Alcoholisme, VROEGER EN NU OPENLIJK DANK Derde Orde. Jachtwet Hulp in de huishouding WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN P K 'ZFÏÏF 'kwakt A A L t 1P1U BUITEN VEIS'BAY t 1.80 Op Paasmaandag van vertrappen de boeren het graan Uit Peel en Maas P.MO OREN Verhelderend rapport van V.K.A.J. een internationaal probleem. Zaterdag 11 april 1959 No 15 TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNOKHOF GROTESTRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150652 Op Paasmaandag vertrappen tien tallen paardenhoeven het jonge graan op de akkers van Haeken- dover in België. Wanneer de boer de ruiters de toegang tot zijn akkers zou weigeren, dan zouden de halmen wel groeien, maar zij zouden leeg blijven. Vertelt de legende niet, dat er eens een landbouwer was, die hals starrig weigerde de processie over zijn land te laten trekken? Niets oogstte hij op zijn velden, slechts lege tarwehalmen. Voor Haekendover in België is j en de helle stemmen van de zin- Tweede Paasdag de grote dag. Dan I gende knapen zinderen over de Hartelijk dank aan hen, die op een andere wijze hun spontane hulp boden bij de oproep om de grote nood in Afrika te helpen lenigen. Veel ongelukkigen zullen er weer blij gemaakt kunnen wor den. Wat is er mooier in 't leven dan een mens in nood gelukkig te maken. De hier daadwerkelijke vervulling van 't grote gebod van de liefde tot God en mens maakt van de gever weer een edeler en beter mens. Hij verstaat 't woord: „Wie de goederen der wereld bezit en zijn broeder in nood ziet, maar zijn hart voor hem sluit, hoe blijft dan in hem de liefde tot God". In vergelijking met Afrika, waar o.a. nog 3 miljoen melaatsen leven, verkeren wij hier in een paradijs. Wat hier waardeloos wordt opgeruimd, is ginds een rijkdom. Daarom is er nog steeds gelegen heid iets voor een ziekenhuis of melaatsenkamp bij te dragen. Ruim bij de schoonmaak echt eens op, alles is welkom! Aan 't slot van uw leven zal O.L. Heer niet vragen: Hebt U uw zaak uitgebreid, bent U erin geslaagd uw bedrijf te vergroten, spreekt uw kind Engels, kan uw dochter piano spelen. Aan 't slot van uw leven is dat allemaal niet belangrijk, niet beslissend. God zal U vragen: „Hebt U zich 't lot van de mensen aan de schaduwkant van 't leven aangetrokken. Hebt U zoals Ik de armen te eten gegeven, de naakten gekleed, de zieken bezocht en de dorstigen te drinken gegeven." Dat zal Hij vragen en wat zult gij antwoorden? Men kan nog steeds 't een en ander bezorgen aan Paterskloos- ter Leunseweg (Giro: Minderbroedersklooster 138290 met vermelding: voor Afrika.) Meer toenadering tot de Protestanten gaat de jaarlijkse processie uit en deze lokt een ongemene toeloop van gelovigen. Uit alle hoeken van België voor namelijk uit het Hagelandenuitde Kempen, uit West-Brabant, uit andere landen, bijzonder uit Neder land (Breda en omstreken maar ook de Meierij) komen duizenden en duizenden bedevaarders er naar toe om de bescherming van de Zalig maker af te smeken. Enig is dan ook het schouwspel, dat men op Paasmaandag in de velden van Haekendover genieten kan. Het overgrote deel der bedevaart gangers geraakt natuurlijk in de kerk zelf niet binnen. Naar oude loffelijke gewoonte maken zij, terwijl ze bidden, een. rondgang. Na de H. Mis, omsteeks 11 uur, wordt het H. Sacrament plechtig buitengedragen. De talrijke groe pen, die aan de processie deelnemen en die in de aanpalende straten op gesteld staan, komen in beweging, lelemaal vooraan rijden de boeren zoons, fier en fiks op hun voor deze gelegenheid fijn geroskamde en verzorgde paarden. Door de smalle straatjes gaat het traag naar de heuvelachtige west kant van het dorp. Af en toe hinniken de zware Een van de veranderingen die de laatste tijd opvallen, is dat er meer toenadering komt tussen katholie ken en protestanten. Vroeger had den wij katholieken veel meer een afwerend houding tegenover hen aangenomen. Wij beschouwden hen als ketters, als vijanden van het ware geloof. Katholieken die uit het Noorden komen, kunnen daar meer over meepraten. Ze herinneren zich mis schien nog volledige veldslagen, die reeds door kinderen van de katho lieke lagere school gevoerd werden tegen kinderen van de protestantse school. De volwassen katholieken voelden vroeger een beetje ge wetensbezwaar als ze bij protes tanten in plaats van bij geloofs genoten gingen winkelen. Tegenwoordig is dat heel anders. Men is er nu zoveel mogelijk op bedacht om geen protestant ook maar in het minst te stoten. We spreken ook liever niet meer van protestanten, maar van anders denkenden. We maken het tegen woordig mee, dat in grotere plaat sen met Kerstmis katholieken en protestanten in grote getale tesa- men komen om de geboorte van de Verlosser te vieren door het gezamenlijk zingen van Kerstliede ren. Men ziet dan een pastoor en een dominee broederlijk naast elkaar zitten, en belden spreken achtereenvolgens de mensen toe. In veel plaatsen bestaan gespreks groepen waar geregeld priesters en dominees met elkaar van ge dachten wisselen, om zo tot meer wederzijds begrip te komen. Die toenadering tussen de chris tenen van een verschillende geloofs belijdenis is een verschijnsel dat overal in de wereld waar te nemen is. We noemen dat met een vreemd woord: oecumenische gezindheid. Het is het streven van de christe nen naar eenheid. Men kan het niet meer onverschillig aanzien, dat de wereld in plaats van een eendrachtig en broederlijk samen leven en samenwerken van allen die in Christus als in hun Verlos ser geloven, het beeld te zien geeft van een verscheurde christenheid. Men zou zo graag willen komen tot de éne Kerk, die Christus ge sticht heeft. De eenheid onder alle christenen is toch ook de vurigste wens van Christus zelf Op de avond, voordat Hij Zich voor ons aller heil op offerde aan het kruis, heeft Hij nog met zo'n grote aandrang daar voor tot Zijn Vader gebeden: „Mogen ze allen één zijn..." Wij katholieken moeten veel meer oecumenisch gezind zijn. Dat is even wezenlijk voor ons katholiek zijn als liefde en ijver hebben voor het missiewerk. Daar ontbreekt bij ons katholieken anders nog heel veel aan. Onze nieuwe Paus heeft nog kortgeleden erop gewezen, dat ook de katholieken veel schuld hebben met betrekking tot de ontzettende verdeeldheid onder de christenen. We hebben o.a. te weinig de liefde beoefend ten opzichte van de ge scheiden broeders in Christus en alleen maar met hen getwist over dogmatische verschillen. We heb ben ook te weinig gebeden om die eenheid van God af te smeken. Wij katholieken hadden teveel een voldaan gevoel over het veilig be zitten van het ware geloof, zonder de prikkel en de bezorgdheid te voelen om anderen daarin te laten delen. Wij hebben teveel gelet op de verschillen in meerdere geloofs waarheden, en te weinig op het vele dat wij met hen gemeen heb ben, het geloof vooral in Christus de Verlosser van de wereld en het Doopsel, waardoor wij ons toch nauw met hen verbonden moesten voelen. Zonder overdrijven mogen we gerust zeggen, dat een katholiek die niet oecumenisch gezind is, de tekenen van deze tijd niet meer verstaat. We moeten veel meer toenadering zoeken met onze an dersdenkende broeders in Christus. Ook in ons katholieke zuiden krij gen we er steeds meer mee te maken. Wij katholieken mogen niet lan ger afwijzend staan tegenover de vaste overtuiging van de protes tanten in de Bijbel alles te vinden wat God ons mensen te zeggen heeft; en verder dat het geloof in Christus alleen ons kan redden, en ook dat de gelovigen allen deel heb ben in Christus' priesterschap. Wij moeten zelfs die overtuiging tot de onze maken omdat zij op de volle waarheid berust. En wij moeten dat ook tonen door o.a. meer in de Heilige Schrift te lezen en door verder meer uit het geloof te handelen en niet alleen omdat het nu eenmaal de gewoonte en traditie is. Dat onze Paus de oecumenische gezindheid bij ons allen wil zien groeien, blijkt wel heel duidelijk uit zijn voornemen binnenkort een Algemeen Concilie bijeen te roepen met als voornaamste doel: een stap nader te komen tot de eenheid onder alle christenen. Die aankondiging van het Con cilie is door de gescheiden broeders in Christus over heel de wereld ontvangen met ontroering, vol blijde hoop en met groot enthou siasme. Of het tot die eenheid onder de christenen ook werkelijk komt, zal voor een deel van ons katholieken afhangen. Als wij de overtuiging hebben de ware Kerk te zijn, moeten de andersdenkenden ook kunnen merken dat Christus onder ons voortleeft; zij moeten dan bij ons vooral de liefde van Christus aantreffen, volgens Zijn eigen woord: „Daaraan zullen de mensen erkennen dat gij Mijn leerlingen (dus ook Mijn Kerk) zijt: dat gij liefde hebt voor elkander." v.d. B. boerenpaarden, wanneer de proces sie de begane paden verlaat en de rullige tarwevelden betreedt. De jonge planten worden plat ge trappeld en overal in het rond doet een massa die sommige jaren wel op 40.000 man geraamd kan worden hetzelfde. Van overal zijn de bedevaarders dwars door de velden heengekomen en vatten nu post, tientallen rijen achter elkaar, langs de weg waar de heerlijke processie voorbijgaat. Het koper van de fanfare klinkt weidse akkers, wanneer de proces sie langzaam de top bereikt. Hier staat een altaar in de open lucht opgesteld. Ondertussen begint de bekende galop der zware paarden rondom de Steenberg. In een dolle jacht, waarbij de aardkluiten door de hoeven van de paarden omhoog gezweept worden en een stofwolk opjaagt, rennen de dieren driemaal rond de proces sie en de menigte. Bellen rinkelen. De roffel der paardenhoeven en het gehinnik der dieren vallen stil. Iedereen knielt eerbiedig. De zon schittert op de mooie brokaten kazuivels en wordt gedu rende een ogenblik als een schicht door de monstrans weerkaatst. De pastoor zegent met 't Allerheiligste de duizenden, die knielen in de mulle grond. Alles is stil... Dan trekt de processie weer de helling van de Safraanberg af en bereikt langs veld en weg de kerk. Op vele plaatsen is er van het jonge, malse graangewas niets meer te zien. Maar geen nood: ge lovige boeren der streek weten, dat het graan weer rijk uit de aarde zal opschieten. WATERWILD alle soorten ganzen van 1 sept. '59 tot en met 30 jan. '60, behalve Maandvergadering in Mei^Mdganzen, rotganzen en Cana Zondag 3 mei zal pater drs. Ubald' wilde eenden van 24 juli '59 tot en Muskens o.f.m. in San Damianoj met 30 jan. '60 een lezing met lichtbeelden houden slobeenden van 18 aug. '59 tot en over het land waar Jezus leefde. met 30 jan. '60 Pater Muskens, die juist terug is talingen van 18 aug. '59 tot en met van een studiereis naar het Heilig 30 jan. '60 Land, zal ons voorzeker heel veel alle overige soorten van 1 sept. '59 kannen vertellen en laten zien van de Heilige Plaatsen. Distrikts-dag in Kevelaer. Onze distriktsdag is dit jaar weer in juni. We gaan naar Keve laar en maken daarna een trip door Duitsland. We hopen, dat vele leden en niet leden aan deze bedevaart zullen deelnemen. In 1960 naar Assisië en Rome. Wij weten, dat sinds lang bij veel Tertiarissen het verlangen leeft om eens hun voetstappen te zeiten op de plaatsen, waar Sint Franciscus leefde. Er zijn de laatste jaren al dik wijls plannen gemaakt, maar tel kens is er iets tussen gekomen. Nu de grootste zorgen in ver band met de verbouwing van San Damiano achter de rug zijn, heeft ons actief bestuur besloten een grootscheepse actie te ondernemen, om in 1960 minstens met een hon derd personen uit Venray en de omgeving een reis te maken naar Assisië en Rome. Verschillende Tertiarissen, die van onze plannen hoorden, hebben zich nu reeds enthousiast als deel nemers opgegeven. De kosten van een reis van 10 dagen vallen erg mee. Wij zullen U in ieder geval ook langs deze weg op de hoogte houden over de data, de onkosten en de organisatie van de reis. Laat de twijfelaars vandaag nog een „spaarvarken!je" aanschaffen. 't Is maar een tip. Een van de vele wegen, die naar Rome leiden. Pater URBANUS. tot en met 30 jan. '60 eenden, behalve eidereenden, berg eenden, krooneenden, zee-eenden en zaageenden (waaronder de nonnet jes), watersnippen, poelsnippen en bokjes van 18 aug. '59 tot en met 30 jan. '60 goudpluvieren van 2 nov. tot en met 31 dec. '59 meerkoeten van 18 aug. '59 tot en met 30 jan. '60 dat in het gehele rijk de jacht op alle soorten ganzen door middel van netten niet is geopend. Venray, 2 april 1959. De burgemeester vnd. Mr. A.H.M. JANSSEN. De burgemeester van Venray brengt ter kennis, dat door de minister van landbouw, visserij en voedselvoorziening het navolgende is bepaald: de jacht op nagenoem- de soorten wild zal in het gehele rijk geopend zijn als volgt: KLEIN WILD patrijzen v. 1 sept. t.e.m.31 dec. '59 fazanthanen van 15 okt. '59 tot en met 30 jan. '60 fazanthennen van 15 okt. tot en met 31 dec. '59 houtsnippen van 15 okt. '59 tot en met 30 jan. '60 hazen van 15 okt, t.e.m. 31 dec. '59 korhoenders van 2 t.em. 8 jan. '60 holenduiven van 1 april'59 t.e.m. 31 maart '60 van 14 april 1934 Venrays Harmonie besloot deel te nemen aan de festivals te Oirlo en Deurne. Tot bestuursleden werden gekozen Alfons Sijbers en Th. Pouwels. Op hét solisten-concours te Amsterdam behaalde Joh. Verblakt te Oostrum de 2e prijs in de 2e afdeling. van 10 april 1909 Woensdag zijn door brand 27 ha jonge dennen aan de Maas- hezerweg totaal vernield, toebe horende aan de Gemeente Venray. De schade, die op f 3000 wordt ge schat, is niet door verzekering ge dekt. Een der werklieden van de Erven Minten werd door enige uitgesloten sigarenmakers met ketelmuziek huiswaarts begeleid. In het Stationsgebouw te Oostrum is men bezig met het aanleggen ener gasleiding, zonder dat hiertoe definitief besloten is, van 11 april 1914 Paasmaandag wordt te Leu nen in de kerk het nieuwe orgel ingezegend. Het voorlopig programma van de katholiekendag welke Pink ster-maandag te Venray gehouden wordt werd vastgesteld. De slager Chr. Goumans slachtte deze week voor Pasen een vette jonge koe, die levend ge wogen het respectabele gewicht haalde van 845 kilo. Het dier was afkomstig uit de stal van G. Cree mers te Maashees. VOOR EEN MODERN TELEVISIETOESTEL EN VAKKUNDIGE PLART5ING_ ZORGT TEL 1683 - Het probleem van de hulp in de huishouding is moeilijk en veelzij dig. Van de zijde der gezinnen hoort men de klacht: er zijn geen goede dienstmeisjes meer te vin den. Van de kant der meisjes: wie wil mij naar behoren betalen Algemeen is echter de klacht, dat gezinnen in nood noch een be hoorlijke hulp kunnen krijgen noch deze kunnen betalen. Er bestaat in talrijke steden en dorpen de Ge zinshulp. Deze doet voortreffelijk werk. Er zijn nog andere initiatie ven in verschillende plaatsen, die proberen de ergste nood in de gezinnen, waar de moeder om welke reden dan ook uitvalt, te lenigen. Maar zowel de gezinshulp als andere initiatieven zijn niet in staat om het probleem van de hulp de huishouding uit het slop te halen, waarin het onherroepelijk vast schijnt te zitten. Het probleem houdt ook socio logen, psychologen en allerlei andere -logen bezig. Er worden enquêtes en onderzoekingen ge houden. Binnenkort zal de Gezins raad een rapport publiceren. Ook de Vrouwelijke Katholieke Arbei dersjeugd heeft een onderzoek ingesteld. Het rapport hierover zal binnen enkele weken verschijnen. Hetgeen we erover hebben verno men, wettigt de verwachting, dat dit rapport terzakekundig is opge steld en belangrijke conclusies bevat. De V.K.A.J. heeft haar onderzoek beperkt to) het meisje. Wij achten dit een verstandige beperking, omdat op deze wijze althans een deel goed uit de doeken komt. Wanneer een probleem aangepakt wordt, dan moet men weten waar over men praat. De V.K.A.J. nu heeft een onderzoek ingesteld naar de lonen en arbeidsvoorwaarden der dienstmeisjes. Dit was de enige manier om de werkelijke toestand te achterhalen, omdat er voor het huispersoneel nu eenmaal geen collectieve arbeidsovereenkomst be staat. De verhouding gezin en huis houdelijk personeel berust zeer veel op mondelinge afspraken, die van betrekking tot betrekking en van streek tot streek verschillen. Dit heeft tot gevolg, dat het dienst- bodeberoep een uiterst gevarieerd beeld vertoont. Het rapport van de V.K.A.J. be rust op uitgebreide inlichtingen van 800 dagmeisjes en 200 meisjes voor dag en nacht, kris kras door het land. De inlichtingen waren het antwoord op zorgvuldig voor bereide vragen. En dan blijkt, dat 8 pet. van de meisjes in huishou delijke dienstbetrekking afkomstig uit het landbouwersmilieu, 71 pet. uit het arbeidersmilieu. 15 pet. uit middenstandsgezinnen en 6 pet. uit de gezinnen van nieuwe mid denstanders. Bij de meisjes, die voor dag en nacht werkzaam zijn, liggen de verhoudingen iets anders, namelijk 24, 48, 21, 6 en respec tievelijk 1 pet. Ofschoon het rapport nog niet verschenen is, kunnen wij uit de ter beschikking staande gegevens reeds concluderen, dat het onder zoek van de V.K.A.J. menige vast geroeste mening loswrikt en als onjuist verwerpt. Er blijkt name lijk uit, dat er een vrij grote con tinuïteit bestaat in het beroep van het dienstmeisje. In 73 pet. der gevallen waren ook de moeders der ondervraagden in huishoudelijk dienstverband werkzaam geweest. Het is dus beslist niet zo, dat de vroegere ervaringen aanleiding zijn geweest voor de moeder om tegen haar opgroeiende dochter te zeg gen: meid, ben je gek, dat moet je niet doen. Deze legendevorming wordt in het rapport wel de nek omgedraaid. Bovendien bleek dat van 56 pet. der ondervraagde meisjes ook oudere zussen in het huishouden werkzaam waren. Belangrijk is echter wat de meis jes zelf van hun beroep zeggen. En dan blijkt, dat tweederde van alle ondervraagde meisjes best met hun werk tevreden is. En een voorlopige conclusie hieruit is, dat als er maar goeie voorzieningen getroffen worden, als er maar een goede rechtspositieregeling komt of een goed collectief contract, dat dan het dienstbodenvraagstuk gauw opgelost zal zijn. Tenminste van de kant van de meisjes. Een dergelijke regeling zou de oplossing brengen voor de werk tijden, want op het ogenblik maken vooral de meisjes voor dag en nacht net zoals de huisvrouw zeer lange dagen. De verdiensten van de meisjes vallen volgens het V.IC.A.J.-onder- zoek nogal mee, al blijft het beroep van dienstmeisje ereen, waarin maar weinig toekomst schuilt. De vakantieregeling is over het alge meen slecht, om van vakantie toeslag nog maar niet te spreken. Zorgwekkend is volgens de on derzoekingen de rechtspositie van de meisjes, die niet onder de ver plichte verzekering vallen. Een aanmerkelijk deel der meisjes blijkt zelfs niet bij een ziekenfonds te zijn aangesloten. Voor zulke meisjes betekent elke ziekte een ramp. Een algemene klacht betreft de onderwaardering voor het dienst meisje. Wat wij hierboven genoteerd hebben zijn slechts enkele punten uit het rapport. Wij hopen erop terug te komen, wanneer het rap port verschenen is. Nu echter kunnen wij wel zeggen, dat de V.K.A.J. met haar onderzoek uit stekend werk heeft verricht. Haar rapport zal aanzienlijk tot verhel dering van het hele probleem bij dragen, misschien zelfs een weg wijzen naar de oplossing van een deel ervan. Het gehele probleem kan de V.K.A.J. niet oplossen, want de moeilijkheid blijft, dat verreweg het grootste deel der groeiende gezinnen eenvoudigweg geen huis houdelijke hulp kunnen bekostigen. Nu al niet, laat staan, wanneer de beloning voor huishoudelijke hulp de noodzakelijke verbeteringen ondergaat. Dronkenschap, drankzucht, genot zucht zijn voor sommige mensen normaal klinkende termen. Wat is er tegen een borrel, tegen roken, tegen het bezoeken van de bios coop? De alcohol, een sigaret, het be zoeken van een bioscoop is op zich niet iets verkeerd. Maar deze vor men van genieten nog vele andere doen vaak een zucht ontstaan naar steeds meer, geraffineerder en span nender genietingen. Verkeersongevallen en echtschei dingen, ziekte enz. zijn dikwijls ge volgen van verslaafdheid aan een of andere vorm van genieting. Alleen al aan het gebruik van al cohol wordt in ons land per jaar 600 miljoen gulden uitgegeven. Dergelijke feiten hebben sommige mensen er toe gebracht het alco holisme en de genotzucht in het algemeen intensief te bestrijden. Tot dit doel zijn verenigingen op gericht. Een van deze verenigingen is „Sobriëtas", die 1 april 60 jaar geleden werd opgericht. Wat is Sobriëlas? Wat wil So briëtas? Veel katholieken hebben er nooit van gehoord, vooral de jongeren niet. De ouderen weten er gewoonlijk niet meer van, dan dat het zoiets is als de „Blauwe Knoop", en dat je dan geen borrels mag drinken. De stichting van Sobriëtas gaat terug tot 1899 toen enkele soort gelijke reeds bestaande organisa ties, zoals de „Drankbestrijders- beweging" van Dr. Ariëns en de Mariaverenigingen zich in een fede ratie samenvoegden. Sobriëtas bestrijdt de dronken schap en meer in het algemeen de genotzucht. Genotzucht en alcoholis me zijn niet beperkt tot een of ander land. Zij vormen een inter nationaal probleem. In Nederland bestaat het alco holisme nog steeds en is omvang rijk genoeg om een intensieve be strijding noodzakelijk te maken. Toch is Nederland een van de ma- tigste landen, wat het alcoholisme betreft. In Frankrijk b.v. is 't gebruik van alcohol bijna tien maal zo groot als in Nederland, in Duitsland werd in een jaar tijd bijna 101/» pet van het volksinkomen uitgegeven aan alco holische dranken en tabakswaren en ook in Zweden is het alcohol gebruik zeer groot. In de andere werelddelen, waar van een ieder weet, hoe groot daar heden de zucht naar zelfstandig heid is, en hoezeer daar de Westerse toestanden als model en maatstaf worden genomen, neemt het alco- lisme meer en meer toe. De ge- (vervolg zie achterpagina)

Peel en Maas | 1959 | | pagina 1