VéGê 257.1 44 10 .niaaikist' tot inaaimachine lan 100 jaren Derde Orde SPORT De tijden veranderen, en wij veranderen mee tmaMM0SL VéGé-PINDAKAAS (95 cent) nu met 47 geldzegels, dat is TELEVISIETOESTEL P.M00REH Uit Peel en Maas Zaterdag 31 januari 1959 No 5 TACHTIGSTE JAARGANG BPEEL EN MAAS EB DRUK EN ÜITOAVE FIRMA VAN DEN MUNOKHOF Wpplf RI A H UOOR VPNR1Y PM ADVERTENTIE-PRIJS: 8 GBOTESTBAAT 28 TELEFOON 512 GIBO 160652 W V VJUl\ V Crillxii I V/IVl J 1 IvCrlVUiN PRIJS PEB KWARTAAL f 1.40 BUITENVENBAY f 1.60 v Luxe Victoria BONBONS -150 gram voor 69 s ■i bij 100 gram VéGé-Thee met 10% korting KORTING ING Kv/aliteits TANDENBORSTEL (geen nylon) bij een tube YéGé-Tandpasta (75 cent 15 geldzegels) VOOR EEN MODERN EN VAKKUNDIGE PLAATSING ZORGT TEL 1683 - VENPAY ANDERE ZEDEN. Onkuisheid is altijd zonde. Iedere mens moet kuis leven. De gehuw den moeten in hun liefde en hun omgang de door God gewilde orde eerbiedigen. Echtbreuk of overspel, huwelijks ontrouw In welke vorm ook, zich laten scheiden, om welke reden ook en trouwen met een ander: dat is altijd een groot kwaad. Dit alles is zonder twijfel een wet van God, die nooit kan veran deren. De Kerk heeft ons die god delijke wet slechts voor te houden en kan die zelf niet opheffen. De mens moet ook zedig zijn in zijn gedrag, zijn houding, zijn kle ding enz. Dat is eveneens een god delijke wet, een wet die de Kerk ons wel voorhoudt maar die zij zelf niet maakt. De Kerk kan die dus ook niet veranderen. Maar is dat wel waar? Heeft de Kerk geen concessies gedaan aan de moderne tijdgeest en niet reeds sommige van haar eisen laten vallen Want Pastoors en zelfs Bisschoppen hebben toch wel eens kledingvoorschrif'en gegeven die nu zijn afgeschaft of veranderd, bijv.: geen korte mouwen of sokjes in de kerk. Daar waren zelfs bis schoppelijke voorschriften betref fende katholieke scholen, zoals: jongens geen sport- of kniekousen, meisjes geen blote armen en benen enz. En dat bleek toch wei te kun nen veranderen. Want tegenwoor dig wordt daar niets meer van ge zegd. Vroeger werd er door de Pastoors ook zo gefulmineerd tegen het dansen als tegen een naaste gele genheid tot grote zonde. Tegen woordig worden katholieke dans- cursussen en het dansen voor jongeren in katholiek verband zelfs aanbevolen vanaf de preekstoel. Hoe zit dat nu vragen vele ouderen. Die zedigheidsnormen z'tfn toch van God; daar kan de Keik toch niets aan veranderen. N En anderen vragen: Als de Kerk toch soepeler wordt in haar voor schriften aangaande passende vrouwenkleding, omgang tusssn jongens en meisjes, en vroegere voorschriften weer opheft, waarom blijft dan de Kerk haar strenge verbodsbepalingen wat betreft het gebruik van voorbehoedmiddelen, of van middeltjes die tijdelijk on vruchtbaar maken, enz. onverbid delijk handhaven? Wat moeten wij hierop zeggen Die voorschriften betreffende pas sende vrouwenkleding en dergelijke zijn veranderlijke positieve wetten, die de Kerk ofwel zelf gemaakt heeft, of het waren toenmaals geldende opvattingen over wat passend is of niet, en die door de kerkelijke overheid kracht van wet kregen. Zoals het ook geen godde lijke wet was, dat jaren geleden in de kerk mannen en vrouwen gescheiden moesten zijn. Vroeger behoorde dat tot de goede zeden, zoals het reeds in de tijd van St. Paulus ook tot de goede zeden be hoorde, dat de vrouwen in de kerk Toch vergissen deze jongelui zich. Want in hun jeugdige overmoed realiseren ze zich niet, dat een ver eniging geen honderd jaren wordt, als haar doelstellingen niet waar achtig zijn, haar idealen te hoog ge grepen zijn en voor deze tijd te ouderwets zijn. Dan realiseren ze zich niet, dat deze 100-jarige ver eniging jong van harte is en fris vol ideeën zi1 en, dat zij dagelijks nog haar idealen uitdraagt en poogt te verwezenlijken, juist in deze moderne tijd, omdat haar doelstel lingen ook nu de mens van van daag iets te zeggen hebben. Die doelstellingen kan men kort en bondig samenvatten in: zelf heiliging, een woord, waar men misschien een tikkeltje van gruwt, maar dat voor de hedendaagse mens even grote betekenis heeft als voor de mens van 100 jaren geleden. O zeker, er hangt in menig Ven- rayse woonkamer een foto van de Derde Orde ten tijde van Pater Dr. Silvester Coenen, toen al de leden niet eens op de brede trappen voor het Patersklooster konden staan en een apart fototoestel nodig was om ze allemaal op die ene foto te krijgen. Nu kan men ze wel op de trap pen krijgen, maar de kwantiteit haar hoofd bedekten. Maar zulke opvattingen over wat passend is en tot de goede zeden behoort, zijn veranderlijk. Andere tijden, andere zeden, zou men hier kunnen zeggen. Dat is iets wat dikwijls samenhangt met cultuur en beschaving. De opvattingen over passende vrouwenkleding, over omgang tussen jongens en meisjes enz. kunnen daarom ook van land tot land, van volk tot volk geheel verschillend zijn. Voor alle tijden en voor alle volkeren geldt echter de onver anderlijke goddelijke wet, dat men zedig moet zijn in zijn gedrag, zijn houding, zijn kleding enz. en ook dat men vooral in de kerk, het huis van God, met passende kle ding moet verschijnen. De nadere omschrijving van deze goddelijke wet is iets van de K» rk of van de mensen, en behoort niet meer tot de goddelijke wet. Geheel anders is het echter met de opvattingen van de mensen over wat mag en niet mag in verband met de kuisheid in of buiten het huwelijk. Heel veel mensen kunnen daar wel andere opvattingen over hebben en menen dat hetgeen altijd als onkuisheid en als zede lijk kwaad is beschouwd, in be paalde omstandigheden gerust mag. Maar de Kerk moet Gods wet on verbiddelijk handhaven. De Kerk, die moet waken over de onderhou ding van Gods wetten, kan en moet in de verschillende tijden nader omschrijven wat tot Gods wet behoort. Sommige van die nadere bepalingen of omschrijvin gen zijn louter van de Kerk, slechts mensenwerk, zuiver kerkelijke be palingen, en die zouden dus in andere tijden, als de omstandig heden totaal zouden veranderen, weer anders kunnen worden, Andere omschrijvingen van de goddelijke wet, bijv. wat betreft geoorloofde en ongeoorloofde ge boortebeperking, zijn geen mensen werk, geen zuiver kerkelijke wetten meer, maar behoren tot Gods wet en gelden dus voor alle tijden en alle mensen. Maar waarom behoort het ene tot de positieve wetten van de Kerk, en het andere tot Gods wet, terwijl ze toch beide nadere om schrijvingen zijn van een goddelijke wet Wat behoort precies tot de positieve kerkelijke wetten en wat tot Gods wet Daarop is maar één antwoord mogelijk, en dat antwoord kan alleen zekerheid geven aan de mens die gelooft, dat God of Christus nog altijd tot ons spreekt door hen die in Gods Kerk tot leraren zijn aangesteld: n.l. de Paus en de Bisschoppen. Ons verstand alleen kan hier niet altijd uitmaken wat volgens de natuurwet, dus volgens de goddelijke wet is, en wat ver anderlijk is omdat het bijv. in ver band staat met een bepaalde cul tuur of beschaving. De volgende keer iets over dat antwoord, dat alleen de gelovige mens zekerheid geeft in deze moei lijke vraagstukken. v.d. B. rein. De oorlog heeft de oude boeken bewaard, waarin ieder jaar op nieuw soms in stuntelig schrift kleine aanwijzingen zijn te vin den van wat de Derde Orde op so ciaal, cultureel en maatschappelijk terrein heeft gedaan. Er staan kolenrekeningen in, de ontvangsten, verdeling en uitgave van kleding, schoenreparaties en uitgifte van klompen en dekens. Er staan giften in aan het klooster om de soep wat dikker te kunnen maken, voor de mensen aan de poort en de Hei-pater kreeg een portemonnaie.... 100 jaren In een vroeger artikel hebben we reeds de activiteiten van 100 jaren mogen beschrijven. Het zijn er vele geweest en nog heden ten dage profiteren vele mensen van het werk der Derde Orde. Als we in dit verband alleen al het heilzaam werk van Gezinszorg bekijken, dan is iedereen er van overtuigd van hoeveel nut juist deze instelling in de na-oorlogse jaren voor Venray is geweest. Maar de penningmeester weet ook hoeveel zorgen dit grootse werk juist het Derde Orde-bestuur heeft opgeleverd en hoeveel kapi taal hierin gestoken is moeten worden. Dat is nu allemaal beter geregeld, maar de opzet en de eerste jaren van Gezinszorg heeft de Derde Orde handen vol geld gekost. En als dat de enige actie was, die de Derde Orde hier uitvoerde, dan zou het misschien nog wel gegaan zijn, maar er zijn andere, als het kin- dervacantiewerk, de naaikring. kerstacties, een-stuks-acties, zieken- triduum, bibliotheek en andere hebben even zoveel malen hun geld gevraagd, ondanks de gratis arbeid van velen. Daarnaast moet ook het leven in de vereniging gedijen. Er moet ge praat en vergaderd kunnen worden, er moet een gesprek mogelijk zijn en cursussen gegeven kunnen wor den. In San Damiano is dat nu allemaal prettig geregeld. Maar dat alles heeft weer grote offers gevraagd aan de leden. We hebben U indertijd verteld van de renteloze voorschotten en van de varkens-actie. Hoe er Derde Orde varkens worden vetgemest voor het goede doel. En we hebben U bericht over de grote loterij, die op haar beurt ook weer mee moet werken om het grote werk nog beter, nog vollediger door te kun nen zetten. Bij al de feestelijkheden van deze honderste verjaardag mag toch wel eens gedacht worden aan de grote financiële consequenties, die een en ander met zich brachten. Een en ander, waarvan ook Venray in zo ruime mate heeft geprofiteerd. Uw dankbaarheid kunt U in dit geval nog al gemakkelijk doen gelden, namelijk door de aankoop van enkele loten. Er zijn er nog genoeg en de prijzen zijn werkelijk de moeite waard. PROGRAMMA. De Derde Orde heeft zich in de afgelopen dagen in een groots tri duüm voorbereid op de feestelijke herdenking van het 100-jarig be staan. Morgen zondag is er van 11 uur tot kwart voor 12 een matinee voor genodigden, waaraan het fra terskoor een muzikale omlijsting zal geven. Van kwart voor 12 tot half een is er dan receptie in San Damiano terwijl 's middags en 's avonds Jan Nelissen met zijn poppen-theater o.a. een opera van Mozart en Geer- telijn en Boude wijn zal vertonen aan alle tertiarissen. Natuurlijk wordt deze feestdag begonnen met een solemnele H. Mis, die de HoogEerw. Pater Pro vinciaal op zal dragen in de Paters kerk. Het is een oeroud streven der mensheid, zich de arbeid te ver lichten. De boer, die met zicht en pik het koren maaide, had er al lang over gedacht, hoe hij een manier zou kunnen vinden, om gemakke lijker de oogst gemaaid te krijgen. Het viel de Romeinen bijvoor beeld reeds op, dat er in Gallië een merkwaardige „oogstmachine" in gebruik was: een kar met twee wielen en een dissel, waarop een houten kist was gemonteerd. Aan de achterkant daarvan wa ren scherpe messen bevestigd. De kar werd door het veld geduwd, de messen sneden de aren af, die dan in de kist vielen. Veel later, in 1799, is er een oogstwagen geweest. Deze werkte met een systeem van sikkels, die aan een vertikale as waren gemon teerd. De as werd door de wagen aangedreven. Uit iets latere tijd stammen de konstrukties van twee Schotten: James Smith bouwde in 1811 een wagen met een cirkelvormig rond draaiend mes en Patrick Bell kwam op het idee, om heen en weer be wegende rechte messen te gebrui ken. Deze apparaten werkten echter nog steeds niet bevredigend, daar ze met de hand bediend moesten worden en niet zuiver sneden. De eerste werkelijke raaaimachl- ne werd gebouwd in Amerika door Cyrus Hall McCormick. Zijn vader was een farmer, die naast zijn land ook nog behoorlijke machine- werkplaatsen, smeltovens en een zaagmolen bezat. De vader had zelf eindeloos en tevergeefs aan een maaimachine geknutseld en hij raadde het zijn zoon sterk af, om aan een derge lijke onzin ooit zijn geld-of tijd te besteken. Maar de zoon had het zich in zijn hoofd gezet, door de bouw van een bruikbare maaimachine zijn vader te overtroeven. En waarlijk, in 1831 sjorde de eerste, in zijn vaders werkplaats gebouwde maaimachine over het grootste tarweveld van de uitge strekte familiefarm. In vergelijking met onze moderne maai-bindmachines was het na tuurlijk een zeer primitief appa raat. Het vallende koren werd op een houten platform, waarover een mes heen en weer bewoog, opgenomen. In elk geval was er al een verdeler aan gemonteerd, die het koren, dat gesneden moest worden, scheidde van dat, wat nog even bleef staan. Dat was tenminste al een enorme stap vooruit. Ook andere Amerikaanse uitvin ders hadden zich met een maaima chine bezig gehouden. Obed Hussey bouwde ongeveer tegelijkertijd met McCormick een goed bruikbare machine. Maar die van McCormick heeft uiteindelijk stand gehouden. Zij werd door paarden getrokken en de messen gleden in de horizon tale toevoerrail heen en weer en deden het werk zuiver. William Butler Ogden, een voor aanstaand ondernemer uit Chicago, die met spekuleren in bouwgrond een vermogen verdiend had, een grote spoorlijn bezat en later bur gemeester van de stad werd, gaf er blijk van een scherp inzicht te hebben in financiële aangelegen heden. Hij nam met 25 duizend dollar deel in de landbouwmachine- fabriek, die McCormick in Ctiicago oprichtte. McCormick versloeg de gehele konkurrentie, niet alleen door de kwaliteit van zijn machines, maar ook door zijn toenmaals revolutio naire verkoops- en reklame-me- thoden. Als eerste landbouwfabrikant stelde hij vaste prijzen in. In tegenstelling met de andere fabrikaten, waarvan de prijs door de handelaren werd bedongen, werd zijn machine door het gehele land voor 120 dollar verkocht. Dit bedrag kon ook ineens met een aanbetaling van 30 dollar in 6- maandelijkse termijnen worden voldaan. Hij nam deel aan binnen- en buitenlandse tentoonstellingen en organiseerde maaiwedstrijden met de konkurrenten, waaruit hij meest al als overwinnaar te voorschijn kwam. Verder richtte hij in de grote korengebieden werkplaatsen in, waar de machines in elkaar gezet konden worden. Het verzenden van losse onderdelen was namelijk veel minder duur, dan dat van de hele machines. Hij spaarde daarmee veel geld uit. Door verbeteringen in de kon- struktie gelukte het McCormick utt zijn maaimachine de maai-bindma- chine te ontwikkelen, die zelfstan dig de schoven bond en dan opzij gooide. Reeds in 1880 had hij 50.000 van die maaimacninesaan 't buitenland verkocht. Aan het einde van de 19e eeuw bedroeg zijn omzet reeds 142.000 machines. Men vraagt zich natuurlijk af, waarom het juist Amerika is, dat de beslissende stappen ondernam tot de ontwikkeling van de maai machine. Ook in Europa had men zeer goede technici en uitvinders. Door de enorme uitgestrekte korenvelden van Amerika, was het maaien met sikkel en zeis echter daar onpro- duktiever dan waar ook ter wereld. Reusachtige vlakten van het beste bouwland lagen er te wachten, tot zij onder de ploeg zouden gaan. Menselijke arbeidskracht was er bij lange na niet voldoende, het geen in het dichtbevolkte Europa wel het geval was. De farmers verdienden met een rationelere bedrijfsvoering door middel van het gebruik van ma chines veel meer geld. Jaar na jaar werden er weer nieuwe stukken land ontgonnen, waarop tarwe werd gezaaid en de gouden korenvloed nam onophou delijk toe en tegelijk daarmee de vraag naar r.ieuwe landbouwma chines. Zo werd Amerika het land van de belangrijke verbeteringen en ontwikkelingen op agrarisch gebied. van 30 januari 1909 Volgens het jaarverslag van de Boerenbond over 1908 waren de inkomsten f 716.79 de uitgaven f 73.61. Er bleken bij de paarden- verzekering te zijn aangesloten 228 leden met 270 paarden. Verzekerd kapitaal f 79t30.—Uitbetaald 12 paarden, waarde f 1802 Bij de veeverzekering waren 114 leden met 27 koeien. Verzekerd kapitaal f 49.300. Uitbetaald 5 koeien waarde f 800 Op de stierhouderij was een tekort van f 392.42. Uitgaven f 1998.43. In komsten f 1406. Aan kunsimeststoffen werd ver kocht 1.208.345 kg. ter waarde van f 24 855 82. De leden die weigeren „Land en Vee" te nemen, kunnen geen lid meer zijn van de Boerenbond, noch van de Stoomzuivelfabrlek. Het salaris van de secretaris werd ver hoogd met f 40.en gebracht op f 165.—. van 27 januari 1934 Voorlopig zal iedere zaterdag op de Trap in de Hofstraat vlees in blik worden \erkocht k 35 ct.,- voor personen die uitkering ont vangen van de werklozenkas hunner organisatie. In de vacature J. A. Poels zal als lid van de Prov. Staten worden benoemd de heer J. H. Boonen te Velden Door de Hengsten-associatie alhier werd in België aangekocht de bekende, steeds met eerste prijzen bekroonde hengst „Dompteur Del- court". De prijs bedroeg f 10.000. van 31 januari 1914 De bevolking van Venray be droeg op 31 december 1913 in totaal 8699 zielen. De bevolking der gestichten be droeg in totaal 1414 zielen. Er werden 50 huwelijken voltrokken. Godsdienstige verenigingen worden op dit ogenblik, voor al door de jeugd, met een scheel oog bezien. Men vindt die verenigingen ouderwets en de idealen die zij nastreven, ten ene male naïef, de andere maal overdreven en uit de tijd. Daar worden studies aan gewijd, verklaringen voor gezocht en besprekingen over gehouden. En het honderd-jarig bestaan van een Derde Orde in onze gemeente, zal hen dan ook mis schien weinig zeggen. van nu en de idealen van Vader Frans spreken ook thans nog velen aan. Ouderen... en jongeren. 1857 Toen in 1857 de Franciskaner monnik in de Paterskerk die idealen van Franciscus in een vurige pre- dicatie naar voren bracht en er op wees, dat deze heilige juist in de Derde Orde de man van de straat de gelegenheid bood, om tot zelf heiliging te komen. Toen is dan de grondslag gelegd voor deze gods dienstige vereniging. Een vereni ging, die van haar leden behalve gebed en offer, ook de persoonlijke inzet vroeg om zich actief in te zetten om de nood van anderen te lenigen, en een gezond christelijk gezinsleven te helpen bevorderen. Het persoonlijke gebed en offer blijft in het verborgene,maar velen heeft het geholpen het grote ideaal te bereiken, heeft het betere men sen gemaakt, ware volgelingen van St Frans, die zijn geest en werken niet alleen hebben begrepen, maar ook op hun beurt weer hebben uit gedragen en nog uitdragen, ook in deze tijd. Niet in het verborgene is ge bleven het optreden van de Derde Orde op sociaal en charitatief ter- Hockey-nieuws De doelpunten vielen zondag aan de Leunseweg als rijpe appelen van de boom en wel in totaal 14 stuks, waarvan er slechts een niet op ons saldo bijgeschreven werd. Niettemin stonden de wedstrijden niet op hoog peil; de tegenstanders konden niet behoorlijk partij bieden. De dames speelden tegen Eind hoven III. Vanaf de eerste minuut werd er bijna voortdurend in de Eindhovense cirkel gespeeld; na de rust kwamen de gasten meer in de aanval en zelfs dicht bij een doel punt. Uitslag 6—0. De heren speelden tegen Deurnell en bereikten een 71 score. Voor a.s. zondag 1 febr. staan er enkele lastige wedstrijden op het programma. De heren ontvangen aan de Leunseweg de grote rivaal Blerick; destijds werd er inBlerick met een twijfelachtig doelpunt ver loren. De dames hebben een verre reis voor de boeg en wel naar Bergeyck. Als zij op volle sterkte kunnen uit komen zijn ze zeker niet kansloos.

Peel en Maas | 1959 | | pagina 1