HENDRIX
RANG% de versnapering van de eerste RANG? ran° jIs
De ongelovige Thomas
Is water drinken
gezond
Van alles wat
Hoe krijgen we méér
priesters?
Zaterdag 12 april 1958 No 15
NEGEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
M PEEL EN MAAS
CONFECTIE VAI
"rotestbaatG2sve Safovoan\?2en 2S?S2S WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN 5iï3",ïïï1SÏ5SL5.ïi!ffïS,^SÏÏÏTZS
i a 0 0 0 a o 0 o a m, 0 a n o o a a o 8 a a o a 8 8 a a 8 8 8 8 8 8 fl a 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 H m 8 imJL^.^JUULmJUUULJJLaiA AUJUIJIJUIA 8 ft SUUUUULUg
i i a RANG is alleen
RANG op staat
rrrmr»oT-rreTTm-frnrrrrrmTrnrm-iiTTrrmTrirmTrmTmTinrnnnr»d iro-nTi'» iiiimm orrmrm
Helpt ons te geloven
Menselijkerwijze gesproken heeft
Jezus gedurende Zijn aardse leven
met Zijn Apostelen een geweldig
fiasco geleden. Sinds een half jaar
had Hij hen °P Zijn dood voorbe
reid en Hij had daarbij steeds over
Zijn verrijzenis gesproken. Maar er
is er geen een, die aan Zijn ver
rijzenis geloofd heeft.
Na Zijn terechtstelling aan het
kruis hadden zij alle hoop verloren.
Jezus was niet de beloofde Verlos
ser, die de aarde van aanschijn zou
doen veranderen en redding kwam
bréngen, vrede en geluk, aan de
arme gekwelde mensheid. Zij waren
wanhopig. Sommigen zelfs hebben
zich teleurgesteld helemaal van Hem
afgekeerd. Christus was voor hen
voor goed dood.
Maar de verrezen Christus was
zoals voorheen de goede Herder,
die bij voorkeur uitkeek naar de
afgedwaalde schapen. Als de goede
Herder die het verloren schaap blijft
zoeken totdat Hij het gevonden
heeft, geeft Jezus Zim pogingen
niet op, en het is Hem gelukt al
Zijn leerlingen die het geloof In
Hem verloren hadden, Judas uit
gezonderd, weer tot het geloof terug
te brengen.
Zo blijft Jezus ook nu nog steeds
die goede Herder die schijnbaar het
meest opheeft met verloren scha
pen. En zo Is ook het wezen van
het christendom.
Onze Heer en onze heilige gods
dienst zien geen heiligen voor zich,
maar zwahke zondige mensen, die
tengevolge van de erfzonde zo on
standvastig zijn in he- goede en zo
gemakkelijk zich tot het verkeerde
over laten halen. Onze Heer kent
ons mensen beter dan wie ook,
maar Hij ziet veel door de vingers.
Zo ook bij die zogenaamde „on
gelovige" Thomas. Zijn ongelovig
heid was inderdaad tot op het bru
tale af. „Ik moet mijn hand kunnen
leggen in Zijn zijde, in Zijn op het
kruis doorstoken zijde, eerder geloof
ik niet".
Maar de verrezen Heer verschijnt
dan In de zaal, speciaal voor Tho
mas, en overweldigd door de goed
heid van Zijn Heer kan deze slechts
enkele woorden uitbrengen. Die
enkele woorden zijn echter de
schoonste geloofsbelijdenis die wij
in het Evangelie vinden opgetekend.
Het is de volledige erkenning van
Jezus als God en Zaligmaker van
alle mensen. „Mijn Heer en mijn
God!"
Voor ons, die eeuwen later leven
en het moeten doen met de getui
genissen van de Evangelisten, is
die ongelovigheid van Thomas van
groter nut dan het geloof van de
gelovige leerlingen. Want juist de
omstandigheid, dat Thomas zich pas
tot geloven liet bewegen toen hij
de verrezen Heer met zijn handen
mocht betasten, maakt het voor
ons gemakkelijker om in de ver
rijzenis van de voor ons gekruisigde
Heer te geloven en aan alle twijfels
het zwijgen op te leggen.
We moeten niet denken, dat de
Evangelist ons de ongelovigheid van
Thomas voorhoudt als iets wat zeer
te,veroordelen is. De andere Apos
telen en leerlingen hebben eerst ook
niet willen geloven in Jezus' ver
rijzenis. Dat is duidelijk te lezen in
het Evangelie.
Christus verlangt ook niet van
ons zwakke en zondige mensen, dat
wij zonder fouten zijn en maar
klakkeloos aannemen wat ons te
geloven wordt voorgehouden. Hij
verlangt slechts, dat wij van goede
wil zijn en ons helemaal aan Hem
toevertrouwen, omdat Hij de weg
is, de waarheid en het leven.
En als wij soms maar moeilijk in
een of andere waarheid kunnen ge
loven, behoeft ons dat niet te ver
ontrusten. Alsof wij alleen maar
goede gelovigen zouden zijn wan
neer wij zonder er verder over na
te denken alles maar aanvaarden
wat ons in de kerk gepreekt wordt.
We moeten er juist over nadenken,
willen wij tot een echt en levend
geloof komen. En dat kan nooit
zonder dat er dikwijls twijfels en
moeilijkheden bij ons opkomen.
Als wij dan eens wat dieper In
gaan op wat in het Evangelie over
Jezus' verrijzenis verhaald wordt,
zullen wij, als wij er tenminste voor
openstaan, het diepe geloof krijgen,
dat Jezus de btloofde Verlosser is
en de waarachtige Zoon van God,
die vrede en geluk kwam brengen
aan de gekwelde mensheid. En door
dat geloof zullen wij, zoals de
Evangelist besluit, het leven be
zitten in Zijn Naam.
En dat is het nieuwe leven van
de genade, dat Christus ons ge
bracht heeft door Zijn dood aan het
kruis en de daarop volgende ver
rijzenis. Het nieuwe leven, dat een
wuwlg en onsterfelijk leven is en
dat wij nu reeds bezitten.
Christus heeft ons de blijde zeker
heid geschonken, dat wij eenmaal
met Hem de heerlijkheid zullen
binnengaan van een eeuwige geluk
zaligheid, als wij de ellende van
ons menselijk bestaan ten einde toe
hebben gedragen in vereniging met
Zijn kruis en lijden. Als wij -met
Hem lijden, zullen wij ook deel heb
ben aan Zijn heerlijkheid.
Nu wij spoedig in het jaargetijde
verkeren, waarin het drinken om
zo te zeggen schering en inslag is,
kan het zijn nut hebben, boven
staande vraag te beantwoorden.
Dikwijls en laat ons reeds vooruit
zeggen ten onrechte hoort men,
vooral tegenover de kinderen de
vermaning om toch vooral geen
water te drinken.
Om een goed antwoord op de
gestelde vraag te verkrijgen, is het
in de eerste plaats nodig eens na
te gaan, welke rol .het water in
het menselijk lichaam vervult, en
daarom zullen we enige feiten
mededelen, die daarop betrekking
hebben.
Het lichaam bestaat voor 63 pet.
van zijn gewicht uit water. De
hersenen bevatten 81 pet., het hart
73 pet., de beenderen 7 pet., en
zelfs het glasharde tand-ivoor nog
2 pet. water. Zoals men weet, heeft
de mens grote behoefte aan lucht,
zó zelfs, dat hij sterf r, als hem die
lucht slecht enige minuten wordt
onthouden. Evenmin als lucht, kan
hij water derven, al kon hij dit
laatste desnoods ook 1014 dagen
ontberen, dan echter sterft hij in
een toestand van waanzin en ver
twijfeling.
Op water alleen echter, zonder
dat hem ander voedsel wordt ver
strekt, kan de mens verscheidene
weken leven. Blijkt hieruit niet,
dat water een grote betekenis heeft
een grotere levensbehoefte vormt
dan enig ander voedsel
Een en ander treedt echter ook
duidelijk voor de dag bij de vol
gende feiten.
Een volwassen mens, die bij ge
middelde temperatuur, bv. 18 gr. C.
arbeid verricht, scheidt dacelijks
door uitademing ongeveer 1500 gr.
water af, langs de nieren circa
1400 gram en 200 tot 300 gram
door verdamping langs de huid.
Door zijn lichaam in noimale
samenstelling en zijn geest behoor
lijk aan het werk te houden, moet
hij dus dagelijks ongeveer 3000 gr.
of 3 liter water tot zich nemen.
Behalve in de vorm van verschil
lende dranken, doet hij dit met zijn
overige spijzen, want deze bevatten
alle, de een meer dan de ander,
zekere hoeveelheden water.
Zo bevat brood 40 pet., rundvlees
4560 pet., en eierdooier zelfs nog
Va pet. water. Gemiddeld bevatten
de vaste voedingstoffen van een
krachtig arbeider 300 gram water.
Het lichaam van kinderen en
oude mensen is enigszins water
rijker dan dat van sterke mensen
op middelbare leeflijd. Bij allen
echter zijn de voornaamste ver
richtingen gebonden aan een goede
vulling van het bloedaderstelsel,
d.w.z. het aanwezig zijn van een
voldoende hoeveelheid water. Spijs
vertering, bloedsomloop, lichaams
warmte, hersen- en zenuwwerking,
kortom alle bekende schei- en
natuurkundige processen in het
lichaam, hangen af van de voorraad
vloeistof, die zich in de bloedbaan
bevindt.
Als wij water drinken, houden
wij in de eerste plaats de mond
zuiver en dragen wij daartoe bij,
de smaak te veredelen, dus de eet
lust te bevorderen. In de maag
werkt het water oplossend en ver
dunnend op de voedingstoffen en
daardoor zorgt het voor een snelle
en gemakkelijke spijsvertering.
Daar staat tegenover dat zeer gro e
hoeveelheden water de spijsverte
ring, zij het ook voorbijgaande,
kunnen storen, hetgeen eveneens
het geval is met ijswater of te
heet water. Dit brengt ons als van
zelf tot de bekende waarschuwing
om toch nooit met een verhit, be
zweet of vermoeid lichaam koud
water te drinken.
Als een bezweet wandelaar, een
verhit veldarbeider of een zwaar
beladen, in dichte kolonnes mar
cherend soldaat drinkt, dan zal
hem dit volstrekt niet hinderen, in
zoverre hij zijn arbeid dadelijk
weer voortzet. Maar als het lichaam
door lopen, dansen enz. verhit is,
dan worden in de eerste plaats de
delen, die met de kouden dronk in
aanraking komen, belangrijk afge
koeld.
Die delen zijn de maag, het darm
kanaal, de lever, ja zelfs de longen
en het hart, al deze delen missen
het warmte-regelend, waterver-
dampend vermogen, dat de huid in
zo ruime mate bezit.
Nu kan die plotselinge afkoeling
wel eens goed aflopen, evenals de
val van een dak niet altoos nood
lottige gevolgen behoeft na zich
te sleepen, maar in de meeste ge
vallen ontstaan zware stoornissen
in het zenuwleven ofwel er ont
wikkelen! zich voedingsstoornissen,
die op allerlei ontstekingstoestan
den uitlopen.
Men ziet dus, dat de koude dronk
alleen gevaarlijk is voor hen, die
direct rust nemen, en niet zozeer
voor hen *die in beweging blijven.
Een persoon, die veel water
langs de huid verdampt, krijgt
veel dorst. Wie echter veel drinkt
bevordert de waterafscheiding in
belangrijke mate.
Daarom dienen mensen, die ar
beiden en daarbij menen, dat zij
door te veel drinken hun overma
tig zweeten tot bedaren zullen
brengen, in aanmerking te nemen,
dat zij van hun lichaam een distil-
leermachine maken, waarin zweten
dorst hebben, drinken en weder
om zweten elkaar voortdurend
afwisselen.
Hij, die zijn dorst weet te over
winnen, zweet het minste, lijdt het
minste dorst en houdt 't langste
vol.
Een andere werking, welke het
opgenomen water op het lichaam
uitoefent, is eveneens van grote
betekenis.
Het dient op zijn weg door het
bloedaderstelsel en langs de ver
schillende weefsels, die dit door
loopt, tot opneming en verwijde
ring van zeer vele afgewerkte,
onzuivere stoffen. Als zodanig
werkt het water dus bloedzuive
rend en staat het in dit opzicht
gelijk met het gebruik van.z.g.
bloedzuiverende middelen.
Men kan aantonen, dat als
iemand een liter water meer drinkt
dan hij r.odig heeft om te leven,
hij dan niet alleen deze 1000 gram
water afgeeft, maar zelfs een veel
groter gewicht, teweeggebracht
door de op zijn weg door het
lichaam opgenomen en opgeloste
ontledingsproducten.
Hoogst belangrijk is de rol, die
het water nog in een ander op
zicht heeft te vervullen.
Terwijl het, zoals we zeiden,
wordt gebruikt als scheikundig
middel bij de spijsvertering, als
bouwmateriaal voor het lichaam,
is het ook bestemd om de lichaams
warmte te behouden, te verdelen
over alle lichaamsdelen en lang
zaam weer af te geven.
Maar vooral doet het grote dienst
om de voortbrenging dier lichaams
warmte in overeenstemming in
evenwicht te houden met de water-
verliezen, waaraan het lichaam
voortdurend blootstaat.
In dit opzicht zorgt het water
voor het instandhouden van de
harmonische gang van het levens
proces en het herstellen van de
daarin optredende stoornissen. We
herhalen: le dat water voor ons
lichaam onontbeerlijk is, 2e dat
gebruik van water dringend nood
zakelijk is, 3e dat waterdrinken
bevorderlijk is voor de spijsverte
ring, 4e dat onmatig, te heet of te
koud water zeer schadelijke gevol
gen voor de gezondheid hebben
kan.
Uit Peel en Maas
van 18 april 1908
De leden van de Alg. Ned.
Wielrijderbond alhier werden opge
roepen ter vergadering, alwaar het
aanleggen van een fietspad door de
Peel zal besproken worden.
De populaire humorist Luclën
uit Rotterdam zal in de muziek-zaal
alhier optreden.
De Fanfare Euterpe zal in 1908
concerten geven op Grote Markt,
Henseniusplein en Eind-plein.
Binnenkort zal het aantal ver
pleegden ln Huize St. Servatius
gestegen zijn tot 400. Volgens de
statuten moet dan een derde ge
neesheer worden aangesteld.
De heer de Groot, hoofd der
bijz. school van het St. Jozef gesticht
herdacht de dag, waarop hij voor
40-jaren zijn loopbaan als onder
wijzer begon.
Een man is groter in den
morgen dan des avonds. Het ver
schil kan gemakkelijk worden waar
genomen.
't Koudst is 't des morgens
tegen vijf uur, 't warmst van 2 tot
3 uur in de namiddag.
Wie goed voert,
die goed boert!
't Is geen nieuws, dat er ook
in de weide bijgevoerd wordt -
maar het gaat er om hóe en
wat!
Voer in het voor- en najaar Uw
dieren 1 kg HENDRIX WEIDE-
KOEK met extra magnesium.
Het aantal gevallen van
kopziekte wordt hierdoor
met 75° o verminderd.
ONDER WETENSCHAPPELIJKE LEIDING IN EIGEN
LABORATORIA. EN OP DE PROEFBEDRIJVEN TE BOXMEER
HOFLEVERANCIER VAN Z.K.H.
DE PRINS DER NEDERLANDEN
Luistert IEDERE MORGEN voortaan om 3 minuten voor 12 uur,
naar Radio Luxemburg op golflengte 208 meter voor de landbouw-
rubriek „RONDOM DE HOEVE"!
Het meer te Genève ligt dui
zend voet boven de spiegel der
Middellandse Zee.
Om de blinden in staat testel
len de kost te verdienen, mogen zij
in Japan uitsluitend als masseurs
optreden, zodat dit vak daar geheel
in hun handen is.
Op een dag ontwikkelt het
menselijk lichaam warmte genoeg
om veertig pond ijs te brengen tot
het kookpunt.
De gemiddelde ziektetijd van
de mens is dertien dagen per jaar.
Vijfentachtig percent der lam
men zijn lam aan de linkerzijde.
Elke vierkante zeemijl houdt
gemiddeld 120.000.000 vissen in.
In Zweden en Noorwegen is
't een misdaad geld te verdienen
met de verkoop van likeuren, zij
moeten aan de kostende prijs ge
leverd worden.
De bevolking der aarde ver
dubbelt alle 260 jaren.
Personen met blauwe ogen
zijn zelden kleurenblind.
In 1813 kostte een schaap drie
gulden, twee dozijn eieren drie
stuivers.
De Japanners zijn bekend om
hun grote neuzen en 't is wellicht
daarom, dat deze als een teken van
schoonheid worden beschouwd. Een
Japans meisje met een ilink voor-
uitgeschoten gevel is je ware.
In Engeland is er gemiddeld
een dokter voor alle 66 bewoners.
In Kamyshin, Rusland, moet
een vrijer zijn hartedief kopen van
de vaaer. Een lief jong meisje van
goede familie kost om en om de
250 gulden.
Men is beleefd in Thibet, wan
neer men de gesloten hand uit
strekt en de tong uitsteekt bij het
ontmoeten van een vriend.
Kurk 200 voet diep in zee-
zou niet meer omhoog stijgen ten,
gevolge van de drukking van het
water.
APOSTOLAAT DES GEBEDS
De jeugd door de H. Eucha
ristie naar het Priesterschap.
De Paus vraagt deze maand ons
vurig gebed om van God te ver
krijgen, dat er meer jongens tot
het priesterschap mogen komen,
vooral door de H. Eucharistie.
De Heilige Vader weet immers
maar al te goed, hoe groot gebrek
er is aan priesters, en dat niet
alleen in de missielanden.
En Christus zelf heeft ons ge
leerd, dat wij moeten bidden om
meer werklieden in 's Heren wijn
gaard.
Bidden wij dus vurig, dat God
meer jongens roept, of wat op het
zelfde neerkomt: dat meer jongens
ernaar verlangen om eenmaal pries
ter te worden. Want daarmee begint
God meestal als Hij iemand roept
tot het priesterschap: met n.l. hem
het priesterschap als begerens
waardig te doen voorkomen.
De Paus weet ook, dat de meeste
jongens naar het priesterschap be
ginnen te verlangen als gevolg van
schijnbaar onbeduidende gebeurte
nissen en omstandigheden: dat er
b v. een heeroom in de familie Is,
dat ze sympathie hebben voor
een ol andere geestelijke van de
parochie, door een toevallig gesprek
of doordat een vreemde pater thuis
op bezoek komt. Ook bij misdienaars
die zoveel met de priesters in aan
raking komen, komt dikwijls het
verlangen op om later ook priester
te worden.
In de H. Eucharistie echter is
Christus Die Zijn priesters roept,
zelf werkzaam tegenwoordig. Wan
neer de jongens dikwijls eerbiedig
aan het H. Misoffer deelnemen, zal
Christus, die jongens, die geschikt
zijn voor het priesterschap, ook
ernaar doen verlangen om eenmaal
als priester ln Zijn Rijk te gaan
werken. Het is ook heel goed te
begrijpen, dat er o.a. uit de mis
dienaars, die geheel opgaan ln hun
heilige taak, velen tot het priester
schap komen.
Willen wij aan het verlangen van
de Paus voldoen, dan moeten wij
vurig bidden, dat de jeugd meer en
eerbiediger moge deelnemen aan
het H. Misoffer. Niet alleen de
kinderen van de Lagere School,
maar ook de groteren.
Al te veel heerst de opvatting dat
het in de week naar de H. Mis gaan
alleen maar behoort bij de dagtaak
van de kinderen van de Lagere
School. En in de vacantie zie je
ook die kinderen nog maar weinig.
Veel hangt hier af van de ouders.
Bidden wij dan deze maand vurig,
dat meer ouders de waarde en hoge
uitverkiezing van het priesterschap
mogen beseffen. En dat zij met de
heilige begeerte, dat een van hun
kinderen tot die verheven levens
staat moge geraken, door woord en
voorbeeld hun kinderen er toe
brengen om dikwijls en eerbiedig
Christus te ontvangen in de H.
Communie.
Dan zullen eveneens meer jon
gens en meisjes zich geroepen gaan
voelen voor het religieuze leven.
Want ook aan broeders en zusters
U er ln onze tijd een groot gebrek.