Van botermelk en oliekachels
Peelplan-zuid naar Heidse Peel
De geschiedenis
van Venrays'
Parochiekerk
St. Petrus Banden
in beeld
tigde industrlën Nelissen en Muvero
ook debet zyn.
In Oirlo krijgen we een opmer
kelijke verbetering rond de kerk,
die totaal verwoest, nu weer opge
bouwd, het centrale middelpunt is
van dit dorp. Ook hier trottoirs,
brede wegen en riolering, boven
dien de mogelijkheid om uit te
breiden.
Leunen wordt open gelegd met
de Gussenstraat, waar nieuwe
woningen nieuw leven brengen. De
Heide verandert van aanschijn, niet
alleen door het verlies van de
molen, maar door expansiemoge
lijkheden.
Veulen bouwt een nieuwe kerk
en krijgt juist bij die kerk gelegen
heid tot de bouw van woningen.
Ysselsteyn het krachtige Peeldorp
ziet plannen verschijnen voor
woningbouw en nieuwe straten, die
ook hier de snelgroeiende bevolking
in eigen plaats op kan vangen en
zelfs de Smakt toont trots een
uitbreidingsplan, dat ook hier
nieuwe mogelijkheden schept.
Zo heeft Venray de gezonde
groei op weten te vangen in verant
woorde herbouw en uitbreiding.
Waar mogelijk zijn nieuwe wegen
de 446 km. door de oorlog ver
woeste wegen komen vervangen,
riolering is vergroot en verbeterd,
de verlichting is tot in de verste
uithoeken goed te noemen, met
haar 735 straatlampen (kosten per
jaar f 37000).
Dat dit alles tot stand is geko
men na de practiscli totale ver
woesting is een verblijdend teken
van de daadkracht van het Ven-
rayse volk, maar toont toch ook
aan dat het gemeentebestuur in
deze haar taak ten volle begrepen
heeft. Ondanks soms zeer zware
financiële moeilijkheden, ondanks
vaak veel onbegrip, is het oude
Venray yerdwenen en is het nieuwe
wat tot stand kwam een voorbeeld
voor geheel Limburg, ja zelfs voor
heel Nederland.
Dat houdt niet in, dat er geen
wensen meer zijn, integendeel. „Al
etende, krijgt men honger" zo zegt
het spreekwoord en het is logisch
dat zij, die nog niet aan goede
wegen wonen, die nog geen elec-
triciteit en waterleiding hebben
wel eens afgunstig kijken naar al
dat schone nieuwe wat is verrezen.
Dit is een reden temeer om ook
voor hen te blijven werken, ook
deze problemen op te lossen. Het
jongste verleden heeft getoond, dat
men veel, heel veel bereiken kan....
„Industrie mijnheer? Kijk eens
naar onze boterfabriek, naar onze
cartonagefabriekaldus het ant
woord, dat in 1938 de nieuw be
noemde burgemeester kreeg, toen
hij zich op dit terrein wilde oriën
teren.
Inderdaad was alles, wat Venray
toen aan industrie te bieden had,
georiënteerd op de landbouw. In
de zuivelfabriek een der grootste
van Noord Limburg werd de
langzaam maar zeker groeit de
belangstelling.
Belangstelling bij onze arbeiders,
belangstelling voor het nijverheids
onderwijs, belangstelling bij buiten
staanders.
In 1952 komen de Venrayse
ondernemingen op zetten. Mulders
besteedt een nieuwe fabriek aan
in Oostrum, die in binnen- en
buitenland door zijn opzet belang
stelling trekt.
Men begint de smaak te pakken
te krijgen. En in Oostrum is uit
een simpele schuur Nelissen's be-
tonindustiie gegroeid tot een vol
waardige fabriek, waarin zelfs
kunstenaars van naam het werk
weten te waarderen. Op het indus
trieterrein moeten Custers en
Blitta uitbreiden, en op de Merse-
loseweg verschijnt het permanente
gebouw van Beeren,dat wel opeen
bijzondere wijze haar barak periode
afsluit.
Zo wordt in enkele jaren tijds
niet alleen aan honderden handen
werk gegeven, zo wordt niet alleen
een nieuwe toekomst opgebouwd
voor Venrays jeugd, maar wordt
ook Venrays naam de wereld in
gedragen.
Drinken Indiase kinderen melk
uit Venray, worden vliegtuigen in
Venrayse hangars in Turkije en
Spanje geparkeerd, rijden vracht
auto's met fronten uit Venray door
Europa, zit men in Frankrijk en
Duitsland op Venrayse stoeltjes
enz. enz.
Voeg daarbij de groeien uitbouw
van verschillende Venrayse bouw
bedrijven, die tot ver in het buiten
land vererende opdrachten hebben
ontvangen, dan zou men zo zeggen:
„het sal waerachtig wel gaan...."
De nieuwe magazijnen van de LLTB Ysselsteyn
Vooruit-
Maar het is nog niet genoeg.
20.000 inwoners telt Venray, in 20
jaren 6000 inwoners meer gekregen.
Voor hen moet werk te vinden zyn
De gezonde groei moet opgevan
gen worden en waar de landbouw
geen ruimte meer biedt, moet dat
in fabrieken en industriën gebeu
ren.
Bestedingsbeperking heeft rem
men opgelegd aan Venrays indus
trialisatie, maar heeft tevens de
grote noodzaak daarvan weer aan
getoond in de werklozen-cijfers.
Daarom zal ook in de toekomst
steeds verder uitgebouwd moeten
melk verwerkt. In de cartonagefa
briek beperkte men zich hoofdza
kelijk tot de beruchte en beroemde
eier-raampjes en in Oostrum was
een zekere Mulders begonnen met
de fabricage van de zg. koe-ketels,
waarin het voer voor het vee op
gemakkelijke wijze gekookt werd.
Venray was nu eenmaal een
agrarische gemeente, wat in hield
dat het grootste percentage der
arbeidskrachten werkzaam was in
de landbouw of hier nauwe betrek
kingen mee onderhield. Voor het
overige vonden de arbeiders werk
in de bouwvakken of waren los-
vast. Dit laatste had al tot oorzaak
dat reeds voor de oorlog vele
Venrayse mensen ofwel buiten de
grenzen moesten wei ken ofwel in
de peel-ontginningen werkzaam
waren. De bevolkingsaanwas kon
nooit opgevangen worden door de
te winnen landbouwgronden en
daarom was het na de oorlog een
dringend gebod voor het Venrayse
gemeentebestuur te gaan industria
liseren.
Een nog te Ieren vak
Zoals voor de industrie het vak
geleerd moest worden, zo moest
ook het industrialiseren nog geleerd
worden. Het begon met de aanleg
van een industrie-terrein, waarover
in de raad nog al gesputterd werd,
omdat het zo groot en zo duur
was. Er werd ook gesputterd toen
de eerste hal er gebouwd moest
worden. Men vond het niet juist
dat de gemeente fabrieksgebouwen
ging zetten, in een tijd dat toch al
zo moeilijk aan geld te komen was.
Ondanks dat, werd doorgezet. De
fa. Beaumont begon met metaal
bewerking, Al ras bleek, dat de
Venrayse mensen wel van goede
wil waren, maar bar weinig vak
kennis hadden, zodat deze firma,
mede door andere oorzaken aldra
huiswaarts keerde. Geen succes
dus-
Een tweede hal werd gebouwd,
ditmaal plechtstatig atelier ge
noemd, waarin de fa. de Boer
confectie ging maken.
Weer gesputter, weer een dure
hal, weer geen succes. Het was
een vrij hopeloze geschiedenis,
maar al doende leert men, krijgt
men connecties, weet men de weg
te vinden.
Het Economisch Technologisch
Instituut Limburg gaf deskundige
adviezen, vestigde op Venray de
aandacht. De Provincie hielp wat
zij kon. geschrokken door de steeds
hoger wordende wcrklozencyfers,
zelfs in jaren van hoogconjunctuur
en men begon de zaak groot
scheepser aan te pakken.
Een nijverheidsschool werd ge
sticht, al moest ir.en beginnen in
de oude verwoestte en daarna
provisorisch opgelapte lagere school
aan de Merselose weg. Men kreeg
rijkssteun doordat Venray werd
„benoemd" tot incidenteel te stimu
leren kern, waarbij het' rijk de
aanloopkosten voor verbetering van
het industrie-terrein op zich nam
en steun verleende by de bouw van
fabrieken.
1951 het nieuwe begin
In 1951 wordt dan de tweede hal
gebouwd en nu heeft de gemeente
een goed contract In handen met
de fa. Franssen in Blitterswyck,
die hier stalen ramen gaat maken.
Niet dat er geen moeiiykheden
meer zyn. Te over zelfs, maar
De N.V. Custers neemt de leeg
staande hal over op het industrie
terrein en de gemeente doet bar
geheimzinnig over een nieuwe
fabriek, dat later dan het tricotage-
bedrijf Beeren blijkt te zijn.
Het confectie-atelier aan de
Maasheseweg vindt een nieuwe
huurder in Darnell, een firma, die
zich met plastic tubes zal bezig
houden.
Voor tientallen handen is er dan
werk gevonden en er is onderling
al strijd over het aantal arbeiders,
dat beschikbaar is.
1953 komt met onderhandelingen
over de verkoop der oude Gas
fabriek aan de N.V. Condor, waar
gasfornuizen zullen worden ge
maakt. De fabriek wordt half ver
huurd en de eerste Venrayse
gasfornuizen worden snel afgele
verd.
Links en rechts ziet men reclames
verschijnen in kranten en vakbla
den over de prachtige voorwaarden
die Venray voor de industrie biedt,
maar intussen ryden steeds meer
bussen naar de mijnen, naar de
Vlisco in Helmond en naar Philips
in Eindhoven.
In 1954 stelt de gemeente in een
grootscheepse industriedag het
Venrayse publiek op de hoogte van
de vele moeilijkheden, die industria
lisatie met zich brengt, maar ook
van de vele mogelijkheden, die deze
omschakeling voor de gemeente
met zich zal brengen voor in de
verre toekomst.
Intussen is de oude weheropbouw-
barak omgetoverd in een modern
confectie-atelier en Venrayse sol
daten komen al thuis met over
hemden, die in Venray zijn ge
maakt. Daar moet de* barak al
worden uitgebreid. Dan valt het
verder insiders op, dat er nog al
eens brieven verstuurd worden en
ook dikwyis op reis gegaan'wordt
naar de Keulse Kade in Utrecht,
maar voorlopig is dat nog zwaar
geheim.
De aandacht valt meer op de
uitbreiding van de N.V. Custers en
de N.V. Laurensse, die de bestaan
de fabrieken dienen uit te breiden.
Op het einde van dat jaar komt
dan de verheugende tijding, dat de
N.V. Inalfa definitief naar Venray
komen zal.
Muvero
Ketelfabriek
Oostrum
worden, wat sinds de bevrijding
onder dikwijls zulke moeilijke om
standigheden begonnen is. De voor
oorlogse toestanden hebben ons
een zware les gegeven.
Dan wijzen we tevens op het feit,
dat men onder industrialisatie
meer moet verstaan dan fabrieks-
bouw. Daar horen huizen bij, daar
hoort vak- en algemeen onderwijs
bij, dat welliswaar in nijverheid-
school en Mater Amabilischool een
goed begin, maar nog immer geen
einde heeft. We denken aan ont
wikkeling en ontspanning, aan vrije
tijdsbesteding en jeugdzorg, alle
problemen, die nauw samenhangen
met industrialisatie.
Moge echter de toekomst het
zelfde beeld van voortvarendheid
geven, dat het jongste verleden liet
zien.
De nieuwe rijkssteun, die de mi
nister van Economische zaken in
tussen heeft toegezegd, is naast een
financiële ook een morele steun om
de industrialisatie r.og verder uit
te bouwen.
ook weer de boer, die van deze
crisis profiteerde. Immers, de dui
zenden werklozen moesten uit de
steun, men wilde werkverschaffing
om het nutteloze niets doen te be
perken en de mensen het werken
niet verleren.
Reeds Burgemeester vd. Loo, had
begrepen, dat hiervan de gemeente
kon profiteren. Mede op zijn instig-
natie was in 1931 als z.g. werklozen-
object het grote plan tot normalisa
tie en verbetering der Nrd.Limb,
beken, met behulp van Jan Poels
bij Min. Ruys de Berenbrouck bepleit
gewonnen. Meer dan een half mil
joen kostte dit verbeteringsobject,
dat van grote betekenis was en is
voor de waterlossing in deze om
geving.
Peelplan Zuid.
Na beëindiging van dit werk had
burgemeester vd. Loo contact op
genomen met de betreffende in
stanties, om de werklozen in te
zetten ter ontginning van de peel,
waarbij dan speciaal gedacht was
aan de ontginning van Peelplan
Zuid.
Burgemeester Janssen, die al in
Nieuwenhagen het ontginningswerk
had leren kennen, vond deze plan
nen grotendeels uitgewerkt, toen
hij naar Venray kwam.
Het is een soort voorteken voor
zyn bewind geweest, dat hij in No
vember 1938 reeds minister Romme
met de commissaris der Koningin
v. S onsbeek naar Venray kon uit
nodigen om de geweldige 800 ha.
grote peelvlakte in peelplan Zuid,
waarop 5 a 600 werklozen 5 jaren
zouden te werken hebben.
Alhoewel in Duitsland het oor-
logsrumoerrommelde, had niemand
verwacht, dat de ontginning van
peelplan,, Zuid een lijdensweg zou
worden. Toen de oorlog uitbrak,
waren byna 450 ha. gereed ën een
30tal boeren waren er reeds met
het werk begonnen.
Het zou 1948 worden, voordat het
werk weer grootscheeps kon wor
den aangepakt. Dank zij voortdu
rend aandringen van ons gemeen
tebestuur besloot men toen de zaak
mechanisch aan te pakken en zo
verschenen dan de bulldozers en
draglines, die later zulk een ver
trouwd beeld zouden worden in de
Peel. 173 ha. peelgrond kon op die
wijze omgetoverd worden in vrucht
bare landbouwgrond.
In de moeilijke jaren van '49 en
'50 werd de rest, 'n kleine 200 ha.
in DUW-verband, dus weer als 'n
werklozen-object, gereed gemaakt.
Meer dan 58 nieuwe bedrijven
waren door deze ontginning tot
Van
Zo verryst op het industrieterrein
de prachtige nieuwe fabriek van de
N.V. Inalfa, die later plechtig ge
opend wordt door de Commissaris
der Koningin, die daarby nog eens
duidelijk laat uitkomen, dat dit
alles
Een begin is....
Een begin van de langzaam maar
zeker komende evolutie die Noord
Limburg in het algemeen en Ven
ray in het byzonder moet onder
gaan....
Dat intussen de Zuivelfabriek ook
niet achtergebleven is toont de
practische nieuwbouw, dat ook de
kleinere bedreven langzaam maar
zeker opwaarts gaan, toont de uit
breidingen by Hermus, het nieuwe
confectie atelier van Thy ssen Kleine
Staarman en de uitbreiding bij
Nelipak.
Toen Burgemeester Janssen in
1938 aan het hoofd van het ge-
meentbestuur van Venray kwam te
staan, had de landbouw in het al
gemeen een zware periode achter
de rug.
Crisismaatregelen o.a. maakten
het de boer niet gemakkeiyk, al
waren ze noodzakeiyk om tenminste
iets van zyn werk lonend temaken,
en er voor te zorgen, dat de pro-
duktie in redelijke banen bleef.
Zeker op de lichtere zandgronden
rond Venray was het werk zwaar
en hard.
Van de andere kant drong het
betrekkeiyk groot aantal boeren
kinderen te zoeken naar nieuwe
bestaansmogeiykheden. Bestaans-
mogeiykheden die nog voorhanden
waren in de grote peelvlakten,
welke Venray omringden.
Reeds in de twintiger jaren was
men dikwyis op eigen houtje
peelwaarts gegaan om te ontginnen
maar de resultaten waren nu niet
Metaalwaren-
fabriek Inalfa
te Venray
bepaald om te juichen. Wel hadden
deze pogingen aangetoond, dat mits
goed aangevat, ze toch tot betere
resultaten konden leiden.
Nadat grote combinaties als die
van Prins, Blad, Janssen-Janssen-
Camps en Jaeger, dit nog eens on
derstreept hadden, besloten Jan
Poels, Mr. Rutten, Mr. Wynhoven
Mr. Peters in de Stichting Eigen
Boer de nieuwkomers meer moge-
lykheden te geven. o.a. door voor
lichting en materiële en financiële
steun.
Zo is dan Ysselsteyn gegroeid, zo
is het Veulen gegroeid. En Burge
meester vd. Loo had in zyn bestuurs
periode juist deze opzet en deze
opzet zoveel als mogelyk bevorderd.
Maar de crisisjaren maakte het
vóór de boer niet gemakkeiyk.
Toch was het van de andere kant
stand gekomen en meer dan twee
miljoen was uitgegeven om dit te
verwezenlyken. Maar al lag deze
grond dan klaar, de huisvesting
voor hen, die de grond kregen toe
gewezen, was een aanfluiting.
Schuurtjes, kippenkooien, stro
hutten waren de verblijven van de
hardwerkende boeren. Honderden
brieven zyn verzonden, tientallen
conferenties gehouden, voordat er
extra toewyzing gegeven werd 'voor
nieuwe peelboerderyen, die sinds
1948 heel langzaam maar zeker de
noodgevallen vervingen en van de
eertijds dorre peelvlakte 'n geschikt
werk- en woonoord maakten. j
De financiële hulp, die de gemeen
te via Herstelbank en Sticht. Peel
boerderyen geven kon, maakten 't
voor de boeren heel wat gemakke-
ïyker de grote uitgavenposten van
de aanvangsjaren te kunnen beta
len.
Aangezien immer de bedoeling
voorstond boerenland in boerenhand
te geven, is de laatste jaren, mede
onder dwang van de financiële om
standigheden, de verkoop van alle
gemeentegrond in plan Zuid door
gevoerd, zodat thans inderdaad het
land en de gebouwen eigendom zyn
van de boeren.
VREDE-PEEL.
Ondanks de vele moeiiykheden en.
de grote zorgen, die de ontginning
in peelplan Zuid gaven, hield men
't oog gericht op de Vredepeel.
In 1947 had de Minister weer eens
aangedrongen om de eeuwenoude
kwestie omtrent eigendom en ge
bruiksrechten van een gedeelte van
die peelgronden op te lossen.
Reeds voor de oorlog had een
commissie daarvoor gewerkt, maar
was niet kunnen slagen. Nadat het
gemeentebestuur herhaaldelyk om
oplossing had gevraagd, maar daar
niet in slaagde, werd na de bevrij
ding deze kwestie opnieuw, nu op
provinciaal vlak bekeken en be
sproken en men slaagde er toen
gelukkig in aan die eeuwenoude
stryd een einde te maken en een
regeling te ontwikkelen, die een
ontginning mogelyk maakte.
De regeling kwam in 't kort hier
op neer, dat Venray aan Vierlings'
beek en Oploo f 10 000 zou betalen
voor eventuele eigendomsrechten,
die deze gemeenten op hun beurt
moesten spenderen voor de aanleg
van wegen naar de Vredepeel.
De gebruiksrechten zouden wor
den gehonoreerd door toedeling in
de pacht.
Men kwam daarby tot de vol
gende opstelling: 50 ha voor Ven
ray als compensatie voor in het
verleden betaalde lasten, 50 ha. voor
de kerk, 182 ha. voor Venray, 108
ha. voor Vierlingsbeek en 74 ha.
voor Oploo, aan de hand van welk
schema de op te richten Vredepeel-
commissie de nieuw te stichten
boerderyen moest verdelen.
Op 22 febr. 1919 keurden de ge
meenteraden van Venray, Vierlings
beek en Oploo deze regeling goed
en was inderdaad het einde van 't
Vredepeelgeschil in zicht.
In 1950 werden de plannen opge
steld en hoewel men eerst mecha
nische ontginning voorstond, bleek
het aantal werklozen intussen zo
hoog opgelopen, dat men hand
kracht ging gebruiken.
November 1951 werd begonnen
aan de ontginning van deze vlakte
die circa 865 ha. groot was. Later
werd hiervan 40 ha. afgenomen
voor het vliegveld en 160 ha. aan
gewezen voor bosgrond, zodat 665
ha. overbleven voor landbouwgrond,
waar 4 pet. af ging voor wegen en
waterlossingen.
In 1952 teken des tijds
werkten gemiddeld duizend werk
lozen per maand aan dit grootse
object, dat mede door zijn voorge
schiedenis de belangstelling trok
tot over de grenzen.
In '52 kwamen al 430 ha. gereed,
in '53 100 ha., in '54 50 ha. en toen
op 16 juni '55 minister Mansholi
naar Venray kwam, kon hy ruim
600 ha. nieuwe landbouwgrond
officieel by de nederlandse land
bouwgrond voegen.
Het is in dit artikel niet doenlijk
om de hele ontginningsgeschiede
nis zelfs maar summier weer te
geven. Als we constateren, dat in
'55 600 ha. klaar liggen, als we toen
zagen, dat daar nieuwe forse boer
deryen waren gebouwd, voorzien
van electriclteit, prachtige wegen,
goede verbindingen, dan kan zelfs
een klein kind begrypen, dat dit
alles zo maar niet uit de lucht is
komen vallen.
Dat dit alles veel overleg, veel
studie, onderhandelen heeft gekost
en dat ons gemeentebestuur hier
iedere dag opnieuw klaar moest
staan, om er „uit te halen, wat er
uit te halen is."
Tussen de komst vande ministers
Romme en Mansholt lagen ternau
wernood 17 jaren, waarin Venray
werd verwoest en weer opgebouwd
en ruim 1500 ha. landbouwgrond
aan Neerlands areaal toegevoegd
kon worden. Konden meer dan 110
boeren een nieuw bedrijf stichten
en konden aan binnen- en buiten
landse gasten prachtige ontgin-
nings-complexen getoond worden,
die een voorbeeld zyn in geheel
Europa.
Meerselse Peel
Heeft de regeling van 't crediet voor
boerderijbouw zowel in de Vrede
peel en Peelplan Zuid gezorgd voor
een behooriyke financiering van
deze bouw, waarvoor het benodigde
bouwyolume soms lang op zich liet
wachten.
Ze zou ook behoorlijk werken met
het derde grote project, dat de ge
meente begon in 1953, nl. de ont
ginning van de ongeveer 300 ha
grote Meerselse peel.
Het begint een eentonig liedje te
worden, zoals ook het ontginnings
werk eentonig lykt.
Maar ook hier werd doorsamen-
werking van gemeentebestuur, pro
vinciale diensten en N.V. Grontmy,
kostbare cultuurgrond gewonnen
en de heide verdrongen.
We herinneren aan het gevecht
met defensie, die een goeddeel van
dit ontginningsproject naderhand
kwam opeisen voor de aanleg van
het vliegveld, maar ook hier is het
gelukt het verlies zo klein mogelijk
te doen zyn.
En nu we dit schryven bouwt
men in die eertijds kale peelvlakte
nieuwe boerderijen, is er een ruil
verkavelingsregeling tot stand ge
bracht, die van groot voordeel is
voor allen, die deze nieuwe grond
toegewezen kregen en zijn de eerste
producten reeds lang geleverd.
Het is een groots stuk werk ge
weest, wat de gemeente Venray
voor en vooral na de oorlog heeft
gepresteerd op het terrein van ont
ginningen.
Het is hard en zwaar geweest,
maar wie in de lente-zon de nieuwe
bedryven ziet liggen, het groen der
weiden ziet en het jonge koren, wie
daar de jeugd ziet spelen langs de
nieuwe wegen, die weet, dat dit
alles niet voor niets is geweest,
maar dat honderden nieuwe be-
staansmogelykheden, dank zy dit
werk, hebben kunnen vinden,
Ruilverkaveling Lollebeek
Nog is het grote werk niet ten
einde. We hebben immers nog de
Heydse Peel.
Dit heeft men echter ingebracht
in een ander groots project, dat
voor heel Noord-Limburg en Oost-
Brabant van grote betekenis kan
worden, het z.g. ruilverkavelings
plan Lollebeek.
Op de grens van Venray en Horst
stroomt deze betrekkeiyk kleine
beek, die haar naam gaat geven
aan een groots ruilverkavelings
project. waarby 11.000 ha boeren-
grond betrokken zyn.
De watervoorziening van de ont-
ginningsgronden laat in het alge
meen te wensen over. Ofwel te nat,
ofwel te droog (gewoonlijk dit
laatste), vragen deze gronden een
betere waterbeheersing.
Men wil voor heel Midden- en
Noord-Limburg aan deze kant van
de Maas een oplossing zien te be
reiken door 'n wateropstuwsysteem
nabij Panheel, waardoor het water
gebracht wordt tot in de hoog
gelegen Vredepeel en van daaruit
wederom zijn weg zoekt langs het
boerenland naar de Maas terug.
Lollebeek zal proefobject zyn,
maar omdat te verwachten is, dat
de uitvoering van dit alles nog wel
enige tijd kan duren, is het de ge
meente wederom, die gekomen is,
met een apart beregeningsproject
voor de Vredepeel, dat men nu aan
het uitwerken is en waar in een
soort federatief verband bergenings-
installaties het nodige water aan
voeren.
De grote ruilverkaveling Lolle
beek kan eerst slagen, wanneer vol
doende uitwykmogelykheden aan
wezig zyn om bestaande bedryven
te kunnen saneren en wegen en
waterlossingen nodig zijn.
Welnu de Heydse peel is ver
kocht juist voor dit grootste project.
Weliswaar was men daartoe ge
dwongen door de verschrlkkelyke
financiële nood onzer gemeente,
maar van de andere kant was het
bijna zeker, dat Venray zelf voor
lopig aan de ontginning van deze
gronden onmogelyk denken kon,
juist door gebrek aan financiën.
Door deze geste is niet alleen het
Lollebeek-plan gediend, i.e. de Ven
rayse boeren, maar ook Venray
zelf, dat nu zyn laatste peelgronden
voor dit project heeft afgestaan.
Landfcoav
Zou menig ge
een dergelyke s
de landbouw i
kunnen zyn, in
heeft Venrays
meer gedaan. I
men we enkele
We denken as
de landbouwsch
een tuinbouw l'a
werking tot de
tuinbouwwinter
station voor dec
in Horst, haar i
vry making var
richting van e
markt.
De bouw vai
houdschool, de
grond aan de p
Vredepeel, de
leiding in de ke
aan de grote
middenstandster
werking aan
telefoondiensten
en Ysselsteyn,
electriciteitsnet,
tie, steun aan
z.g. hakselbedri
peel en zovele a
Taya elugSie i
weest. De tyd<
grondareaal is t
Intensivering
schakeling naar t
zelfs naar kasse
Dat vraagt gro
zelf, dat vraajt
en hulp der gei
groot sociologist
de richtlynen h<
een goede en g
onzer boeren.
De trotse sik
in de afgelopen
is het bewijs
slechts tientalle
goede kan verar
Moge ook elc
bare tya derge
eenzelfde voomi
landbouw kunne
in de afgelopen
is verricht, doet
De „Grote Kerk"
voor de oorlog
De verwoesting
na het bombardement
De heropgebouwde g
kathedraal van de Peel