SPORT
De wolf onder Venray
De tijden veranderen,
en wij veranderen mee
Kermis MMY
Het abc van een
goede voeding
Uit Peel en Maas
Luxor Theater
Dorp aan de rivier
Zaterdag 24 januari 1959 No 4
TACHTIGSTE JAARGANG
@9PEEL EN MAASÜ
DRÜE EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF \KTT?T?irTll A F* VP1MI3AV P1M 01\AQTPP If PlM ADVERTENTIE-PBIJS: 8 ct. perm.m. ABONNEMENTS-
QKOTESTBAAT 28 TELEFOON 512 GIBO 150052 "V UE<I\.DL/iU V UUIV V E*L\ VJiYIJ 1 IVDIVuil PB1JS PEB RWABTAAL f 1.40 BDITBNVEWRAÏ f 1.60
IV
van 23 januari 1909
Met ingang van 1 febr. werd
benoemd tot postbode te Bakel,
onze dorpsgenoot H. Janssen uit de
Hoenderstraat.
Door de R.K. Volksbond Sint
Jozef alhier zal op zondag 31 jan.
een toneeluitvoering worden ge
geven, waarin o.a. ook wordt opge
voerd het drama: „aan God en
koning trouw", door de Rederijkers
kamer „St Albertus" uit Boxmeer.
van 24 januari 1914
Te Oostrum werd aanbesteed
het bouwen van een boerderij voor
rekening van P. Linders aldaar.
Hoogste inschrijver M. Nelissen te
Oirlo voor f 3.936 en J. van Dijck/
en G. Poels voor f 3.413 aan wien
het werk werd gegund.
van 27 januari 1934
Op 21 januari overleed alhier
plotseling de heer Jean Poels, lid
van Gedeputeerde Staten. Hij be
reikte de leef tijd van bijna 64 jaren.
Paardevlees doet in voedingswaar
de niet onder voor de andere
soorten vlees en is als regel aan
merkelijk goedkoper.
Een rijst-, marcaronl- of spaghetti-
schotel is af en toe lekker als
afwisseling van aardappelen en
groente en vlees. Natuurlijk mag
de groente er niet bij ontbreken.
Sinaasappelen zijn goede vitamine
C-bronnen; aan 't sap kan even
veel waarde worden gehecht als
aan de gehele vrucht.
Tandbederf kan in de hand ge
werkt worden door veel snoepen.
Denkt u daar eens aan, als de
kinderen om lollies en zuurtjes
vragen. Geef ze liever fruit of
een boterham.
Uitgaven voor levensmiddelen be
dragen gemiddeld 34 procent van
de totale uitgaven.
Het visverbruik in ons land kan best
wat hoger worden. Kies vooral
eens vaker vis wanneer u brood
belegging koopt. Kunt u geen
verse vis kopen, denk dan eens
aan diepvries-vis of vis uit blik.
De wetten van de Kerk
kunnen veranderen, de
wetten van God niet
Positieve wetten of instellingen,
die de Kerk zelf heeft verordend,
kan de Kerk ook zelf veranderen
of afschaffen. Maar wat afkomstig
is van God Zelf of van Christus,
hetzij in de geloofsleer van de Kerk
hetzij in de christelijke zedenleer,
dat moet de Kerk onvervalst hand
haven, daar kan ook de Kerk niets
aan veranderen, omdat zij daar niets
over te zeggen heeft.
Over de geloofsleer hebben wij
reeds gezegd, dat die niet verandert
door de vernieuwingen en ver
anderingen in het kerkelijk leven.
Wel is er in de Kerk een groei
en ontwikkeling mogelijk van de
kennis van het geloof en van het
inzicht in wat God heeft geopen
baard. Zo kan er ook bij de gelovigen
(want zij zelf zijn de Kerk) een
zekere groei en ontwikkeling zijn
in de geloofskennis, en die is zelfs
nodig, anders zou ons geloof kun
nen verstarren en tenslotte alleen
nog maar bestaan uit formules die
niet de minste invloed hebben op
ons leven.
Daarom juist moeten wij meer
gaan nadenken over ons geloof,
maar wij moeten ons hierbij laten
leiden door het kerkelijk leergezag
van Paus en Bisschoppen.
De Kerk nu leert, dat zij geen
wijziging kan breng-n in de wetten
van God en ook niet in wat van
Christus afkomstig is, maar alleen
in de positeve wetten die de Kerk
zelf heeft uitgevaardigd voor het
geestelijk heil van de gelovigen.
Wat zijn nu positieve wetten?
Dat wij in Nederland rechts moe
ten rijden, dat alle kinderen hier
van 7 tot 14 jaar naar school
moeten, dat zijn positieve wetten
van de Nederlandse staat. De staat
kan dat zelf ook veranderen en b.v.
voorschrijven, dat voortaan links
gereden moet worden, als ze dat in
andere landen ook gaan doen.
Maar dat wij in het verkeer nie-
mands leven of gezondheid roekeloos
in gevaar mogen brengen, door b.v.
dronken achter het stuur te gaan
zitten, dat is geen positieve wet
van de staat, ook al staat het in de
Nederlandse wetgeving. Die wet is
een toepassing van de goddelijke
Venray bergt voor de beoefenaar
van en zoeker in de archeologie,
topografie, ethnografie enz, vele
raadsels, welke slechts aan de hand
van enkele (vaak niet eens tast
bare, hoewel reduktieve) feiten en
stellingen naar voren kunnen wor
den gebracht.
Een nuchter iemand zal vanzelf
sprekend en vaak ook zeer terecht
vragen: Waar zijn de reële bewijs
stukken van de gegeven bewering
of veronderstelling? Maar toch
mogen wij een en ander niet ver-
ontachtzamen.
DIE MOSSE BEWAARD
BLIEVE.
Zo schreven wij reeds een aantal
artikelen dienaangaande, vroeger
en ook voor kort nog, in dit blad
en elders.
Wij haalden o.a. de Venrayse
„Veenbrug" aan, tussen het Zwart
Water en de Poalse Koele. Nader
hand vonden we nog iemand, die
deze niet in geschrift vastgelegde
vondst kon bevestigen.
Helaas, de door Joh. Lemmens
Sr. en Fr. van Baar Sr. opgegra
ven palen, welke een tijdlang aan
de Milleskoel en de Looi koel heb
ben gelegen, tegen de oude school
muur aan en daarna werden ge
bruikt om „te tune" zijn verdwenen.
Wij haalden ook aan de Venrayse
Schans. Voor dit verdwenen objekt
hebben we intussen meer bewijs
baars gekreken.
Behalve eertijds al gevonden vuur
steenafslag als pijlenpunten, zijner
onlangs enkele brokjes aardewerk
opgehaald, kennelijk van vroeg
middeleeuws maaksel en zagen wij
ook de Schans nauwkeurig geloka
liseerd op een oude stafkaart.
Zelfs ontdekten twee leden van
de Venrayse Oudheidkundige Kring,
de heren Kruysen en Driessen, een
persoon, die de Schans had mee
helpen afgraven, dus doen verdwij
nen.
Deze persoon vertelde de volgen
de moot erbij: „Toen we de wallen
aan het slechten waren, kwam Jan
Poels voorbij, die van de Heide
naar de Schaapspeel ging en die
zei: „mer jongens, da ge dizze wal
aafgraaft, is nog sunt, die mosse
bewaard blieve".
Ze zjjn helaas niet bewaard, on
danks dat destijds Joh. Lemmens
wet: „Ge zult niet doden!"
Zo is het ook in de Kerk. Dat we
drie uur vóór de H. Communie
nuchter moeten zijn, dat we vrijdags
geen vlees mogen eten en op be
paalde dagen en op een vastge
stelde manier moeten vasten: dat
zijn positieve wetten die de Kerk
zelf zo heeft verordend. Daar kan
de Kerk ook zelf verandering in
brengen.
Een positieve instelling van de
Kerk is ook, dat de kardinalen de
nieuwe Paus moeten kiezen, dat de
H. Mis in het latijn gevierd moet
worden en dat priesters niet als
gehuwden mogen leven. Dat is niet
altijd zo geweest en de Kerk zou
dat onder bepaalde omstandigheden
kunnen afschaffen.
Of zij zou er ook in bepaalde
gevallen in kunnen dispenseren.
Zoals Paus Pius XH, dat gedaan
heeft bij enkele protestantse pre
dikanten die katholiek waren ge
worden en na hun priesterwijding
als gehuwden mochten blijven leven.
Maar wat van God zelf of van
Christus afkomstig is, daar kan
zelfs door de Kerk geen wijziging
in gebracht worden: b.v. dat wij
moeten leven volgens de tien ge
boden, dat wij onszelf moeten ver
loochenen en offers moeten kunnen
brengen voor ons geloof, dat wij
waardig en vol eerbied de H. Com
munie moeten ontvangen, dat wij
onze doodzonden moeten biechten,
enz.: dat zijn geen positieve jvetten
en instellingen van de Kerk.
De Kerk heeft dat niet zelf zo
bepaald, maar het is van God af
komstig. De Kerk kan deze ver
plichtingen wel aan ons voorhouden
en dat is ook haar taak, maar zij
kan aan die goddelijke wetten niets
veranderen.
Dit alies is niet zo moeilijk te
begrijpen. De grootste moeilijkheid
is hiermee echter nog niet opge
lost.
Wat precies behoort nu tot de
zuiver kerkelijke wetten, en wat
behoort tot de goddelijke wetten?
Want dat is niet altijd zo duide
lijk als in de voorbeelden die wij
tot nu toe gedaan hebben. Behoren
b.v. de zedigheidsnormen en de
huwelijksmoraal, die de Kerk ons
voorhoudt, werkelijk tot de godde
lijke wet, of zouden die normen
met de tijd toch ook kunnen ver
anderen? v.d. B.
Sr., die de eerste werken van de
Peel-openleggingen en ontginningen
leidde, hier de oorspronkelijk ge
plande doorgangsweg liet ophouden
of verlegde!
Vandaag willen we het hebben
over „De Wolf".
Tussen het Venrays Broek en de
Beek aan de Oostelijke zijde, het
Kleindorp en Daland aan de Zuide
lijke, de Ballonzuil aan de Weste
lijke en Endepoel en Rozendaal aan
de Noorijke, ligt een betrekkelijk
klein stuk, waarvan de volksbena
ming De Wolf gold en hopelijk met
de her-kartografering, weer officieel
zal gaan gelden.
De benaming is thans, als vele
andere nagenoeg vergeten. Wijzelf
zagen dit de laatste keer vermeld
in de volkskundige publikatie van
Gerard Krekelberg.
De aloude Aaidoop, tegenwoordig
de Dallandse Waterlossing geheten,
komt, lopende tussen de Pottenweg
en Dallandseweg, via de buurtschap
de Smaal plank, (kent U deze ty
pische benaming ook nog?) blijk
baar genoemd naar een oud brugje
over de Aai, ongeveer ter plaatse
waar de Dallandse Waterlossing de
Endepoelbosweg passeert.
Hoewel deze waterlossing niet
geheel zuiver de oude Aailoop volgt
is het meest Oostelijke gedeelte
van de Laagheide.
De benaming Laagheide is be
waard gebleven. De Wolf, nog zui
verder gelokaliseerd bij de Aai, ligt
westelijk van deLoonse dijk, noor
delijk van de Ripsweg en direct
zuidelijk van de Endepoelbuurt.
Het roofdier de wolf heeft ook
in deze streek gehuisd, 's Winters
konden deze beesten een ware
plaag vormen. Ze besprongen, uit
gehongerd, mensen en dieren.
In de 16e en 17e eeuw wordt er
herhaaldelijk gewag van gemaakt.
Nog in 1811 werd voor deze stre
ken een lijst opgesteld van 13 per
sonen, hoofdzakelijk kinderen, die
door de wolven aangevallen waren
en verscheurd.
In onze jeugd hebben we nog op
een boerderij onder Merselo en Hei
nog bewaarde wolfsklemmen ge
zien.
De naamgeving aan dit stuk ter
rein, zal waarschijnlijk op dit
roofdier slaan. Echter is een naam
geving van dit klein stuk, bekeken
zoals het er vroeger uitzag (een
wild, verlaten heide- en piassen-
gebied met enkele kleffen), wel
opmerkelijk, zodat we mogen aan
nemen, dat er iets bijzonders mee
is. We horen nog oud-wethouder
Janssen z.g. vertellen, hoe hier
„ennen hiëlen aide kunning spókte"
De bekende oud-burgemeester
Verblakt uit de vorige eeuw droeg
een warm hart voor heel dit ge
bied, vanaf de Vollemeule en Lo
beek tot Zwartwater en Poalse
Koele. Hij had er zijn speciaal
jachtterrein op wild en visserij.
Zo bouwde hij in de Endepoel
zelfs een zomerhuisje, dat slechts
per bootje te bereiken was en liet
hij beplantingen aanbrengen op 'i
Rosendaal en De Wolf.
In dit laatste stuk liet hij zelfs
de schup in de grond zetten, want
hier heette het moest iets
bijzonders zitten.
Het „iets bijzonders" is echter
niet voor de dag gekomen. Wij
weten verder ook niet, waarom hij
hier liet graven.
WOLFSBURCHT.
Voor enige historie rond De Wolf
kunnen wij dan ook maar heel
weinig tastbare stukken ter tafel
brengen. Wij geven dus aan, wat
wij in onze jeugd hoorden en later,
bij navragen, nog konden verne
men. Deze zijn:
1. het opmerkelijk graven door
burgemeester Verblakt in de vorige
eeuw;
2. de sage, die de bekende Lim
burgse folklorist en publicist Ge
rard Krekelberg over dit stuk gaf,
zijnde een vertelling rond een ver
zonken slot, „de Wolfsburcht";
3. het zeggen van onze oudste
mensen, dat Merselo, waaronder de
Wolf valt, „hiël aid is";
4. het haardvertelsel van dezelf
de mannen, dat hier eens een burcht
heeft gestaan van „enne kunning,
dèn van 't zeuje hierhin is komme
vlugte"; f
5. de nabijheid van een aller
waarschijnlijk oude verkeersweg,
komende van de Maas en Peel-
waarts gaande, deze doorkruist.
Daarom zou dit terrein, door een
moeras gescheiden van deze weg
en afgelegen zijnde, zich wonderwel
lenen voor „enne gevlugte kunning"
of hoofdman èn om zich te verber
gen èn om toch in de nabijheid te
zijn als 't nodig was.
Hierbij dienen wij nog aan toe te
voegen, dat wij, tijdens onze gym
nasiumjaren 19101915 in de
„sixième" studieboeken overnamen
van voorgaande leerlingen; dat was
goedkoper. Daar was bij een latijns
vertaalboek, hetwelk we gedeeltelijk
hadden te vertalen. Dit was „Com-
mentarli de bello gallico" van
Caesar; en we vonden hierin ook
de allereerste geschreven geschie
denis uit ons vaderland. Waar nu
de veldheer-veroveraar Caesar 't
over de Eburonen en over hun op
standige koning Ambiorix spreekt,
had iemand (een student van 'n
vroegere jaargang in de marge
geschreven, dat koning Ambiorix,
die noordwaarts vluchtte en daar
door ontsnapte aan de uitmoording
van zijn volk, in het gebied van de
Peel terecht is gekomen en er een
burcht zou hebben gebouwd op de
plaats, die nog de Wolf wordt ge
noemd. Dezelfde kantekening werd
ook in een jaargang van het blad
Limburg aan Christus (1930) ge
memoreerd.
Afgaande op deze zij het dan
zeer losse en derhalve geenszins
vaste gegevens zou het mogelijk
kunnen zijn, dat in De Wolf rond
het begin van onze jaartelling een
burcht (wallen-burcht) zou hebben
gestaan, waar de gevluchte Eburo-
nenkoning zijn toevlucht had en
mogelijk nog heeft gebroed op
wraak op de Romeinen.... Echter
mist deze hypothese, als gezegd,
verder elke grond. Een buurt De
Wolf geheten hebben wij verder in
deze streek niet kunnen ontdekken
dan enkel in deze Venrayse kon-
treien.
Julius Caesar
in onze streken
Laten wij desondanks de historie
van Caesar eens nagaan; we heb
ben daartoe ons „latijn" wat opge
poetst en de door Caesar geschre
ven Eburonengeschiedenis doorge
nomen....
Er is op ons vaderlands gebied
historisch 3 maal sprake van ernstig
verzet tegen de poging der Romei
nen om de hier wonende volkeren
te onderwerpen en te blijven heer
sen. De eerste maal gebeurde dit
onder de leiding van koning Am
biorix der Eburonen tijdens Caesar's
veroveringstocht, de tweede maal
in 't jaar 28 door de Friezen, en de
derde keer onder leiding van
Claudius Civilis uit de stam der
Batavieren in het jaar 69 na Chris
tus. Over de eerste strijd zullen wij
het hebben.
Caesar noemt de Belgae, als ver
zamelnaam van de volkeren tussen
de Rijn, Marne en de zee, dus ook
in onze streek, het krachtigste
volk, dat zeer dapper was. De
Eburonen, een Germaanse stam in
dit gebied, was een ervan; zij be
woonden de streek ongeveer tussen
de Peel en de Rijn, aan weerszijden
van de Maas, in het noorden be
grensd ongeveer tot Telden en
Horst in het oosten tot ongeveer
Düren, in het zuiden tot voorbij
Verviers en Luik, in het westen
tot voorbij Tongeren.
Het eerste kontakt van de Ro
meinse legioenen en de Eburonen
kwam in het jaar 67 voor Christus
tot stand bij een verdrag, zonder
dat zij feitelijk onderdanen werden
of onderworpen. Caesar bleef oor
logvoeren om de hele streek van
de zee tot de Rijn (hij trok zelfs
over de Rijn en landde in Enge
land) te veroveren. Het vriend
schapsverdrag met de Eburonen
werd door Caesar begrepen als een
onderworpen-zijn, en hij handelde
ernaar. En zo kwam het hier tot
een grote, en zelfs grootse, opstand,
welke een aanvang nam met een
sluwe krijgslist der Eburonenkoning
door de in een winterkamp ge
legerde Romeinse legioenen nabij
Atuatuca, de hoofdstad der Eburo
nen, hieruit weg te lokken en op
hun afmars in een dal en ravijnen
ze te vernietigen.
Dit winterkamp heeft o.i. wel
degelijk in ons Limburg gelegen,
n.l. in het keteldal zuid-oostelijk
van Cadier Keer, terwijl de
hoofdstad der Eburonen o.i. niet
in de Belgisch-Limburgse stad
Tongeren dient te worden gezocht,
maar ook weer in ons Limburg,
namelijk te Houtem bij Valkenburg,
De vernietiging der romeinse
legioenen zal dan zijn geschied in
de dalen en slochten tussen Ban-
holt en Sint Geertruiden, en verder.
De opstand werd na deze voor
Ambiorix zo gunstige slag alge
meen en breidde zich snel uit; dit
gebeurde in het jaar 54 voor
Christus- Caesar noemt zelfs 7 vol
keren, die eraan deelnamen, waar
door Caesar wilt aangeven hoe
dreigend het gevaar was.
Het was een zware taak voor
Caesar hier het romeins gezag
weer te herstellen, en toen de ver
schillende stammen weer waren
onderworpen op de Eburonen en
Atuatuken na, besloot hij deze
als aanstichters en als bedrijvers
van het vals verraad uit te
roeien. Met deze uitroeiing, die o.i.
wel nooit volledig zal zijn kunnen
gebeuren, begon hij in het jaar 53
voor Christus, en herhaalde de
aktie naderhand nog eens. Om het
goed te doen, trok hij met twee
leger-speerpunten op, één langs
Düren en de Rijn noordwaarts en
één langs Tongeren en de weste
lijke Peel eveneens noordwaarts,
zodoende het gehele Eburonen-
gebied omvattende en dit trachtend
in te sluiten.
Aan de Rijn legerde hij sterke
afdelingen om koning Ambiorix te
beletten naar de stamverwante
Germanen te vluchten. Caesar
noemt ook duidelijk het moeras
gebied, dat wij thans als de Peel
kennen, en welke zijn legioenen
door moesten trekken vaak op
door hen zelf aangelegde knuppel
wegen. Tegelijk stootte een romeinse
ruiterij van het zuiden door om
Ambiorix bij verrassing gevangen
te nemen; bijna gelukte dit ook,
maar op het laatste moment sprong
Ambiorix op een paard en ont
kwam in de bossen.
Het uitroeiingsresultaat was
vooreerst zeker niet voldoende,
omdat de Eburonen, die hun land
wel kenden, zich overal in bossen
en moerassen verborgen. Caesar
verklaarde intussen dan ook het
land en het volk vogelvrij; naburige
stammen konden er naar lust roven
en doden.
De tweede expeditie ondernam
Caesar vanuit de inmiddels bezette
hoofdstad der Eburonen Atuatuca,
Alles werd platgebrand en over de
kling gejaagd, de oogst ter velde
vernietigd en het vee weggehaald.
Maar ook nu kon men koning
Ambiorix niet te pakken krijgen.
Telkens vernamen de Romeinen,
dat ze vlak bij hem waren, maar
als ze aan zijn schuilplaats kwamen,
was Ambiorix weer verdwenen.
Koning Ambiorix vluchtte toen
definitief noordwaarts, met een
gevolg van slechts vier ruiters, en
ontkwam derhalve aan de romeinse
wraakneming.
Dit noordwaarts vluchten ging
ongetwijfeld de Venrayse kant uit!
Maar waarheen
Zit in De Wolf de oplossing er
van verborgen?
Het is aan te nemen, hoewel de
hypothese gedurfd is en altijd zeer
zwak blijft. Maar altijd zit toch nog
een kern van historie ofwel enige
grond van 'n mogelijke gebeurtenis
in de overgeleverde, aloude volks
gezegden en volksvertellingen.
De huidige technische, nuch
tere, veramerikaanste (noem het
zoals u wilt) tijd doet deze volks
vertellingen wel de strop om, ze
worden vergeten, ze gelden vaak
nog enkel als een kuriositeit, en
het heeft er alle schijn van dat
het nieuwe geslacht er op een
oppervlakkige dan wel karnavaleake
wijze erop terug zal zien.
Ze worden vergeten, hebben we
juist gezegd, en toch is er zoveel
bij wat frappant is en waaruit iets
aanwijsbaars kan gedistilleerd
worden. Daarom hebben wij van
daag eens De Wolf naar voren
gehaald, een en ander is méér dan
interessant. GERARD LEMMENS
Burgemeester en wethouders van
Venray maken bekend, dat inschrij
vingen vopr een standplaats op de
in 1959 te houden kermis van 2 tot
en met 6 augustus en 9 augustus
vóór 15 februari a.s. worden inge
wacht.
De inschrijvingen dienen te ge
schieden op formulieren, welke ter
secretarie, afdeling I, kunnen wor
den afgehaald of aangevraagd.
Vermakelijkheidsbelasting wordt
niet geheven.
Tevens kan worden ingeschreven
voor de op de kerkdorpen Leunen,
Oirlo, Helde, Merselo, Ysselsteyn,
Castenray, Veulen en Oostrum in
1959 te houden kermissen, met dien
verstande echter, dat voor de kin
derdraaimolen, viskraam en suiker-
kraam gecombineerd moet worden
ingeschreven voor de kermissen in
Venray-kom en kerkdorpen.
Venray, 7 januari 1959.
Aan het eind of in het begin van
het jaar vergasten wij u weer eens
op enige snufjes uit het magazijn
van de voedingsleer. U kunt er van
meepakken zoveel u wilt.
Appelmoes is erg lekker bij de
warme maaltijd, maar wat voe
dingswaarde betreft kan het de
plaats van groente niet innemen.
Bonen en erwten kunnen het vlees
gerecht vervangen, wanneer u in
dezelfde maaltijd voor een melk-
gerecht zorgt.
C is het vitamine, dat we in het
vroege voorjaar voornamelijk uit
citruskruchten en/of rozebottel-
jam of stroop kunnen opnemen.
Dagelijks gebruik van de donkere
broodsoorten (krop-, bruin- of
volkorenbrood) is beter dan alleen
maar wit brood eten.
Eieren eten wij bij voorkeur een
paar maal per week.
Fruit heeft rauw meer waarde dan
gekookt; bovendien is het zo beter
voor de oefening van 't gebit.
Groenten heeft iedereen zowel in
de winter als in de zomer dage
lijks in flinke hoeveelheid nodig:
zeker 250 gr. per persoon. Blik-
en diepvriesgroente behoeft in
voedingswaarde niet onder te
doen voor vers-gekookte groente.
Havermout, boekweit en volkoren-
produkten van tarwe behoren tot
de beste bindmiddelen voor pap
en andere nagerechten.
Bij inmaken door diepvriezen zul
len de produkten van eigen erf
het minst aan smaak en voedings
waarde inboeten.
Jachten aan tafel is niet bevorder
lijk voor een goede stemming en
spijsvertering en kan er een oor
zaak van zijn, dat de kinderen
slecht eten.
Kaas is niet elleen maar een aar
dige broodbelegging voor eens 'n
keertje; hij behoort dagelijks op
tafel te komen.
Lever verdient om zijn hoge voe
dingswaarde (veel eiwitten, mi
neralen en vitamine) regelmatig
een plaats in het menu.
Melk is zeer waardevol, dat weet u
natuurlijk, maar gebruiken al uw
gezinsleden tenminste een halve
liter per dag?
Niertjes worden bij de slager vaak
over het hoofd gezien; evenals
lever zijn zij rijk aan voedings
stoffen. Gebakken of verwerkt
tot een pittige ragout, smaken
zij heerlijk.
Opgewarmde groente bevat min
der vitamine C dan vers-gekookte
groente. Kook daarom als het
enigszins mogelijk is voor laat
komers de groente apart.
Een warme maaltijd is iedere dag
nodig, ook voor kamerbewoners!
IJzerrijke levensmiddelen zijn o.a.
vlees, peulvruchten, brood, groene
groenten en appelstroop.
Zuurkool is de enige vatgroente die
een niet onbelangrijke voedings
waarde heeft. Ook van rauwe
zuurkool kunnen diverse smake
lijke gerechten worden bereid.
Hockey-nieuws
Wegens de slechte weersomstan
digheden konden de vastgestelde
wedstrijden op 11 en 18 jan. geen
doorgang vinden. Wind en weer
dienende, spelen zowel de heren als
de dames morgen aan de Leunse-
weg een thuiswedstrijd, resp. tegen
Deume en Eindhoven III.
Gezien de standenlijsten en de
resultaten in de uitwedstrijden, ver
wachten we zonder meer, dat de
puntjes in Venray blijven. Aanvang
12.45 en 14.00 uur.
TOEPEN.
Zaterdagavond had in hotel de
Keizer alhier een toepwedstrijd
plaats tussen Limburg en Brabant.
Limburg dat reeds een wedstrijd in
Brabant speelde en deze wist te
winnen, wist de voorsprong te ver
groten.
Limburg behaalde 548 punten,
Brabant 532 punten.
De le prijs werd behaald door de
heren Loenen en Litjens, Leunen,
2e mevr. van Veldhoven en de heer
Huikmans te Veghel, 3e de heren
Millen en van Rhee te Venray.
Als eenling .wist de heer Loenen
te Leunen de hoogste punten te
behalen.
De derde ofwel beslissingsronde
wordt eind 1959 gehouden om het
kampioenschap.
De boeken van de lang in Deurne
gewoond hebbende Brabantse schrij
ver Antoon Coolen, hebben ook in
deze contreien zeer grote belang
stelling mogen ondervinden.
Zijn Peelwerkers en andere ro
mans zijn vtel gelezen boeken en
van de smakelijke verteltrant van
deze grote schrijver, heeft menig
een genoten, temeer waar hij onder
werpen behandelde, die ons allen
bekend waren en zijn.
Zijn grote doktersromans, als
„Dorp aan de rivier" e.a. hebben,
hoewel ze op ander terrein lagen,
ook deze belangstelling getrokken,
waaraan een zekere overeenkomst
met in deze streken geleefd heb
bende en nog levende doktoren,
nïet vreemd is.
Zijn boek, „Dorp aan de rivier",
is verfilmd en zal komende week
in het Luxor-Theater vertoond
worden. De vele lezers van het
leven en werken van dokter Tjerk
van Taeke, zullen ongetwijfeld deze
film willen gaan zien.
Zijn vriendschap met Cis den
Dove en zijn vijandschap met de
burgemeester, zijn liefde tot zijn
vrouw en kinderen, zijn vervaar
lijke raadgevingen en nog vervaar-
lijker daden zullen ontroeren en
doen lachen en men zal even roee
genomen worden naar dat vreemde
en toch weer gewone Dorp aan de
rivier.
De film is er niet in geslaagd de
fijne sfeer van Antoon Coolen's
boek geheel tot uiting te brengen.
Men krijgt korte episoden te zien,
humorvol, belachelijk, omroerend,
soms, maar geen geheel.
Dat verhindert echter niet, dat
het weerzien met al deze bekenden
uit Coolens boek, de bezoeker on
tegenzeggelijk plezier zal doen en
wij mogen deze Nederlandse film
zeker aanbevelen.