De tijden veranderen, en wij veranderen mee Schaduwzijde van 1958... Half miljoen blindgangers nog steeds gevaar voor de West-dnitsers Dames Foor de politierechter P.MO OREN Uit Peel en Maas Goede nachtrust Een modern sociaal beroep voor jonge meisjes Zaterdag 17 januari 1959 No 3 TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS^ DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PRIJS PER KWARTAAL f L40 BUITEN VEWRAY f 1.60 QROTESTRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150052 ui De Kerk in een veranderde wereld De mensheid is op zoek naar nieuwe levensvormen. Niemand kan hieraan ontkomen. Ook in het kerkelijk leven is allerlei aan het veranderen waarvan velen dachten dat het vaststond voor alle eeuwen. De viering van de Mis begint anders te worden, het trouwen in de kerk gebeurt al anders, de vastenwet is geheel veranderd en eveneens de wet dat men nuchter moet zijn vóór de H. Communie. De Pastoor heeft ook veel minder te zeggen in het dagelijks leven dan een 25 jaren geleden. De ge lovigen gaan zelfstandiger worden en willen in veel zaken zelf voor hun eigen geweten uitmaken wat ze te doen en te laten hebben. Zij aanvaarden niet meer klakkeloos wat hun van bovenaf wordt voor gehouden. Ze willen weten waarom precies dit moet en dat niet mag. Dit laatste is helemaal niet ver keerd, integendeel. Het is goed dat de gelovigen meer gaan nadenken over hun geloof en hoe ze moeten leven volgens dat geloof. Vooral nu de opvattingen over allerlei levensvormen snel veranderen en ook de Kerk zich in veel dingen aanpast aan de veranderde tijden en de sterk gewijzigde omstandig heden waarin de mensen van nu leven. Als de mensen niet dieper gaan nadenken over hun geloof, zullen ze hun houvast kunnen verliezen. Ons houvast moet Christus zijn, en die blijft steeds dezelfde, gisteren, heden en in eeuwigheid. Wij moeten onwankelbaar blijven geloven in Gods Woord, want God is de on veranderlijke waarheid. Wij moeten ook onwankelbaar blijven geloven in Gods Kerk die leeft in een veranderde wereld en met de moderne tijd moet meegaan, voor zover dat tenminste kan. Daarover ïnoeten de gelovigen eveneens meer gaan nadenken. Ze moeten zien klaar te komen met de vraag wat er in de godsdienst kan veranderen en wat niet, en waarom precies. Iedere gelovige staat voor de persoonlijke opgave zich te bezinnen op die vraag: waarom precies zijn bepaalde vernieuwingen en aan passingen wel mogelijk, en andere niet Die bezinning is nodig voor de beleving van ons geloof, van het geloof dat God ons gegeven heeft. Ons geloof vraagt erom: dus God vraagt erom. Iedere gelovige kan bij enig na denken wel aanvoelen dat er ver andering mogelijk is in de manier van Eucharistie-viering, de regeling van de Goede Week-plechtigheden, de vastenwet, de vorm van huwe lijkssluiting enz. Maar dan blijven de meesten nog zitten met de vraag, waarom precies dergelijke veranderingen wel mogelijk zijn, en andere veranderingen niet, b.v. in de katholieke huwelijksmoraal. En dan antwoorden de Bisschoppen in hun reeds vermelde herderlijke brief als volgt: „Het is duidelijk dat het bij al deze genoemde vernieuwingen gaat om positieve wetten en in stellingen, die de Kerk zelf heeft verordend voor het geestelijk heil van de gelovigen... Er zijn echter heel veel andere zaken hetzij in de geloofsleer van de Kerk, hetzij in de christelijke zedenleer die ook de Kerk niet verande ren kan, omdat zij afkomstig zijn van God Zelf". Een goed begrip van wat hier gezegd wordt, kan heel wat on zekerheid in deze zaken bij da gelovigen wegnemen. Het een en ander zal nog verduidelijkt moeten worden. Wij willen alvast hierop wijzen, dat door al die vernieuwin gen in de Kerk het geloof zelf niet veranderd wordt. De Kerk kan b.v. bepalen met welke plechtigheden, gebeden en ceremonies de H. Mis moet worden gevierd en de Sacramenten moeten worden toegediend die Christus aan de Kerk heeft toevertrouwd. Hierin kan zij in de loop der tijden ook enige verandering brengen. Maar daardoor wordt het geloof zelf niet veranderd. Zo is er ook geen sprake van verandering in het geloof als de Kerk de laatste tijd de gelovigen sterk aanraadt om niet meer buiten de H. Mis, maar onder de H. Mis te communiceren. Zij brengt daar door een bijna vergeten waarheid onder de aandacht van de gelovi gen: n.l. dat de H. Communie de bekroning moet zijn van onze deel name aan het H. Misoffer. Zo werd, een vtfftig jaar geleden door het pauselijk decreet van de veelvuldige H. Communie het ge loof zelf evenmin veranderd. Alleen werden de gelovigen van toen, die slechts eenmaal in het jaar tot de H. Communie durfden naderen, herinnerd aan een bijna geheel vergeten waarheid: n.l. dat de H. Communie door Christus bedoeld is als het voedsel voor ons godde lijk leven, dat de gelovigen daarom dikwijls tot zich moeten nemen. Of de christelijke zedenleer kan veranderen, daarover de volgende keer. v.d. B. Vier mensen kwamen om het leven door verkeersongelukken. In zijn boek „Het Limburgse Veldkruis" wijdt de schrijver pastoor Ad. Welters een hoofdstuk aan het Memorlekruis. „Een memoriekruis, zo schrijft pastoor Welters o.m. vindt zijn oorsprong hierin, dat het volk in het plaatsen van zo'n kruis een blijde, doch meest droeve herinner ing wil vastleggen. Dergelijke kruisen worden o.m. langs de weg opgericht bij een sterfgeval tengevolge van een on geluk e.d. Het ,,im plam memorium" ver duidelijkt zeer dikwijls, om welke reden het kruis werd opgericht. Daar is iemand plotseling dood gebleven, door een instortende groeve levend begraven, onder een paard of wagen geraakt, onder een vallende boom verpletterd, op jacht per ongeluk dood geschoten, door een wild dier verscheurd, verdron ken enz. Niet zelden draagt het kruis ook als opschrift de droeve uitnodiging „Bid God voor die siele". Tot zo ver pastoor Welters. Het plaatsen van memoriekruisen is sinds tientallen jaren in onbruik geraakt, maar nog steeds komt men in het Limburgse land nog tal van dergelijke kruisen tegen. Op echt christelijke wijze herin neren zij de voorbijganger er aan, dat hetgeen ééns plaats vond ook vaker het geval kan zijn en dat niemand ervan verzekerd is, niet door een ongeluk of plot selinge dood verrast te worden. Dat deze kruisen thans niet meer geplaatst worden, behoeft men o.i. niet direct te wijten aan een terug gang van de godsdienstzin. Stellig zullen er redenen van practische aard geweest zijn, waar om het vrome gebruik langzaam in vergetelheid geraakte. Niet overal en zeker niet langs drukke verkeerswegen zal 't mo gelijk zijn geweest, memoriekruisen op te richten. Maar toch hoe men het ook bekijkt in het oude gebruik, de herinnering aan de plotselinge dood van een medelid van de gemeen schap vast te leggen in het aloude en meest bekende christelijke sym bool, nl. het kruis, schuilt toch wel iets bijzonder treffends. Zou men de geschiedenis kennen van elk dezer memoriekruisen, dan zou men tevens ook aanvoelen, welk een tragedie aan zulke sim pele gedenktekenen verbonden moet zijn voor degenen, die in deze kruisen in vrome overgave aan Gods H. Wil de dierbare dode herdachten. —0— Het schijnt aan onze jachtige tijd eigen te zijn, dat wij snel vergeten. De meest tragische gebeurtenis sen maken soms maar een vluchtige indruk op ons; de herinnering er aan vervaagt ongelooflijk snel. Nog eens: onze tijd zal er onge twijfeld debet aan zijn, dat mar kante feiten, als bijv. een plotselinge dood op of langs de weg als ge volg van een ongeluk, zo betrekke lijk als men het althans in groot verband ziet weinigzeg gend zijn voor de meesten onzer. Tenzij als men nauw verbon den is aan de gebeurtenis, doordat bijv. het slachtoffer familielid of goede vriend is. 0— De jaarverslagen, welke men in deze tijd aller wege opmaakt, ademen over het algemeen een optimis tische geest. 1958 zo schreven wij zelf was over het geheel genomen nog zo'n kwaad jaar niet. Maar toch een der meest mar kante dingen van het afgelopen jaar was de plotselinge dood van vier mensen, die als gevolg van verkeersongelukken om het leven In het voorjaar van 1945 hebben West-dultse luchtvaartautoriteiten vastgesteld, dat er in de tweede wereldoorlog in het geheel tien mil joen bommen van velerlei kaliber op het gebied van de huidige Bonds republiek terecht zijn gekomen. Daaronder bevonden zich één mil joen zgn. blindgangers. Deze ver houding van 10 op 1 is in de loop van de oorlog zo dikwijls gecon stateerd, dat men zich hier met redelijke zekerheid op kan verlaten. Sedert het einde van de oorlog werden in West-Duisland 500.000 blindgangers ontdekt en onscha delijk gemaakt. Dat betekent, dat er 500.000 nog niet zijn gevonden. Vooral in steden, waar het puin nog niet is opgeruimd, betekenen deze projectielen een voortdurend gevaar voor mensen en goederen. De dertien jaren, die sedert het neerkomen van de bommen zijn verlopen, hebben hun vernietigings kracht niet teniet gedaan. Er hoeft zich slechts een omstandigheid voor te doen, die het ontstekingsmecha nisme in werking brengt en een blindganger komt tot ontploffing. Een verandering in de ligging van de bom kan daartoe reeds voldoen de zijn. Het is echter ook mogelijk, dat de ontstekingsplaatjes vergaan, zodat de slaghoedjes uit hun óm- hulsel springen en de ontbranding op gang brengen. Voorts kan het aluminium, dat bij de springstof gevoegd is, ver gaan en daardoor zoveel hitte ont wikkelen, dat de bom ontploft. Met deze en dergelijke gevaren moet bij een blindganger rekening worden gehouden. Tot nu toe was het een kwestie van geluk hebben, want anders hadden reeds op een enkele plaats enige honderden mensen het leven moeten laten. Gedurende jaren zijn spoortreinen of vrachtwagens over blindgangers of vlak er langs ge reden. De bommen zaten diep in de aarde verborgen, maar het is niet één keer voorgekomen, dat de tril ling een bom tot ontploffing heeft gebracht. Was dit toeval? Vondsten bij graafwerk Er worden dikwijls blindgangers kwamen binnen de grens van onze gemeente. Het is een feit, dat te denken geeft, een feit, dat tot bezinning noopt. Vier mensen werden midden uit het volle leven, uit onze ge meenschap weggerukt. Het is een feit, dat een blij vende schaduw werpt over het overigens zo levendige en blijde jaar 1958. 0— Wij hebben in het afgelopen jaar vaak gedacht aan het oude gebruik voor verongelukte medemensen een memoriekruis op te richten. Zou in de een of andere vorm, zo hebben wij ons afgevraagd, dit gebruik niet opnieuw ten leve ge wekt kunnen worden, zij het dan ook in gewijzigde vorm. Het oprichten van kruisen, zoals dit vroeger geschiedde, zal in de meeste gevallen wel niet mogelijk zijn, vooral langs de drukke ver keerswegen. Maar er bestaat toch nog altijd een mogelijkheid, om op een meer simpele manier de herinnering aan het droeve feit vast te leggen. Ons denkbeeld geven wij in over weging aan allen, die meer in het bijzonder bij deze droeve gebeur tenissen betrokken zijn, alsook aan alle instanties, die een eventuele uitvoering van het plan mogelijk zouden kunnen maken. Dit plan, zo lijkt het ons toe, is uiterst eenvoudig en zeer wel te verwezenlijken, ook al omdat er betrekkelijk weinig kosten mee gemoeid zijn. We hebben ons namelijk voorge steld, dat terplaatse waar eeD dodelijk ongeluk heeft plaats ge had, deze plek zal worden aan geduid met een speciaal te ont werpen tegel, welke zal worden gelegd in het trottoir ter hoogte van de plaats, waar het droevige gebeuren plaats vond. Deze tegel, welke de grootte kan hebben van een normale trot toirtegel, zou dan duidelijk het teken moeten dragen, dat door alle eeuwen heen het zinnebeeld is geweest van ons Geloof, het teken van het Kruis. Het is dit teken, dat eeuwenlang gebruikt werd om de plaatsen aan te ge ven, waar een onvoorziene dood iemand trof. Dit eenvoudige kruis in wit op een zwarte tegel of in zwart op een witte tegel zal dan de plek tekenen, die voor een onzer het eindpunt was van zijn aard se loopbaan. Maar bovendien zal het ook zijn een waarschuwings teken voor de overlevenden. Wij geven het idee, zoals dit bij ons leeft, in de hoop dat het over genomen moge worden. ontdekt in dichtbebouwde woon wijken of in de onmiddebjke nabij heid van grote kerken, officiële gebouwen en architectonische be zienswaardigheden. Het meest veel vuldige echter worden zij gevonden bij graaf- en puinruimingswerk- zaamheden. Volgens oningewijden is het de natuurlijke taak van de stadsover- heden hun gebied systematisch af te zoeken naar bommen. Een andere wijze van doen zou in verband met het steeds dreigende ontploffings gevaar niet te verantwoorden zijn. Dit is echter inderdaad een me ning van oningewijden, want in de grond onder iedere stad bevinden zich zoveel leidingen van gas, licht en water en ander ijzermateriaal, dat men met mijnenzoekers geen resultaat kan bereiken. Een centraal geleide zoek-acte door de steden is dan ook een on derneming, die veel tijd en geld zou kosten en nauwelijks resultaten zou opleveren. Zelfs daar, waar men het ver moeden heeft, dat een blindganger in de aarde ligt, is het moeilijk dit vast te stellen, omdat ook andere materialen op de instrumenten, waarmee wordt gezocht, inwerken. Maar zoals gezegd, de meeste bommen worden ontdekt bij op gravingen en bij het opruimen van puin. Bagger- en graafwerkzaam heden brengen ze aan het daglicht. In dit geval ontstaan er voor de grondeigenaren nauwelijks kosten, omdat de bouwers, die het te be bouwen terrein op blindgangers af zoeken in verschillende steden is dat voorgeschreven, maar niet overal 1.50 mark moeten betalen. Is een blindganger gevonden, dan komen de opruimingsbrigades in actie. In de oorlog waren zij samen gesteld uit leden van de luchtmacht, politie of uit pioniers. Sedert de ondergang van het derde rijk zijn het voor het merendeel terzake kundige politiebeambten, door de staat aangestelde spring- stofspecialisten uit het privé-leven, die werken in opdracht van het stadsbestuur. Zij verwijderen de ontstekings mechanismen of laten het projec tiel ter plaatse ontploffen, waarbij op de juiste manier opgestelde stro- muren een voor de omliggende ge bouwen uiterst doelmatige bescher ming bieden. Het komt ook. voor, dat men een transport van de nog steeds op scherp staande bom naar het vrije veld buiten de stad ris keert. Spel met de dood Waarschijnlijk zijn er in de oorlog naar verhouding zeer veel leden van opruimingsploegen gedood door exploderende blindgangers, omdat zij met steeds andere en steeds ver anderende ontstekingsapparaten waren uitgerust. In het geheel waren er meer dan 100 ontstekings systemen te onderscheiden. Iedere poging om 'n blindganger onschadelijk te maken was dan ook een spel met de dood. Eerst tegen het einde van de oorlog kreeg men genoeg kennis van de verschillende ontstekingen en eerst toen daalde het aantal ongevallen bij het op ruimen van niet ontplofte bommen. In Neurenberg werden na 1945 ongeveer 360 blindgangers gevonden en onschadelijk gemaakt, waarbij slechts twee personen om het leven kwamen en dit gebeurde niet uit onwetendheid of uit onachtzaam heid, want een van hen had in Neurenberg en elders reeds meer dan 2 000 blindgangers gevonden en onschadelijk gemaakt. In Kassei werden sedert het einde van de oorlog 645 bommen on schadelijk gemaakt en er deed zich daarbij geen ongeval meer voor. In Hamburg vielen bij het op ruimen van 3.290 blindgangers na het einde van de oorlog nog slechts vier doden onder de opruimers. In Bielefeld konden sedert de herfst van 1945 in het geheel 400 bommen worden opgeruimd zonder ongelukken. Het opruimingscommando van Frankfort a.M. leed in oktober 1945 het laatste verlies aan mensen levens, ofschoon er naast de 11.342 granaten van kalibers, variërend 7.5 tot 15.5 cm, meer dan 10.000 fosfor- en staafbrandbommen, 510 ton munitie enz., ook 703 blind gangers waren, met kalibers vari ërend van 100 tot 1000 cm., die onschadelijk werden gemaakt. In heel West-Duitsland werden na de oorlog 1.072 opruimers gedood. Voor hen werd in de herfst van 1957 in BerlijnLichterfelde een gedenkteken opgericht. I HAMEA-C handen ruw of schraal .-GELEHÜ5ZH3 VOOR EEN MODERN TELEVISIETOESTEL EN VAKKUNDIGE PLHRT5ING ZORGT TEL: 1683 - van 20 januari 1934 Door de Rijks- en Gemeente politie werden verschillende prik- planken in beslag genomen. De heer Henri van den Bosch vierde zijn diamanten lidmaatschap van het Kerkelijk Zangkoor. Voor de dienstplichtiichting 1935 werden 106 personen inge schreven, waarvan 48 vrijstelling wegens broederdienst hebben aan gevraagd. Aangeboden werd soepvlees van 25 ct, rosbief 45 ct en biefstuk 55 ct per pond. Burgemeester Esser te Horst heeft met ingang van 1 februari eervol ontslag als zodanig aange vraagd. Ruim 20 jaar was hij burgemeester van deze gemeente. Voor 75 ct per persoon be stond elke zaterdag gelegenheid per taxi de Helmondse markt te bezoeken. Bij aankoop van 1 pond fijne krultabak vanaf 70 ct en 1 pond Edah verpakte koffie, kreeg men bij de Edah een fraaie houten pijp cadeau. door Zenuwrust Mijnhardt's Zenuwtabletten De beroepsmogelijkheden voor een meisje zijn groot. Maar bij de beroepskeuze wordt tegenwoordig wel allerminst op de eerste plaats aan een huishoudelijke richting ge dacht. Men denkt wel aan kantoor, fabriek en winkel, maar voor het werk in het gezin is weinig interesse. Ook deze beroepen kunnen zeer geschikt zijn voor een meisje en het is toe te juichen, dat zij ook daar geplaatst kunnen worden. Maar toch brengt deze ontwikke ling ook gevaren met zich mee. Allereerst is er het gevaar, dat hierdoor heel wat meisjes vrijwel onvoorbereid haar eigen huwelijks leven ingaan en niet voldoende ge leerd hebben het huishouden te regelen en daar zorgend bezig te zijn. Maar ook voor een andere groep dreigt deze ontwikkeling zelfs tragisch te worden. Het zijn met name de moeders met kleine kinderen, die er de dupe van worden. Zij krijgen geen hulp voor haar taak in het gezin. Daardoor raken zij lichamelijk en ook dikwijls geestelijk overbelast. En als het dan zover is, dat zij wegens ziekte of overspanning haar gezin ge durende enige tijd moeten verlaten, dan wordt haar plaats niet inge nomen door een ander. Hoe erg dan de gevolgen zijn voor een gezin met kinderen laat zich nauwelijks beschrijven. Deze omstandigheden dwingen ons tot een georganiseerde hulp verlening aan deze bedreigde ge zinnen. En dat is de Gezinszorg De gezinszorg wil niet, dat de moeders en de gezinnen hier de dupe van worden. De gezinszorg wil de nood gaau helpen. Er is maar één moeilijkheid: Gezinszorg kan alleen bestaan, als veel jonge vrouwen zich hier- aan willen geven. Als dat niet het geval is, zullen veel moeders teleurgesteld moeten heengaan, als ze hulp vragen bij de gezinszorg. En dat is nog steeds het geval. De gezinszorg heeft nog steeds een groot gebrek aan krach ten. Toch ligt hier voor een meisje zulk een mooie taak. Het werk is interessant, vol afwisseling en het ligt het meisje. Bovendien bereidt ze zich hierdoor voor op haar eigen later gezin. Ze verdienen tegenwoordig een goed salaris, dat met het salaris van elk ander beroep voor meisjes kan concureren. Meisjes, die 18V2 jaar zijn en iets voelen voor die werk kunnen in lichtingen vragen bij de directrice van „Maria Heem", Deken Tyssen- straat 2, Sittard. De eerstvolgende opleiding be gint 16 februari a.s. Mochten zij de vereiste leeftijd nog niet bereikt hebben, dan kunnen zij zich altijd al melden als gezin>heipster, zodat zij zich nu al kunnen gaan voorbe reiden voor het beroep van gezins verzorgster. HIJ WILDE IETS GOED MAKEN. „Ik vier oud en nieuw eigenlijk liever in mijn eigen huis", verklaar de de getuige onder ede. „Ik vind dat eigenlijk geen avond om de deur uit te gaan. Maar mijn vrouw, ziet u. Mijn schoonmoeder heeft tele visie". „O, juist", sprak de rechter deel nemend, „maar daar gaat het hier nu niet om. Wat hebt u die nacht meegemaakt toen u thuis kwam?" De getuige vertelde nu de ge schiedenis van de volksoploop. Zij hadden de bloempjes vertrapt, die hij zorgzaam in zijn voortuintje had geplaatst. Bovendien zat iemand in een van zijn fauteuils op de open bare weg rotjes af te schieten. De ruiten van de benedenverdieping waren aan de voorkant aan diggelen. De voordeur lag verkreukeld in de gang. Op het matje voor de haard sliep de verdachte, die zich niet liet wekken door het geroezemoes der verzamelde buurtgenoten. Met 4 politiemannen heeft men hem naar het bureau gebracht. Maar hij her innerde zich daar niets van. „Ik wilde het alleen maar goed maken met mijn broer", zei de ver dachte klagelijk. Al enkele jaren hadden de vrou wen ruzie. Zodoende groetten de broers elkaar niet op straat, en van familiebezoek was helemaal geen sprake meer. Op oudejaarsavond had de verdachte evenwel besloten alles goed te maken. Hij wilde het nieuwe jaar niet beginnen in een toestand van koude oorlog met zijn broer. Zijn vrouw echter had er bezwaar tegen. Maar na de zoveelste borrel liet de verdachte zich niet weer houden. Hij trok zijn overjas aan, nam nog een jonge klare vanwege het kille weer, en ging naar het huls van zijn broer. Nu geviel het, dat die broer woont in een van de buitenwijken, waar allemaal eendere huizen zich aan eenrijen om straks voor het nage slacht een onderwerp te vormen waarmee onze nazaten ons kunnen bespotten. Het viel niet mee in zo'n rij het gewenste huis te vinden. Zo kon het gebeuren, dat vergevens gezinde verdachte aanbelde bij de verkeerde. Dat was dan de getuige, die bij zijn schoonmoeder naar de televisie zat te kijken. Het feit dat de deur niet werd geopend ontstak de enigszins be nevelde verdachte in grote woede. Hij koelde die woede op de woning van de getuige om tenslotte ver moeid op het haardkleedje neer te zijgen, waar de politie hem aantrof. „Ik weet er niets meer van", ver klaarde hij nog eens, „ik geloof, dat ik een borreltje te veel op had". „Dat geloof ik ook", zei de rech ter. Pas de volgende ochtend ver nam de man van de politie, dat hij het verkeerde huis had geteisterd. Hij had een straat verder moeten wezen. De officier kon deze methode van nieuwjaarsviering niet waarderen. „Veertien dagen voorwaardelijk" zei hij. Met toezicht, en een regeling omtrent de schadevergoeding". „En hoe is het nu met die broer", vroeg de rechter, „is de twist na derhand bijgelegd?" „Die kan nou helemaal barsten", zei de verdachte uit de grond van zijn hart, maar met weinig gevoel voor logica. Het werd conform. In Denekamp werden winkels afgebroken B. en YV. van Denekamp hebben een einde gemaakt aan de zgn. „wilde bouwerij" in hun gemeente, Op hun last is dezer dagen aan de Nordhornsestraat vlakbij de grens een groentezaak van de firma Al- tena uit Enschede, alsmede een garage en een deel van het Kruide- niersbedrijf Ten Sunderen afge broken. Deze gebouwen waren de laatste jaren zonder vergunning gebouwd. Het waren zeer rendabele bedrijven, die een omzet hadden van tienduizend Duitse Marken per week.

Peel en Maas | 1959 | | pagina 1