VROEGER EN NU SPORT PUROL Moeder De ontmoeting der geslachten Uit Peel en Maas De Archeologie (oudheidkunde), een hij uitstek moderne wetenschap Voor de polilierechler Zeventig jaar geleden stierf pater Damiaan Deveuster Huidgenezing Zaterdag 18 april 1959 No 16 TACHTIGSTE JAARGANG H PEEL EN MAAS 39 DRUK EN ÜITOAVE FIRMA VAN DEN MÜNOKHOF TX7ÏT17VQT AT\ \T VPMDAV "ET1VI Cl IMTQ TDI7 W Ï?1\J ADVERTENTIE-PRIJS: 8 ct. perm.m. ABONNEMENT8- GROTESTRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150052 W CClVOLilU V UUIV V Erl^l JA./* I JCflN UIVlO iI\Ul\.C(l\ PRIJS PER KWARTAAL f 1.40 BUITEN VENRAY f 1.60 Ook op dit gebied is er tegen woordig veel veranderd in verge lijking met vroeger. Vroeger, nog niet zo heel lang geleden, heerste b.v. de opvatting bijna algemeen: jongens en meisjes moeten we in de „gevaarlijke" leeftijd niet bij elkaar gaan brengen, anders ge beuren er „natuurlijk" ongelukken. Want de erfzonde ....enz. Het was de tijd dat men overal gevaren zag, vooral wat betreft de kuisheid. Daarom was er ook nog al verzet tegen een gemengde middelbare school. Men verzette zich zelfs tegen het dansen omdat men daar gevaren in zag. Tegenwoordig geeft men er de voorkeur aan de jongelui te laten dansen in een omgeving waar het er fatsoenlijk aan toegaat en ze beschaafde manieren aan te leren in een katholieke danscursus. Vroeger wilde men de jongens en meisjes zo lang mogelijk „onschul dig" laten en men wachtte soms met de voorlichting totdat ze gin gen trouwen. Tegenwoordig wordt op de verloofden-cursus de toe komstige vaders en moeders geleerd, later hun kinderen tijdig voorlich ting te geven. Wat nog niet wil zeggen: alles ineens vertellen, maar geleidelijk aan, naar gelang de be hoeften en de omstandigheden waarin de jongens en meisjes komen te verkeren, en steeds op kiese wijze. Uit het woord „onschuldig", dat wij tussen aanhalingstekens hebben gezet: je moet de jongens en meisjes zo lang mogelijk „onschul dig" laten, blijkt wel de opvatting die men dikwijls had over de sexua- liteit en wat dacrmee in verband stond: Het geslachtelijke is eigen lijk iets minder moois, iets mens onwaardigs. maar God heeft het nu eenmaal zo gewild. Het werd en het wordt nog dikwijls helemaal los van de, liefde gezien. Als ge huwden hun „huwelijksplicht" goed doen, is de zaak gezond, ook al is de man een grote egoïst tegenover zijn vrouw. Vroeger werd ook al te veel ge hamerd op de kuisheid, of liever gezegd: de onkuisheid. Het leek wel of er geen groter kwaad be stond. Pas vooral op voor het lichaam, het is een gevaar voor de kuisheid: zo werd er gezegd. Als de jongelui verkering kregen, en al lang daarvoor, werd er gewaar schuwd voor de gevaren van de verkering. Nauwkeurig werd er aangegeven welke liefdesuitingen onzedig of onkuis waren. Zo kwam er een overmatige druk op het geweten. De angst belem merde dikwijls een schone uitbloei van de eerste liefde. Men ging samen uit met het angstige gevoel: als je niet voorzichtig bent, gebeurt er zeker doodzonde. Een heleboel mensen zijn er angstige mensen door geworden, mensen die overal zonde menen te zien. Anderen zijn tengevolge hiervan het huwelijk verkeerd gaan zien als een leven waarin men zich ongeremd kan overgeven aan datgene wat tevoren verboden was. Het christelijke van de christe lijke kuisheid zag men vroeger ook teveel in het negatieve, in het anders erover denken dan anderen, in het verbieden en veroordelen van wat anderen toestaan en goed keuren. Tegenwoordig gaat men weer begrijpen dat het christendom ook terzake van erotiek en sexua- liteit bevrijding en verlossing moet betekenen. Door de liefde voor de persoon van de ander in het mid delpunt te plaatsen, ontsnappen we niet enkel aan de liefdeloosheid van een kuisheidsmoraal die los gemaakt is van het gebod van de liefde, maar we worden dan tevens bevrijd van overbodige angsten en beklemdheden. Wat die kuisheidsmoraal betreft, schreef Fons Jansen in zijn boek „Liefde": Vanwaar die vraag: „Wat mag ik in de verkering Is dat niet een blijk van naar zichzelf toerekenen, en is dat niet hetzelfde als de vraag: „In hoeverre mag ik egoïstisch zijn?" Maar kan egoïsme ooit tot geluk voeren Kan egoïs me derhalve ooit geoorloofd zijn Is het wel geoorloofd zijn meisje te kussen op de meest zedige en kalme manier die er bestaat, wan neer ik dat doe enkel en alleen om eigen genot Was er vroeger een zekere min achting voor het sexuele en een te grote beklemtoning van de gevaren op dat gebied, tegenwoordig heerst er veel meer een overschatting van het sexuele. En als een soort wraakneming op die „moralistische dictatuur" (al die verboden en taboes) van vroeger, slaat men naar een andere kant door. Nu ziet men dikwijls helemaal geen gevaren meer en stoort men zich nergens meer aan, of alleen nog maar aan de algemene mening of publieke opinie, wat die erover houdt. De film en de televisie zorgen er echter wel voor dat de mening bij de mensen ingang vindt, dat een heleboel dingen die men vroeger niet mocht, nu gerust mogen. En wat hoort men op kantoor, in werk plaats, fabriek of atelier niet alle maal voor meningen verkondigen Wat een verhalen krijgen de jon gelui er te horen. Zo is het leven Bij de ouders zou het haar te berge rijzen als zij die meningen en verhalen te horen kwamen. Ondanks dat tegenwoordig heel de wereld van de volwassenen ver- sexualiseerd is, of misschien juist daarom heerst er bij ons nog grote onwetendheid omtrent het geslach telijke. Daarin voorzien door voor lichting is niet voldoende. Er moet ook een eerbiedige inwijding zijn in het „mysterie" van het geslach telijke. Die inwijding gebeurt het beste in een mooi gezin. De jongen kan daar bij zijn moeder reeds heel vroeg ervaren dat het vrouwelijk geslacht zich onderscheidt als: liefkozend, teder zorgend, bemin nend enz. En het meisje kan bij haar vader de mannelijkheid en de vaderlijkheid ervaren als: leiding gevend, sterkte, toewijding. Ook de eigen zusjes en broertjes open baren het geslachtelijke op hun eigen wijze. Het geslachtelijke kan immers op velerlei wijze beleefd worden; er zijn zoveel mogelijkheden. We leven altijd als man of als vrouw vanaf onze vroegste jeugd. Het is een verderfelijke dwaling te menen dat alleen de sexuele omgang in de strikte zin van het woord de hele sexualiteit uitmaakt, terwijl ze toch slechts één van de vele mogelijkheden is. Dat man en vrouw volgens Gods bedoelingen „één vlees" moeten zijn betekent niet: één lichaam, maar veel meer: dat zij samen één per soon moeten uitmaken, d.w.z.: één hart en één ziel moeten zijn. Dat Eva „genomen is uit Adam" be tekent, dat elke man in wezen een zoekende is, een onvolledige helft, waarin alleen door de vrouw wordt voorzien, die dan ook zeer zinvol zijn „wederhelft' wordt genoemd. En wat die sexuele omgang in de strikte zin betreft, die moet dan toch minstens een teken van liefde zijn, aangezien ze dojir God Zelf op liefde en vruchtbaarheid gericht is. Ze is iets heiligs, on danks dat er in de practijk dikwijls misbruik van wordt gemaakt. Zo moeten de jongelui thuis van hun eigen vader en moeder kunnen ervaren, dat liefde heel iets anders is dan wat ze in de bioscoop daar meestal van te zien, of in roman netjes van te lezen krijgen. Dat liefde n.l. is: de ander leren ken nen, verdragen, aanvaarden, zich eraan overgeven enzovoort. En dat er een heel leven voor nodig is om de ander echt te leren kennen en geheel te beminnen. v.d. B. van 17 april 1909 Paasmaandag is alhier een St. Elisabeths vereniging opgelicht, ten doel hebbende behoeftige kraamvrouwen te steunen. Het be stuur is samengesteld als volgt: Mevr. dr. Etlerbeck, presidente; mevr. H.Esser-Trijnes, secretaresse; mevr. J. Poels-Poels, penning- meesteresse; mevr. Wed. W. Poels, magazijn-meesteresse en mevr. dr. A. Janssen-Esser, mevr. C. Reijn- ders en mevr. C. Esser-v. Geffen als leden. van 18 april 1914 De zilveren ere-medaille van de Oranje Nassau-Orde werd toe gekend aan mej. Drika Smits, welke 50 jaren huishoudster was bij de familie Arts. De Eerw. Heer Henri Haen- raets, droeg Eerste Paasdag zijn plechtige eerste H. Mis op in de Parochiekerk. De heer Bern. Kruijien werd be noemd tot secr.-penningmeester van de Boerenbond. van 21 april 1934 Het vergroten der kerk te Castenray werd bij publieke aanbe steding opgedragen aan de laagste inschrijver, de heer Dinghs te Castenray voor f 17.240. Tot bestuursleden van Ven- ray's Fanfarecorps werden gekozen de heren Ant. Poels Jzn. en Jac. Fonck. Het echtpaar Jan Willems- Reijnders, Bosweg alhier vierde de gouden bruiloft. Te Oirlo werd een bewaar school geopend onder leiding van de Zusters der Goddelijke Voor zienigheid. In brede kringen heerst nog de opvatting, dat de archeologie... nu ja, dan wel een soort wetenschap is, maar dat de mensen die zich hier druk over maken, toch eigen lijk een soort goedaardige maniak ken zijn, die, met voorbijzien van de problemen van de eigen tijd, mis schien zelfs wel als een vlucht uit het heden, zich specialiseren op lang verdwenen culturen. Toch is deze mening ten enemale onjuist. Niet alleen is, dank zij de opgravingen, ons gehele wereld beeld in de laatste vijftig jaar totaal veranderd en verhelderd men denke slechts aan wat wij nu weten over Mesopotanië, de Aegeïsche Archipel en Klein-Azië maar bovendien draagt elk nieuw stukje van de legkaart, dat met de meest moderne middelen aan den bodem wordt ontworsteld (vooral waar het ons eigen land en streek be treft) ertoe bij, dat wij meer in zicht krijgen over de mensen die onze voorouders waren. In wezen waren zij niet zo heel veel anders dan wij en zo laat slechts uit het verleden het heden zich volledig begrijpen. In dit licht gezien, is de archeologie een wel zeer moderne wetenschap. Oudheidkundige vondsten De historische kring Venray nu stelt zich ten doel om alle kost baarheden, door toeval of doel bewust speurwerk weer aan de oppervlakte gebracht, voor 't na geslacht te bewaren en in 't plaat selijk museum onder te brengen. In een overzichtelijk geheel samen gebracht tonen zij eens te meer hoe noodzakelijk het is ons bodem archief, dat niet onuitputtelijk is, voor de toekomst vast te leggen, zodat men ook dan in de gelegen heid is de onvergankelijke waarden van de menselijke geest te leren kennen. Helaas is hier reeds veel ver loren gegaan, doch dank zij moei zame en nauwkeurige naspeuringen zijn wij er in geslaagd meer dan honderd vindplaatsen van prae- historisch materiaal te achterhalen. De vindplaatsen van o.a. 23 vuur stenen bijlen (waarvan 'n 15-tal stuks in collectie museum Venray); van vuurstenen messen, krabben, pijlspitsen, van urnen uit diverse urnevelden konden nog nauwkeurig worden vastgesteld. Als bijzonderheid dient vermeld, dat in Venrayse bodem de op 4 na de voornaamste bronsvondst van Nederland, werd teruggevonden. Het betreft hier 2 zwaarden, 2 lanspunten en 1 zeer zeldzame „ge knikte" randbijl en een mantelspeld, alles van brons. Deze vondst, gedaan in 1935 in de SmaktSpurkt, dateert van pl.m. 14001350 voor Chr. (In een nog te verschijnen artikel over deze bronsvondst zal nog door het Prae- en Proiohistorisch Insti tuut te Amsterdam verstrekte ge gevens, uitvoerig uitgewijd worden). Het verheugt ons, dat Dr. Glaze- ma, Directeur van de Rijksdienst voor oudheidkundig bodemonder zoek in gezelschap van het hoofd van de afdeling documentatie, enige tijd geleden een bezoek aan Venray heeft gebracht om alle door ons verzamelde gegevens op te nemen Tracé van Rijksweg E-3 Verzoek van het Landbouw schap ingewilligd Op 3 april vorig jaar heelt het Landb.schap een brief gezonden aan de minister van verkeer en water staat, inzake het tracé van rijks weg E-3. In deze brief deelde het Land bouwschap mede, dat er een aantal ernstige bezwaren bestond tegen het toen vastgestelde tracé. Deze bezwaren hadden betrekking op de aantasting, de doorsnijding en nog andere benadelingen van het tuin bouwgebied rondom Venlo-Blerick en tegen het afsnijden van een aanzienlijke oppervlakte cultuur grond van de bijbehorende bedrijfs gebouwen in de gemeente Maas- bree. Deze zelfde bezwaren waren ook naar voren gebracht door de Limb. Land- en Tuinbouwbond. Dit alles is voor de minister aan leiding geweest deze aangelegenheid opnieuw voor te leggen aan de commissie van overleg voor de wegen, welke de bezwaren van het Landbouwschap redelijk achtte en dienovereenkomstig aan de minis ter heeft geadviseerd. De minister van verkeer en wa terstaat heeft thans aan het Land bouwschap doen weten, dat hij het advies van deze commissie heeft gevolgd en dat het tracé van de rijksweg E3 meer noordelijk is geprojecteerd. - Te Oirlo zal de Fanfare op 3 juni, kermis-zondag, het 25-jarig bestaansfeest herdenken met een groot muziekfeest. in het documentatie archief, de z.g. „archeologische bevolkingsregister" Men is hierbij te werk gegaan volgens 'n geheel nieuw systeem, waarbij de Venrayse oudheidkun dige gegevens, als eerste in den lande volgens deze methode werden geregistreerd. Een schaduwarchief van deze ge gevens zal ook via de oudheidkun dige dienst voor bodemonderzoek naar het Rijksarchief worden op gezonden. Voor deze registratie is het nodig zoveel mogelijk omtrent de vind plaats te weten, n.l. de gemeente, het terrein en de naam van de eigenaar, de juiste plaats waar de vondst aan het licht is gekomen (met opgave van de coördinaten) enz. Al deze gegevens nu worden in geschreven op 'n daarvoor bestem de kaart, waarop de classificatie's (indelingen) voorkomen, n.l. de typalogische, de topografische, de chronologische en de technologische. Dit betekent, dat men op 4 ver schillende manieren gegevens om trent hetzelfde voorwerp kan ver krijgen. Dank zij de hogelijk gewaardeer de en onontbeerlijke medewerking van diverse heren en instanties zijn wij er in geslaagd reeds zeer waarde volle gegevens te verzamelen. Velen echter verkeren nog in de mening, dat het melden van een vondst stagnatie van hun werk zaamheden tot gevolg zal'hebben. Dit is niet waar! Oudheidkundigen zijn practische mensen, die Uw belangen respec teren. Zij zijn er van doordrongen, dat het verrichten van hun onderzoe kingen de op gang zijnde werken, zoals landbouw, ruilverkaveling, huizenbouw enz. niet mogen be lemmeren. Er is dan ook geen enkele reden om angst te hebben een vondst te melden. Niet zelden gebeurt het, dat de vondstmelding en het daaruit voort vloeiende onderzoek een vreugde wordt voor de melder zelf. Niemand immers is gespeend van interesse in het grijze verleden onzer voorgeslachten vooral als dit zo onverwacht uit de bodem te voorschijn komt. Aarzel niet de telefoon van de haak te nemen, om ons van Uw ontdekking op de hoogte te stellen. Het gaat erom om 't oude cultuur goed van Venray en omgeving te beschermen en te bewaren. Correspondent R.O.B. B. KRUYSEN, Grote Markt 15 Venray Tel. 971. Op de dagvaarding stond, dat ze pas 28 was, maar ze zag er veel ouder uit. De sporen van moeilijke jaren had zelfs de kapper niet weg kunnen werken, die kennelijk gis teren nog een middag had besleed om dat hei-blonde haar zo netjes in de plooi te krijgen. Toch zag ze er keurig uit. Maar die topper was ongetwijfeld geleend van een buur vrouw, die iets groter is. „Volgende zaak", zei de rechter en even later kwam ze binnen. Het duurde even, want het tweejarig dochtertje moest zo lang aan de hand van ome plisie de gang op en neer wandelen. Die hoefde er niet bij te zijn op dit moeilijke ogen blik. De dagvaarding noemde het weg nemen van een geringe hoeveelheid tex iel. Eerst zij ze niet veel, maar met de tranen kwam ook het ver haal los; het verhaal, dat de rech ter al lang kende uit de stukken en dat een mens zijn hartzou laten omdraaien in zijn lijf. Ze had een blanco strafregister, die vrouw, die eigenlijk nog maar een meisje was. Ze was van fat soenlijke kom af. Haar ouders had den lang gewaarschuwd tegen dat huwelijk. Maar die man deed zich zo keurig voor en tenslotte was ze toch maar met hem gaan trouwen. Toen begon de ellende. De keurig heid en de voorkomendheid waien er gauw af. De kerel was te lui om te werken. Zijn naam had in de rechtszaal dezelfde uitwerking als die van Chroesjtsjow op een vroom bijbelgenootschap. Maar toch wilde ze geen kwaad van hem zeggen. „Hij is niet kwaad", zei ze, „heus niet. Maar zo erg zwak..." Er kwam een kind, en er was geen geld. De garderobe van het moedertje bestond uit zegge en schrijve vier stuks, nauwkeurig ge teld door de politie. En onder die omstandigheden had ze zich aan andermans kleren vergrepen. Voor het dochtertje. Haar bekentenis was één geschie denis van kommer en zorg, één lange poging om geen kwaad te Hoela-meisjes, ananasplantages en het schitterende strand van Honolulu, waren de onderwerpen van de talrijke reportages, bij ge legenheid van de verheffing van de Hawai-eilanden tot de 50ste staat van de Verenigde Staten van Amerika. Het eiland Molokai, een buur- eiland van Oahu, waarop Honolulu ligt, kwam in de berichtgeving nauwelijks voor. De geschiedenis van dit eiland past namelijk slecht in een propa ganda voor toerisme en vacantie- mogelijkheden. Op Molokai werden vroeger de melaatsen van heel de Ha%vai* archipel bijeengebracht. 70 jaar geleden stierf pater Damiaan De veuster op dit eiland der melaat sen. Het was de 15e april 1889. In het jaar 1840 werd Damiaan Deveuster in het Vlaamse plaatsje Tremoloo geboren. Tot zijn acht tiende jaar scheen hij voorbestemd voor het boerenleven. Een missie in zijn geboorteplaats was echter de aanleiding, dat hij intrad bij de Paters van de H.H. Harten, waar zijn broer reeds als priester werk zaam was. In 1864 droeg neomist Damiaan Deveuster zijn eerste H. Mis op, niet in zijn geboorteplaats, waar reeds alle voorbereidingen getrof fen waren, maar in Honolulu. Hij had er op gestaan direct na zijn priesterwijding naar de missie ge zonden te worden om er zijn zieke broer te vervangen. De grote wending in zijn leven kwam in het jaar 1S73. De bisschop van het district, Mgr. Malgret, vertelde hem, dat het tot nu toe onmogelijk geweest was een ziel zorger voor de melaatsen op Molokai te vinden. Direct verklaar de de jonge priester zich bereid naar Molokai te gaan. Toen pater Damiaan er de zielzorg op zich nam, wist hij, dat hij zijn eigen doodvonnis ondertekend had. De enige methode in die tijd om de melaatsheid te bestrijden was de melaatse af te zonderen, want wie voor langere tijd met hen in aan raking kwam, kon met zekerheid aannemen na enige tijd tot hen te* behoren. Van de toenmalige toe standen op Molokai weten we zeer weinig, want niemand waagde het het eiland te betreden. De toestan den, die pater Damiaan er vond moeten verschrikkelijk geweest zijn. Van een geregelde verpleging der zieken was geen sprake. Zij die reeds lange tijd ziek waren, ver vuilden er. werden geheel aan zich zelf overgelaten. Zij, bij wie de ziekte nog in een beginstadium verkeerde, trachtten de dood te vergeten door zich te bedwelmen en zich over te geven aan uitspat tingen van allerlei aard. „De zieken van Molokai, schreef pater Damiaan, konden niet be grijpen, dat een Europese priester vrijwillig tot hen kwam om hen nooit meer te verlaten." Zij wierpen zich aan zijn vosten en kusten zijn toog. Pater Damiaan wist snel genoeg wat hem te doen stond. Zijn pro gramma omvatte drie punten: helpen, werkgelegenheid bieden en bekeren. Direct na zyn aankomst op het eiland begon hij met de bouw van houten huizen, waarin de zware zieken ondergebracht werden. De anderen haalde hij over met de bouw van de huizen te helpen. Ook de aanleg van een water leiding was een van zijn eerste werken op Molokai. De missionering gaf hem niet veel moeilijkheden. De zieken smeekten de pater om het sacrament van het Doopsel. Hij had geen lange bekeringspre- ken nodig, want zijn voorbeeld was het beste bewijs van de waarheid van het Evangelie. Dertien jaar na zijn komst op 't eiland, toen zijn werk vaste vorm had aangenomen, werd hij door de melaatsheid getroffen. Gedurende de vier jaar van zijn ziekte bleven zijn vingers en de palmen van zijn handen onaange tast, zodat hij tot zijn dood de H. Mis kon opdragen. Een voorteken van God? De vingers zijn immers altijd de eerste lichaamsdelen die door de ziekte aangetast worden. Op de 15e april 1936 stonden op een podium aan de haven van Ant werpen de Belgische koning, de bisschoppen, enige ministers en leden van het corps diplomatique. Saluutschoten klonken terwijl ma trozen de houten kist aan land droegen en in een met vier schim mels bespande koets zetten. Pater Damiaan keerde naar zijn geboorteplaats terug, niet als de eenvoudige boerenjongen zo hij haar verlaten had, maar als een martelaar van de naastenliefde, als priester en heilige. zeggen van een kwal van een vent; een gefluisterde camouflage van een mislukt leven. Het recht moet zijn loop hebben. Maarv ook voor de rechter is het wel eens moeilijk, de stoffige wets artikelen zo te hanteren, dat ze in het kader van het werkelijke leven passen. De officier was 2ichibaar bi ij, dat ons sirafrecht de mogelijkheid van een voorwaardelijke veroordeling kent. Een week voorwaardelijk, met een jaar proeftijd. „Dan merkt u er verder niets van, want het zal toch wei niet weer gebeuren", troostte de rechter. De gebruike lijke vermaning kon in dit geval achterwege blijven. Zonder iets te zeggen haastte ze zich opgelucht naar de gang. En toen gebeurde er leis, dat wel enig zal blijven in de historie van onze rechtspleging. Moeke kwam terug, met de kleine meid aan de hand. „Dankjewel, ome", zei die netjes, en alle ooms achter de groene tafel kregen een handje. Zelfs de oude griffier kwam er even van uit de plooi. 'n Beentje in de vuilnisbak van de beschaving. Huidzuiverheid - Huidgezondheid Puistjes verdrogen door Purol-poeder Nieuwe aanwinsten van de R.K. Leeszaal en Bibliotheek Romans Carlier, L. B. Action station-go Carrière, J.C. Oom Hulot Dana, R.H. Twee jaar voor de mast. Eicke, D. De ondeugende heer Hanselman. Greene, G. Onze man in Havanna. Hemingway E. Afscheid van de wapenen. Kirst H.H. Kultura 5 Mansfield, M. Nergens een vaderland Noël de Gaulle, A.J. Cyaankalibi. Schoonover, L. Een kroonprins in ballingschap. Seton, A. De stenen cirkel. Stephan, K. De eed Studie-boeken Bosch, J. v.d. Dat was gezelschap; bloemlezing. Brandt, C D.J. Geschiedenis van de tweede wereldoorlog Greitemann, N. Oostenrijk; land volk-cultuur. Hilterman G.B.J. De toestand ln de wereld. Kinderen kennen geen grenzen. Maurik H.G. v. IJsland in de golf stroom. Meer, F. v.d. Oud-christelijke kunst. Rutgers van der loeff-Basenau, A. Zweden. Skhroevers, M. Europa schildert. VJierden, B.F. Gerard Walschap. Willem Elsschot. Zechlin, R. Kinderen moeten spelen. Hockey-nieuws Vergezeld van een groot aantal supporters (de herenwedstrijd tegen Geleen ging o.a. niet door) trokken onze dames zondag j.l. naar „de Langstraat" en wel naar Waalwijk, om voor de promotie naar de 2e klas de sticks met de Brabantse meisjes te kruisen. Hoewel we stiekem op een over winning gehoopt hadden, moesten we ons met de 0—0 uitslag tevre den stellen. Voor de rust was Venray over wegend in het offensief; de tweede helft was onbetwist voor Waalwijk. Een spannende wedstrijd met aan beide zijden goed hockey. A.s. zondag, 19 april ontvangen we DES Kaatsheuvel aan de Leunse- weg. Een overwinning betekent het tweede klasserschap; de wedstrijd DESWaalwijk, eindigde in een 1—1-gelijkspel. Met het voordeel van eigen ter rein en de morele steun van de talrijke supporters moet een over winning in het bereik liggen. De heren spelen zondag tegen de goede buur Blerick, dat bij een gelijkspel de kampioensvlag kan hijsen... Zullen er zondag tweemaal bloemen uitgedeeld kunnen worden? Aanvang resp. 14.00 en 15.15 uur. De stand van de heren per 6 april was: Concordia 14 23 44—14 Blerick II 12 21 33—14 Venray 12 17 32-13 Venlo III 12 11 21—20 Geleen I 12 8 23—24 Sittard I 12 8 10—30 Deurne II 14 7 18-52 Weert II 12 5 9—28

Peel en Maas | 1959 | | pagina 1