PROGRAMMA
bezoek Mgr. Maurice Otunga aan
Venray zaterdag 30 - zondag 31 aug.
De missies in Afrika
Ganw rijk worde» is
er niet bij maar...
Uit Peel en Maas
Over bijgeloof enz.
voor 50 jaren terng
Belangstelling voor de sport
Zondagsdienst huisartsen
Zaterdag 30 augustus 1958 No 35
NEGEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAASJi
QBOTESAATG28VE TIELBFOONNB?2EN O5BC>C160662 WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PBIJS PEB KWABTML I LiO BUMIIÏEWEAÏ I L«0
ZATERDAG 30 AUGUSTUS:
6 uur Aankomst van Mgr. M. Otunga bij het kruis op de Sta
tionsweg. Verwelkoming door de HoogEerw. Heer Deken
Ant. Loonen. Voorafgegaan door Harmonie „Euterpe" en
bruidjes via Stationsweg, Hofstraat naar de Markt.
Officiële ontvangst op het gemeentehuis.
Na deze ontvangst zal Mgr. vanaf het bordes van het
gemeentehuis een serenade van de Harmonie in ontvangst
nemen.
7 uur Plechtig pontificaal Lof in de St. Petrus Banden-kerk
waaronder korte toespraak door Mgr. Otunga. Onder het
Lof collecte voor de missie van Mgr.
ZONDAG 31 AUGUSTUS:
Onder alle H. Missen schaalcollecte voor de missie van
Mgr. Otunga.
7.30 uur H. Mis op te dragen door Mr. Otunga in de Parochiekerk.
9 uur Afhalen van Mgr. door geestelijkheid, misdienaars en
bruidjes bij de HoogEerw. Heer Deken, voor de Hoogmis.
9.15 uur Plechtige Hoogmis met pontificale assistentie, op te dragen
door de HoogEerw. Heer Deken Ant. Loonen, voor de
parochie.
4.15 uur Officieel bezoek van Mgr. Otunga aan de enigste bede
vaartplaats van de H. Jozef in Nederland „De Smakt",
tevens de patroon van Mgr.'s congregatie. Nabij de eerste
woning St. Josephlaan (Thoolen) wordt Mgr. begroet en
door geestelijkheid, misdienaars> bruidjes en fanfare van
Smakt-Holthees naar de kerk geleid.
4.30 uur Plechtig pontificaal Lof met korte begroeting, alsmede
een kort woord van Mgr. Otunga.
Onder het Lof collecte voor de missie van Mgr.
5.15 uur Kort bezoek aan genadekapel.
Bewoners langs de straten en pleinen, waar langs zaterdag en
zondag de stoet trekt, worden vriendelijk verzocht te willen vlaggen.
roepen om blijvende
steun
Het officieel bezoek van de Af
rikaanse neger-bisschop van Kenya,
Mgr. Maurice Otunga, aan Venray,
moet een oproep voor ons zijn om
nog meer belangstelling op te gaan
brengen voor de Kerk in Afrika.
Z.H. Paus Pius XII heeft nog pas
geleden in Zijn encycliek „Fidei
donum" Zijn grote bezorgdheid over
Afrika in roerende woorden geuit,
en alle gelovigen over heel de we
reld gesmeekt de missies in Afrika
met alle macht te steunen.
Al groeit de Kerk in Afrika, zij
is er toch nog sterk in de minder
heid. En bovendien moet zij er
werken onder uiterst moeilijke om
standigheden De maatschappelijke
wantoestanden worden door de
communisten uitgebuit om er onder
de negers ontevredenheid en haat
te zaaien en tevens propaganda te
maken voor hun leer. Ook mis
bruiken zij het streven van de
negers naar zelfstandigheid om hen
op te stoken tegen andere volkeren.
Wie zal de strijd om de Afri
kaanse ziel winnen?
Aan ons het antwoord: het zal
Christus zijn en Zijn Kerk, wanneer
wij met ons voortdurend en drin
gend gebed en met het offer van
onze persoonlijke inzet of royale
geldelijke steun gehoor geven aan
de smeekbede van de Paus, om
Afrika te hulp te snellen, vèör het
te laat is!
Want op ons geslacht rust een
verschrikkelijke verantwoordelijk
heid. Als wij katholieken hier niet
met alle macht de missies in Af
rika steunen, zal de Kerk in Afrika
het gaan verliezen van het Com
munisme en het goddeloze mate
rialisme. Dan zal Afrika over 40
jaar in plaats van een overwegend
christelijk Afrika een niet-christelijk
of zelfs anti-christelijk Afrika zijn.
Dan zal de anti-christelijke Af
rikaanse massa, opgehitst door
Sovjet-Rusland, een ernstige be
dreiging worden voor de nog chris
telijke wereld.
Wij doen maar half genoeg
voor de missie
Men kan natuurlijk onverschillig
zijn schouders ophalen en zeggen:
Het zal zo'n vaart niet lopen. En
er wordt ons toch genoeg geld uit
de zak geklopt voor de missie.
Die laatste opmerking kan ons
juist niet bevallen. Wij willen van
U, die dit leest, nog veronderstel
len dat U, als weer eens een mis
sionaris of missiezuster bij U aan
klopt, een royale gift schenkt, echt
uit liefde voor de missie. Gelukkig
wordt er veel geofferd, maar het
blijkt helaas nog lang niet vol
doende om in de nood van demis
sies te voorfclen. Zo schrijf t de Paus
in zijn encycliek.
Zo is het zelfs gebeurd, dat in
Afrika een groot aantal jongeman
nen die vurig verlangen naar het
priesterschap, van de seminaries
moesten worden uitgesloten bij ge
brek aan geld. Het zij verre, zegt
de Heilige Vader, dat katholieken,
die zoals behoort hun verplichtingen
ernstig nemen, weigeren om nog
dieper in hun geldbeurs te tasten
om aan deze behoeften te voldoen.
Men klaagt dat er al zoveel ge
bedeld wordt: elke week in de kerk
en nog meer aan de deur. Men
wordt het moe, en de missie-steun
is dikwijls het eerste waarin men
gaat bezuinigen: geen missieblaad
jes of missiekalender meer, en de
zelatrice van de Pauselijke Missie
genootschappen van de Voortplan
ting des Geloofs het Sint Petrus'
Liefdewerk en de H. Kindsheid,
stuurt men met een snauw weg van
de deur.
Men vergeet, dat de nood in de
missie de grootste nood is, dat nl.
de meeste mensen het geluk en de
rijkdom van het Geloof nog missen,
dat Afrika voor de Kerk van Chris
tus" dreigt verloren te gaan als de
katholieken hier niet met alle macht
te hulp te snellen.
Reeds herhaaldelijk hebben de
Pausen verkondigd, dat het hun
dringende wens is, dat alle katho
lieken het missiewerk zullen steunen
door tenminste lid te zijn van de
Pauselijke Missiegenootschappen.
Niet alleen stelt men dan door
de jaarlijkse contributie de Paus in
staat om aan de ergste noden van
de missie overal ter wereld finan
cieel hulp te bieden.
Maar ook neemt men dan op zich,
wat nog altijd het voornaamste is,
om elke dag een gebed te verrich
ten voor de missie, al was het maar
één extra Onze Vader en Wees
gegroet.
Moge het bezoek van de Afri
kaanse Missie-bisschop ons weer
eens aan onze missieplicht herin
neren en voor ons een nieuwe aan
sporing zijn om vooral de missies
in Afrika meer te steunen door ons
gebed en ons offer.
hy vond in Luxemburg wat
hij lang zocht....
In Sanem, een dorpje twintig
kilometer noordwestelijk van de
stad Luxemburg, boert nu reeds 7
jaar lang Frans Marcus uit Gulpen.
Hij boert er goed, dat kan men
zonder overdrijving vaststellen.
Met zijn vrouw en drie kinderen
voelt hij zich volkomen thuis in 't
gastvrije Groothergdom. Zo zelfs,
dat hij thans druk bezig is om voor
zich en zijn gezin de Luxemburgse
nationaliteit te verwerven.
Maar denk daarbij nu niet, dat
Frans Marcus zijn Limburgse va
derland verloochend heeft. De band
met het bronsgroen eikehout blijft
niet alleen bewaard door de nim
mer aflatende stroom neefjes en
nichtjes, die regelmatig bij hem
komen logeren, maar ook en vooral
door zijn contacten met de Katho
lieke Limburgse Emigratiestichting
in Roermond.
Om het officieus te zeggen, de
vertrouwensman van de Nederland
se kolonie boeren in het groot her
togdom.
Die kolonie heeft zich de laatste
jarenmet rasse schreden uitgebreid.
Op het ogenblik zijn ongeveer 80
boerengezinnen uit Nederland in
het vriendelijk glooiend Luxemburg
neergestreken met één gedachte:
door hard werken en een sober
leven, een goed bestaan op te bou
wen.
Aldaar zijn ook een landbouwbe
drijf begonnen, nl. de heren De
Martines uit Deurne en Van Schip
stal uit Mill, die deze week bezoek
ontvingen van de gemeenteraad
uit Deurne met hun eventuele
dames.
Gauw ryk worden
is er niet by.
Op dat harde werken en eenvou
dig leven komt het in Luxemburg
wel aan. Het blijkt overduidelijk
uit Marcus' woorden: „Gauw rijk
worden, is er hier niet bij" beweert
hij nadrukkelijk.
Dat hij zelf nu een auto in de
schuur heeft staan en dat hij 44
hectaren kan bebouwen, heeft hij
niet met niksdoen verdiend. Het is
niet zo'n heksentoer om in Luxem
burg aan pachtgrond te komen.
Dat men bij pachten heel erg op
zijn tellen moet passen, is natuur
lijk waar, maar daarnaast blijft 't
merkwaardige feit, dat 't kleinste
landje van de Benelux over de
meeste grond beschikt en boven
dien het dunst bevolkt is.
Van de drie Benelux-landen is de
kleinste peuter verreweg het wel
varendste.
„Een wat eenzijdige welvaart,
zegt Marcus, maar dat doet er
weinig toe".
In Luxemburg is de stad Esch
sur Alzette het land van melk en
honing. Daar is het industriecen
trum, daar staan de hoogovens,
daar worden de lonen betaald, die
de Luxemburgers veel kunnen doen
uitgeven. Een autootje Is al het
minste.
De vooruitzichten op de heel kor
te termijn levert de Luxemburgse
landbouw niet.
En zo ziet men dan nu die grote
trek van Luxemburgse landbou
werszonen, die hun geluk in de
industrie gaan beproeven.
Boerenschaarste.
Marcus is een van de eerste ge
weest, die van de boerenschaarste
heeft geprofiteerd.
Met het aanpassen heeft hij heel
weinig last gehad. Hij woont in
een streek, die erg op Limburg
lijkt.
Hij vindt door zijn Limburgse
aard gemakkelijk aansluiting bij de
gelovig katholieke bevolking van
het Luxemburgse platteland.
De taal van het Groothertogdom
heeft merkwaardigerwijze veel ge
meen met het Limburgs. Het is
een Duits dialect dit Letzeburgisch
en het heeft zich zo zelfstandig
ontwikkelt, dat men welhaast van
een eigen taal kan spreken.
Marcus spreekt het behoorlijk,
zijn kinderen zelfs vloeiend, zoals
je dat van peuters van een jaar of
vijf kan zeggen.
Wat Marcus hier wel erg mist,
is de kegelsport. Hij kegelt nu ferm
in een clubje van Nederlandse ko
lonisten, dat hij mee hielp oprich
ten en waarvan ook zijn twee
Nederlandse knechts uit Groesbeek
en Heijthuijsen deel uitmaken.
Lezers, die er ernst van maken
nog eens naar Luxemburg te emi
greren, krijgen waarschijnlijk wel
eens met Marcus te maken.
Hij is zelf het mooiste voorbeeld
van wat men met hard aanpakken
nog meer kan bereiken dan alleen
maar met een vet spaarbank
boekje.
van 29 augustus 1908
Te Merselo overleed op 25
augustus de Weleerw. Heer Rector
Aloysius Beek. Z.Eerw. die in 1869
te Venlo werd geboren, was van
1893 tot 1901 kapelaan te Venray
en werd in december 1902 benoemd
tot Rector te Merselo.
Op de verjaardag vanH.M. de
Koningin (31 aug.) zullen de fan
fares Euterpe en Sint Cecilia, op
Grote Markt en Henseniusplein een
concert geven.
Er waren hier veel valse 2-
markstukken in omloop.
De heer H. v.d. Heuvel uit
Merselo, thans onderwijzer te Pos-
terholt, slaagde te Arnhem voor de
hoofdakte.
van 30 augustus 1913
Met ingang van 1 september
a.s. is benoemd tot brieven- en
telegrambesteller alhier, de heer
Jean Betrams.
Het metselwerk van een te
Tienray te bouwen ringoven werd
bij publieke aanbesteding opge
dragen aan de Gebr. Oudenhoven
alhier.
Op één klas van bijgelovigen wil
ik wijzen, nl. op hen, die vast me
nen, dat deze of gene de macht
heeft anderen te kwellen of te be
nadelen.
Als er bij een boer een paar
koeien achter elkaar ziek worden,
of als een kindje niet wil groeien,
dan hebben sommige liefderijke(l)
mensen dadelijk een oud vrouwtje
in de buurt op het oog, die ,.de
Paus Pius XI als bergbeklimmer
Er is de laatste tijd veel veran
derd in de waardering voor en van
de sport. Nog geen halve eeuw ge
leden hoorde de sportman (sport
vrouwen of -meisjes kende men
toen nauwelijks) niet zelden het
verwijt, dat hij „ziene tied wel
baeter kös besteeje".
Tegenwoordig behoeft men het
nut en de noodzaak, het gezonde,
en het aangename van de sport
nauwelijks meer aan te tonen.
Eenieder is hiervan zo langzamer
hand wel overtuigd. Gelukkig
De sport en de sportbeoefening
zijn niet meer weg te danken uit
onze moderne maatschappij, zij
vormen er een wezenlijk bestand
deel van.
Natuurlijk' kan men niet ontken
nen, dat men in zijn waardering
van de sport hier en daar veel en
veel te ver gaat. Deze promotoren
van de sport beter zou men
kunnen zeggen van de sportver-
dwazing doen de ware sport
eerder schade dan voordeel. Het is
maar goed, dat tegenover de hou
ding van deze lieden het gedrag
en het gezag staat van vele ande
ren, die in de sport geen einddoel,
maar 'n middel zien.
Tot deze laatste behoort onze
roemrijk regerende Paus Pius XII,
die voor de sport een zeldzaam
grote belangstelling toont. Vele
malen heeft de Paus in het open
baar over de sport gesproken. Van
Pius XII zijn niet minder dan 23
toespraken bekend, waarin de Wach
ter van het Vaticaan zijn zienswijze
omtrent de sport heeft bekend ge
maakt.
Het Belgische S porta heeft enige
tijd geleden het lovenswaardige
initiatief genomen, de uitspraken
van Zijne Heiligheid betreffende
de sport-problemen te bundelen en
uit te geven. „In talrijke uitspraken
aldus Kardinaal van Roey, aarts
bisschop van Mechelen, in zijn
voorwoord bij deze brochure
wijst Z.H. de Paus, als de leraar
van de Eeuwige Waarheid, aan de
sportmannen de weg die zij te
volgen hebben, niet enkel om hun
leven hier' op aarde in schoonmen-
selijkhetd en broederlijkheid te doen
uitgroeien, maar vooral om voor
dit leven de eindwedstrijd, het
eeuwige leven, te winnen."
Voor de verspreiding in Neder
land van deze brochure „De Paus
en de Sport" draagt de N.K.S.
zorg. Voor belangstellenden zij ver
meld, dat men deze mooi uitge
geven en met fraaie foto's ver
luchte brochure kan bekomen bij
de N.K.S., Brugstraat 9 te Den
Bosch. De prijs is f 1.60.
Hoe levendig en hoe kernachtig
Paus Pius het probleem van de
sport benadert moge blijken uit
onderstaand citaat, dat wij ontlenen
aan de toespraak van de Paus tot
de sportbonden van Italië op 18
maart 1945.
,De sport aldus de Paus is
een school voor eerlijkheid, moed,
gehardheid, beslistheid, universele
broederlijkheid: alle natuurlijke
deugden, maar die 'n stevige basis
vormen voor de bovennatuurlijke
deugden en die voorbereiden om
zonder te verflauwen het gewicht
van de zwaarste verantwoordelijk
heden te dragen.
Hoe zouden Wij bij deze gelegen
heid niet het voorbeeld van Onze
grote voorganger Pius XI, in herin
nering roepen, die 'n meester berg
beklimmer was? Herlees dan het
verhaal, zeer indrukwekkend in z'n
kalme eenvoud, van die nacht
doorgebracht, na twintig uren
zware beklimming, op de stijle
rotsflank van de Mont Rose op
4600 mtr. hoogte, bij een ijzige
koude, rechtopstaande, zonder in
één enkele richting 'n stap te kun
nen verzetten, verplicht zich geen
enkel ogenblik te laten overmees
teren door de slaap: in het midden
van dit meest grootse landschap
onder de vele, die de Alpen bieden,
welk 'n machtige openbaring van
de almacht en majesteit van God
Hoeveel fysieke weerstand, hoeveel
morele volharding veronderstelt
zulke inspanning En hoe moesten
deze moedige ondernemingen de
toekomstige Paus voorbereiden om
'n onversaagde moed te betonen in
het volbrengen van de enorme
verplichtingen, die Hem wachtten,
in het bestuderen en oplossen van
de schijnbaar onontwarbare vraag
stukken, die zich voor Hem zouden
stellen op de dag, dat Hij het hoofd
der Kerk zou zijn
Door het gezond vermoeien van
zijn lichaam, de geest laten rusten
voor nieuwe opdrachten, de zin
tuigen verfijnen om de geestelijke
vermogens 'n groter indringens-
vermogen te geven, de ledematen
oefenen en zich gewoon maken aan
de inspanning om het karakter
plooibaarder te maken en 'n grotere
weerstand van de wil te verwerven,
veerkrachtig ais staal: dat was het
begrip dat de priesterlijke alpinist
zich vormde over de sport."
Wij staan kort voor 'n nieuw
sportseizoen. De aandacht van
duizenden zal in de komende maan
den weer opnieuw gevraagd wor
den voor wedstrijden, die om
welke reden dan ook belangrijk
zijn of althans heten. Velen staan
op met de sport en gaan er mee
naar bed. Ze verslinden kranten
artikelen en hebben er zeer veel
voor over om aan sportwedstrijden
te kunnen deelnemen of er bij
tegenwoordig te zijn. Misschien is
het juist voor hen het nuttigst, de
bedoelde brochure te lezen. Men
kan er zijn inzicht in de sport-
problemen slechts door verrijken,
kwade hand" aan de wieg heeft
gehad, die de stal heeft betovert,
of 's nachts als een weerwolf rond
waart.
En o wee, wanneer de slordige
moeder vergat enkele weken ach
tereen het kussen op te schudden
en dan opeens in het peluw een
krans ontdekt. Geen tien pastoors
die het haar of hem uit het hoofd
praat, dat er geen hekserij ofwel
toverij bestaat.
Onnodig te zeggen, dat zo'n ge
dachte van een evenmens te koes
teren een gruwel is, want ze gaat
uit van de veronderstelling, dat
zulk een mens met de duivel een
verbond sloot om anderen te scha
den of te kwellen.
Toverij toch heet men: door stil
zwijgende of uitdrukkelijke aanroe
ping van de duivel wonderbare
dingen uit te werken.
Dit dient goed onderscheiden van
de gochelkunst, die door hogere
kennis van natuurkunde, door zeer
behendige vlugheid en andere lis
ten schijnbaar wondere dingen uit
werkt.
Wat een gewoon mens buitenge
woon lijkt, is voor een deskundige
vaak onbeduidend. Dus men oor-
dele niet te gauw.
Dat men in de middeleeuwen aan
de beruchte heksenprocessen deed,
is te verschonen, omdat de natuur
kennis gebrekkig was, het gods
dienstonderwijs beneden peil en de
mensheid heeft nu eenmaal een
zwak voor geheimzinnige dingen....
Doch die de naam van christen
in onze tijd met ere wil dragen,
zette dit spel der dwaze verbeel
dingskrachten opzij en kome zeker
niet bij de priesters of aan de
kloosterpoort om raad, om een me-
dalje of gewijd water, teneinde om
de heks of de tovenaar te bezwe
ren.
Hoe sterk de verbeelding werkt,
kunt u uit de volgende ware ge
schiedenis zien.
Er kwam bij de Capucijnen te
Velp een boer die behekst was. Hij
kwam uren ver en het zweet parel
de op zijn voorhoofd. Angst belette
hem haast te spreken. „O, 't was
niet pluis op de stal" enz. enz.
water, zette die midden op 't erf,
liep er een keer of drie omheen
en riep:
„Kobus, in die emmer zult ge
dadelijk zien, wie de boerderij be
hekst heeft."
De pastoor liep er nog enkele
keren rondom en de boer keek met
open mond en bleek van schrik
naar de emmer.
Tenslotte zei de pastoor plechtig:
„Kobus, nu is 't uw tijd. Kijk
eens goed op de bodem van de
emmer.
De boer deed het met angst.
„Wat zie je nu? vroeg pastoor.
„Niks als mij zelf" riep Kobus.
„Precies, zei Heeroom, dan heb
je juist de rechte toverkol te pak
ken. We behoeven niet verder te
zoeken. Uw kwade hand is in het
spel. Als gij wat minder plakt in
de herbergen, wat harder werkt,
uw zaken wat beter nakijkt en
kraakhelder zijt op uw melkgerij,
dan zullen uw zaken van stonde
af zonder wijwater of stool
heel wat beter gaan."
De man keek geweldig nuchter
op zijn neus. Zo had hij 't helemaal
niet verwacht, dat begrijp je.
Hij is nooit meer op de pastorie
geweest om te klagen, schaamde
zich ook om het ooit iemand te
vertellen, maar op de boerderij
heeft men ook nooit meer iets
gemerkt van.... de kwade hand
De gardiaan hoorde zijn klaag
tonen bedaard aan. Op de vraag
wat de overste ervan dacht, zei
deze:
„Vriend, ze leren ons, dat twee
dingen moeten samengaan om be
hekst te zijn. Zo dat niet is, hebt
ge niets te vrezen."
De boer was nieuwsgierig.
„Welnu, zei de gardiaan, die be
hekst is, heeft koud zweet. Het
boertje kromp al ineen, want waar
lijk van angst parelde het koude
zweet reeds op zijn voorhoofd.
„En het tweede vroeg hij.
„Wit bloed", sprak de pater.
Dadelijk werd de proef op de
som genomen en de lezer begrijpt,
dat de man rood bloed had als
ieder sterveling.
Blij als een kind ging hij nu
huiswaarts. Hij was genezen van
zijn inbeeldingsziekte.
0—
Een pastoor, wiens raad men in
riep, probeerde het anders.
Op een boerenerf spookte het,
de koeien waren ziek, de varkens
wilden niet vet worden, de karn
wilde niet boteren, telkens werd
er wat vermist, in één woord, „de
kwade hand" was in 't spel.
Heeroom had voor die oudewij
venpraat geen oren en wees de
boer gauw de deur uit. Ook ried
hij niet aan te bidden of enig sa-
cramentalie (wijwater, medalje etc)
te gebruiken, want dan zouden die
verwarde hoofden nog gaan denken
dat de priester er enig geloof aan
hecht.
Doch de pastoor had buiten de
waard gerekend. De angstige boer
kwam driemaal op een dag terug.
Het was niet meer uit te hou
den op de boerderij, alles draaide,
enz. enz. De pastoor moest en zou
komen. Waar was hij anders ook
voor....
De pastoor besloot dan te komen
en zou de toverkol opsporen.
De boer dacht natuurlijk dat
de pastoor zou komen met wijwa
ter en stool en er heel wat Latijn
aan zou verspillen. Niets van dat
alles.
Hij pompte een emmer helder
Een „gouden" Mère Marcella
In 1906 kregen de leerlingen van
de eerste klas der meisjesschool
een nieuwe juffrouw. Juffrouw
Christine Stoffels, die als postulante
der Zusters Ursulinen van deze de
opdracht kreeg de meisjes van
Venray, de eerste beginselen van
het alfabet bij te brengen.
Na een week werd deze juffrouw
Stoffels in de recreatie door haar
mede zusters gevraagd, hoe het
werk haar aanstond. „Ik teken er
mijn hele leven voor", aldus haar
bescheid.
Het is inderdaad een mensenleven
geworden. Juffrouw Stoffels werd
na 2 jaren Mère Marcella, en die
naam is voor jong en oud uit Ven
ray een begrip geworden. Want het
i3 bij dat simpele a-b-c voor de
meisjes niet gebleven. Al gauw
vroeg de Venrayse pastoor haar de
zorg 'op zich te nemen voor de
eerste communicantjes uit zijn
parochie.
Zo zijn sinds 1906 duizenden
jongens en meisjes door haar voor
bereid op dat grote moment in hun
leven, de eerste H. Communie.
Met nooit aflatende ijver en een
onuitsprekelijk geduld, met liefde
vol begrip en in innig contact heeft
zij Venrays jeugd mede gevormd
en naar het altaar geleid. En nie
mand kan bevroeden hoeveel per
soonlijke offers zij al die jaren heeft
gebracht, om ook het huiselijk feest
zo schoon mogelijk te doen zijn.
Zo is Mère Marcella mede ge
groeid met de Venrayse jeugd en
met Venrays kerk.
Ze is vroeger wel eens de vierde
kapelaan genoemd en het was niet
ten onrechte. Want veertig jaren
lang, iedere morgen opnieuw, heeft
zij in de Grote kerk de surveillance
uitgeoefend over Venrays jeugd en
het was haar trots, nimmer ont
broken te hebben.
52 Lange jaren vormde zij de rij
van bruidjes, die alle processies en
kerkelijke feestelijkheden met hun
feestelijk wit heeft opgeluisterd.
Een werk, dat zij na haar pensio
nering bij het lager onderwijs nog
immer blijft doen.
Pastoors en Dekens hebben haar
graag dit werk laten doen, waar
zij de overtuiging hadden, dat het
tot in de puntjes verzorgd was. En
het is haar heimelijke trots, in al
die bruidjes de moeders terug te
kennen, die bij haar op school ge
weest zijn.
Nu is zij kosteres en zorgt voor
de eredienst in de kapel van Jeru
salem, maar blijft als hoofdzelatrice
van het Apostolaat des Gebeds met
Venray contact houden en o.m.
zorgen voor Venrays H. Hartbeeld.
Zondag gaat Mère Marcella haar
gouden professiefeest vieren. Er
wordt om minder reden feest ge
vierd. Mère Marcella mag dan terug
zien op een werkzaam leven en
mag zich overtuigd weten van de
dank van zo vele Venrayse mensen,
die van haar zoveel mochten ont
vangen.
Nieuws uit
Venray en Omgeving
Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot
maandagmorgen 8 uur, wordt de
praktijk der huisartsen voor Venray
e.o. waargenomen door
Dr. VAN DEN HOMBERGH
Oostsingel 6 Telefoon 393
Uitsluitend voor spoedgevallen.
GROENE KRUIS
Donderdag a.s.:
Zuigelingenbureau voor de Kom,