bloed is een zeer bijzonder
vocht
JULIANASINGEL 41 tiJêf. i 0 61 (M 780)
I"Sneeuwwitje
P MOOREN
Uit Peel en Maas
foor de politerechter
Zaterdag 30 mei 1959 No 22
TACHTIGSTE JAARGANG
ÈE9 PEEL EN MAAS M
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MÜNOKHOF WCpifDI Afj VOOR VPNRAY R1M OlV/IQTPRlT PM ADVERTENTIEPRIJS: 8 ct. perm.m. ABONNEMENT8-
GROTESTRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150052 VW UUIVULrlU V VJV/A V L<lll\/Vl CflN UlVlO 1 IVDlVCfll PRIJS PER KWARTAAL f 1.40 BUITEN VENRAY f 1.00
Oudsteentijdperfe
Reeds pl.m. 150.000 jaar geleden
hebben er mensen in ons land en
aangrenzende streken gewoond.
Van hun leven in de bossen, die
hier in het warmere tijdperk tussen
de 2de en 3de IJstijd groeiden, ge
tuigen thans de eenvoudige ruw-
behakte werktuigen uit vuursteen,
die op verschillende plaatsen ge
vonden worden.
Wel mogen we aannemen, dat zij
nog meer werktuigen en wapens,
bijv. houten knotsen, hebben ge
kend; deze zijn echter wegens ver
gankelijkheid van het materiaal
reeds lang verteerd. Uitdeze periode
is in Venray niets gevonden.
Na de ijstijd jaagden diverse
stammen in de uitgestrekte toen
dra's op rendieren en ander wild.
Ze kwamen zeer waarschijnlijk
uit Frankrijk en volgden zwervend,
hun wild, dat steeds aan de voet
der gletschers bleef, waar het ren
diermos groeide.
Middensteentijd (pl.m. 6.000-
3.000 voor Chr.)
In het eerste gedeelte van het
middensteentijd was de mens nog
steeds jager en verzamelaar, even
als in het Oudsteentijd, (30.000—
6.000 j. v. Chr.)
Niets wijst nog op het bestaan
van akkerbouw, veeteelt, potten
bakkerij of het slijpen van vuur
steen. De mens beheerste zijn om
geving. Weliswaar waren de grote
dieren niet meer aanwezig als in
de ijstijd, maar er waren vissen en
schelpdieren, die de mens aan dé
oevers van rivieren en meren ver
zamelde.
Hij bouwde hutten, de eerste
nederzettingen vormden zich de
eerste dorpen ontstonden.
In het landschap, dat in de ijstijd
kaal was geweest, groeiden bossen
en de mens werd met de noodzaak
geconfronteerd deze bossen te be
dwingen en te gebruiken.
In de midden phase van 't midden-
steentijdpeik ontstonden de werk
tuigen, waarmee het bos gekapt en
de houten hutten gebouwd werden.
Dat zulks ook in onze gemeente
geschied is, getuigen de stenen
bijlen, welke hier gevonden werden.
Men zou kunnen zeggen, dat rond
5000 voor Christus in deze streken
reeds mensen hebben gewoond.
Jongsteentijd (3000
1800 j.v. Chr.)
Het steeds milder wordende kli
maat in N.W. Europa maakt het
zwervende leven onnodig, daar in
de eikebossen van het jongsteentijd
de natuur dierlijk en plantaardig
voedsel te kust en te keur bood.
Uit rondzwervende jagers zijn echte
boeren ontstaan, die op hun eigen
grond vrij en naar eigen aard kon
den leven.
Naast de nog stëeds druk be
oefende jacht en visserij krijgen
nu voor het eerst akkerbouw en
veeteelt betek. nis. waai van laatst'
genoemde vermoedelijk het eerst
werd bedreven.
Aan dit veelzijdiger boerenleven
knopen zich als vanzelf vele ge
bruiken en zeden vast, die ten dele
op 't platteland tot op de huidigen
dag, zij het in veranderde vorm,
blijven voortleven. In het jongsleen-
tijdperk voltrekt zich een belang
rijke verandering ten aanzien van
de middelen van bestaan.
Want uit de aanvankelijk min of
meer eenvormige mensenmassa
ontwikkelden zich, voornamelijk
tengevolge van het samensmelten
van bepaalde woongebieden, ver
schillende volkeren en culturen,
waarvan de belangrijksten ons land
bereikten.
Bandceramiekcultuur
Het eerst is de stam, die de z.g.
bandceramiek vervaardigde tot Ne
derland doorgedrongen.
Deze mensen kwamen uit het
Donaugebied en volgden bij hun
trek de gebieden waar löss aan
wezig was. Omstreeks 4.000 jaar v.
Chr. hebben zij ons land bereikt,
waarschijnlijk vanuit het Zuiden
langs het dal van de Maas. Zij heb
ben zich neergezet aan deze rivier
in de buurt van Sittard, waar de
löss ophoudt. (In Venray tot heden
hiervan niets gevonden).
Als landbouwers woonden zij in
dorpen die soms met een wal en
een gracht waren omringd.
Dr Modderman, conservator van
de Rijksdienst voor Oudheidkundig
bodemonderzoek leidt momenteel
een opgraving van een bandcera-
mische nederzetting te Beek-Elslo.
Hunnebeddencultaur:
Ongeveer 2.000 jaar v. Chr. is de
beschaving die door de hunnebedden
wordt gekenmerkt ons land vanuit
N.W. Duitsland en Denemarken
binnengedrongen, en vestigden zich
in t Oosten van het land in aan
grenzende gebieden.
Zonder twijfel was dit volk niet
alleen etnisch verschillend van het
volk der bandceramiek, maar ook
in aard-aanleg en karakter.
In de aangrenzende gebieden
kwam zij in botsing met de dragers
van een andere vorm van bescha
ving het z.g. bekervolk.
Bekercultuur:
Deze cultuur beheerste het mid
den van ons land en kwam deels
uit Westfalen, deels uit het Rijn
land. Zij wordt gekenmerkt door
individuele grafheuvels, de z.g.
touwbekers en de strijdhamers.
Het was een krijgshaftig volk, dat
een groot deel van Midden-Europa
had veroverd.
Deze cultuur kwam weer in aan
raking met het klokbekervolk.
Klokbekercultuur:
Dit volk was zoals uit het aarde
werk blijkt een groep van artistiek
zeer beschaafde mensen, maar klein
in aantal.
Van Spanje uit hebben zij zich
over een groot deel van Europa
verbreid en overal hebben zij de
fraaie voortbrengselen van de potte-
bakkerskunst vervaardigd. Naast
de vermenging met de hunnebedden-
cultuur, kwam de bekercultuur ook
in contact met de bandceramiek,
waarbij de typische geaardheid van
de bewoners in de verschillende
streken toch bewaard is ge
bleven.
Voortbrengselen dezer
culturen
In het oudsteentijdperk kende
men reeds de vervaardiging van
werktuigen door afsplintering van
vuursteenkernen, welke aanvanke
lijk niet, doch in het middensteen
tijd wel geretoucheerd werden.
In het jongsteentijdperk leert
men, om met een scherp stuk vuur
steen ook blokken andere natuur
steen als dloriet, graniet of bazalt
af te zagen en te kloven. Deze ruwe
vormen werden dan verder met een
in de hand gehouden slijpsteen in
iedere gewenste fraaie vorm ge
bracht en gepolijst.
De uit deze tijd stammende ha
mers werden met een kunstig boor
apparaat van een steelgat voorzien.
Bijna nog belangrijker is de uit
vinding van de pottebakkerkunst,
d e misschien in de middensteentijd
zijn oorsprong vond.
Men ontdekte hoe uit, aanvanke
lijk met zand en organische stof
fen vermengde klei, door verhit
ting zeer bruikbaar vaatwerk te
verkrijgen w^.
In dat aanvankelijk zacht ge
bakken vaatwerk, dat tot lang na
het begin onzer jaartelling zonder
draaischijf is gevormd, kon het
stijlgevoel van de pottebakkerof
liever pottenbakster, want het was
vrouwenarbeid zich naar harte
lust in vorm en versiering uitleven
en al spoedig werden ware kunst
werkenvan aardewerk vervaardigd.
Van dit ogenblik af behoort de
pottenbakkerskunst voor de prae
historicus tot een van de belangrijk
ste kenmerken voor het onderschei
den van de verschilledde culturen.
Landbouw
Door middel van pollenanaly-e
(stuif meelkorrelonderzoek) heeft
men kunnen nagaan, dat er in de
steentijd diverse graansoorten zoals
tarwe en gerst werden getee'd,
welke echter afwijken van de hui
dige typen. Zij waren o.a. kleiner
en telden minder korrels. Het is niet
uitgesloten, dat er ook andere dan
graangewassen werden verbouwd.
Voor de granen is de oorsprong
in het Midden-Oosten aan te wijzen.
In deze gebiedenzijnookde oudste
sporen van landbouw ontdekt.
Over de wijze waarop de grond
bewerkt werd is nog geen defini
tieve uitspraak te geven.
Er zijn ech'er aanwijzigingen, dat
er van een ploeg gebruik kan zijn
gemaakt.
Dodenverzorging
Wij willen allereerst eens stil
staan bij de verschillende vormen
der graven.
Deze waren niet alle van dezelfde
structuur. Er is reeds dadelijk een
onderscheid te maken tussen de
monumenten, waarin meerdere
doden zijn bijgezet en die welke
slechts vóór een persoon zijn ge
bouwd.
Deze grafheuvels komen voor op
de zandgronden, meestal op wat
hoger gelegen gebieden.
- Bij een aandachtige beschouwing
der grafheuvels, dat er veel aan is
waar te nemen, dat zowel op de
wijze van bijzetting betrekking
heeft, als op de manier waarop het
monument is opgebouwd.
Het bijzetten kan uiteenlopen van
het eenvoudig neerleggen op het
maaiveld (vlakgraftot het bepaal-
bouwsels voorziene grafkuil. Bij de
in kuilen begraven lichamen is ver
schillende malen geconstateerd, dat
zij op één zijde en met opgetrokken
knieën zijn neergelegd. Men heeft
dit in ons land vooral aan grond-
verkleuringen waargenomen (lijk-
silhouetten).
De grafheuvels kunnen naar
gelang de verschillende culturen al
of niet voorzien zijn van ring greppels
met of zonder palissaden, steen-
omkransing of volledige steenbe
dekking. De heuvels kunnen een
hoogte bereiken van pl.m. 2 meter,
de diameter kan variëren van 5 tot
15 meter.
De zorgvuldige wijze waarop de
graven zijn opgebouwd, de aan
wezigheid van grafgiften en de
houding van het lichaam, maken
duidelijk, dat het begraven van de
doden in de steentijd gepaard ging
met bijzondere riten en plechtig
heden.
De grafgiften bestaan voorname
lijk uit aardewerk, stenen voor
werpen, zoals bijlen, dolken, messen,
strijdhamers en pijlspitsen, barn-,
steen en in de laatste phase van
de jongsteentijd ook uit gouden en
koperen voorwerpen.
Wat Venray betreft zijn restanten
van bekercuituurgraven gevonden
op de Hansenberg en het Hoogrie-
broek.
Op laatstgenoemde plaats werd
zelfs een volledige touwbeker met
prachtige versiering gevonden. Dit
exemplaar is echter helaas in
vreemde handen terecht gekomen.
De hoge gronden in Noord-Lim
burg en dus ook het gebied van
Venray, hebben in die tijd een vol
komen ander karakter gehad dan
tegenwoordig. Het was een moeilijk
toegankelijk gebied met dichte,
maar niet hoge bossen, afgewisseld
door vennen en moerassen.
De praehistorische mens vond
hier dus een veilige wijkplaats hem
door de natuur klaar gemaakt. Dat
de mens die uitstekende woon
gelegenheid reeds vroegtijdig had
weten te ontdekken, getuigen de
diverse wapens en werktuigen van
vuursteen, welke er opgegraven
werden of toevallig aan de dag
traden bij 't rooien van bossen, of
't ontginnen van broek en heide
veld.
Wat Venray en omgeving betreft,
mogen wij ons gelukkig prijzen in
een tijdsbestek van 2—3 jaren een
23tal vindplaatsen van vuurstenen
bijlen opgespoord te hebben.
Hiervan zijn er 15 in het bezit
of in bruikleen gegeven aan het
Oudheidkundig Museum alhier, de
rest is helaas door oorlogshandel
ingen verloren geraakt.
Dein het Oudheidkundig Museum
geëxposeerde bijlen zijn alle van 't
z.g. West-Europese type, geheel
gepolijsd en volgens Dr. Modder
man, conservator van de Rijksdienst
voor oudheidkundig bodemonder
zoek, daterend uit het Nealithicum
(jongsteentijd 30001800 jaar voor
Christus.)
Deze Venray se vondsten zijn voor
de bestudering van de praehistorie
van uitermate grote waarde.
Immers door het vaststellen der
vindplaatsen en de bestudering der
vormen van diverse voorwerpen is
men in staat zich een beeld te
vormen van de verspreiding en
datering der diverse culturen
Deze studie wordt minitieus ver
richt, in samenwerking met de
Rijksdienst voor Oudheidkuudig
bodemonderzoek.
Het is voor ons een grote vol
doening te mogen constateren, dat
reeds vele inwoners van onze ge
meente hun daadwei kelijke belang
stelling hebben getoond door hun
vondsten te melden.
Wij mogen onze lezers er op
wijzen, dat een bezoek aan Venrays
Oudheidkundig Museum niet alleen
interessant is, doch reeds diverse
malen erioe heeft bijgedragen, dat
vondsten behouden zijn gebleven,
doordat men in de vilrines voor
werpen zag, welke overeenkomst
vertoonden met hetgeen men had
gevonden.
Hierdoor werd voorkomen, dat
het gevondene achteloos werd weg
gegooid.
Ten overvloede zij vermeld, dat
de vitrines van het Oudheidkundig
Museum voorlopig zijn onderge
bracht in de hal voor de raadzaal
van het Gemeentehuis.
Eenieder kan gedurende de uren
dat het Gemeentehuis geopend is,
deze vitrines gratis komen bezich
tigen.
Meent U ons inlichtingen of
vondstmeldingen te kunnen ver
schaffen, wendt u zich dan tot de
correspondent der Rijksdienst voor
Oudheidkundig bodemonderzoek.
BERN. KRUYSEN,
Markt 15 Tel. 1972.
Deze woorden werden gesproken
door Mephistopheles bij het onder
tekenen van zijn contract met
doctor Faust. Dergelijke overeen
komsten konden met geen andere
inkt worden bekrachtigd en zij
waren dan ook voor de eeuwigheid
geldig. Uit dit voorbeeld blijkt dui
delijk met welk een ontzag, ver
mengd met vrees en bijgeloof, de
mens van alle tijden en van alle
rassen de geheimzinnige rode vloei
stof „de drager van het leven", naar
hij niet ten onrechte vermoedde,
beschouwd heeft. Talrijk zijn de
woorden, uitdrukkingen en gebrui
ken die daaraan herinneren.
Ook wij, mensen van de twintig
ste eeuw, staan met respect tegen
over dit wonder en de feiten die de
wetenschap ons heeft kenbaar ge
maakt, hebben die eerder verdiept
dan verminderd.
In één min. doorstroomt 'n bloed-
golf voortgestuwd door 't hart
ons gehele lichaam, door alle slag
aderen, microscopische dunne haar
vaten en slagaderen, zonder één
plekje over te slaan. Waar géén
bloed komt, begint verstikking, ver
giftiging, verval, treedt de dood
binnen.
Levensbloed! Wie er teveel van
verliest, sterft. Soms als de medi
cus tijdig kan ingrijpen, kan de
vijand worden teruggedrongen en
één van de sterkste wapenen is....
bloed. Gezond mensenbloed, dat dus
dag en nacht op ieder uur, op alle
plaatsen waar mensen wonen, be
schikbaar dient te zijn.
Het is er in onze landen veelal,
dank zij hen die hun plicht van
naastenliefde verstaan hebben en
zich tijdig als donor bij de Bloed
transfusiedienst van het Neder-
landsche Roode Kruis hebben aan
gemeld.
Tijdig, want als de nood dikwijls
als een dief in de nacht komt
aankloppen, is er geen tijd meer
om toegeschoten levensredders op
bepaalde eigenschappen geneeskun
dig te onderzoeken. Daarom, wie
een medemens van de dood wil
redden: doe het nu, nu het nog tijd
is. Een briefkaart aan het Roode
Kruis, een telefoontje desnoods,
opent voor U de gelegenheid een
leven te redden.
Wie eenmaal, na geneeskundig
onderzoek, als donor is aanvaard;
heeft kans, dat hij tweemaal per
jaar wordt opgeroepen om een
halve liter bloed af te staan. Dat
kan hij gemakkelijk doen uit de
reserve die zijn gezonde lichaam
in voorraad heeft en die geleidelijk
weer wordt aangevuld. De gehele
operatie bestaat uit het gemakke
lijk plaatsnemen op een rustbank,
de arm ontbloten, een prikje (géén
erg pijnlijke prik!) voelen en na
een minuut of vijf weer opstaan en
een kopje pittige koffie drinken.
Dat is alles.
Ondertussen is Uw kostbare bloed,
door toevoeging van een bepaalde
stof tegen stollen behoed, al op
weg naar de patiënt, die nu na een
geslaagde operatie mede door
Uw hulp een redelijke kans
maakt er weer bovenop te komen.
Mogen wij U met dit resultaat van
harte feliciteren?
Er zijn gevallen waarin het toe
dienen van vers bloed niet mogelijk
is. Gelukkig is ook hiervoor een
oplossing gevonden. Uit het bloed
wordt een preparaat bereid, het
bloedplasma, dat geruime tijd kan
worden bewaard en bij rampen en
oorlogen levens kan behouden. Maar
ook hiervoor is gezond mensen
bloed nodig en als u gezond bent,
waar wacht u dan eigenlijk op,
toch niet op het ogenblik, dat het
te laat zal zijn?
Als U zich dan Uw verantwoor
delijkheid bewust zoudt worden, wat
zoudt U een spijt hebben!
Helpt Uw Roode Kruis helpen.
f0 oWt wrreRtrin^n j
jAKM fcvpottNfcf (-4
j financier«9«a j"
Hockey-nieuws
Onder een tropische hitte werd
er zondag j.l. op drie fronten ge-
hockeyed. De dames, wederom in
een jonge formatie, traden aan
tegen HC Deurne; ze werden ge
ducht afgestraft, getuige de 51-
nederlaag in eigen huis; dames we
zijn er nog lang niet!
Heren II speelden vriendschap
pelijk in Tegelen; ook hier waren
debutanten, die op een goede wed
strijd kunnen terugzien. Ook hier
een nederlaag. Uitslag 21.
De verrassing van de dag was
de wedstrijd Heren IR.A.F. Laar-
bruch Did., de militairen van de
vliegbasis aldaar. Onze sterkste for
matie liet goed spel zien; de ballen
werden goed gestopt en via mooi
open vleugelspel werd het Engelse
doel onder „vuur genomen".
Tegen onze verwachting in waren
we voor half-time in de meerder
heid. Met een 1—0-voorsprong be
gonnen we de 2e helft en zowel
Venray als onze sportieve Engelse
vrienden konden nog ieder twee
maal juichen. Weliswaar moesten
we in de slotfase nog even in de
verdediging, maar we „rukten" het
toch de eerste overwinning op dit
sterke team tot een feit te maken.
Begin september zullen we met
twee Herenteams en mogelijk ook
een damesteam een tegen-bezoek
aan Laarbruch brengen.
■«f AROL Elke tand een
VOOR EEN MODERN
TELEVISIETOESTEL
EN VAKKUNDIGE
PLAATSING ZORGT
W;l 1
van 19 mei 1909
Zaterdag werd alhier ter aarde
besteld het stoffelijk overschot van
de heer Mathijs Verriet, in leven
commissaris en penningmeester der
Fanfare „St Cecilia".
van 30 mei 1914
Maandag 1 juni 2e Pinkster
dag wordt alhier de 16e Limburgse
katholiekendag gehouden.
- Dinsdag werd alhier een zeld
zaam jubilé herdacht. Het was 50
jaren geleden, dat mej Drika Smits
bij de familie Arts, Patersstraat in
dienst trad. Door H.M. de Koningin
werd haar de medaille der Oranje-
Nassau Orde geschonken.
Dinsdag werd ten Raadhuize
aanbesteed het bouwen van de
tweede boerderij in de gemeente
ontginning het Zwarte Water. In
geschreven werd als volgt:
M. Nelissen, Oirlo f 7 600
MaasVollenberg, Venray 7 575
Louis Wijnhoven, 6.780
Gebr. Oudenhoven, 6 575
In \le boerderij van Jenniskens
aan het Laagriebroek ontstond
brand. Het gebouw brandde geheel
uit. Vee en inboedel werd gered.
Het bouwen van een paarden
stal met bergplaatsen voor de zuivel- j
fabriek te Oostrum, werd aange
nomen door Th. Vissers te Wans-
sum voor f 1.280.
Hoogste inschrijving bedroeg
f 1.800.
van 2 juni 1934
Onderhands werd aanbesteed
het bouwen van 'n woon- en winkel
huis aan de Hofstraat voor rekening
van de heer P. van Opbergen Fzn.
Laagste inschrijver Th. Kersten te
Overloon, voor f 8 975. De hoogste
inschrijving bedroeg f 10 650.
in haar tot mens.
Maria schonk aan God haar
bloed en levenssappen, zodat Chris
tus Zijn bloed kon vergieten voor
ons.
TWEEDE ZONDAG
PINKSTEREN.
NA
Voor de theologen kan het mis
schien geen raadsel zijn, maar voor
ons gewone mensen is het huwelijk
van Maria en Jozef maar moeilijk
te begrijpen.
Wanneer we in de Bijbel lezen,
komen we over dat huwelijk be
trekkelijk weinig tegen. St. Jozef
komt er bekaaid af.
Hij is de heilige in de schaduw
van het grote licht: Christus. Over
Maria komen we meer te weten,
ook al is het niet zoveel als wij
zouden willen.
Morgen zondag lezen we in het
Evangelie een tweegesprek tussen
de boodschapper van God, de engel
Gabriël en Maria, waarin het won
der van Gods menswording in
Maria wordt aangekondigd.
Uit dit tweegesprek blijkt, dat
Maria helemaal niet begreep wat
haar te wachten stond. Zij schrok,
zogt Lucas en zij vroeg zich af wat
de groet van de haar onbekende
boodschapper te betekenen zou
hebben.
Het is vrij gemakkelijk voor ons
om alles achteraf te reconstrueren
en te zeggen: Dit woord betekende
dit en dat woord betekende dat.
Maar Maria stond voor een groot
vraagteken. Toen de engel tegen
haar zei, dat zij de gezegende on
der de vrouwen was, begreep
Maria dit werkelijk niet.
En toen de engel haar zei, dat
zij een zoon zou krijgen, wist Maria
helemaal niet hoe zij het had. Zij
was wel verloofd, maar niet ge
trouwd. En het voor ons vertrouw
de feit, dat God in haar mens zou
worden, was voor Maria alleen in
het geloof op te lossen.
Voor dit mysterie heeft God
Maria geplaatst en met dit mys
terie voor ogen zei Maria in geloof
ja tegen God. Ze begreep dit ge
heid niet, maar toch verklaarde ze
zich de dienstmaagd van God en
werd zij Moeder van GoJ.
Met haar deemoedige dienstbaar
heid aan een zaak, die geen men
senverstand kan begrijpen, .heeft
Maria zich de titel van Koningin
verworven.
Zij heeft door haar aanvaarding
het Verlossingswerk van God, zoals
God dit wilde, mogelijk gemaakt.
Zij verdient de naam van mede-
verlosseres.
Door haar medewerking kon de
genade van God weer vrijuit stro
men over de aarde en is zij de
middelares aller genaden.
In Christus is Maria verheven
boven alle mensen tot koningin
van hemel en aarde. God grbeide
Deze vertegenwoordiger had een
paar borreltjes te veel gedronken.
Op zich zelf is dat niets bijzonders.
Vooral sinds enkele jaren geleden
het deelnemen aan het verkeer
onder invloed van drank als mis
drijf is gekenmerkt, blijkt dat ver
tegenwoordigers in dit opzicht een
bijzonder gevaarlijk beroep hebben.
Deze vertegenwoordiger bekende
vlot. De dokter had 1,60 pro mille
alcohol in zijn bloed gevonden en
de man was op een rechte weg,
zonder ander verkeer, met zijn
wagen over de kop geslagen. De
officier vorderde er een maand ge
vangenisstraf voor en zes maanden
ontzegging van de rijbevoegdheid,
beide voorwaardelijk, metdaarnaast
f 250 boete.
Tot zover was de hele zaak de
moeite van het vertellen niet waard.
Maar nu kwam de vertegenwoor
diger verslag doen van het ongeluk.
Het was avond. Eerst reed de
wagen normaal rechts. Daarop
raakte hij in de berm, reed 120
meter door, kwam weer op de straat,
reed aan de andere kant de berm
in, botste tegen een boom en sloeg
ondersteboven. De vertegenwoor
diger bleef onder de wagen liggen.
Hij toonde zich zeer dankbaar over
het feit, dat nog leefde.
Op dat ogenblik echter, toen hij
daar onder de omgeslagen auto lag
met 1,60 pro mille, kreeg hij het
tamelijk benauwd. Hij begon benard
om hulp te roepen, en hoe meer
het tot hem doordrong dat hij nog
leefde, des te harder schreeuwde
hij zijn noodkreten in de nacht.
Het stemgeluid werd weliswaar
gedempt door de omgeslagen'auto,
maar toch drong het geroep door
tot een landbouwer, die van een
verjaardag kwam. De man onder
de auto hoorde de voetstappen
naderen. Zij hielden op bij de wagen,
om zich daarna te verwijderen.
„Help, help dan toch!" schreeuw
de de benauwde vertegenwoordiger,
nu helemaal ontnuchterd.
„Ikke niet", riep de voorbijganger
terug, „Ik ga naar bed".
„Help, help", schreeuwde de man
onder de wagen. „Laat me hier toch
niet liggen!"
„Nee", antwoordde de landbouwer
beslist. „Ik heb nog nooit een dode
gezien, en ik kan niet tegen lijken.
Ik ga naar huis en naar bed. Wel
terusten".
De vertegenwoordiger, die zelf
ook enigszins was beschadigd, za
melde zijn laatste krachten bij el
kaar. „Man!" schreeuwde hij, „je
kunt toch wel horen dat ik niet
dood ben. Help me dan toch!".
De voetstappen hielden even op.
„Dat kun je nou wel zeggen",
luidde het antwoord, maar ik laat
me niet beetnemen. Ik kan geen
lijken zien."
De voetstappen verwijderden zich
en er kwam geen antwoord meer,
wat de benauwde vertegenwoor
diger ook riep.
Pas veel later heeft de politie
hem uit het karkas van de wagen
gehaald.
,Dat is al een flinke straf op
zichzelf geweest", vond de raads
man. „En dat niet alleen: het was
toch maar een kunststukje om de
auto weer op de weg te krijgen
na die 120 meter door de berm."
De rechter liet hij bij f 100 boete
het vertrouwen, dat de man
voortaan de borrel zal laten staan
als hij nog moet rijden.
Van Expo naar Bunde
De bevolking van het Zuidlim
burgse dorp Bunde, zal nog gene
raties lang dankbaar terugdenken
aan de Brusselse Wereldtentoon
stelling van 1958.
Een onderdeel van de Expo wordt
op het ogenblik in het centrum van
het dorp opnieuw opgebouwd. Een
heel klein gedeelte slechts, maar
het is ruim voldoende om 3unde
van een brandend probleem te ver
lossen: het gemis van een gemeente
huis. Dit heeft de bevolking te
danken aan een lumineus idee van
zijn jonge burgemeester mr R.A.J.
van de Ven.
Toen de Expo goed en wel op
gang was, in de lente van 1958, had
de burgemeester al een brief in zijn
zak, waarin aan het gemeentebe
stuur het recht van voorkeur werd
gegeven om het Nederlandse land-
bouwpaviljoen en het bijbehorende
restaurant te kopen voor de spot
prijs van rond 40.000 gulden.
Het paviljoen en het restaurant
zijn nu de glorie van het dorp.