VROEGER EN NU
SPORT
PUROL
Moeder
De ontmoeting der geslachten
Uit Peel en Maas
De Archeologie (oudheidkunde), een hij
uitstek moderne wetenschap
Voor de polilierechler
Zeventig jaar geleden stierf
pater Damiaan Deveuster
Huidgenezing
Zaterdag 18 april 1959 No 16
TACHTIGSTE JAARGANG
H PEEL EN MAAS 39
DRUK EN ÜITOAVE FIRMA VAN DEN MÜNOKHOF TX7ÏT17VQT AT\ \T VPMDAV "ET1VI Cl IMTQ TDI7 W Ï?1\J ADVERTENTIE-PRIJS: 8 ct. perm.m. ABONNEMENT8-
GROTESTRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150052 W CClVOLilU V UUIV V Erl^l JA./* I JCflN UIVlO iI\Ul\.C(l\ PRIJS PER KWARTAAL f 1.40 BUITEN VENRAY f 1.60
Ook op dit gebied is er tegen
woordig veel veranderd in verge
lijking met vroeger. Vroeger, nog
niet zo heel lang geleden, heerste
b.v. de opvatting bijna algemeen:
jongens en meisjes moeten we in
de „gevaarlijke" leeftijd niet bij
elkaar gaan brengen, anders ge
beuren er „natuurlijk" ongelukken.
Want de erfzonde ....enz. Het was
de tijd dat men overal gevaren zag,
vooral wat betreft de kuisheid.
Daarom was er ook nog al verzet
tegen een gemengde middelbare
school. Men verzette zich zelfs
tegen het dansen omdat men daar
gevaren in zag.
Tegenwoordig geeft men er de
voorkeur aan de jongelui te laten
dansen in een omgeving waar het
er fatsoenlijk aan toegaat en ze
beschaafde manieren aan te leren
in een katholieke danscursus.
Vroeger wilde men de jongens en
meisjes zo lang mogelijk „onschul
dig" laten en men wachtte soms
met de voorlichting totdat ze gin
gen trouwen. Tegenwoordig wordt
op de verloofden-cursus de toe
komstige vaders en moeders geleerd,
later hun kinderen tijdig voorlich
ting te geven. Wat nog niet wil
zeggen: alles ineens vertellen, maar
geleidelijk aan, naar gelang de be
hoeften en de omstandigheden
waarin de jongens en meisjes
komen te verkeren, en steeds op
kiese wijze.
Uit het woord „onschuldig", dat
wij tussen aanhalingstekens hebben
gezet: je moet de jongens en
meisjes zo lang mogelijk „onschul
dig" laten, blijkt wel de opvatting
die men dikwijls had over de sexua-
liteit en wat dacrmee in verband
stond: Het geslachtelijke is eigen
lijk iets minder moois, iets mens
onwaardigs. maar God heeft het
nu eenmaal zo gewild. Het werd
en het wordt nog dikwijls helemaal
los van de, liefde gezien. Als ge
huwden hun „huwelijksplicht" goed
doen, is de zaak gezond, ook al is
de man een grote egoïst tegenover
zijn vrouw.
Vroeger werd ook al te veel ge
hamerd op de kuisheid, of liever
gezegd: de onkuisheid. Het leek
wel of er geen groter kwaad be
stond. Pas vooral op voor het
lichaam, het is een gevaar voor de
kuisheid: zo werd er gezegd. Als
de jongelui verkering kregen, en
al lang daarvoor, werd er gewaar
schuwd voor de gevaren van de
verkering. Nauwkeurig werd er
aangegeven welke liefdesuitingen
onzedig of onkuis waren.
Zo kwam er een overmatige druk
op het geweten. De angst belem
merde dikwijls een schone uitbloei
van de eerste liefde. Men ging
samen uit met het angstige gevoel:
als je niet voorzichtig bent, gebeurt
er zeker doodzonde. Een heleboel
mensen zijn er angstige mensen
door geworden, mensen die overal
zonde menen te zien. Anderen zijn
tengevolge hiervan het huwelijk
verkeerd gaan zien als een leven
waarin men zich ongeremd kan
overgeven aan datgene wat tevoren
verboden was.
Het christelijke van de christe
lijke kuisheid zag men vroeger ook
teveel in het negatieve, in het
anders erover denken dan anderen,
in het verbieden en veroordelen
van wat anderen toestaan en goed
keuren. Tegenwoordig gaat men
weer begrijpen dat het christendom
ook terzake van erotiek en sexua-
liteit bevrijding en verlossing moet
betekenen. Door de liefde voor de
persoon van de ander in het mid
delpunt te plaatsen, ontsnappen we
niet enkel aan de liefdeloosheid
van een kuisheidsmoraal die los
gemaakt is van het gebod van de
liefde, maar we worden dan tevens
bevrijd van overbodige angsten en
beklemdheden.
Wat die kuisheidsmoraal betreft,
schreef Fons Jansen in zijn boek
„Liefde": Vanwaar die vraag: „Wat
mag ik in de verkering Is dat
niet een blijk van naar zichzelf
toerekenen, en is dat niet hetzelfde
als de vraag: „In hoeverre mag ik
egoïstisch zijn?" Maar kan egoïsme
ooit tot geluk voeren Kan egoïs
me derhalve ooit geoorloofd zijn
Is het wel geoorloofd zijn meisje
te kussen op de meest zedige en
kalme manier die er bestaat, wan
neer ik dat doe enkel en alleen om
eigen genot
Was er vroeger een zekere min
achting voor het sexuele en een te
grote beklemtoning van de gevaren
op dat gebied, tegenwoordig heerst
er veel meer een overschatting van
het sexuele. En als een soort
wraakneming op die „moralistische
dictatuur" (al die verboden en
taboes) van vroeger, slaat men
naar een andere kant door. Nu
ziet men dikwijls helemaal geen
gevaren meer en stoort men zich
nergens meer aan, of alleen nog
maar aan de algemene mening of
publieke opinie, wat die erover
houdt.
De film en de televisie zorgen er
echter wel voor dat de mening bij
de mensen ingang vindt, dat een
heleboel dingen die men vroeger
niet mocht, nu gerust mogen. En
wat hoort men op kantoor, in werk
plaats, fabriek of atelier niet alle
maal voor meningen verkondigen
Wat een verhalen krijgen de jon
gelui er te horen. Zo is het leven
Bij de ouders zou het haar te
berge rijzen als zij die meningen
en verhalen te horen kwamen.
Ondanks dat tegenwoordig heel
de wereld van de volwassenen ver-
sexualiseerd is, of misschien juist
daarom heerst er bij ons nog grote
onwetendheid omtrent het geslach
telijke. Daarin voorzien door voor
lichting is niet voldoende. Er moet
ook een eerbiedige inwijding zijn
in het „mysterie" van het geslach
telijke.
Die inwijding gebeurt het beste
in een mooi gezin. De jongen kan
daar bij zijn moeder reeds heel
vroeg ervaren dat het vrouwelijk
geslacht zich onderscheidt als:
liefkozend, teder zorgend, bemin
nend enz. En het meisje kan bij
haar vader de mannelijkheid en de
vaderlijkheid ervaren als: leiding
gevend, sterkte, toewijding. Ook
de eigen zusjes en broertjes open
baren het geslachtelijke op hun
eigen wijze.
Het geslachtelijke kan immers
op velerlei wijze beleefd worden;
er zijn zoveel mogelijkheden. We
leven altijd als man of als vrouw
vanaf onze vroegste jeugd. Het is
een verderfelijke dwaling te menen
dat alleen de sexuele omgang in
de strikte zin van het woord de
hele sexualiteit uitmaakt, terwijl
ze toch slechts één van de vele
mogelijkheden is.
Dat man en vrouw volgens Gods
bedoelingen „één vlees" moeten zijn
betekent niet: één lichaam, maar
veel meer: dat zij samen één per
soon moeten uitmaken, d.w.z.: één
hart en één ziel moeten zijn. Dat
Eva „genomen is uit Adam" be
tekent, dat elke man in wezen een
zoekende is, een onvolledige helft,
waarin alleen door de vrouw wordt
voorzien, die dan ook zeer zinvol
zijn „wederhelft' wordt genoemd.
En wat die sexuele omgang in
de strikte zin betreft, die moet
dan toch minstens een teken van
liefde zijn, aangezien ze dojir God
Zelf op liefde en vruchtbaarheid
gericht is. Ze is iets heiligs, on
danks dat er in de practijk dikwijls
misbruik van wordt gemaakt.
Zo moeten de jongelui thuis van
hun eigen vader en moeder kunnen
ervaren, dat liefde heel iets anders
is dan wat ze in de bioscoop daar
meestal van te zien, of in roman
netjes van te lezen krijgen. Dat
liefde n.l. is: de ander leren ken
nen, verdragen, aanvaarden, zich
eraan overgeven enzovoort. En dat
er een heel leven voor nodig is
om de ander echt te leren kennen
en geheel te beminnen.
v.d. B.
van 17 april 1909
Paasmaandag is alhier een
St. Elisabeths vereniging opgelicht,
ten doel hebbende behoeftige
kraamvrouwen te steunen. Het be
stuur is samengesteld als volgt:
Mevr. dr. Etlerbeck, presidente;
mevr. H.Esser-Trijnes, secretaresse;
mevr. J. Poels-Poels, penning-
meesteresse; mevr. Wed. W. Poels,
magazijn-meesteresse en mevr. dr.
A. Janssen-Esser, mevr. C. Reijn-
ders en mevr. C. Esser-v. Geffen
als leden.
van 18 april 1914
De zilveren ere-medaille van
de Oranje Nassau-Orde werd toe
gekend aan mej. Drika Smits,
welke 50 jaren huishoudster was
bij de familie Arts.
De Eerw. Heer Henri Haen-
raets, droeg Eerste Paasdag zijn
plechtige eerste H. Mis op in de
Parochiekerk.
De heer Bern. Kruijien werd be
noemd tot secr.-penningmeester van
de Boerenbond.
van 21 april 1934
Het vergroten der kerk te
Castenray werd bij publieke aanbe
steding opgedragen aan de laagste
inschrijver, de heer Dinghs te
Castenray voor f 17.240.
Tot bestuursleden van Ven-
ray's Fanfarecorps werden gekozen
de heren Ant. Poels Jzn. en Jac.
Fonck.
Het echtpaar Jan Willems-
Reijnders, Bosweg alhier vierde de
gouden bruiloft.
Te Oirlo werd een bewaar
school geopend onder leiding van
de Zusters der Goddelijke Voor
zienigheid.
In brede kringen heerst nog de
opvatting, dat de archeologie... nu
ja, dan wel een soort wetenschap
is, maar dat de mensen die zich
hier druk over maken, toch eigen
lijk een soort goedaardige maniak
ken zijn, die, met voorbijzien van de
problemen van de eigen tijd, mis
schien zelfs wel als een vlucht uit
het heden, zich specialiseren op
lang verdwenen culturen.
Toch is deze mening ten enemale
onjuist. Niet alleen is, dank zij de
opgravingen, ons gehele wereld
beeld in de laatste vijftig jaar totaal
veranderd en verhelderd men
denke slechts aan wat wij nu weten
over Mesopotanië, de Aegeïsche
Archipel en Klein-Azië maar
bovendien draagt elk nieuw stukje
van de legkaart, dat met de meest
moderne middelen aan den bodem
wordt ontworsteld (vooral waar
het ons eigen land en streek be
treft) ertoe bij, dat wij meer in
zicht krijgen over de mensen die
onze voorouders waren.
In wezen waren zij niet zo heel
veel anders dan wij en zo laat
slechts uit het verleden het heden
zich volledig begrijpen. In dit licht
gezien, is de archeologie een wel
zeer moderne wetenschap.
Oudheidkundige vondsten
De historische kring Venray nu
stelt zich ten doel om alle kost
baarheden, door toeval of doel
bewust speurwerk weer aan de
oppervlakte gebracht, voor 't na
geslacht te bewaren en in 't plaat
selijk museum onder te brengen.
In een overzichtelijk geheel samen
gebracht tonen zij eens te meer
hoe noodzakelijk het is ons bodem
archief, dat niet onuitputtelijk is,
voor de toekomst vast te leggen,
zodat men ook dan in de gelegen
heid is de onvergankelijke waarden
van de menselijke geest te leren
kennen.
Helaas is hier reeds veel ver
loren gegaan, doch dank zij moei
zame en nauwkeurige naspeuringen
zijn wij er in geslaagd meer dan
honderd vindplaatsen van prae-
historisch materiaal te achterhalen.
De vindplaatsen van o.a. 23 vuur
stenen bijlen (waarvan 'n 15-tal
stuks in collectie museum Venray);
van vuurstenen messen, krabben,
pijlspitsen, van urnen uit diverse
urnevelden konden nog nauwkeurig
worden vastgesteld.
Als bijzonderheid dient vermeld,
dat in Venrayse bodem de op 4 na
de voornaamste bronsvondst van
Nederland, werd teruggevonden.
Het betreft hier 2 zwaarden, 2
lanspunten en 1 zeer zeldzame „ge
knikte" randbijl en een mantelspeld,
alles van brons.
Deze vondst, gedaan in 1935 in
de SmaktSpurkt, dateert van
pl.m. 14001350 voor Chr.
(In een nog te verschijnen artikel
over deze bronsvondst zal nog door
het Prae- en Proiohistorisch Insti
tuut te Amsterdam verstrekte ge
gevens, uitvoerig uitgewijd worden).
Het verheugt ons, dat Dr. Glaze-
ma, Directeur van de Rijksdienst
voor oudheidkundig bodemonder
zoek in gezelschap van het hoofd
van de afdeling documentatie, enige
tijd geleden een bezoek aan Venray
heeft gebracht om alle door ons
verzamelde gegevens op te nemen
Tracé van Rijksweg E-3
Verzoek van het Landbouw
schap ingewilligd
Op 3 april vorig jaar heelt het
Landb.schap een brief gezonden aan
de minister van verkeer en water
staat, inzake het tracé van rijks
weg E-3.
In deze brief deelde het Land
bouwschap mede, dat er een aantal
ernstige bezwaren bestond tegen
het toen vastgestelde tracé. Deze
bezwaren hadden betrekking op de
aantasting, de doorsnijding en nog
andere benadelingen van het tuin
bouwgebied rondom Venlo-Blerick
en tegen het afsnijden van een
aanzienlijke oppervlakte cultuur
grond van de bijbehorende bedrijfs
gebouwen in de gemeente Maas-
bree.
Deze zelfde bezwaren waren ook
naar voren gebracht door de Limb.
Land- en Tuinbouwbond.
Dit alles is voor de minister aan
leiding geweest deze aangelegenheid
opnieuw voor te leggen aan de
commissie van overleg voor de
wegen, welke de bezwaren van het
Landbouwschap redelijk achtte en
dienovereenkomstig aan de minis
ter heeft geadviseerd.
De minister van verkeer en wa
terstaat heeft thans aan het Land
bouwschap doen weten, dat hij het
advies van deze commissie heeft
gevolgd en dat het tracé van de
rijksweg E3 meer noordelijk is
geprojecteerd.
- Te Oirlo zal de Fanfare op
3 juni, kermis-zondag, het 25-jarig
bestaansfeest herdenken met een
groot muziekfeest.
in het documentatie archief, de z.g.
„archeologische bevolkingsregister"
Men is hierbij te werk gegaan
volgens 'n geheel nieuw systeem,
waarbij de Venrayse oudheidkun
dige gegevens, als eerste in den
lande volgens deze methode werden
geregistreerd.
Een schaduwarchief van deze ge
gevens zal ook via de oudheidkun
dige dienst voor bodemonderzoek
naar het Rijksarchief worden op
gezonden.
Voor deze registratie is het nodig
zoveel mogelijk omtrent de vind
plaats te weten, n.l. de gemeente,
het terrein en de naam van de
eigenaar, de juiste plaats waar de
vondst aan het licht is gekomen
(met opgave van de coördinaten)
enz.
Al deze gegevens nu worden in
geschreven op 'n daarvoor bestem
de kaart, waarop de classificatie's
(indelingen) voorkomen, n.l. de
typalogische, de topografische, de
chronologische en de technologische.
Dit betekent, dat men op 4 ver
schillende manieren gegevens om
trent hetzelfde voorwerp kan ver
krijgen.
Dank zij de hogelijk gewaardeer
de en onontbeerlijke medewerking
van diverse heren en instanties zijn
wij er in geslaagd reeds zeer waarde
volle gegevens te verzamelen.
Velen echter verkeren nog in de
mening, dat het melden van een
vondst stagnatie van hun werk
zaamheden tot gevolg zal'hebben.
Dit is niet waar!
Oudheidkundigen zijn practische
mensen, die Uw belangen respec
teren.
Zij zijn er van doordrongen, dat
het verrichten van hun onderzoe
kingen de op gang zijnde werken,
zoals landbouw, ruilverkaveling,
huizenbouw enz. niet mogen be
lemmeren. Er is dan ook geen
enkele reden om angst te hebben
een vondst te melden.
Niet zelden gebeurt het, dat de
vondstmelding en het daaruit voort
vloeiende onderzoek een vreugde
wordt voor de melder zelf.
Niemand immers is gespeend van
interesse in het grijze verleden
onzer voorgeslachten vooral als dit
zo onverwacht uit de bodem te
voorschijn komt.
Aarzel niet de telefoon van de
haak te nemen, om ons van Uw
ontdekking op de hoogte te stellen.
Het gaat erom om 't oude cultuur
goed van Venray en omgeving te
beschermen en te bewaren.
Correspondent R.O.B.
B. KRUYSEN,
Grote Markt 15
Venray Tel. 971.
Op de dagvaarding stond, dat ze
pas 28 was, maar ze zag er veel
ouder uit. De sporen van moeilijke
jaren had zelfs de kapper niet weg
kunnen werken, die kennelijk gis
teren nog een middag had besleed
om dat hei-blonde haar zo netjes
in de plooi te krijgen. Toch zag ze
er keurig uit. Maar die topper was
ongetwijfeld geleend van een buur
vrouw, die iets groter is.
„Volgende zaak", zei de rechter
en even later kwam ze binnen. Het
duurde even, want het tweejarig
dochtertje moest zo lang aan de
hand van ome plisie de gang op en
neer wandelen. Die hoefde er niet
bij te zijn op dit moeilijke ogen
blik.
De dagvaarding noemde het weg
nemen van een geringe hoeveelheid
tex iel. Eerst zij ze niet veel, maar
met de tranen kwam ook het ver
haal los; het verhaal, dat de rech
ter al lang kende uit de stukken
en dat een mens zijn hartzou laten
omdraaien in zijn lijf.
Ze had een blanco strafregister,
die vrouw, die eigenlijk nog maar
een meisje was. Ze was van fat
soenlijke kom af. Haar ouders had
den lang gewaarschuwd tegen dat
huwelijk. Maar die man deed zich
zo keurig voor en tenslotte was ze
toch maar met hem gaan trouwen.
Toen begon de ellende. De keurig
heid en de voorkomendheid waien
er gauw af. De kerel was te lui
om te werken. Zijn naam had in
de rechtszaal dezelfde uitwerking
als die van Chroesjtsjow op een
vroom bijbelgenootschap. Maar toch
wilde ze geen kwaad van hem
zeggen. „Hij is niet kwaad", zei ze,
„heus niet. Maar zo erg zwak..."
Er kwam een kind, en er was
geen geld. De garderobe van het
moedertje bestond uit zegge en
schrijve vier stuks, nauwkeurig ge
teld door de politie. En onder die
omstandigheden had ze zich aan
andermans kleren vergrepen. Voor
het dochtertje.
Haar bekentenis was één geschie
denis van kommer en zorg, één
lange poging om geen kwaad te
Hoela-meisjes, ananasplantages
en het schitterende strand van
Honolulu, waren de onderwerpen
van de talrijke reportages, bij ge
legenheid van de verheffing van
de Hawai-eilanden tot de 50ste
staat van de Verenigde Staten van
Amerika.
Het eiland Molokai, een buur-
eiland van Oahu, waarop Honolulu
ligt, kwam in de berichtgeving
nauwelijks voor.
De geschiedenis van dit eiland
past namelijk slecht in een propa
ganda voor toerisme en vacantie-
mogelijkheden.
Op Molokai werden vroeger de
melaatsen van heel de Ha%vai*
archipel bijeengebracht. 70 jaar
geleden stierf pater Damiaan De
veuster op dit eiland der melaat
sen. Het was de 15e april 1889.
In het jaar 1840 werd Damiaan
Deveuster in het Vlaamse plaatsje
Tremoloo geboren. Tot zijn acht
tiende jaar scheen hij voorbestemd
voor het boerenleven. Een missie
in zijn geboorteplaats was echter
de aanleiding, dat hij intrad bij de
Paters van de H.H. Harten, waar
zijn broer reeds als priester werk
zaam was.
In 1864 droeg neomist Damiaan
Deveuster zijn eerste H. Mis op,
niet in zijn geboorteplaats, waar
reeds alle voorbereidingen getrof
fen waren, maar in Honolulu. Hij
had er op gestaan direct na zijn
priesterwijding naar de missie ge
zonden te worden om er zijn zieke
broer te vervangen.
De grote wending in zijn leven
kwam in het jaar 1S73. De bisschop
van het district, Mgr. Malgret,
vertelde hem, dat het tot nu toe
onmogelijk geweest was een ziel
zorger voor de melaatsen op
Molokai te vinden. Direct verklaar
de de jonge priester zich bereid
naar Molokai te gaan. Toen pater
Damiaan er de zielzorg op zich
nam, wist hij, dat hij zijn eigen
doodvonnis ondertekend had. De
enige methode in die tijd om de
melaatsheid te bestrijden was de
melaatse af te zonderen, want wie
voor langere tijd met hen in aan
raking kwam, kon met zekerheid
aannemen na enige tijd tot hen te*
behoren. Van de toenmalige toe
standen op Molokai weten we zeer
weinig, want niemand waagde het
het eiland te betreden. De toestan
den, die pater Damiaan er vond
moeten verschrikkelijk geweest zijn.
Van een geregelde verpleging der
zieken was geen sprake. Zij die
reeds lange tijd ziek waren, ver
vuilden er. werden geheel aan zich
zelf overgelaten. Zij, bij wie de
ziekte nog in een beginstadium
verkeerde, trachtten de dood te
vergeten door zich te bedwelmen
en zich over te geven aan uitspat
tingen van allerlei aard.
„De zieken van Molokai, schreef
pater Damiaan, konden niet be
grijpen, dat een Europese priester
vrijwillig tot hen kwam om hen
nooit meer te verlaten." Zij wierpen
zich aan zijn vosten en kusten zijn
toog.
Pater Damiaan wist snel genoeg
wat hem te doen stond. Zijn pro
gramma omvatte drie punten:
helpen, werkgelegenheid bieden en
bekeren.
Direct na zyn aankomst op het
eiland begon hij met de bouw van
houten huizen, waarin de zware
zieken ondergebracht werden.
De anderen haalde hij over met
de bouw van de huizen te helpen.
Ook de aanleg van een water
leiding was een van zijn eerste
werken op Molokai.
De missionering gaf hem niet
veel moeilijkheden.
De zieken smeekten de pater om
het sacrament van het Doopsel.
Hij had geen lange bekeringspre-
ken nodig, want zijn voorbeeld was
het beste bewijs van de waarheid
van het Evangelie.
Dertien jaar na zijn komst op 't
eiland, toen zijn werk vaste vorm
had aangenomen, werd hij door de
melaatsheid getroffen.
Gedurende de vier jaar van zijn
ziekte bleven zijn vingers en de
palmen van zijn handen onaange
tast, zodat hij tot zijn dood de H.
Mis kon opdragen. Een voorteken
van God?
De vingers zijn immers altijd de
eerste lichaamsdelen die door de
ziekte aangetast worden.
Op de 15e april 1936 stonden op
een podium aan de haven van Ant
werpen de Belgische koning, de
bisschoppen, enige ministers en
leden van het corps diplomatique.
Saluutschoten klonken terwijl ma
trozen de houten kist aan land
droegen en in een met vier schim
mels bespande koets zetten.
Pater Damiaan keerde naar zijn
geboorteplaats terug, niet als de
eenvoudige boerenjongen zo hij
haar verlaten had, maar als een
martelaar van de naastenliefde, als
priester en heilige.
zeggen van een kwal van een vent;
een gefluisterde camouflage van
een mislukt leven.
Het recht moet zijn loop hebben.
Maarv ook voor de rechter is het
wel eens moeilijk, de stoffige wets
artikelen zo te hanteren, dat ze in
het kader van het werkelijke leven
passen.
De officier was 2ichibaar bi ij, dat
ons sirafrecht de mogelijkheid van
een voorwaardelijke veroordeling
kent. Een week voorwaardelijk, met
een jaar proeftijd. „Dan merkt u
er verder niets van, want het zal
toch wei niet weer gebeuren",
troostte de rechter. De gebruike
lijke vermaning kon in dit geval
achterwege blijven.
Zonder iets te zeggen haastte ze
zich opgelucht naar de gang. En
toen gebeurde er leis, dat wel enig
zal blijven in de historie van onze
rechtspleging. Moeke kwam terug,
met de kleine meid aan de hand.
„Dankjewel, ome", zei die netjes,
en alle ooms achter de groene tafel
kregen een handje. Zelfs de oude
griffier kwam er even van uit de
plooi.
'n Beentje in de vuilnisbak van
de beschaving.
Huidzuiverheid - Huidgezondheid
Puistjes verdrogen door Purol-poeder
Nieuwe aanwinsten van de R.K.
Leeszaal en Bibliotheek
Romans
Carlier, L. B. Action station-go
Carrière, J.C. Oom Hulot
Dana, R.H. Twee jaar voor de mast.
Eicke, D. De ondeugende heer
Hanselman.
Greene, G. Onze man in Havanna.
Hemingway E. Afscheid van de
wapenen.
Kirst H.H. Kultura 5
Mansfield, M. Nergens een vaderland
Noël de Gaulle, A.J. Cyaankalibi.
Schoonover, L. Een kroonprins in
ballingschap.
Seton, A. De stenen cirkel.
Stephan, K. De eed
Studie-boeken
Bosch, J. v.d. Dat was gezelschap;
bloemlezing.
Brandt, C D.J. Geschiedenis van de
tweede wereldoorlog
Greitemann, N. Oostenrijk; land
volk-cultuur.
Hilterman G.B.J. De toestand ln de
wereld.
Kinderen kennen geen
grenzen.
Maurik H.G. v. IJsland in de golf
stroom.
Meer, F. v.d. Oud-christelijke kunst.
Rutgers van der loeff-Basenau, A.
Zweden.
Skhroevers, M. Europa schildert.
VJierden, B.F. Gerard Walschap.
Willem Elsschot.
Zechlin, R. Kinderen moeten spelen.
Hockey-nieuws
Vergezeld van een groot aantal
supporters (de herenwedstrijd tegen
Geleen ging o.a. niet door) trokken
onze dames zondag j.l. naar „de
Langstraat" en wel naar Waalwijk,
om voor de promotie naar de 2e
klas de sticks met de Brabantse
meisjes te kruisen.
Hoewel we stiekem op een over
winning gehoopt hadden, moesten
we ons met de 0—0 uitslag tevre
den stellen.
Voor de rust was Venray over
wegend in het offensief; de tweede
helft was onbetwist voor Waalwijk.
Een spannende wedstrijd met aan
beide zijden goed hockey.
A.s. zondag, 19 april ontvangen
we DES Kaatsheuvel aan de Leunse-
weg. Een overwinning betekent het
tweede klasserschap; de wedstrijd
DESWaalwijk, eindigde in een
1—1-gelijkspel.
Met het voordeel van eigen ter
rein en de morele steun van de
talrijke supporters moet een over
winning in het bereik liggen.
De heren spelen zondag tegen de
goede buur Blerick, dat bij een
gelijkspel de kampioensvlag kan
hijsen... Zullen er zondag tweemaal
bloemen uitgedeeld kunnen worden?
Aanvang resp. 14.00 en 15.15 uur.
De stand van de heren per 6 april
was:
Concordia
14
23
44—14
Blerick II
12
21
33—14
Venray
12
17
32-13
Venlo III
12
11
21—20
Geleen I
12
8
23—24
Sittard I
12
8
10—30
Deurne II
14
7
18-52
Weert II
12
5
9—28