Priesterwijding in
Venrays' dekenale kerk
Landbouw
Nederland moetzuinigzijn
op zijn water
Erken wat E tot
vrede strekt
llarx zocht een betere
wereld...
Uit Peel en Maas
Wat kost mijn auto
Handboogsport
Vrijspraak
Zaterdag 26 juli 1958 No 30
NEGEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
Ü9PEEL EN MAASE21
teleko™en' WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PBU^PEb'towJbTAAI, f 1A0 BUITENVEWBAI f 1.60
Op het patroonsfeest van Ven-
ray's prachtige dekenale kerk, het
feest van Sint Petrus' Banden
1 augustus zou Monseigneur A.
Hansen z.g. voor het eerst in de
streek waaruit hij stamde en die hij
steeds lief had, de heilige priester
wijding hebben toegediend,
Alles was reeds voorbereid en
zijn vele bekenden en vrienden had
den reeds lang uitgezien naar dit
moment waarop hij, die bij uitstek
hun bisschop was, een van de
mooiste bisschoppelijke volmachten
zou uitoefenen: door zijn handop
legging en het afsmeken van de
heilige Geest het eeuwig priester
schap van Christus verder geven
aan jonge mensen, die er met de
inzet van heel hun leven aan willen
delen. Het heeft niet zo mogen zijn!
Maar toch zal hij in de geest van
velen aanwezig zijn, als in plaats
van hem een andere Limburger,
Mgr. Cobben uit Sittard, bisschop
van Helsinki in Finland op vrijdag
1 augustus a.s. om half negen in
de dekenale kerk van Sint Petrus'
Banden te Venray de heilige wij
dingen zal toedienen aan zes fraters
theologanten van het studiehuis der
ongeschoeide Karmelieten te S makt-
Venray. Fr. Bernardus Heemskerk
"uit Hazerswoude Z.H.en Fr. Ma-
thias Houtvast uit Schinnen, zullen
het heilig priesterschap ontvangen;
Fr. Alfons Kroese uit Enschedé en
Fr. Stephanus Zijlmans uit Waspik-
Boven (N.Br.) zullen het diakonaat
ontvangen; het subdiakonaat zal
worden toegediend aan Fr. Ignatius
Wishaupt uit Maastricht en Fr.
Gereon Dohmen uit Geleen.
Deze heilige wijdingen worden
juist toegediend in de grote kerk
van Venray, opdat er zoveel mo
gelijk mensen bij tegenwoordig zou
den zijn. Iedereen die wil kan deze
plechtigheid bijwonen.
De priester is uit het volk en
voor het volk; bij zijn wijding, het
begin van zijn dienstbaarheid aan
het volk, zal ook het volk zelf in
zo groot mogelijk aantal aanwezig
zijn om te getuigen van zijn waar
dering voor het priesterschap.
Vrijdag a.s. 1 augustus om kwart
over acht zal Monseigneur met de
wijdelingen door een stoet bruidjes
worden afgehaald van 't pensionaat
Jeruzalem en naar de kerk worden
begeleid. Om half negen beginnen
de plechtigheden. Onder de H. Mis,
die de eerste Mis is die de nieuwe
priesters samen met de Bisschop
opdragen, zal de H. Communie wor
den uitgereikt.
Om tien uur zal de plechtigheid
zijn afgelopen. Van 11—12 uur is
er op Jeruzalem gelegenheid de
nieuwgewijden en hun familie te
feliciteren; 's namiddags van 5—6
uur in de Karmel Sint Jozef op de
Smakt.
1
Er zijn predikanten geweest, die
vooral bij gelegenheid vaneen missie
de roemen de stuipen op het lijf
ioesen door hun donderpreken over
oordeel en hel. Vroeger werd mis
schien al te dikwijls met de hel
gedreigd.
Men is daar nu van teruggeko
men. Er wordt terecht getwijfeld
aan de juistheid en de opvoedkun
dige waarde van deze manier van
preken.
Maar omdat er nu minder over
de hel gepreekt wordt, zijn er
mensen, die niet meer aan een hel
geloven, alsof men hem vroeger
slechts bang gemaakt had.
De Kerk is in haar liturgie er
zeker niet op uit om de mensen
angstig te maken.
Wel bidt zij elké dag in de H.
Mis vlak voor de consecratie, dat
wij bewaard mogen blijven voor de
eeuwige verwerping- Maar verder
is het slechts een enkele zondag
in heel het jaar, dat zij ons in
Epistel of Evangelie ernstig waar
schuwt voor het gevaar van een
eeuwige verwerping.
Zij doet dat deze zondag, zowel
in het Epistel als in het Evangelie,
waarin het gaat over de verwerping
van het uitverkoren Joodse volk.
In het Evangelie horen wij hoe
Jezus weent over de stad Jerusa
lem, die niet in haar Verlosser wil
geloven en niet erkent, wat haar
tot vrede strekt.
Jezus voorspelt de verwoesting
van Jerusalem, de stad, die door
de tempel de woonplaats van God
zelf geworden was.
Deze voorspelling is veertig jaar
later geheel in vervulling gegaan.
De Romeinen hebben toen de stad
belegerd. Bij de verovering van de
stad hebben ze een verschrikkelijk
bloedbad aangericht. De stad en
en de tempel werden met de grond
gelijk gemaakt.
De liturgie bedoelt met dit Evan
gelie meer dan slechts een histo
rische gebeurtenis te verhalen.
Zij wil ons een diepere waarheid
leren. Jerusalem is een beeld van
de menselijke ziel, die door het
Doopsel, het Vormsel en het ge
regeld ontvangen van de H. Com
munie een woonplaats van God,
een tempel van de Heilige Geest is
geworden, maar die door de zonde
niet erkent wat haar tot vrede
strekt.
Begrijpen we nu, wat de Kerk
ons vandaag wil zeggen?
Paulus zegt: dat is een waar
schuwing voor ons Doopsel en H,
Eucharistie alleen zijn nog niet ge
noeg voor de hemel. Wij moeten
volgens de geboden van God en de
leer van Christus leven, anders
kunnen wij het beloofde land van
de hemel niet binnengaan.
Paulus geeft dan als conclusie:
„Wie dus meent te staan, zie toe,
dat hij niet valt!"
De Kerk wil niet dreigen met de
hel, alleen ons waarschuwen voor
lichtzinnigheid met betrekking tot
geboden van God. Die kunnen we
niet straffeloos altijd maar over-
j treden. Zij bidt en bezweert ons bij
het zien van het verwoeste Jerusa-
I lem: werk aan uw zaligheid met
vrezen en beven
i Laten we Christus niet tergen!
i God laat niet met Zich spotten.
Erken wat u tot vrede strekt!
Zij geeft ons een ernstige waar
schuwing: ook de gedoopte, be
genadigde mens kan voor eeuwig
verloren gaan. De christen kan door
een slecht leven de eeuwige ver
werping van de hel verdienen.
Ook in het Epistel horen wij een
zelfde ernstige waarschuwing. Het
is genomen uit een brief aan de ge
lovigen van Corinthe. Daar was
een groep christenen die uit de leer
van de vrijheid van de kinderen
Gods de conclusie trokken, dat zij
de geboden van God helemaal niet
meer behoefden te onderhouden.
Paulus houdt aan deze christenen
de voorvaderen van de Joden in de
woestijn als een waarschuwend
voorbeeld voor ogen. Deze Joden
waren door God boven alle andere
mensen zo hoog bevoorrecht. En
toch had God hen verworpen, om
dat zij zich niet stoorden aan Gods
geboden.
Hoefverzorging bij jonge paar
den en onbeslagen werkpaarden
Bij jonge paarden in de weide
ziet men dikwijls, dat, hoewel de
gehele hoef groeit, in het bijzonder
de toongedeelten van de hoeven te
lang worden.
Deze lange toongedeelten kunnen,
vooral bij de voorhoeven, afbreken,
waarbij dan de hoorn aan zij- en
versengedeelte van de wand blijft
zitten en zelfs naar buiten kan om
krullen. Zo'n onregelmatige afslij
ting van de hoeven veroorzaakt een
onevenredige belasting van de ge
wrichten, alsmede van de strek- en
buigpezen van de benen.
Ook wordt bij dergelijke onver
zorgde hoeven de kans op brokkelen
van de hoorn en het ontstaan van
hoornscheuren in de draagrand ver
groot. Hoornscheuren kunnen voor
al ernstig- worden, wanneer de
scheur doorgaat tot op de hoefleder-
huid, het zg. „leven"; er treedt dan
kreupelheid op.
Verder kan bij jonge paarden
door een ongelijkmatige afslijting
van de hoef en verlies van stukken
van de hoornwand een afwijkende
stand ontstaan, die blijvende ge
volgen kan hebben, omdat bij het
jonge, groeiende paard de gewrich
ten van de ondervoeten zich kun
nen aanpassen bij een veranderde
stand van de hoef.
Al deze nadelen kan men groten
deels voorkomen door regelmatig
(om de 6 weken) de hoeven vak
kundig te laten bekappen, waarbij
tevens de draagrand van de hoef
wordt bijgerond, vooral in het toon-
gedeelte. Dit is nodig, zowel bij
volwassen als bij jonge paarden en
ook al bij veulens.
Bovendien is het een groot voor
deel, dat de veulens en jonge paar
den gewend worden aan het op
beuren en vasthouden van de benen,
zodat dit later bij het beslaan geen
moeilijkheden meer zal opleveren.
Behalve het tijdig laten bijwerken
van de hoeven, is het ook bij on
beslagen paarden en vooral bij werk
paarden nodig, dat men de hoeven
geregeld goed uitkrabt om vuil,
steentjes en andere voorwerpen
tijdig te verwijderen.
In vele streken van ons land ko
men de paarden weinig meer op
de harde weg en worden ze veelal
onbeslagen voor het werk gebruikt.
Het wordt ook om die reden hoe
langer hoe meer van belang, dat
men paarden aanfokt uit ouders
met prima hoeven. In de fokkerij
dient aan de kwaliteit van de hoeven
extra aandacht te worden besteed.
„Hart van Jezus, laat allen het
verderfelijke der marxistische leer
inzien en afwijzen".
De strijd tussen communisten en
christenen, tussen de leer van Marx
enerzijds en de leer van Christus
anderzijds is in volle gang. De kern
van beide is, dat de wereld zoals
die nu verschijnt, niet deugt. Marx
zag dit vooral in de ongelijke ver
deling der aardse goederen. Chris
tus ziet veel dieper: Hij ziet de
liefdeloosheid, die de oorzaak is van
de onrechtvaardigheid.
Marx zag hoe om zich heen de
christenen de armen „zoet hielden'
door hun tè wijzen op de hemelse
goederen; ondertussen lieten ze hen
kreperen. Christus weet, dat het
voor een rijke uiterst moeilijk is
om in de hemel te geraken, en dat
ze verplicht zijn uit liefde tot hun
naaste hun goederen te verdelen.
Marx meende, dat door een ge
lijke verdeling der goederen er een
paradijs op aarde zou ontstaan.
Christus weet, dat we altijd zon
daars zullen zijn en dat, hoe recht
vaardig alles ook verdeeld is,
er altijd lijden en ellende op deze
aarde zal gevonden worden. Dat
het paradijs niet in dit leven ge
zocht moet worden. Toch kan de
mens door de oprechte naastenliefde
en het werkelijk broederlijk samen
leven, reeds op aarde een voor
smaak hebben van dat hemelse
paradijs.
Velen zien de communisten als de
moordenaars van Pal Maleter en
Imre Nagy, als de beulen van de
miljoenen dwangarbeiders in de
concentratiekampen. Maar als dat
de kern was van Marx' leer zou hij
nooit zo'n grote aanhang gekregen
hebben.
Neen, de kracht van zijn leer is,
dat ze zoveel lijkt op de waarheid,
de leer van Christus. Maar er is
ondanks alle gelijkenis een huive
ringwekkend verschil. En dit be
staat hierin, dat het christendom
God predikt, die de liefde is en ons
aller Vader en dat wij als kinderen
van die Vader ook broeders en zus
ters van elkaar zijn, lid van het
grote gezin. Helaas is dit niet altijd
duidelijk. Dat ligt aan de christenen,
die deze liefde niet voldoende ver
werkelijken. De communisten zoe
ken niet het communisme, dat wij
verwerpen, maar het christendom,
dat wij niet beleven.
Daarom is deze maandintentle
ook een appèl voor ieder van ons:
leef zó dat het christendom voor
iedereen boeiend wordt. De uit
eindelijke strijd tussen communis
me en christendom is een strijd in
liefde, het uiteindelijke antwoord
is Jezus Christus.
van 4 juli 1908
In café Kemps werd een wieler
club opgericht. Tot bestuursleden
werden gekozen Jac. Aerts, W.
Schmeitz, G. H. de Ponti, H. Slits,
J. Janssen en V. Fonck. Door dit
bestuur zal aan de gemeente
besturen van Venray en Deurne,
vergunning worden gevraagd voor
een fietspad door de Peel.
Deze week werden door de fa.
La Mason en Co en Th. Verhoeven
te Utrecht, opmetingen gedaan voor
de aan te leggen trambaan Venray-
Station.
van 11 juli 1908
Dr. Wentholt, geneesheer al
hier zal onze gemeente verlaten en
zich vestigen in Groenlo. Twee jaren
was hij hier werkzaam.
De heer J. R. Maas werd be
noemd tot onderwijzer te Schayk
(N.-Br.)
van 18 juli 1908
Deze week zijn de landbouwers
begonnen met de roggeoogst.
De aannemer L. Wijnhoven,
bezig met het grondwerk voor de
gasbuizenleiding naar de zuivel
fabriek alhier, moest hiermee op
houden, daar hij geen vergunning
had van de Provinciale Waterstaat.
Voor een dienstbode, goed
kunnende koken en werken, bood
men per advertentie f 100 per jaar.
Zonder goede getuigen onnodig zich
aan te melden.
van 25 juli 1908
In een café aan de Stations
weg bekwam zekere C. uit Oostrum,
een drietal ernstige messteken. Hij
moest naar huis worden vervoerd
en geestelijke en doktershulp wor
den ingeroepen.
De heer H. C. Janssen, onder
wijzer te Oirlo is als zodanig be
noemd te Poeldijk (Z.H.)
Onder de titel: „De personenauto
in het bedrijf" heeft de Uitgeverij
Samson te Alphen a.d. Rijn een
boekje uitgegeven, waarin wordt
getracht een zo nauwkeurige be
groting te maken van de kosten,
die het autorijden met verschillen
de typen wagens met zich brengt.
Dit is een belangwekkend onder-
onderwerp: het groeiende vader
landse wagenpark stelt tienduizen
den firma's en particulieren voor
de vraag: welk bedrag moet, mag
en kan ik voor een automobiel
uittrekken en het beantwoorden
van deze vraag is bijzonder moei
lijk, omdat men rekening heeft te
houden met tal van factoren, die
van geval tot geval verschillend
zijn.
Wagentype, afschrijvingstermijn,
aantal af te leggen kilometers per
jaar, graad van voorzichtigheid
waarmee gereden wordt, ziedaar
reeds enkele punten, die het kos-
tencijfer beïnvloeden.
Toch is de schrijver van het
boekje, de heer Ganzevoort, chef
van de Technische dienst van de
KNAC erin geslaagd in zijn hand
leiding met alle variëteiten rekening
te houden. De auteur toont aan,
dat de totale exploitatiekosten van
een personenauto, wanneer men
jaarlijks zo'n 20.000 tot 30.000 kilo
meters rijdt, variëren van 3000 tot
5000 gulden. Er is dus een marge
van 2000 gulden en in deze marge
schuilen, door deskundig beleid,
vele mogelijkheden tot bezuiniging.
Voor allen, die met kennis van
zaken willen oordelen over de
kosten van een automobiel, is dit
boekje, waarin achtereenvolgens de
keuze van het type auto, de ver
gelijking van kostenbegroting en
werkelijkheid, de rekeningcontrole,
het probleem van het vervangings
tijdstip, privé-rijden, verzekerings
kwesties en autofinancieringen
worden behandeld een waardevolle
handleiding.
Het is jammer dat de schrijver
dit werkje niet complementeerde
met enige belasting-technische tips.
Adviezen op dit gebied hadden 't
boekje ongetwijfeld nog leerzamer
gemaakt.
Tweede districtsconcours
Op de prachtige schietbanen van
de handboogschutterij St. Oda te
Venray hield zondag de handboog
schutterskring „De Vriendschap"
district XI haar tweede districts
concours. 45 zestallen namen hier
aan deel. Na een spannende strijd
was de uitslag als volgt:
Ere-afdeling,
le St. Oda I, Venray 470 p
2e Diana I 463 p
3e St. Hubertus I, Merselo 463 p
4e St. Antonius I, Halfweg 457 p
5e Batavieren I, Castenray 444 p
6e St. Joris I, Leunen 407 p
7e Willem Tell I, Oirlo 396 p
8e St. Anna I, Venray 392 p
9e St. Sebastianus I, Heide 390 p
Klasse A
le St. Oda I, Venray 421 p
2e Diana II, 408 p
3e St. Hubertus II, Merselo 399 p
4e Ons Genoegen I, Ysselst. 379 p
5e Rare Schutters I, Overloon 374 p
6e Ons Genoegen I, America 360 p
7e St. Oda III, Venray 357 p
8e Eendracht I, Veulen 351 p
9e St. Anna II, Venray 344 p
Klasse B
le Diana III, Venray 390 p
2e Batavieren II, Castenray 355 p
3e St. Sebastinus II, Heide 333 p
4e Ons Genoegen II, Ysselst. 315 p
5e St. Agatha I, Aijen 314 p
6e Uitspanning I, Griendtsv. 306 p
7e St. Jozef I, Smakt-Holth. 305 p
8e St. Antonius II, Halfweg 291 p
9e Willem Tell II, Oirlo 281 p
Klasse C
le Diana IV, Venray 332 p
2e Rare Schutters II, Overl. 266 p
3e Ons Genoegen II, America 266 p
4e Uitsp. II, Griendtsveen 262 p
5e St. Joris II, Leunen 236 p
6e St. Oda IV, Venray 234 p
7e St. Anna III, 205 p
8e St. Agatha II, Ayen 170 p
Klasse D
le St. Hubertus III, Merselo 371 p
2e Batavieren III, Castenray 337 p
3e Eendracht II, Veulen 269 p
4e Diana V, Venray 256 p
5e Ons Genoegen III, Ysselst. 228 p
6e Batavieren V, Castenray 223 p
7e Batavieren IV, 180 p
8e St. Antonius III, Halfweg 171 p
9e St. Jozef II, Smakt-Holth. 167 p
10 Ons Genoegen III, America 151 p
11 St. Jan III, Merselo 103 p
12 Eendracht, Veulen 25 p
Drietallen
le Batavieren, Castenray 123 p
2e St. Hubertus, Merselo 121 p
3e St. Hubertus, 119 p
Personele prijzen
le H. v.d. Putten, Diana 49 p
2e A. Jacobs, St. Anna 3 x 10
3e W. Klomp 4x9
4e J. Wijnhoven 4x8
5e Th. Lucassen, Diana 4x7
6e M. de Mulder, Willem Teil 4x6
7e P. Willemsen, St. Joris 4x5
Gebruik 122 liter per dag per persoon
De voortdurende verbetering van
de hygiënische voorzieningen en de
toenemende industrialisatie maken
dat het cijfer van het waterverbruik
gestadig stijgt. Het huidige water
verbruik in Nederland komt neer
op 122 liter per persoon per dag.
De gewone burger bemerkt van
de drinkwatervoorziening weinig
meer dan de kraan in de keuken
en aan de wastafel. In feite maken
omvangrijke installaties en maat
regelen van verstrekkende beteke
nis het mogelijk uit de op het eerste
gezicht talrijke waterbronnen het
drink- en industriewater bijeen te
garen.
Voor de toenemende bevolking en
de uitbreiding van de industrie zijn
voortdurend grotere hoeveelheden
water nodig. De grotere bevolkings
dichtheid en de industrialisatie heb
ben echter tevens tot gevolg, dat
het oppervlaktewater in steeds
sterkere mate wordt verontreinigd
en voor de winning van grondwater
minder ruimte beschikbaar is.
Een treffend voorbeeld van de
moeilijkheden bij de winning van
grondwater thans de voornaamste
bron van ons drinkwater vinden
we in het westelijk deel van Neder
land: de duinstreek.
Gedurende vele jaren is van de
duinen een te grote hoeveelheid
water onttrokken, zodat het zoute
water, dat zich onder het zoete be
vindt, is gestegen en op sommige
plaatsen zich met het zoete water
heeft vermengd.
Daarom zijn thans in het Westen
des lands door verscheidene water
leidingbedrijven plannen verwezen
lijkt om rivierwater oppervlakte
water dus dat van tevoren ge
deeltelijk is gezuiverd naar de
duinen te transporteren, ter aan
vulling van de daar aanwezige
watervoorraad.
Waterboten
en waterleiding
De inwoners van Amsterdam
hebben zich eens tevreden moeten
stellen met regenwater en het
water uit de grachten. Later werd
de drinkwatervoorziening met boten
verzorgt, die het water uit de Vecht
naar Amsterdam brachten.
Dit is een voorbeeld van de
waterwinning van voor de zeven
tiende eeuw. Tegenwoordig is onge
veer 90 pet. van de Nederlandse
bevolking op de waterleiding aan
gesloten. Voor circa 30 pet. is het
leidingwater afkomstig van oppc-r-
vlakte-water; het overige is afkom
stig van grondwater uit de duiren
of elders. Verwacht kan worden,
dat in de toekomst steeds meer
oppervlakte-water nodig zal zijn.
Aan ruim 9 miljoen inwoners
worden ruim 400 m3 water gele
verd. Als bijzondere noot geldt
hier, dat het hoofdelijk waterver
bruik in Nederland aanzienlijk be
neden dat in andere landen blijft.
Dit staat o.a. in verband met het
feit dat de industrieën vaak hun
eigen middelen van watervoorzie
ning hebben, terwijl ook van belang
is de omstandigheid, dat de bevol
king van het platteland, gewend
spaarzaam met water om te gaan,
geen water verkwist ook al z(jn
(zoals bij de meeste streek water
leidingen) geen watermeters aan
gebracht.
Overheid en
waterleidingbedrijven.
In Nederland bestaan thans 191
waterbedrijven, waarvan 177 door
de overheid worden geëxploiteerd
en 14 door partikuliere onderne
mingen. De financiële hulp van de
staat aan de waterleidingbedrijven
bleef tot voor de tweede wereld
oorlog beperkt, omdat de meeste
bedrijven zo waren opgezet, dat zij
hun eigen kosten konden dragen.
De tweede wereldoorlog heeft
deze toestand ingrijpend gewijzigd:
de bedrijven welke ernstige oorlogs
schade hadden geleden konden het
herstel zelf niet bekostigen; daar
naast was het noodzakelijk dat de
herbouw in door de oorlog ver
woeste gebieden gepaard ging met
de aanleg van waterleiding.
Andere motieven voor de bemoei
ing van de overheid met de drink
watervoorziening waren:
de industrialisatie, die tenge
volge van sociale en economische
omstandigheden noodzakelijk was
geworden, vereiste de aanleg van
waterleidingen in gebieden, die
daarvan nog verstoken waren;
de mogelijke werkloosheid, zodat
In aansluiting op ons ar
tikel van vorige week over de
Venrayse waterleiding is het
misschien dienstig, een alge
meen overzicht te geven van
de drinkwater voorziening in
ons land.
de aanleg van waterleiding werd
gezien als werkverruimingsobject
en de verbetering van de hygië
nische toestand.
Naast deze bijzondere motieven
kwam de regering tot het inzicht,
dat het algemeen belang de aanleg
van waterleiding vereisten besloot
zij een tienjarenplan op te stellen
voor subsidiëring van onrendabele
drinkwatervoorzieningen.
Dit plan is thans in uitvoering.
Voor de bescherming van opper
vlaktewater is thans ook interna
tionaal overleg gaande.
Door de afvalstoffen van de in-
dustriën, kolen- en kalimijnen in
Frankrijk en Duitsland, wordt het
water van de rivieren steeds meer
verontreinigd, zodat een internatio
nale regeling ter bescherming van
de kwaliteit van het rivierwater
dringend noodzakelijk geworden is.
Voor de politierechter
8e J. v. Osch, St. Hubertus 4x4
9e G. Voermans. Willem Teil 3x3
10 J. 3onants, St. Jozef 3x2
11 H. Stevens. Diana 3x1
Het derde districtsconcours zal
worden gehouden bij Uitspanning,
Griendtsveen op 31 augustus a.s.
Gezien de nauwe aaneensluiting
der landen in westelijk Europa,
gezien ons schouder aan schouder
samengaan en zo, gaan.er geruch
ten, dat je tegenwoordig een hele
boel landen mag binnenkomen als
je een verlopen pas kunt vertonen.
Dit lijkt blijkbaar gemakkelijker
dan het is. Er was namelijk een
zoontje, dat in de vakantie naar
zo'n land zou gaan. Probleem voor
de vader: hoe kom ik aan een pas,
die nog geen vijf jaar verlopen is.
De zorgzame vader begaf zich
naar het gemeentehuls en vroeg
aan het loket om een verlopen pas
voor zijn zoontje. De loketjuffrouw
legde hem uit dat gemeentehuizen
alleen kersverse passen verstrekken.
Hij liet zich uitleggen dat zoonlief
er ook wel met een geldige pas
kon komen. Daarop liet hij zich
overhalen een pas te bestellen.
En hier beginnen de administra
tieve moeilijkheden. Zoonlief was
minderjarig. Dus moest er een
formulier worden ingevuld en
ondertekend door beide ouders.
Onthoudt dat goed: beide ouders.
Verder had vader al eens plannen
gehad om te emigreren. Daarom
moest er vanwege het belasting
kantoor een verklaring komen,
waarin stond dat de fiscus geen
bezwaar heeft tegen de pas.
Aldus trok vader heen, met twee
formulieren in de zak. Even later
kwam hij terug. Trots legde hij de
fiscale verklaring voor het loket.
Even trots voegde hij er het ander
formulier bij, beschreven met de
handtekeningen van vader en
moeder.
Nu was deze ambtenares een
secure ambtenares, die bovendien
vroeger op school goede cijfers had
gehad voor het rekenen. Zij sloeg
prompt aan het rekenen. Nog geen
kwartier was de man weg geweest.
Net voldoende om heen en terug
naar het belastingkantoor te gaan.
Maar niet genoeg om ook naar
huls te fietsen en de handtekening
van moeder op het tweede formu
lier te Krijgen.
„U zult er wel van horen", be
loofde zij opgewekt. En de man
hoorde er inderdaad van. Vandaag
stond hij terecht wegens valsheid
in geschrifte. Hij had zelf die hand
tekening van zijn vrouw onder het
formulier gezet.
„Ik weet niks meneer", zei hij.
„Hoe komt die handtekening van
uw vrouw er dan op
„Ik weet niks meneer."
„Hebt u de naam van uw vrouw
er zelf onder gezet?"
„Ik weet niks meneer".
Deze verdachte was vrij eentonig,
dat moet worden gezegd. Maar hij
hield voet bij stuk. Hij kon niet
verklaren, zei hij, hoe die hand
tekening er op kwam
Vijfentwintig gulden boete eiste
de officier. Maar de rechter kwam
tot vrijspraak. „Ik ben ervan over
tuigd, dat u de handtekening van
uw vrouw hebt gezet", zei hij,
„maar het wettig bewijs is niet
geleverd".
„En toch weet ik echt van niks",
zei de man. Want als je eenmaal
begonnen bent zoiets te zeggen
moet je je eindje vasthouden.