De tijden veranderen,
en wij veranderen mee
Schaduwzijde van 1958...
Half miljoen blindgangers nog steeds
gevaar voor de West-dnitsers
Dames
Foor de politierechter
P.MO OREN
Uit Peel en Maas
Goede nachtrust
Een modern sociaal beroep
voor jonge meisjes
Zaterdag 17 januari 1959 No 3
TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS^
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PRIJS PER KWARTAAL f L40 BUITEN VEWRAY f 1.60
QROTESTRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150052
ui
De Kerk in een veranderde wereld
De mensheid is op zoek naar
nieuwe levensvormen. Niemand kan
hieraan ontkomen. Ook in het
kerkelijk leven is allerlei aan het
veranderen waarvan velen dachten
dat het vaststond voor alle eeuwen.
De viering van de Mis begint
anders te worden, het trouwen in
de kerk gebeurt al anders, de
vastenwet is geheel veranderd en
eveneens de wet dat men nuchter
moet zijn vóór de H. Communie.
De Pastoor heeft ook veel minder
te zeggen in het dagelijks leven
dan een 25 jaren geleden. De ge
lovigen gaan zelfstandiger worden
en willen in veel zaken zelf voor
hun eigen geweten uitmaken wat
ze te doen en te laten hebben. Zij
aanvaarden niet meer klakkeloos
wat hun van bovenaf wordt voor
gehouden. Ze willen weten waarom
precies dit moet en dat niet mag.
Dit laatste is helemaal niet ver
keerd, integendeel. Het is goed dat
de gelovigen meer gaan nadenken
over hun geloof en hoe ze moeten
leven volgens dat geloof. Vooral
nu de opvattingen over allerlei
levensvormen snel veranderen en
ook de Kerk zich in veel dingen
aanpast aan de veranderde tijden
en de sterk gewijzigde omstandig
heden waarin de mensen van nu
leven.
Als de mensen niet dieper gaan
nadenken over hun geloof, zullen
ze hun houvast kunnen verliezen.
Ons houvast moet Christus zijn, en
die blijft steeds dezelfde, gisteren,
heden en in eeuwigheid. Wij moeten
onwankelbaar blijven geloven in
Gods Woord, want God is de on
veranderlijke waarheid.
Wij moeten ook onwankelbaar
blijven geloven in Gods Kerk die
leeft in een veranderde wereld en
met de moderne tijd moet meegaan,
voor zover dat tenminste kan.
Daarover ïnoeten de gelovigen
eveneens meer gaan nadenken. Ze
moeten zien klaar te komen met
de vraag wat er in de godsdienst
kan veranderen en wat niet, en
waarom precies.
Iedere gelovige staat voor de
persoonlijke opgave zich te bezinnen
op die vraag: waarom precies zijn
bepaalde vernieuwingen en aan
passingen wel mogelijk, en andere
niet Die bezinning is nodig voor
de beleving van ons geloof, van
het geloof dat God ons gegeven
heeft. Ons geloof vraagt erom: dus
God vraagt erom.
Iedere gelovige kan bij enig na
denken wel aanvoelen dat er ver
andering mogelijk is in de manier
van Eucharistie-viering, de regeling
van de Goede Week-plechtigheden,
de vastenwet, de vorm van huwe
lijkssluiting enz. Maar dan blijven
de meesten nog zitten met de
vraag, waarom precies dergelijke
veranderingen wel mogelijk zijn,
en andere veranderingen niet, b.v.
in de katholieke huwelijksmoraal.
En dan antwoorden de Bisschoppen
in hun reeds vermelde herderlijke
brief als volgt:
„Het is duidelijk dat het bij al
deze genoemde vernieuwingen
gaat om positieve wetten en in
stellingen, die de Kerk zelf heeft
verordend voor het geestelijk heil
van de gelovigen... Er zijn echter
heel veel andere zaken hetzij
in de geloofsleer van de Kerk,
hetzij in de christelijke zedenleer
die ook de Kerk niet verande
ren kan, omdat zij afkomstig zijn
van God Zelf".
Een goed begrip van wat hier
gezegd wordt, kan heel wat on
zekerheid in deze zaken bij da
gelovigen wegnemen. Het een en
ander zal nog verduidelijkt moeten
worden. Wij willen alvast hierop
wijzen, dat door al die vernieuwin
gen in de Kerk het geloof zelf niet
veranderd wordt.
De Kerk kan b.v. bepalen met
welke plechtigheden, gebeden en
ceremonies de H. Mis moet worden
gevierd en de Sacramenten moeten
worden toegediend die Christus aan
de Kerk heeft toevertrouwd. Hierin
kan zij in de loop der tijden ook
enige verandering brengen. Maar
daardoor wordt het geloof zelf niet
veranderd.
Zo is er ook geen sprake van
verandering in het geloof als de
Kerk de laatste tijd de gelovigen
sterk aanraadt om niet meer buiten
de H. Mis, maar onder de H. Mis
te communiceren. Zij brengt daar
door een bijna vergeten waarheid
onder de aandacht van de gelovi
gen: n.l. dat de H. Communie de
bekroning moet zijn van onze deel
name aan het H. Misoffer.
Zo werd, een vtfftig jaar geleden
door het pauselijk decreet van de
veelvuldige H. Communie het ge
loof zelf evenmin veranderd. Alleen
werden de gelovigen van toen, die
slechts eenmaal in het jaar tot de
H. Communie durfden naderen,
herinnerd aan een bijna geheel
vergeten waarheid: n.l. dat de H.
Communie door Christus bedoeld
is als het voedsel voor ons godde
lijk leven, dat de gelovigen daarom
dikwijls tot zich moeten nemen.
Of de christelijke zedenleer kan
veranderen, daarover de volgende
keer. v.d. B.
Vier mensen kwamen om het leven
door verkeersongelukken.
In zijn boek „Het Limburgse
Veldkruis" wijdt de schrijver pastoor
Ad. Welters een hoofdstuk aan het
Memorlekruis.
„Een memoriekruis, zo schrijft
pastoor Welters o.m. vindt zijn
oorsprong hierin, dat het volk in
het plaatsen van zo'n kruis een
blijde, doch meest droeve herinner
ing wil vastleggen.
Dergelijke kruisen worden o.m.
langs de weg opgericht bij een
sterfgeval tengevolge van een on
geluk e.d.
Het ,,im plam memorium" ver
duidelijkt zeer dikwijls, om welke
reden het kruis werd opgericht.
Daar is iemand plotseling dood
gebleven, door een instortende
groeve levend begraven, onder een
paard of wagen geraakt, onder een
vallende boom verpletterd, op jacht
per ongeluk dood geschoten, door
een wild dier verscheurd, verdron
ken enz.
Niet zelden draagt het kruis ook
als opschrift de droeve uitnodiging
„Bid God voor die siele". Tot zo
ver pastoor Welters.
Het plaatsen van memoriekruisen
is sinds tientallen jaren in onbruik
geraakt, maar nog steeds komt
men in het Limburgse land nog
tal van dergelijke kruisen tegen.
Op echt christelijke wijze herin
neren zij de voorbijganger er aan,
dat hetgeen ééns plaats vond
ook vaker het geval kan zijn
en dat niemand ervan verzekerd
is, niet door een ongeluk of plot
selinge dood verrast te worden.
Dat deze kruisen thans niet meer
geplaatst worden, behoeft men o.i.
niet direct te wijten aan een terug
gang van de godsdienstzin.
Stellig zullen er redenen van
practische aard geweest zijn, waar
om het vrome gebruik langzaam
in vergetelheid geraakte.
Niet overal en zeker niet langs
drukke verkeerswegen zal 't mo
gelijk zijn geweest, memoriekruisen
op te richten.
Maar toch hoe men het ook
bekijkt in het oude gebruik, de
herinnering aan de plotselinge dood
van een medelid van de gemeen
schap vast te leggen in het aloude
en meest bekende christelijke sym
bool, nl. het kruis, schuilt toch wel
iets bijzonder treffends.
Zou men de geschiedenis kennen
van elk dezer memoriekruisen, dan
zou men tevens ook aanvoelen,
welk een tragedie aan zulke sim
pele gedenktekenen verbonden
moet zijn voor degenen, die in
deze kruisen in vrome overgave
aan Gods H. Wil de dierbare dode
herdachten.
—0—
Het schijnt aan onze jachtige tijd
eigen te zijn, dat wij snel vergeten.
De meest tragische gebeurtenis
sen maken soms maar een vluchtige
indruk op ons; de herinnering er
aan vervaagt ongelooflijk snel.
Nog eens: onze tijd zal er onge
twijfeld debet aan zijn, dat mar
kante feiten, als bijv. een plotselinge
dood op of langs de weg als ge
volg van een ongeluk, zo betrekke
lijk als men het althans in
groot verband ziet weinigzeg
gend zijn voor de meesten onzer.
Tenzij als men nauw verbon
den is aan de gebeurtenis, doordat
bijv. het slachtoffer familielid of
goede vriend is.
0—
De jaarverslagen, welke men in
deze tijd aller wege opmaakt, ademen
over het algemeen een optimis
tische geest.
1958 zo schreven wij zelf
was over het geheel genomen
nog zo'n kwaad jaar niet.
Maar toch een der meest mar
kante dingen van het afgelopen
jaar was de plotselinge dood van
vier mensen, die als gevolg van
verkeersongelukken om het leven
In het voorjaar van 1945 hebben
West-dultse luchtvaartautoriteiten
vastgesteld, dat er in de tweede
wereldoorlog in het geheel tien mil
joen bommen van velerlei kaliber
op het gebied van de huidige Bonds
republiek terecht zijn gekomen.
Daaronder bevonden zich één mil
joen zgn. blindgangers. Deze ver
houding van 10 op 1 is in de loop
van de oorlog zo dikwijls gecon
stateerd, dat men zich hier met
redelijke zekerheid op kan verlaten.
Sedert het einde van de oorlog
werden in West-Duisland 500.000
blindgangers ontdekt en onscha
delijk gemaakt. Dat betekent, dat
er 500.000 nog niet zijn gevonden.
Vooral in steden, waar het puin
nog niet is opgeruimd, betekenen
deze projectielen een voortdurend
gevaar voor mensen en goederen.
De dertien jaren, die sedert het
neerkomen van de bommen zijn
verlopen, hebben hun vernietigings
kracht niet teniet gedaan. Er hoeft
zich slechts een omstandigheid voor
te doen, die het ontstekingsmecha
nisme in werking brengt en een
blindganger komt tot ontploffing.
Een verandering in de ligging van
de bom kan daartoe reeds voldoen
de zijn. Het is echter ook mogelijk,
dat de ontstekingsplaatjes vergaan,
zodat de slaghoedjes uit hun óm-
hulsel springen en de ontbranding
op gang brengen.
Voorts kan het aluminium, dat
bij de springstof gevoegd is, ver
gaan en daardoor zoveel hitte ont
wikkelen, dat de bom ontploft. Met
deze en dergelijke gevaren moet bij
een blindganger rekening worden
gehouden.
Tot nu toe was het een kwestie
van geluk hebben, want anders
hadden reeds op een enkele plaats
enige honderden mensen het leven
moeten laten. Gedurende jaren zijn
spoortreinen of vrachtwagens over
blindgangers of vlak er langs ge
reden. De bommen zaten diep in de
aarde verborgen, maar het is niet
één keer voorgekomen, dat de tril
ling een bom tot ontploffing heeft
gebracht. Was dit toeval?
Vondsten bij graafwerk
Er worden dikwijls blindgangers
kwamen binnen de grens van onze
gemeente.
Het is een feit, dat te denken
geeft, een feit, dat tot bezinning
noopt. Vier mensen werden midden
uit het volle leven, uit onze ge
meenschap weggerukt.
Het is een feit, dat een blij
vende schaduw werpt over het
overigens zo levendige en blijde
jaar 1958.
0—
Wij hebben in het afgelopen jaar
vaak gedacht aan het oude gebruik
voor verongelukte medemensen een
memoriekruis op te richten.
Zou in de een of andere vorm,
zo hebben wij ons afgevraagd, dit
gebruik niet opnieuw ten leve ge
wekt kunnen worden, zij het dan
ook in gewijzigde vorm.
Het oprichten van kruisen, zoals
dit vroeger geschiedde, zal in de
meeste gevallen wel niet mogelijk
zijn, vooral langs de drukke ver
keerswegen.
Maar er bestaat toch nog altijd
een mogelijkheid, om op een meer
simpele manier de herinnering aan
het droeve feit vast te leggen.
Ons denkbeeld geven wij in over
weging aan allen, die meer in het
bijzonder bij deze droeve gebeur
tenissen betrokken zijn, alsook aan
alle instanties, die een eventuele
uitvoering van het plan mogelijk
zouden kunnen maken.
Dit plan, zo lijkt het ons toe, is
uiterst eenvoudig en zeer wel te
verwezenlijken, ook al omdat er
betrekkelijk weinig kosten mee
gemoeid zijn.
We hebben ons namelijk voorge
steld, dat terplaatse waar eeD
dodelijk ongeluk heeft plaats ge
had, deze plek zal worden aan
geduid met een speciaal te ont
werpen tegel, welke zal worden
gelegd in het trottoir ter hoogte
van de plaats, waar het droevige
gebeuren plaats vond.
Deze tegel, welke de grootte kan
hebben van een normale trot
toirtegel, zou dan duidelijk het
teken moeten dragen, dat door
alle eeuwen heen het zinnebeeld
is geweest van ons Geloof, het
teken van het Kruis. Het is dit
teken, dat eeuwenlang gebruikt
werd om de plaatsen aan te ge
ven, waar een onvoorziene dood
iemand trof.
Dit eenvoudige kruis in wit
op een zwarte tegel of in zwart
op een witte tegel zal dan de
plek tekenen, die voor een onzer
het eindpunt was van zijn aard
se loopbaan. Maar bovendien zal
het ook zijn een waarschuwings
teken voor de overlevenden.
Wij geven het idee, zoals dit bij
ons leeft, in de hoop dat het over
genomen moge worden.
ontdekt in dichtbebouwde woon
wijken of in de onmiddebjke nabij
heid van grote kerken, officiële
gebouwen en architectonische be
zienswaardigheden. Het meest veel
vuldige echter worden zij gevonden
bij graaf- en puinruimingswerk-
zaamheden.
Volgens oningewijden is het de
natuurlijke taak van de stadsover-
heden hun gebied systematisch af
te zoeken naar bommen. Een andere
wijze van doen zou in verband met
het steeds dreigende ontploffings
gevaar niet te verantwoorden zijn.
Dit is echter inderdaad een me
ning van oningewijden, want in de
grond onder iedere stad bevinden
zich zoveel leidingen van gas, licht
en water en ander ijzermateriaal,
dat men met mijnenzoekers geen
resultaat kan bereiken.
Een centraal geleide zoek-acte
door de steden is dan ook een on
derneming, die veel tijd en geld
zou kosten en nauwelijks resultaten
zou opleveren.
Zelfs daar, waar men het ver
moeden heeft, dat een blindganger
in de aarde ligt, is het moeilijk dit
vast te stellen, omdat ook andere
materialen op de instrumenten,
waarmee wordt gezocht, inwerken.
Maar zoals gezegd, de meeste
bommen worden ontdekt bij op
gravingen en bij het opruimen van
puin. Bagger- en graafwerkzaam
heden brengen ze aan het daglicht.
In dit geval ontstaan er voor de
grondeigenaren nauwelijks kosten,
omdat de bouwers, die het te be
bouwen terrein op blindgangers af
zoeken in verschillende steden
is dat voorgeschreven, maar niet
overal 1.50 mark moeten betalen.
Is een blindganger gevonden, dan
komen de opruimingsbrigades in
actie. In de oorlog waren zij samen
gesteld uit leden van de luchtmacht,
politie of uit pioniers.
Sedert de ondergang van het derde
rijk zijn het voor het merendeel
terzake kundige politiebeambten,
door de staat aangestelde spring-
stofspecialisten uit het privé-leven,
die werken in opdracht van het
stadsbestuur.
Zij verwijderen de ontstekings
mechanismen of laten het projec
tiel ter plaatse ontploffen, waarbij
op de juiste manier opgestelde stro-
muren een voor de omliggende ge
bouwen uiterst doelmatige bescher
ming bieden. Het komt ook. voor,
dat men een transport van de nog
steeds op scherp staande bom naar
het vrije veld buiten de stad ris
keert.
Spel met de dood
Waarschijnlijk zijn er in de oorlog
naar verhouding zeer veel leden
van opruimingsploegen gedood door
exploderende blindgangers, omdat
zij met steeds andere en steeds ver
anderende ontstekingsapparaten
waren uitgerust. In het geheel
waren er meer dan 100 ontstekings
systemen te onderscheiden.
Iedere poging om 'n blindganger
onschadelijk te maken was dan ook
een spel met de dood. Eerst tegen
het einde van de oorlog kreeg men
genoeg kennis van de verschillende
ontstekingen en eerst toen daalde
het aantal ongevallen bij het op
ruimen van niet ontplofte bommen.
In Neurenberg werden na 1945
ongeveer 360 blindgangers gevonden
en onschadelijk gemaakt, waarbij
slechts twee personen om het leven
kwamen en dit gebeurde niet uit
onwetendheid of uit onachtzaam
heid, want een van hen had in
Neurenberg en elders reeds meer
dan 2 000 blindgangers gevonden
en onschadelijk gemaakt.
In Kassei werden sedert het einde
van de oorlog 645 bommen on
schadelijk gemaakt en er deed zich
daarbij geen ongeval meer voor.
In Hamburg vielen bij het op
ruimen van 3.290 blindgangers na
het einde van de oorlog nog slechts
vier doden onder de opruimers.
In Bielefeld konden sedert de
herfst van 1945 in het geheel 400
bommen worden opgeruimd zonder
ongelukken.
Het opruimingscommando van
Frankfort a.M. leed in oktober 1945
het laatste verlies aan mensen
levens, ofschoon er naast de 11.342
granaten van kalibers, variërend
7.5 tot 15.5 cm, meer dan 10.000
fosfor- en staafbrandbommen, 510
ton munitie enz., ook 703 blind
gangers waren, met kalibers vari
ërend van 100 tot 1000 cm., die
onschadelijk werden gemaakt.
In heel West-Duitsland werden na
de oorlog 1.072 opruimers gedood.
Voor hen werd in de herfst van
1957 in BerlijnLichterfelde een
gedenkteken opgericht.
I HAMEA-C
handen
ruw of schraal
.-GELEHÜ5ZH3
VOOR EEN MODERN
TELEVISIETOESTEL
EN VAKKUNDIGE
PLHRT5ING ZORGT
TEL: 1683 -
van 20 januari 1934
Door de Rijks- en Gemeente
politie werden verschillende prik-
planken in beslag genomen.
De heer Henri van den Bosch
vierde zijn diamanten lidmaatschap
van het Kerkelijk Zangkoor.
Voor de dienstplichtiichting
1935 werden 106 personen inge
schreven, waarvan 48 vrijstelling
wegens broederdienst hebben aan
gevraagd.
Aangeboden werd soepvlees
van 25 ct, rosbief 45 ct en biefstuk
55 ct per pond.
Burgemeester Esser te Horst
heeft met ingang van 1 februari
eervol ontslag als zodanig aange
vraagd. Ruim 20 jaar was hij
burgemeester van deze gemeente.
Voor 75 ct per persoon be
stond elke zaterdag gelegenheid
per taxi de Helmondse markt te
bezoeken.
Bij aankoop van 1 pond fijne
krultabak vanaf 70 ct en 1 pond
Edah verpakte koffie, kreeg men
bij de Edah een fraaie houten
pijp cadeau.
door Zenuwrust
Mijnhardt's Zenuwtabletten
De beroepsmogelijkheden voor
een meisje zijn groot. Maar bij de
beroepskeuze wordt tegenwoordig
wel allerminst op de eerste plaats
aan een huishoudelijke richting ge
dacht.
Men denkt wel aan kantoor,
fabriek en winkel, maar voor het
werk in het gezin is weinig interesse.
Ook deze beroepen kunnen zeer
geschikt zijn voor een meisje en
het is toe te juichen, dat zij ook
daar geplaatst kunnen worden.
Maar toch brengt deze ontwikke
ling ook gevaren met zich mee.
Allereerst is er het gevaar, dat
hierdoor heel wat meisjes vrijwel
onvoorbereid haar eigen huwelijks
leven ingaan en niet voldoende ge
leerd hebben het huishouden te
regelen en daar zorgend bezig te
zijn. Maar ook voor een andere
groep dreigt deze ontwikkeling
zelfs tragisch te worden. Het zijn
met name de moeders met kleine
kinderen, die er de dupe van
worden. Zij krijgen geen hulp voor
haar taak in het gezin. Daardoor
raken zij lichamelijk en ook dikwijls
geestelijk overbelast. En als het
dan zover is, dat zij wegens ziekte
of overspanning haar gezin ge
durende enige tijd moeten verlaten,
dan wordt haar plaats niet inge
nomen door een ander.
Hoe erg dan de gevolgen zijn
voor een gezin met kinderen laat
zich nauwelijks beschrijven.
Deze omstandigheden dwingen
ons tot een georganiseerde hulp
verlening aan deze bedreigde ge
zinnen.
En dat is de Gezinszorg
De gezinszorg wil niet, dat de
moeders en de gezinnen hier de
dupe van worden. De gezinszorg
wil de nood gaau helpen.
Er is maar één moeilijkheid:
Gezinszorg kan alleen bestaan,
als veel jonge vrouwen zich hier-
aan willen geven.
Als dat niet het geval is, zullen
veel moeders teleurgesteld moeten
heengaan, als ze hulp vragen bij
de gezinszorg. En dat is nog steeds
het geval. De gezinszorg heeft nog
steeds een groot gebrek aan krach
ten. Toch ligt hier voor een meisje
zulk een mooie taak. Het werk is
interessant, vol afwisseling en het
ligt het meisje. Bovendien bereidt
ze zich hierdoor voor op haar eigen
later gezin.
Ze verdienen tegenwoordig een
goed salaris, dat met het salaris
van elk ander beroep voor meisjes
kan concureren.
Meisjes, die 18V2 jaar zijn en iets
voelen voor die werk kunnen in
lichtingen vragen bij de directrice
van „Maria Heem", Deken Tyssen-
straat 2, Sittard.
De eerstvolgende opleiding be
gint 16 februari a.s. Mochten zij de
vereiste leeftijd nog niet bereikt
hebben, dan kunnen zij zich altijd
al melden als gezin>heipster, zodat
zij zich nu al kunnen gaan voorbe
reiden voor het beroep van gezins
verzorgster.
HIJ WILDE IETS GOED
MAKEN.
„Ik vier oud en nieuw eigenlijk
liever in mijn eigen huis", verklaar
de de getuige onder ede. „Ik vind
dat eigenlijk geen avond om de deur
uit te gaan. Maar mijn vrouw, ziet
u. Mijn schoonmoeder heeft tele
visie".
„O, juist", sprak de rechter deel
nemend, „maar daar gaat het hier
nu niet om. Wat hebt u die nacht
meegemaakt toen u thuis kwam?"
De getuige vertelde nu de ge
schiedenis van de volksoploop. Zij
hadden de bloempjes vertrapt, die
hij zorgzaam in zijn voortuintje had
geplaatst. Bovendien zat iemand in
een van zijn fauteuils op de open
bare weg rotjes af te schieten. De
ruiten van de benedenverdieping
waren aan de voorkant aan diggelen.
De voordeur lag verkreukeld in de
gang. Op het matje voor de haard
sliep de verdachte, die zich niet liet
wekken door het geroezemoes der
verzamelde buurtgenoten. Met 4
politiemannen heeft men hem naar
het bureau gebracht. Maar hij her
innerde zich daar niets van.
„Ik wilde het alleen maar goed
maken met mijn broer", zei de ver
dachte klagelijk.
Al enkele jaren hadden de vrou
wen ruzie. Zodoende groetten de
broers elkaar niet op straat, en van
familiebezoek was helemaal geen
sprake meer. Op oudejaarsavond
had de verdachte evenwel besloten
alles goed te maken. Hij wilde het
nieuwe jaar niet beginnen in een
toestand van koude oorlog met zijn
broer.
Zijn vrouw echter had er bezwaar
tegen. Maar na de zoveelste borrel
liet de verdachte zich niet weer
houden. Hij trok zijn overjas aan,
nam nog een jonge klare vanwege
het kille weer, en ging naar het
huls van zijn broer.
Nu geviel het, dat die broer woont
in een van de buitenwijken, waar
allemaal eendere huizen zich aan
eenrijen om straks voor het nage
slacht een onderwerp te vormen
waarmee onze nazaten ons kunnen
bespotten. Het viel niet mee in zo'n
rij het gewenste huis te vinden. Zo
kon het gebeuren, dat vergevens
gezinde verdachte aanbelde bij de
verkeerde. Dat was dan de getuige,
die bij zijn schoonmoeder naar de
televisie zat te kijken.
Het feit dat de deur niet werd
geopend ontstak de enigszins be
nevelde verdachte in grote woede.
Hij koelde die woede op de woning
van de getuige om tenslotte ver
moeid op het haardkleedje neer te
zijgen, waar de politie hem aantrof.
„Ik weet er niets meer van", ver
klaarde hij nog eens, „ik geloof, dat
ik een borreltje te veel op had".
„Dat geloof ik ook", zei de rech
ter. Pas de volgende ochtend ver
nam de man van de politie, dat hij
het verkeerde huis had geteisterd.
Hij had een straat verder moeten
wezen.
De officier kon deze methode van
nieuwjaarsviering niet waarderen.
„Veertien dagen voorwaardelijk" zei
hij. Met toezicht, en een regeling
omtrent de schadevergoeding".
„En hoe is het nu met die broer",
vroeg de rechter, „is de twist na
derhand bijgelegd?"
„Die kan nou helemaal barsten",
zei de verdachte uit de grond van
zijn hart, maar met weinig gevoel
voor logica.
Het werd conform.
In Denekamp werden
winkels afgebroken
B. en YV. van Denekamp hebben
een einde gemaakt aan de zgn.
„wilde bouwerij" in hun gemeente,
Op hun last is dezer dagen aan de
Nordhornsestraat vlakbij de grens
een groentezaak van de firma Al-
tena uit Enschede, alsmede een
garage en een deel van het Kruide-
niersbedrijf Ten Sunderen afge
broken. Deze gebouwen waren de
laatste jaren zonder vergunning
gebouwd. Het waren zeer rendabele
bedrijven, die een omzet hadden
van tienduizend Duitse Marken per
week.