ll&Ga
ral
Venrayse Confectie
Industrie
Jeugd en
bosbrandgevaar.
naaisters,
opmaaksters,
leerlingen.
TJ'sl
Een grote fles ca i*)
vruchtenlimonade
gratis
met IO°/o korting
Een zware
melk-chocoladereep gratis
met I0°/o korting
vraagt voor direct
Ook gehuwden komen in aanmerking,
eventueel voor halve dagen.
Hoog vast loon
Geen handwerk
huishoud-show
Week-aanbieding:
Ebberink
Butagas
MAXIS corset
Stam- en
stokslabonen
Eeuwige Lente
Keuken-
uitzetten
Overhemden
Weekend hemden
Ligstoelen
CORSETTEN
Zaterdag 16 mei 1959 No 20
TACHTIGSTE JAARGANG
CONFECTIE VAN
"EEN RIJK BEZIT
DRUK EN DITGAVE
GROTE STRAAT 28
PEEL EN MAAS
TELEFOON 512 GIRO 150852 WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
Wie de natuur wil beschermen moet de gevaren kennen, welke
haar bedreigen en weten door welke maatregelen deze bestreden
kunnen worden.
Het in ons land aanwezige natuurschoon wordt voor een zeer
groot gedeelte gevormd door bossen. Het grootste gevaar, dat de
bossen en daardoor het natuurschoon bedreigt is het brand
gevaar. Bosbrand betekent immers niet alleen een materiële
schade, die in ons houtarm land zeer ongewenst is, het betekent
ook een groot idieel verlies aan natuurschoon, aan flora en fauna
en aan recreatiegebied. Bosbrand schendt het landschap en het
duurt vele jaren alvorens de schade hersteld is.
De bosbrandbestrijding is derhalve een zeer voorname factor
bij de natuurbescherming en er moet geen middel onbeproefd
worden gelaten, waardoor het bosbrandgevaar beperkt zou kun
nen worden.
De Stichting Bosbrandbestrijding in Limburg meent dat in dit
opzicht zeer veel bereikt zou kunnen worden, als op de jeugd
een beroep gedaan zou worden om daarbij mede te werken.
Daarbij zou de jeugd zo goed mogelijk moeten worden ingelicht
omtrent de omstandigheden, die tot bosbrand kunnen leiden en
de nodige maatregelen ter voorkoming daarvan.
Er zou op gewezen moeten worden, dat bosbrand niet alleen
veroorzaakt kan worden door vuur in het bos als zodanig, maar
ook door vuur op langs of door de bossen lopende wegen, paden
en bermen, door vuur op brandbaar terrein, zoals heide, kap-
vlakten e.d., dat aan de bossen grenst, ongeacht de afstand van
het vuur tot het bos, en door vuur van b.v. brandstapels, waar
van de vonken naar het bos of naar een aan het bos grenzend
brandbaar terrein kunnen overspringen.
Vuur, dat door de wind gedreven, van top tot top der bomen
overspringt, noemt men vliegend vuur; vuur, dat zich over de
grond in het aldaar staande hout-, struik- en grasgewas uitbreidt,
noemt men lopend vuur, terwijl van kruipend vuur wordt ge
sproken, als het vuur in de grond zijn weg zoekt.
Er kan in het bos of op brandbaar terrein brand smeulend
vuur voorkomen, zonder dat de vlammen en de rook te zien
zijn. Als de vlammen hoog oplaaien en rookwolken opstijgen
is er uitslaande brand. De meeste bosbranden beginnen met
smeulend vuur.
De oorzaak van bosbrand kan maar hoogst zelden aan een toeval
of een ongeluk worden toegeschreven. Gelukkig behoort ook
opzettelijke brandstichting tot de uitzonderlijke oorzaken.
Daarentegen is de oorzaak van een bosbrand bijna steeds te
zoeken in de onvoorzichtigheid der mensen met vuur, niet alleen
vuur ontstoken in of in de nabijheid van de bossen, maar ook
ontstaan door roken in de bossen en op brandbaar terrein, waar
bij nog smeulende peukjes van sigaren of sigaretten of pijptabak
en nog gloeiende lucifers achteloos werden weggeworpen en dan
smeulend vuur veroorzaakten dat na enige tijd meestal als
de mensen reeds ver verwijderd waren in een uitslaande
brand ontaardde.
Zonder kwade bedoelingen, misschien zelfs met goede bedoelin
gen, wordt vaak in en nabij bossen of op brandbaar terrein, dat
daaraan grenst vuur gestookt, b.v. om onkruid te verdelgen of
afval op te ruimen e.d. Het vuur kan dan een veel grotere
omvang aannemen dan men verwacht had, het kan niet meer
in toom gehouden worden, zal het bos aantasten en in as leggen.
Het komt ook voor, dat vuur dat om een of andere reden is ge
stookt, als het doel bereikt is, onvoldoende wordt gedoofd. Het
vuur blijft ongemerkt smeulen, kruipt voort totdat het nieuw
voedsel vindt en dan weer uitslaat. Ook dan zijn er vaak geen
mensen meer ter plaatse aanwezig, die onmiddellijk met het blus-
singswerk zouden kunnen beginnen. Uit een en ander volgt, dat
bij roken en stoken in en nabij de bossen de grootst mogelijke
voorzichtigheid in acht genomen moet worden.
In het bijzonder dient de jeugd gewezen te worden op de brand
gevaarlijke tijden. Dit zijn de tijden van grote droogte, die niet
alleen in de warme zomer voorkomen, maar ook in de herfst,
in de winter en in het voorjaar, als er enige tijd oostelijke
winden hebben geheerst en weinig of geen neerslag heeft plaats
gehad. Hierbij komt, dat de gewassen dan weinig sap bevatten
en veel afgestorven en dus droge bladeren, naalden, takken en
planten de grond bedekken.
Het spreekt vanzelf, dat vooral in zulke tijden alles verme
den dient te worden, dat brandgevaar voor de bossen zou
kunnen veroorzaken. Helaas wordt daaraan in het voorjaar niet
de nodige aandacht geschonken. De werkzaamheden op het land
beginnen weer en er wordt ook buiten met de schoonmaak be
gonnen. Als de jeugd de groteren bezig ziet met stoken is ze maar
al te zeer geneigd dit voorbeeld te volgen zonder de daaraan
verbonden gevaren te kennen, zonder bij machte te zijn dit vuur
in toom te houden, en zonder het vuur, als dit uitgebrand is,
volledig te doven. Hetzelfde geldt als de jeugd o.a. in de herfst
in verband met plaatselijke gewoonten of tradities vuur stookt.
Dergelijke „vreugdevuren" kunnen wel eens groot leed veroor
zaken.
Een dergelijke brand moet zo spoedig mogelijk geblust worden.
Maar dit is niet ieder mans werk, maar is werk voor de
brandweer, vooral voor de bosbrandweer of personen, die van
het blussen van dergelijke branden goed op de hoogte zijn, zoals
de boeren en landarbeiders, vooral diegenen, die nabij de bossen
wonen. Als er dus brand opgemerkt wordt en vastgesteld is,
waar deze is uitgebroken, moeten deze onmiddellijk gewaar
schuwd worden, terwijl er ook voor gezorgd moet worden, dat de
brandmelding het gemeentebestuur, de politie of de brandweer
ten spoedigste bereikt. Meestal is er nabij grotere boscomplexen
ook in een of andere woning telefoon aanwezig, waarvan voor
het doorgeven der melding gebruik gemaakt kan worden. Daarbij
mag men niet vergeten, dat een begin van brand ook wel eens
door anderen geblust of ten minste beperkt kan worden door
het vuur b.v. met takken uit te slaan of met zand te bedekken,
terwijl brandbaar materiaal zoveel mogelijk uit het bereik van
EXTRA
AANBIEDINGEN
bij iedere 4 pullen VéGé-Bier
bij iedere 250 gram VéGé-Chocoladehagelslag
Deze aanbiedingen zijn geldig in district Oost-Brabant en
Noord-Limburg tot 17 mei en alleen afgehaald in de winkel.
Koffie-fijnproevers... nu vlaggen verzamelen bij
Paterssiraat 21 Telefoon 1055
Aanmelden aan hei atelier.
Na 6 uur Langeweg 42
Bezoekt de leuke
Woensdagavond
in Wilhelmina
Mooi fantasiegebreid
dameshemdje 1.68
bijpassend broekje 88
Ga nu over op
Alle inlichtingen bij
J.Coenen-Houtackers Zn
Hofstraat
Het beste corset
in de lagere prijsklasse
EBBERINK
dubbel en enkel z.dr.
gazon graszaad
Asef korrelmest
Schoolstraat 2
Super Kat, Edy, Isola.
BK, Domino, L)RU
in iedere samenstelling bij
I. Coenen-Houtackers &Zn
Hofstraat
nieuwste dessins
ook blousons
bij Ebberink
tuinstoelen
tuintateltjes
parasols
Het Warenhuis
fa. Th. Pouwels Zn.
Hofstraat 10 Tel. 566
Julianasingel 2
bij
EBBERINK
OUDERS, laat uw kinderen
eens heerlijk genieten aan het
water of in het zand.
Kinderschopjes, strandemmertjes,
kinderharkjes, slootnetjes, enz.
M. MUYSERS, Langstraat 28
het vuur verwijderd wordt. De brandmelding mag echter niet
achterwege blijven. Komt de brandweer ter plaatse, dan kan de
grotere jeugd vaak zeer goede diensten bewijzen door op veilige
afstand van het vuur volgens aanwijzingen van diegene, die bij
het blussingswerk de leiding heeft, bepaalde werkzaamheden te
verrichten, die dit werk vergemakkelijken. Kleine kinderen
staan daarbij echter maar in de weg afgezien van het gevaar
dat zij erbij lopen en moeten aan het bevel om zich te ver-
Er mag echter wel op gerekend worden, dat de jeugd bereid
gevonden wordt deel te nemen aan de natuurbescherming en
dus ook aan de bosbrandbestrijding en wat zij ten deze op school
leert, mee zal nemen in het verdere leven en in practijk brengen,