Alcoholisme,
VROEGER EN NU
OPENLIJK DANK
Derde Orde.
Jachtwet
Hulp in de huishouding
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN P K 'ZFÏÏF 'kwakt A A L t 1P1U BUITEN VEIS'BAY t 1.80
Op Paasmaandag
van
vertrappen de boeren
het graan
Uit
Peel en Maas
P.MO OREN
Verhelderend rapport van V.K.A.J.
een internationaal probleem.
Zaterdag 11 april 1959 No 15
TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNOKHOF
GROTESTRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150652
Op Paasmaandag vertrappen tien
tallen paardenhoeven het jonge
graan op de akkers van Haeken-
dover in België. Wanneer de boer
de ruiters de toegang tot zijn akkers
zou weigeren, dan zouden de halmen
wel groeien, maar zij zouden leeg
blijven.
Vertelt de legende niet, dat er
eens een landbouwer was, die hals
starrig weigerde de processie over
zijn land te laten trekken? Niets
oogstte hij op zijn velden, slechts
lege tarwehalmen.
Voor Haekendover in België is j en de helle stemmen van de zin-
Tweede Paasdag de grote dag. Dan I gende knapen zinderen over de
Hartelijk dank aan hen, die op een andere wijze hun spontane
hulp boden bij de oproep om de grote nood in Afrika te helpen
lenigen. Veel ongelukkigen zullen er weer blij gemaakt kunnen wor
den. Wat is er mooier in 't leven dan een mens in nood gelukkig te
maken. De hier daadwerkelijke vervulling van 't grote gebod van de
liefde tot God en mens maakt van de gever weer een edeler en beter
mens. Hij verstaat 't woord: „Wie de goederen der wereld bezit en
zijn broeder in nood ziet, maar zijn hart voor hem sluit, hoe blijft
dan in hem de liefde tot God".
In vergelijking met Afrika, waar o.a. nog 3 miljoen melaatsen
leven, verkeren wij hier in een paradijs. Wat hier waardeloos wordt
opgeruimd, is ginds een rijkdom. Daarom is er nog steeds gelegen
heid iets voor een ziekenhuis of melaatsenkamp bij te dragen.
Ruim bij de schoonmaak echt eens op, alles is welkom!
Aan 't slot van uw leven zal O.L. Heer niet vragen: Hebt U uw
zaak uitgebreid, bent U erin geslaagd uw bedrijf te vergroten, spreekt
uw kind Engels, kan uw dochter piano spelen.
Aan 't slot van uw leven is dat allemaal niet belangrijk, niet
beslissend. God zal U vragen: „Hebt U zich 't lot van de mensen
aan de schaduwkant van 't leven aangetrokken. Hebt U zoals Ik
de armen te eten gegeven, de naakten gekleed, de zieken bezocht en
de dorstigen te drinken gegeven."
Dat zal Hij vragen en wat zult gij antwoorden?
Men kan nog steeds 't een en ander bezorgen aan Paterskloos-
ter Leunseweg (Giro: Minderbroedersklooster 138290 met vermelding:
voor Afrika.)
Meer toenadering tot de Protestanten
gaat de jaarlijkse processie uit en
deze lokt een ongemene toeloop van
gelovigen.
Uit alle hoeken van België voor
namelijk uit het Hagelandenuitde
Kempen, uit West-Brabant, uit
andere landen, bijzonder uit Neder
land (Breda en omstreken maar
ook de Meierij) komen duizenden
en duizenden bedevaarders er naar
toe om de bescherming van de Zalig
maker af te smeken. Enig is dan
ook het schouwspel, dat men op
Paasmaandag in de velden van
Haekendover genieten kan.
Het overgrote deel der bedevaart
gangers geraakt natuurlijk in de
kerk zelf niet binnen. Naar oude
loffelijke gewoonte maken zij,
terwijl ze bidden, een. rondgang.
Na de H. Mis, omsteeks 11 uur,
wordt het H. Sacrament plechtig
buitengedragen. De talrijke groe
pen, die aan de processie deelnemen
en die in de aanpalende straten op
gesteld staan, komen in beweging,
lelemaal vooraan rijden de boeren
zoons, fier en fiks op hun voor
deze gelegenheid fijn geroskamde
en verzorgde paarden.
Door de smalle straatjes gaat het
traag naar de heuvelachtige west
kant van het dorp.
Af en toe hinniken de zware
Een van de veranderingen die de
laatste tijd opvallen, is dat er meer
toenadering komt tussen katholie
ken en protestanten. Vroeger had
den wij katholieken veel meer een
afwerend houding tegenover hen
aangenomen. Wij beschouwden hen
als ketters, als vijanden van het
ware geloof.
Katholieken die uit het Noorden
komen, kunnen daar meer over
meepraten. Ze herinneren zich mis
schien nog volledige veldslagen, die
reeds door kinderen van de katho
lieke lagere school gevoerd werden
tegen kinderen van de protestantse
school. De volwassen katholieken
voelden vroeger een beetje ge
wetensbezwaar als ze bij protes
tanten in plaats van bij geloofs
genoten gingen winkelen.
Tegenwoordig is dat heel anders.
Men is er nu zoveel mogelijk op
bedacht om geen protestant ook
maar in het minst te stoten. We
spreken ook liever niet meer van
protestanten, maar van anders
denkenden. We maken het tegen
woordig mee, dat in grotere plaat
sen met Kerstmis katholieken en
protestanten in grote getale tesa-
men komen om de geboorte van
de Verlosser te vieren door het
gezamenlijk zingen van Kerstliede
ren. Men ziet dan een pastoor en
een dominee broederlijk naast
elkaar zitten, en belden spreken
achtereenvolgens de mensen toe.
In veel plaatsen bestaan gespreks
groepen waar geregeld priesters
en dominees met elkaar van ge
dachten wisselen, om zo tot meer
wederzijds begrip te komen.
Die toenadering tussen de chris
tenen van een verschillende geloofs
belijdenis is een verschijnsel dat
overal in de wereld waar te nemen
is. We noemen dat met een vreemd
woord: oecumenische gezindheid.
Het is het streven van de christe
nen naar eenheid. Men kan het
niet meer onverschillig aanzien,
dat de wereld in plaats van een
eendrachtig en broederlijk samen
leven en samenwerken van allen
die in Christus als in hun Verlos
ser geloven, het beeld te zien geeft
van een verscheurde christenheid.
Men zou zo graag willen komen
tot de éne Kerk, die Christus ge
sticht heeft.
De eenheid onder alle christenen
is toch ook de vurigste wens van
Christus zelf Op de avond, voordat
Hij Zich voor ons aller heil op
offerde aan het kruis, heeft Hij
nog met zo'n grote aandrang daar
voor tot Zijn Vader gebeden:
„Mogen ze allen één zijn..."
Wij katholieken moeten veel meer
oecumenisch gezind zijn. Dat is
even wezenlijk voor ons katholiek
zijn als liefde en ijver hebben voor
het missiewerk. Daar ontbreekt bij
ons katholieken anders nog heel
veel aan.
Onze nieuwe Paus heeft nog
kortgeleden erop gewezen, dat ook
de katholieken veel schuld hebben
met betrekking tot de ontzettende
verdeeldheid onder de christenen.
We hebben o.a. te weinig de liefde
beoefend ten opzichte van de ge
scheiden broeders in Christus en
alleen maar met hen getwist over
dogmatische verschillen. We heb
ben ook te weinig gebeden om die
eenheid van God af te smeken.
Wij katholieken hadden teveel een
voldaan gevoel over het veilig be
zitten van het ware geloof, zonder
de prikkel en de bezorgdheid te
voelen om anderen daarin te laten
delen. Wij hebben teveel gelet op
de verschillen in meerdere geloofs
waarheden, en te weinig op het
vele dat wij met hen gemeen heb
ben, het geloof vooral in Christus
de Verlosser van de wereld en het
Doopsel, waardoor wij ons toch
nauw met hen verbonden moesten
voelen.
Zonder overdrijven mogen we
gerust zeggen, dat een katholiek
die niet oecumenisch gezind is, de
tekenen van deze tijd niet meer
verstaat. We moeten veel meer
toenadering zoeken met onze an
dersdenkende broeders in Christus.
Ook in ons katholieke zuiden krij
gen we er steeds meer mee te
maken.
Wij katholieken mogen niet lan
ger afwijzend staan tegenover de
vaste overtuiging van de protes
tanten in de Bijbel alles te vinden
wat God ons mensen te zeggen
heeft; en verder dat het geloof in
Christus alleen ons kan redden, en
ook dat de gelovigen allen deel heb
ben in Christus' priesterschap. Wij
moeten zelfs die overtuiging tot
de onze maken omdat zij op de
volle waarheid berust. En wij
moeten dat ook tonen door o.a.
meer in de Heilige Schrift te lezen
en door verder meer uit het geloof
te handelen en niet alleen omdat
het nu eenmaal de gewoonte en
traditie is.
Dat onze Paus de oecumenische
gezindheid bij ons allen wil zien
groeien, blijkt wel heel duidelijk
uit zijn voornemen binnenkort een
Algemeen Concilie bijeen te roepen
met als voornaamste doel: een
stap nader te komen tot de eenheid
onder alle christenen.
Die aankondiging van het Con
cilie is door de gescheiden broeders
in Christus over heel de wereld
ontvangen met ontroering, vol
blijde hoop en met groot enthou
siasme.
Of het tot die eenheid onder de
christenen ook werkelijk komt, zal
voor een deel van ons katholieken
afhangen. Als wij de overtuiging
hebben de ware Kerk te zijn,
moeten de andersdenkenden ook
kunnen merken dat Christus onder
ons voortleeft; zij moeten dan bij
ons vooral de liefde van Christus
aantreffen, volgens Zijn eigen
woord: „Daaraan zullen de mensen
erkennen dat gij Mijn leerlingen
(dus ook Mijn Kerk) zijt: dat gij
liefde hebt voor elkander."
v.d. B.
boerenpaarden, wanneer de proces
sie de begane paden verlaat en de
rullige tarwevelden betreedt.
De jonge planten worden plat ge
trappeld en overal in het rond doet
een massa die sommige jaren
wel op 40.000 man geraamd kan
worden hetzelfde.
Van overal zijn de bedevaarders
dwars door de velden heengekomen
en vatten nu post, tientallen rijen
achter elkaar, langs de weg waar
de heerlijke processie voorbijgaat.
Het koper van de fanfare klinkt
weidse akkers, wanneer de proces
sie langzaam de top bereikt.
Hier staat een altaar in de open
lucht opgesteld.
Ondertussen begint de bekende
galop der zware paarden rondom
de Steenberg.
In een dolle jacht, waarbij de
aardkluiten door de hoeven van de
paarden omhoog gezweept worden
en een stofwolk opjaagt, rennen
de dieren driemaal rond de proces
sie en de menigte.
Bellen rinkelen. De roffel der
paardenhoeven en het gehinnik der
dieren vallen stil. Iedereen knielt
eerbiedig.
De zon schittert op de mooie
brokaten kazuivels en wordt gedu
rende een ogenblik als een schicht
door de monstrans weerkaatst. De
pastoor zegent met 't Allerheiligste
de duizenden, die knielen in de
mulle grond. Alles is stil...
Dan trekt de processie weer de
helling van de Safraanberg af en
bereikt langs veld en weg de kerk.
Op vele plaatsen is er van het
jonge, malse graangewas niets
meer te zien. Maar geen nood: ge
lovige boeren der streek weten, dat
het graan weer rijk uit de aarde
zal opschieten.
WATERWILD
alle soorten ganzen van 1 sept. '59
tot en met 30 jan. '60, behalve
Maandvergadering in Mei^Mdganzen, rotganzen en Cana
Zondag 3 mei zal pater drs. Ubald' wilde eenden van 24 juli '59 tot en
Muskens o.f.m. in San Damianoj met 30 jan. '60
een lezing met lichtbeelden houden slobeenden van 18 aug. '59 tot en
over het land waar Jezus leefde. met 30 jan. '60
Pater Muskens, die juist terug is talingen van 18 aug. '59 tot en met
van een studiereis naar het Heilig 30 jan. '60
Land, zal ons voorzeker heel veel alle overige soorten van 1 sept. '59
kannen vertellen en laten zien
van de Heilige Plaatsen.
Distrikts-dag in Kevelaer.
Onze distriktsdag is dit jaar
weer in juni. We gaan naar Keve
laar en maken daarna een trip door
Duitsland.
We hopen, dat vele leden en niet
leden aan deze bedevaart zullen
deelnemen.
In 1960 naar Assisië
en Rome.
Wij weten, dat sinds lang bij
veel Tertiarissen het verlangen
leeft om eens hun voetstappen te
zeiten op de plaatsen, waar Sint
Franciscus leefde.
Er zijn de laatste jaren al dik
wijls plannen gemaakt, maar tel
kens is er iets tussen gekomen.
Nu de grootste zorgen in ver
band met de verbouwing van San
Damiano achter de rug zijn, heeft
ons actief bestuur besloten een
grootscheepse actie te ondernemen,
om in 1960 minstens met een hon
derd personen uit Venray en de
omgeving een reis te maken naar
Assisië en Rome.
Verschillende Tertiarissen, die
van onze plannen hoorden, hebben
zich nu reeds enthousiast als deel
nemers opgegeven.
De kosten van een reis van 10
dagen vallen erg mee. Wij zullen
U in ieder geval ook langs deze
weg op de hoogte houden over de
data, de onkosten en de organisatie
van de reis.
Laat de twijfelaars vandaag nog
een „spaarvarken!je" aanschaffen.
't Is maar een tip. Een van de
vele wegen, die naar Rome leiden.
Pater URBANUS.
tot en met 30 jan. '60
eenden, behalve eidereenden, berg
eenden, krooneenden, zee-eenden en
zaageenden (waaronder de nonnet
jes), watersnippen, poelsnippen en
bokjes van 18 aug. '59 tot en met
30 jan. '60
goudpluvieren van 2 nov. tot en
met 31 dec. '59
meerkoeten van 18 aug. '59 tot en
met 30 jan. '60
dat in het gehele rijk de jacht
op alle soorten ganzen door middel
van netten niet is geopend.
Venray, 2 april 1959.
De burgemeester vnd.
Mr. A.H.M. JANSSEN.
De burgemeester van Venray
brengt ter kennis, dat door de
minister van landbouw, visserij en
voedselvoorziening het navolgende
is bepaald: de jacht op nagenoem-
de soorten wild zal in het gehele
rijk geopend zijn als volgt:
KLEIN WILD
patrijzen v. 1 sept. t.e.m.31 dec. '59
fazanthanen van 15 okt. '59 tot en
met 30 jan. '60
fazanthennen van 15 okt. tot en
met 31 dec. '59
houtsnippen van 15 okt. '59 tot en
met 30 jan. '60
hazen van 15 okt, t.e.m. 31 dec. '59
korhoenders van 2 t.em. 8 jan. '60
holenduiven van 1 april'59 t.e.m.
31 maart '60
van 14 april 1934
Venrays Harmonie besloot
deel te nemen aan de festivals te
Oirlo en Deurne. Tot bestuursleden
werden gekozen Alfons Sijbers en
Th. Pouwels.
Op hét solisten-concours te
Amsterdam behaalde Joh. Verblakt
te Oostrum de 2e prijs in de 2e
afdeling.
van 10 april 1909
Woensdag zijn door brand
27 ha jonge dennen aan de Maas-
hezerweg totaal vernield, toebe
horende aan de Gemeente Venray.
De schade, die op f 3000 wordt ge
schat, is niet door verzekering ge
dekt.
Een der werklieden van de
Erven Minten werd door enige
uitgesloten sigarenmakers met
ketelmuziek huiswaarts begeleid.
In het Stationsgebouw te
Oostrum is men bezig met het
aanleggen ener gasleiding, zonder
dat hiertoe definitief besloten is,
van 11 april 1914
Paasmaandag wordt te Leu
nen in de kerk het nieuwe orgel
ingezegend.
Het voorlopig programma van
de katholiekendag welke Pink
ster-maandag te Venray gehouden
wordt werd vastgesteld.
De slager Chr. Goumans
slachtte deze week voor Pasen een
vette jonge koe, die levend ge
wogen het respectabele gewicht
haalde van 845 kilo. Het dier was
afkomstig uit de stal van G. Cree
mers te Maashees.
VOOR EEN MODERN
TELEVISIETOESTEL
EN VAKKUNDIGE
PLART5ING_ ZORGT
TEL 1683 -
Het probleem van de hulp in de
huishouding is moeilijk en veelzij
dig. Van de zijde der gezinnen
hoort men de klacht: er zijn geen
goede dienstmeisjes meer te vin
den. Van de kant der meisjes: wie
wil mij naar behoren betalen
Algemeen is echter de klacht,
dat gezinnen in nood noch een be
hoorlijke hulp kunnen krijgen noch
deze kunnen betalen. Er bestaat in
talrijke steden en dorpen de Ge
zinshulp. Deze doet voortreffelijk
werk. Er zijn nog andere initiatie
ven in verschillende plaatsen, die
proberen de ergste nood in de
gezinnen, waar de moeder om
welke reden dan ook uitvalt, te
lenigen.
Maar zowel de gezinshulp als
andere initiatieven zijn niet in
staat om het probleem van de hulp
de huishouding uit het slop te
halen, waarin het onherroepelijk
vast schijnt te zitten.
Het probleem houdt ook socio
logen, psychologen en allerlei
andere -logen bezig. Er worden
enquêtes en onderzoekingen ge
houden. Binnenkort zal de Gezins
raad een rapport publiceren. Ook
de Vrouwelijke Katholieke Arbei
dersjeugd heeft een onderzoek
ingesteld. Het rapport hierover zal
binnen enkele weken verschijnen.
Hetgeen we erover hebben verno
men, wettigt de verwachting, dat
dit rapport terzakekundig is opge
steld en belangrijke conclusies
bevat.
De V.K.A.J. heeft haar onderzoek
beperkt to) het meisje. Wij achten
dit een verstandige beperking,
omdat op deze wijze althans een
deel goed uit de doeken komt.
Wanneer een probleem aangepakt
wordt, dan moet men weten waar
over men praat. De V.K.A.J. nu
heeft een onderzoek ingesteld naar
de lonen en arbeidsvoorwaarden
der dienstmeisjes. Dit was de enige
manier om de werkelijke toestand
te achterhalen, omdat er voor het
huispersoneel nu eenmaal geen
collectieve arbeidsovereenkomst be
staat. De verhouding gezin en huis
houdelijk personeel berust zeer
veel op mondelinge afspraken, die
van betrekking tot betrekking en
van streek tot streek verschillen.
Dit heeft tot gevolg, dat het dienst-
bodeberoep een uiterst gevarieerd
beeld vertoont.
Het rapport van de V.K.A.J. be
rust op uitgebreide inlichtingen
van 800 dagmeisjes en 200 meisjes
voor dag en nacht, kris kras door
het land. De inlichtingen waren
het antwoord op zorgvuldig voor
bereide vragen. En dan blijkt, dat
8 pet. van de meisjes in huishou
delijke dienstbetrekking afkomstig
uit het landbouwersmilieu, 71
pet. uit het arbeidersmilieu. 15 pet.
uit middenstandsgezinnen en 6 pet.
uit de gezinnen van nieuwe mid
denstanders. Bij de meisjes, die
voor dag en nacht werkzaam zijn,
liggen de verhoudingen iets anders,
namelijk 24, 48, 21, 6 en respec
tievelijk 1 pet.
Ofschoon het rapport nog niet
verschenen is, kunnen wij uit de
ter beschikking staande gegevens
reeds concluderen, dat het onder
zoek van de V.K.A.J. menige vast
geroeste mening loswrikt en als
onjuist verwerpt. Er blijkt name
lijk uit, dat er een vrij grote con
tinuïteit bestaat in het beroep van
het dienstmeisje. In 73 pet. der
gevallen waren ook de moeders der
ondervraagden in huishoudelijk
dienstverband werkzaam geweest.
Het is dus beslist niet zo, dat de
vroegere ervaringen aanleiding zijn
geweest voor de moeder om tegen
haar opgroeiende dochter te zeg
gen: meid, ben je gek, dat moet
je niet doen. Deze legendevorming
wordt in het rapport wel de nek
omgedraaid. Bovendien bleek dat
van 56 pet. der ondervraagde
meisjes ook oudere zussen in het
huishouden werkzaam waren.
Belangrijk is echter wat de meis
jes zelf van hun beroep zeggen.
En dan blijkt, dat tweederde van
alle ondervraagde meisjes best
met hun werk tevreden is. En een
voorlopige conclusie hieruit is, dat
als er maar goeie voorzieningen
getroffen worden, als er maar een
goede rechtspositieregeling komt
of een goed collectief contract, dat
dan het dienstbodenvraagstuk gauw
opgelost zal zijn.
Tenminste van de kant van de
meisjes.
Een dergelijke regeling zou de
oplossing brengen voor de werk
tijden, want op het ogenblik maken
vooral de meisjes voor dag en
nacht net zoals de huisvrouw
zeer lange dagen.
De verdiensten van de meisjes
vallen volgens het V.IC.A.J.-onder-
zoek nogal mee, al blijft het beroep
van dienstmeisje ereen, waarin
maar weinig toekomst schuilt. De
vakantieregeling is over het alge
meen slecht, om van vakantie
toeslag nog maar niet te spreken.
Zorgwekkend is volgens de on
derzoekingen de rechtspositie van
de meisjes, die niet onder de ver
plichte verzekering vallen. Een
aanmerkelijk deel der meisjes
blijkt zelfs niet bij een ziekenfonds
te zijn aangesloten. Voor zulke
meisjes betekent elke ziekte een
ramp.
Een algemene klacht betreft de
onderwaardering voor het dienst
meisje.
Wat wij hierboven genoteerd
hebben zijn slechts enkele punten
uit het rapport. Wij hopen erop
terug te komen, wanneer het rap
port verschenen is. Nu echter
kunnen wij wel zeggen, dat de
V.K.A.J. met haar onderzoek uit
stekend werk heeft verricht. Haar
rapport zal aanzienlijk tot verhel
dering van het hele probleem bij
dragen, misschien zelfs een weg
wijzen naar de oplossing van een
deel ervan.
Het gehele probleem kan de
V.K.A.J. niet oplossen, want de
moeilijkheid blijft, dat verreweg
het grootste deel der groeiende
gezinnen eenvoudigweg geen huis
houdelijke hulp kunnen bekostigen.
Nu al niet, laat staan, wanneer de
beloning voor huishoudelijke hulp
de noodzakelijke verbeteringen
ondergaat.
Dronkenschap, drankzucht, genot
zucht zijn voor sommige mensen
normaal klinkende termen. Wat is
er tegen een borrel, tegen roken,
tegen het bezoeken van de bios
coop?
De alcohol, een sigaret, het be
zoeken van een bioscoop is op zich
niet iets verkeerd. Maar deze vor
men van genieten nog vele andere
doen vaak een zucht ontstaan naar
steeds meer, geraffineerder en span
nender genietingen.
Verkeersongevallen en echtschei
dingen, ziekte enz. zijn dikwijls ge
volgen van verslaafdheid aan een
of andere vorm van genieting.
Alleen al aan het gebruik van al
cohol wordt in ons land per jaar
600 miljoen gulden uitgegeven.
Dergelijke feiten hebben sommige
mensen er toe gebracht het alco
holisme en de genotzucht in het
algemeen intensief te bestrijden.
Tot dit doel zijn verenigingen op
gericht. Een van deze verenigingen
is „Sobriëtas", die 1 april 60 jaar
geleden werd opgericht.
Wat is Sobriëlas? Wat wil So
briëtas? Veel katholieken hebben
er nooit van gehoord, vooral de
jongeren niet. De ouderen weten
er gewoonlijk niet meer van, dan
dat het zoiets is als de „Blauwe
Knoop", en dat je dan geen borrels
mag drinken.
De stichting van Sobriëtas gaat
terug tot 1899 toen enkele soort
gelijke reeds bestaande organisa
ties, zoals de „Drankbestrijders-
beweging" van Dr. Ariëns en de
Mariaverenigingen zich in een fede
ratie samenvoegden.
Sobriëtas bestrijdt de dronken
schap en meer in het algemeen de
genotzucht. Genotzucht en alcoholis
me zijn niet beperkt tot een of
ander land. Zij vormen een inter
nationaal probleem.
In Nederland bestaat het alco
holisme nog steeds en is omvang
rijk genoeg om een intensieve be
strijding noodzakelijk te maken.
Toch is Nederland een van de ma-
tigste landen, wat het alcoholisme
betreft.
In Frankrijk b.v. is 't gebruik van
alcohol bijna tien maal zo groot als
in Nederland, in Duitsland werd in
een jaar tijd bijna 101/» pet van het
volksinkomen uitgegeven aan alco
holische dranken en tabakswaren
en ook in Zweden is het alcohol
gebruik zeer groot.
In de andere werelddelen, waar
van een ieder weet, hoe groot daar
heden de zucht naar zelfstandig
heid is, en hoezeer daar de Westerse
toestanden als model en maatstaf
worden genomen, neemt het alco-
lisme meer en meer toe. De ge-
(vervolg zie achterpagina)