Priesterwijding in Venrays' dekenale kerk Landbouw Nederland moetzuinigzijn op zijn water Erken wat E tot vrede strekt llarx zocht een betere wereld... Uit Peel en Maas Wat kost mijn auto Handboogsport Vrijspraak Zaterdag 26 juli 1958 No 30 NEGEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG Ü9PEEL EN MAASE21 teleko™en' WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PBU^PEb'towJbTAAI, f 1A0 BUITENVEWBAI f 1.60 Op het patroonsfeest van Ven- ray's prachtige dekenale kerk, het feest van Sint Petrus' Banden 1 augustus zou Monseigneur A. Hansen z.g. voor het eerst in de streek waaruit hij stamde en die hij steeds lief had, de heilige priester wijding hebben toegediend, Alles was reeds voorbereid en zijn vele bekenden en vrienden had den reeds lang uitgezien naar dit moment waarop hij, die bij uitstek hun bisschop was, een van de mooiste bisschoppelijke volmachten zou uitoefenen: door zijn handop legging en het afsmeken van de heilige Geest het eeuwig priester schap van Christus verder geven aan jonge mensen, die er met de inzet van heel hun leven aan willen delen. Het heeft niet zo mogen zijn! Maar toch zal hij in de geest van velen aanwezig zijn, als in plaats van hem een andere Limburger, Mgr. Cobben uit Sittard, bisschop van Helsinki in Finland op vrijdag 1 augustus a.s. om half negen in de dekenale kerk van Sint Petrus' Banden te Venray de heilige wij dingen zal toedienen aan zes fraters theologanten van het studiehuis der ongeschoeide Karmelieten te S makt- Venray. Fr. Bernardus Heemskerk "uit Hazerswoude Z.H.en Fr. Ma- thias Houtvast uit Schinnen, zullen het heilig priesterschap ontvangen; Fr. Alfons Kroese uit Enschedé en Fr. Stephanus Zijlmans uit Waspik- Boven (N.Br.) zullen het diakonaat ontvangen; het subdiakonaat zal worden toegediend aan Fr. Ignatius Wishaupt uit Maastricht en Fr. Gereon Dohmen uit Geleen. Deze heilige wijdingen worden juist toegediend in de grote kerk van Venray, opdat er zoveel mo gelijk mensen bij tegenwoordig zou den zijn. Iedereen die wil kan deze plechtigheid bijwonen. De priester is uit het volk en voor het volk; bij zijn wijding, het begin van zijn dienstbaarheid aan het volk, zal ook het volk zelf in zo groot mogelijk aantal aanwezig zijn om te getuigen van zijn waar dering voor het priesterschap. Vrijdag a.s. 1 augustus om kwart over acht zal Monseigneur met de wijdelingen door een stoet bruidjes worden afgehaald van 't pensionaat Jeruzalem en naar de kerk worden begeleid. Om half negen beginnen de plechtigheden. Onder de H. Mis, die de eerste Mis is die de nieuwe priesters samen met de Bisschop opdragen, zal de H. Communie wor den uitgereikt. Om tien uur zal de plechtigheid zijn afgelopen. Van 11—12 uur is er op Jeruzalem gelegenheid de nieuwgewijden en hun familie te feliciteren; 's namiddags van 5—6 uur in de Karmel Sint Jozef op de Smakt. 1 Er zijn predikanten geweest, die vooral bij gelegenheid vaneen missie de roemen de stuipen op het lijf ioesen door hun donderpreken over oordeel en hel. Vroeger werd mis schien al te dikwijls met de hel gedreigd. Men is daar nu van teruggeko men. Er wordt terecht getwijfeld aan de juistheid en de opvoedkun dige waarde van deze manier van preken. Maar omdat er nu minder over de hel gepreekt wordt, zijn er mensen, die niet meer aan een hel geloven, alsof men hem vroeger slechts bang gemaakt had. De Kerk is in haar liturgie er zeker niet op uit om de mensen angstig te maken. Wel bidt zij elké dag in de H. Mis vlak voor de consecratie, dat wij bewaard mogen blijven voor de eeuwige verwerping- Maar verder is het slechts een enkele zondag in heel het jaar, dat zij ons in Epistel of Evangelie ernstig waar schuwt voor het gevaar van een eeuwige verwerping. Zij doet dat deze zondag, zowel in het Epistel als in het Evangelie, waarin het gaat over de verwerping van het uitverkoren Joodse volk. In het Evangelie horen wij hoe Jezus weent over de stad Jerusa lem, die niet in haar Verlosser wil geloven en niet erkent, wat haar tot vrede strekt. Jezus voorspelt de verwoesting van Jerusalem, de stad, die door de tempel de woonplaats van God zelf geworden was. Deze voorspelling is veertig jaar later geheel in vervulling gegaan. De Romeinen hebben toen de stad belegerd. Bij de verovering van de stad hebben ze een verschrikkelijk bloedbad aangericht. De stad en en de tempel werden met de grond gelijk gemaakt. De liturgie bedoelt met dit Evan gelie meer dan slechts een histo rische gebeurtenis te verhalen. Zij wil ons een diepere waarheid leren. Jerusalem is een beeld van de menselijke ziel, die door het Doopsel, het Vormsel en het ge regeld ontvangen van de H. Com munie een woonplaats van God, een tempel van de Heilige Geest is geworden, maar die door de zonde niet erkent wat haar tot vrede strekt. Begrijpen we nu, wat de Kerk ons vandaag wil zeggen? Paulus zegt: dat is een waar schuwing voor ons Doopsel en H, Eucharistie alleen zijn nog niet ge noeg voor de hemel. Wij moeten volgens de geboden van God en de leer van Christus leven, anders kunnen wij het beloofde land van de hemel niet binnengaan. Paulus geeft dan als conclusie: „Wie dus meent te staan, zie toe, dat hij niet valt!" De Kerk wil niet dreigen met de hel, alleen ons waarschuwen voor lichtzinnigheid met betrekking tot geboden van God. Die kunnen we niet straffeloos altijd maar over- j treden. Zij bidt en bezweert ons bij het zien van het verwoeste Jerusa- I lem: werk aan uw zaligheid met vrezen en beven i Laten we Christus niet tergen! i God laat niet met Zich spotten. Erken wat u tot vrede strekt! Zij geeft ons een ernstige waar schuwing: ook de gedoopte, be genadigde mens kan voor eeuwig verloren gaan. De christen kan door een slecht leven de eeuwige ver werping van de hel verdienen. Ook in het Epistel horen wij een zelfde ernstige waarschuwing. Het is genomen uit een brief aan de ge lovigen van Corinthe. Daar was een groep christenen die uit de leer van de vrijheid van de kinderen Gods de conclusie trokken, dat zij de geboden van God helemaal niet meer behoefden te onderhouden. Paulus houdt aan deze christenen de voorvaderen van de Joden in de woestijn als een waarschuwend voorbeeld voor ogen. Deze Joden waren door God boven alle andere mensen zo hoog bevoorrecht. En toch had God hen verworpen, om dat zij zich niet stoorden aan Gods geboden. Hoefverzorging bij jonge paar den en onbeslagen werkpaarden Bij jonge paarden in de weide ziet men dikwijls, dat, hoewel de gehele hoef groeit, in het bijzonder de toongedeelten van de hoeven te lang worden. Deze lange toongedeelten kunnen, vooral bij de voorhoeven, afbreken, waarbij dan de hoorn aan zij- en versengedeelte van de wand blijft zitten en zelfs naar buiten kan om krullen. Zo'n onregelmatige afslij ting van de hoeven veroorzaakt een onevenredige belasting van de ge wrichten, alsmede van de strek- en buigpezen van de benen. Ook wordt bij dergelijke onver zorgde hoeven de kans op brokkelen van de hoorn en het ontstaan van hoornscheuren in de draagrand ver groot. Hoornscheuren kunnen voor al ernstig- worden, wanneer de scheur doorgaat tot op de hoefleder- huid, het zg. „leven"; er treedt dan kreupelheid op. Verder kan bij jonge paarden door een ongelijkmatige afslijting van de hoef en verlies van stukken van de hoornwand een afwijkende stand ontstaan, die blijvende ge volgen kan hebben, omdat bij het jonge, groeiende paard de gewrich ten van de ondervoeten zich kun nen aanpassen bij een veranderde stand van de hoef. Al deze nadelen kan men groten deels voorkomen door regelmatig (om de 6 weken) de hoeven vak kundig te laten bekappen, waarbij tevens de draagrand van de hoef wordt bijgerond, vooral in het toon- gedeelte. Dit is nodig, zowel bij volwassen als bij jonge paarden en ook al bij veulens. Bovendien is het een groot voor deel, dat de veulens en jonge paar den gewend worden aan het op beuren en vasthouden van de benen, zodat dit later bij het beslaan geen moeilijkheden meer zal opleveren. Behalve het tijdig laten bijwerken van de hoeven, is het ook bij on beslagen paarden en vooral bij werk paarden nodig, dat men de hoeven geregeld goed uitkrabt om vuil, steentjes en andere voorwerpen tijdig te verwijderen. In vele streken van ons land ko men de paarden weinig meer op de harde weg en worden ze veelal onbeslagen voor het werk gebruikt. Het wordt ook om die reden hoe langer hoe meer van belang, dat men paarden aanfokt uit ouders met prima hoeven. In de fokkerij dient aan de kwaliteit van de hoeven extra aandacht te worden besteed. „Hart van Jezus, laat allen het verderfelijke der marxistische leer inzien en afwijzen". De strijd tussen communisten en christenen, tussen de leer van Marx enerzijds en de leer van Christus anderzijds is in volle gang. De kern van beide is, dat de wereld zoals die nu verschijnt, niet deugt. Marx zag dit vooral in de ongelijke ver deling der aardse goederen. Chris tus ziet veel dieper: Hij ziet de liefdeloosheid, die de oorzaak is van de onrechtvaardigheid. Marx zag hoe om zich heen de christenen de armen „zoet hielden' door hun tè wijzen op de hemelse goederen; ondertussen lieten ze hen kreperen. Christus weet, dat het voor een rijke uiterst moeilijk is om in de hemel te geraken, en dat ze verplicht zijn uit liefde tot hun naaste hun goederen te verdelen. Marx meende, dat door een ge lijke verdeling der goederen er een paradijs op aarde zou ontstaan. Christus weet, dat we altijd zon daars zullen zijn en dat, hoe recht vaardig alles ook verdeeld is, er altijd lijden en ellende op deze aarde zal gevonden worden. Dat het paradijs niet in dit leven ge zocht moet worden. Toch kan de mens door de oprechte naastenliefde en het werkelijk broederlijk samen leven, reeds op aarde een voor smaak hebben van dat hemelse paradijs. Velen zien de communisten als de moordenaars van Pal Maleter en Imre Nagy, als de beulen van de miljoenen dwangarbeiders in de concentratiekampen. Maar als dat de kern was van Marx' leer zou hij nooit zo'n grote aanhang gekregen hebben. Neen, de kracht van zijn leer is, dat ze zoveel lijkt op de waarheid, de leer van Christus. Maar er is ondanks alle gelijkenis een huive ringwekkend verschil. En dit be staat hierin, dat het christendom God predikt, die de liefde is en ons aller Vader en dat wij als kinderen van die Vader ook broeders en zus ters van elkaar zijn, lid van het grote gezin. Helaas is dit niet altijd duidelijk. Dat ligt aan de christenen, die deze liefde niet voldoende ver werkelijken. De communisten zoe ken niet het communisme, dat wij verwerpen, maar het christendom, dat wij niet beleven. Daarom is deze maandintentle ook een appèl voor ieder van ons: leef zó dat het christendom voor iedereen boeiend wordt. De uit eindelijke strijd tussen communis me en christendom is een strijd in liefde, het uiteindelijke antwoord is Jezus Christus. van 4 juli 1908 In café Kemps werd een wieler club opgericht. Tot bestuursleden werden gekozen Jac. Aerts, W. Schmeitz, G. H. de Ponti, H. Slits, J. Janssen en V. Fonck. Door dit bestuur zal aan de gemeente besturen van Venray en Deurne, vergunning worden gevraagd voor een fietspad door de Peel. Deze week werden door de fa. La Mason en Co en Th. Verhoeven te Utrecht, opmetingen gedaan voor de aan te leggen trambaan Venray- Station. van 11 juli 1908 Dr. Wentholt, geneesheer al hier zal onze gemeente verlaten en zich vestigen in Groenlo. Twee jaren was hij hier werkzaam. De heer J. R. Maas werd be noemd tot onderwijzer te Schayk (N.-Br.) van 18 juli 1908 Deze week zijn de landbouwers begonnen met de roggeoogst. De aannemer L. Wijnhoven, bezig met het grondwerk voor de gasbuizenleiding naar de zuivel fabriek alhier, moest hiermee op houden, daar hij geen vergunning had van de Provinciale Waterstaat. Voor een dienstbode, goed kunnende koken en werken, bood men per advertentie f 100 per jaar. Zonder goede getuigen onnodig zich aan te melden. van 25 juli 1908 In een café aan de Stations weg bekwam zekere C. uit Oostrum, een drietal ernstige messteken. Hij moest naar huis worden vervoerd en geestelijke en doktershulp wor den ingeroepen. De heer H. C. Janssen, onder wijzer te Oirlo is als zodanig be noemd te Poeldijk (Z.H.) Onder de titel: „De personenauto in het bedrijf" heeft de Uitgeverij Samson te Alphen a.d. Rijn een boekje uitgegeven, waarin wordt getracht een zo nauwkeurige be groting te maken van de kosten, die het autorijden met verschillen de typen wagens met zich brengt. Dit is een belangwekkend onder- onderwerp: het groeiende vader landse wagenpark stelt tienduizen den firma's en particulieren voor de vraag: welk bedrag moet, mag en kan ik voor een automobiel uittrekken en het beantwoorden van deze vraag is bijzonder moei lijk, omdat men rekening heeft te houden met tal van factoren, die van geval tot geval verschillend zijn. Wagentype, afschrijvingstermijn, aantal af te leggen kilometers per jaar, graad van voorzichtigheid waarmee gereden wordt, ziedaar reeds enkele punten, die het kos- tencijfer beïnvloeden. Toch is de schrijver van het boekje, de heer Ganzevoort, chef van de Technische dienst van de KNAC erin geslaagd in zijn hand leiding met alle variëteiten rekening te houden. De auteur toont aan, dat de totale exploitatiekosten van een personenauto, wanneer men jaarlijks zo'n 20.000 tot 30.000 kilo meters rijdt, variëren van 3000 tot 5000 gulden. Er is dus een marge van 2000 gulden en in deze marge schuilen, door deskundig beleid, vele mogelijkheden tot bezuiniging. Voor allen, die met kennis van zaken willen oordelen over de kosten van een automobiel, is dit boekje, waarin achtereenvolgens de keuze van het type auto, de ver gelijking van kostenbegroting en werkelijkheid, de rekeningcontrole, het probleem van het vervangings tijdstip, privé-rijden, verzekerings kwesties en autofinancieringen worden behandeld een waardevolle handleiding. Het is jammer dat de schrijver dit werkje niet complementeerde met enige belasting-technische tips. Adviezen op dit gebied hadden 't boekje ongetwijfeld nog leerzamer gemaakt. Tweede districtsconcours Op de prachtige schietbanen van de handboogschutterij St. Oda te Venray hield zondag de handboog schutterskring „De Vriendschap" district XI haar tweede districts concours. 45 zestallen namen hier aan deel. Na een spannende strijd was de uitslag als volgt: Ere-afdeling, le St. Oda I, Venray 470 p 2e Diana I 463 p 3e St. Hubertus I, Merselo 463 p 4e St. Antonius I, Halfweg 457 p 5e Batavieren I, Castenray 444 p 6e St. Joris I, Leunen 407 p 7e Willem Tell I, Oirlo 396 p 8e St. Anna I, Venray 392 p 9e St. Sebastianus I, Heide 390 p Klasse A le St. Oda I, Venray 421 p 2e Diana II, 408 p 3e St. Hubertus II, Merselo 399 p 4e Ons Genoegen I, Ysselst. 379 p 5e Rare Schutters I, Overloon 374 p 6e Ons Genoegen I, America 360 p 7e St. Oda III, Venray 357 p 8e Eendracht I, Veulen 351 p 9e St. Anna II, Venray 344 p Klasse B le Diana III, Venray 390 p 2e Batavieren II, Castenray 355 p 3e St. Sebastinus II, Heide 333 p 4e Ons Genoegen II, Ysselst. 315 p 5e St. Agatha I, Aijen 314 p 6e Uitspanning I, Griendtsv. 306 p 7e St. Jozef I, Smakt-Holth. 305 p 8e St. Antonius II, Halfweg 291 p 9e Willem Tell II, Oirlo 281 p Klasse C le Diana IV, Venray 332 p 2e Rare Schutters II, Overl. 266 p 3e Ons Genoegen II, America 266 p 4e Uitsp. II, Griendtsveen 262 p 5e St. Joris II, Leunen 236 p 6e St. Oda IV, Venray 234 p 7e St. Anna III, 205 p 8e St. Agatha II, Ayen 170 p Klasse D le St. Hubertus III, Merselo 371 p 2e Batavieren III, Castenray 337 p 3e Eendracht II, Veulen 269 p 4e Diana V, Venray 256 p 5e Ons Genoegen III, Ysselst. 228 p 6e Batavieren V, Castenray 223 p 7e Batavieren IV, 180 p 8e St. Antonius III, Halfweg 171 p 9e St. Jozef II, Smakt-Holth. 167 p 10 Ons Genoegen III, America 151 p 11 St. Jan III, Merselo 103 p 12 Eendracht, Veulen 25 p Drietallen le Batavieren, Castenray 123 p 2e St. Hubertus, Merselo 121 p 3e St. Hubertus, 119 p Personele prijzen le H. v.d. Putten, Diana 49 p 2e A. Jacobs, St. Anna 3 x 10 3e W. Klomp 4x9 4e J. Wijnhoven 4x8 5e Th. Lucassen, Diana 4x7 6e M. de Mulder, Willem Teil 4x6 7e P. Willemsen, St. Joris 4x5 Gebruik 122 liter per dag per persoon De voortdurende verbetering van de hygiënische voorzieningen en de toenemende industrialisatie maken dat het cijfer van het waterverbruik gestadig stijgt. Het huidige water verbruik in Nederland komt neer op 122 liter per persoon per dag. De gewone burger bemerkt van de drinkwatervoorziening weinig meer dan de kraan in de keuken en aan de wastafel. In feite maken omvangrijke installaties en maat regelen van verstrekkende beteke nis het mogelijk uit de op het eerste gezicht talrijke waterbronnen het drink- en industriewater bijeen te garen. Voor de toenemende bevolking en de uitbreiding van de industrie zijn voortdurend grotere hoeveelheden water nodig. De grotere bevolkings dichtheid en de industrialisatie heb ben echter tevens tot gevolg, dat het oppervlaktewater in steeds sterkere mate wordt verontreinigd en voor de winning van grondwater minder ruimte beschikbaar is. Een treffend voorbeeld van de moeilijkheden bij de winning van grondwater thans de voornaamste bron van ons drinkwater vinden we in het westelijk deel van Neder land: de duinstreek. Gedurende vele jaren is van de duinen een te grote hoeveelheid water onttrokken, zodat het zoute water, dat zich onder het zoete be vindt, is gestegen en op sommige plaatsen zich met het zoete water heeft vermengd. Daarom zijn thans in het Westen des lands door verscheidene water leidingbedrijven plannen verwezen lijkt om rivierwater oppervlakte water dus dat van tevoren ge deeltelijk is gezuiverd naar de duinen te transporteren, ter aan vulling van de daar aanwezige watervoorraad. Waterboten en waterleiding De inwoners van Amsterdam hebben zich eens tevreden moeten stellen met regenwater en het water uit de grachten. Later werd de drinkwatervoorziening met boten verzorgt, die het water uit de Vecht naar Amsterdam brachten. Dit is een voorbeeld van de waterwinning van voor de zeven tiende eeuw. Tegenwoordig is onge veer 90 pet. van de Nederlandse bevolking op de waterleiding aan gesloten. Voor circa 30 pet. is het leidingwater afkomstig van oppc-r- vlakte-water; het overige is afkom stig van grondwater uit de duiren of elders. Verwacht kan worden, dat in de toekomst steeds meer oppervlakte-water nodig zal zijn. Aan ruim 9 miljoen inwoners worden ruim 400 m3 water gele verd. Als bijzondere noot geldt hier, dat het hoofdelijk waterver bruik in Nederland aanzienlijk be neden dat in andere landen blijft. Dit staat o.a. in verband met het feit dat de industrieën vaak hun eigen middelen van watervoorzie ning hebben, terwijl ook van belang is de omstandigheid, dat de bevol king van het platteland, gewend spaarzaam met water om te gaan, geen water verkwist ook al z(jn (zoals bij de meeste streek water leidingen) geen watermeters aan gebracht. Overheid en waterleidingbedrijven. In Nederland bestaan thans 191 waterbedrijven, waarvan 177 door de overheid worden geëxploiteerd en 14 door partikuliere onderne mingen. De financiële hulp van de staat aan de waterleidingbedrijven bleef tot voor de tweede wereld oorlog beperkt, omdat de meeste bedrijven zo waren opgezet, dat zij hun eigen kosten konden dragen. De tweede wereldoorlog heeft deze toestand ingrijpend gewijzigd: de bedrijven welke ernstige oorlogs schade hadden geleden konden het herstel zelf niet bekostigen; daar naast was het noodzakelijk dat de herbouw in door de oorlog ver woeste gebieden gepaard ging met de aanleg van waterleiding. Andere motieven voor de bemoei ing van de overheid met de drink watervoorziening waren: de industrialisatie, die tenge volge van sociale en economische omstandigheden noodzakelijk was geworden, vereiste de aanleg van waterleidingen in gebieden, die daarvan nog verstoken waren; de mogelijke werkloosheid, zodat In aansluiting op ons ar tikel van vorige week over de Venrayse waterleiding is het misschien dienstig, een alge meen overzicht te geven van de drinkwater voorziening in ons land. de aanleg van waterleiding werd gezien als werkverruimingsobject en de verbetering van de hygië nische toestand. Naast deze bijzondere motieven kwam de regering tot het inzicht, dat het algemeen belang de aanleg van waterleiding vereisten besloot zij een tienjarenplan op te stellen voor subsidiëring van onrendabele drinkwatervoorzieningen. Dit plan is thans in uitvoering. Voor de bescherming van opper vlaktewater is thans ook interna tionaal overleg gaande. Door de afvalstoffen van de in- dustriën, kolen- en kalimijnen in Frankrijk en Duitsland, wordt het water van de rivieren steeds meer verontreinigd, zodat een internatio nale regeling ter bescherming van de kwaliteit van het rivierwater dringend noodzakelijk geworden is. Voor de politierechter 8e J. v. Osch, St. Hubertus 4x4 9e G. Voermans. Willem Teil 3x3 10 J. 3onants, St. Jozef 3x2 11 H. Stevens. Diana 3x1 Het derde districtsconcours zal worden gehouden bij Uitspanning, Griendtsveen op 31 augustus a.s. Gezien de nauwe aaneensluiting der landen in westelijk Europa, gezien ons schouder aan schouder samengaan en zo, gaan.er geruch ten, dat je tegenwoordig een hele boel landen mag binnenkomen als je een verlopen pas kunt vertonen. Dit lijkt blijkbaar gemakkelijker dan het is. Er was namelijk een zoontje, dat in de vakantie naar zo'n land zou gaan. Probleem voor de vader: hoe kom ik aan een pas, die nog geen vijf jaar verlopen is. De zorgzame vader begaf zich naar het gemeentehuls en vroeg aan het loket om een verlopen pas voor zijn zoontje. De loketjuffrouw legde hem uit dat gemeentehuizen alleen kersverse passen verstrekken. Hij liet zich uitleggen dat zoonlief er ook wel met een geldige pas kon komen. Daarop liet hij zich overhalen een pas te bestellen. En hier beginnen de administra tieve moeilijkheden. Zoonlief was minderjarig. Dus moest er een formulier worden ingevuld en ondertekend door beide ouders. Onthoudt dat goed: beide ouders. Verder had vader al eens plannen gehad om te emigreren. Daarom moest er vanwege het belasting kantoor een verklaring komen, waarin stond dat de fiscus geen bezwaar heeft tegen de pas. Aldus trok vader heen, met twee formulieren in de zak. Even later kwam hij terug. Trots legde hij de fiscale verklaring voor het loket. Even trots voegde hij er het ander formulier bij, beschreven met de handtekeningen van vader en moeder. Nu was deze ambtenares een secure ambtenares, die bovendien vroeger op school goede cijfers had gehad voor het rekenen. Zij sloeg prompt aan het rekenen. Nog geen kwartier was de man weg geweest. Net voldoende om heen en terug naar het belastingkantoor te gaan. Maar niet genoeg om ook naar huls te fietsen en de handtekening van moeder op het tweede formu lier te Krijgen. „U zult er wel van horen", be loofde zij opgewekt. En de man hoorde er inderdaad van. Vandaag stond hij terecht wegens valsheid in geschrifte. Hij had zelf die hand tekening van zijn vrouw onder het formulier gezet. „Ik weet niks meneer", zei hij. „Hoe komt die handtekening van uw vrouw er dan op „Ik weet niks meneer." „Hebt u de naam van uw vrouw er zelf onder gezet?" „Ik weet niks meneer". Deze verdachte was vrij eentonig, dat moet worden gezegd. Maar hij hield voet bij stuk. Hij kon niet verklaren, zei hij, hoe die hand tekening er op kwam Vijfentwintig gulden boete eiste de officier. Maar de rechter kwam tot vrijspraak. „Ik ben ervan over tuigd, dat u de handtekening van uw vrouw hebt gezet", zei hij, „maar het wettig bewijs is niet geleverd". „En toch weet ik echt van niks", zei de man. Want als je eenmaal begonnen bent zoiets te zeggen moet je je eindje vasthouden.

Peel en Maas | 1958 | | pagina 55