't Legioen der verjaagden RANG Öume 4 Cftc&e- Het Lollebeek-plan en de ruilverkaveling. Is k H. Mis zo onverstaanbaar in blijde Verwachting Huiselijkheid Uit Peel en Maas Zaterdag 25 januari 1958 No 4 NEGEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS r^r CONFECTIE VAN vk "EEN RUK BEZIT ruzTr srr s™»s weekblad voor venray en omstreken 00 aoaaooaoQQaaooooaoooflaooooflaiiiiflauu jjuuutJLkJJULiJLUJJOJJUJÜLkJiUJXUJJLUJJJJJJJJJXkU )J 5 UJUUUUUUUUUUUUU Heeft u uw vrouw al eens verrast met de nieuwe RANG rol irrrr^rm-m' au iiii'iii'rii^TmTTrgTi-a^TT'm'ii'BTrrmTm^rfrrrrrmrrwroTTTrmTmTmTTTriiTTrTrnrmTm'nTTrisTaTrrr^S een luchtige combinatie van cacao* chocolade en suiker. Bereid volgens een frans recept tot een unieke ver snapering voor jong en oud. Een feit is, dat veel gelovigen niet veel van de H. Mis begrijpen. Ze vinden het maar een saaie plechtigheid, die ze zo goed en zo kwaad als het kan ondergaan. Wanneer ze te communie gaan, weten zij zich nog wel bezig te houden, dan doen ze onder de H. Mis hun voorbereiding en dank zegging. Maar veel moeilijker is dat voor de mensen, die niet te communie gaan. De H. Mis zegt hun zo weinig. Als de preek erg goed bevalt, ben je tenminste nog ergens voor naar de kerk geweest. De consecratie is wel even een heilig ogenblik, maar daarna is het meestal niet meer dan een eerbiedig wachten totdat de Mis gedaan is. We denken hier aan mensen, die minstens met heilige bedoelingen naar de Mis komen en ook ernstig er iets van willen maken. Het ligt echter voor de hand, dat zulke gelovigen, die de voorkeur geven aan een late H. Mis, omdat ze zondags eens willen uitslapen, het toch wel zo zullen inrichten, dat ze onder de H. Mis ook te com munie kunnen gaan. De voorschrif ten aangaande het nuchter zijn voor de H. Communie zijn tegen woordig ook meer aangepast aan de moderne tijd. Is de H. Mis wel zo onverstaan baar? Dat ligt dan in elk geval niet alleen hieraan, dat zij in een voor ons onverstaanbare taal, in het Latijn, wordt gedaan. De meeste mensen, die van de H. Mis iets willen maken, hebben tegenwoor dig toeh een missaaltje, waaruit ze alles kunnen volgen in het Neder lands. Maar ook dan begrijpen ze een heleboel niet van wat ze lezen. Hoe kan 't ook anders'. Het is immers bijna alles H. Schrift, of tenminste bijbelse taal, wat ze in dat missaaltje lezen. En wij katholieken zijn helaas maar weinig vertrouwd met de Bijbel. De protestanten respecteren de H. Schrift veel meer als 't woord van God, dan wij katholieken dat doorgaans doen. Natuurlijk zou de H. Mis veel meer verstaanbaar worden wan neer ze zoveel mogelijk in onze eigen taal zou worden gedaan. In de veronderstelling tenminste dat de priester alles hardop, zeer duidelijk en rustig zou lezen of liever voordragen. De liturgisten ijveren er daarom ook voor om het eenmaal zo ver te krijgen, dat minstens die ge deelten, die speciaal voor de gelovi gen zijn bestemd, in de eigen lands taal gelezen of gebeden kunnen worden. Maar dan zijn we er nog niet. Als wij de priester aan het altaar ook kunnen verstaan, dan wil dat nog niet zeggen, dat wij deH. Mis verstaan, zeker niet de eigenlijke Offermis. Als men slechts naar de Mis komt, om aan zijn persoonlijke godsvrucht te voldoen, begrijpt men heel slecht, waarvoor Christus eigenlijk de H. Mis heeft ingesteld. De H. Mis is immers het Offer van heel de Christengemeenschap. De gelovigen moeten zich daarom ook één voelen met de priester aan het altaar en eveneens één met elkaar. De priester gaat de gelovigen voor in aanbidding en dankzegging van God, maar de gelovigen moe ten dan ook merkbaar hun instem ming daarmee betuigen. De priester aan het altaar neemt daar de plaats in van Christus. In de priester is Christus temidden van de Zijnen aanwezig. Die moe ten zich dan ook voelen als een echte gemeenschap, als één grote familie, die tezamen gekomen is om Christus den Vaaer in de hemel te aanbidden en dank te zeggen. Zo moet de H. Mis ook een ge meenschappelijke daad van Gods verering zijn en het moet niet zo zijn zoals het meestal het geval is dat iedereen alleen voor zijn eigen naar de Mis komt, alsof hij verder niets met de anderen in de kerk te maken heeft. Ook mag het niet zo zijn, dat het de schijn heeft alsof de priester aan het altaar alleen voor zich stilletjes zijn Mis doet en de gelovigen zich op hun eigen manier zo'n beetje bezig houden met hun eigen devo tie. Is dat een feestelijke bijeenkomst, waarin priester en gelovigen het samenzijn met de Heer vieren? Zo'n ..stille" Mis, waar je een half uur lang niets hoort dan van tijd tot tijd wat hoesten en gesehui- Na de plechtige installatie van de zgn. Lollebeek-commissie alhier op het stadhuis, is er een periode van stilzwijgen gevallen over dit grote werk. Hetgeen ook te verwachten was, want de leden van deze commissie die onder voorzitterschap staat van Deputé Peters, moesten zich na tuurlijk in de moeilijke materie In werken, die dit grootse plan met zich brengt. Want het Lollebeekplan moge dan feitelijk slechts een onderdeel zijn van het grote waterregelings- plan in Noord- en Midden-Limburg, een dergelijk plan als dat der Lol- lebeek, waarbij honderden hectaren landbouwgrond betrokken zijn, die geleien zijn rond de Lollebeek, op de grens van Venray en Horst, vraagt tijd voor bestudering en bekijken. Betrekkelijk onverwacht ls dan ook de mededeling gekomen, dat op verschillende plaatsen in deze contreien door deze commissie voorlichtings-vergaderingen gehou den worden, waarop het doel van dit alles nog eens nadrukkelijk wordt omschreven en bepraat en waarop men de nodige vragen kan stellen. Dat de belangstelling groot was, heeft men dankbaar kunnen con stateren. WATER-REGELING. Op de eerste plaats wordt op die voorlichtlngs-vergaderingen door deskundigen besproken, hoe men de toekomstige waterregeling denkt uit te voeren. De zandgronden in deze streek hebben over het algemeen een natte zomer dus buiten beschou wing gelaten veel te lijden van de droogte. Jaarlijks gaan honderden en hon derden man- en machine-uren ver loren, omdat de boel verdroogd of niet voldoende tot ontwikkeling komt wegens gebrek aan vochtig heid. De toch al zwarè arbeid op de kleine bedrijven krijgt dan hele maal een onvoldoende beloning en vele kleinere boeren komen ter nauwernood aan een menswaardig bestaan. Dit is aanleiding geworden voor de betreffende instanties een ge durfd plan op te stellen, waarbij men zich voorstelt naar die droge gronden voldoende water toe te voeren. Een regeling, die omge keerd ook kan dienen om eventueel te veel water af te voeren. Men brengt vla de Peelkanalen Maaswater naar de hoge rug, die zich uitstrekt langs de Limburgs Brabantse grens, vanwaar 't water vla beken en sloten door de na tuurlijke gesteldheid van 't terrain terugvloeit naar de Maas. Via beregenlngs-lnstallaties of infiltratie-systemen kan dan de boer hieruit water putten voor zijn eventueel te droge landerijen. Dat brengt niet alleen zware in stallaties met zich mee, die dit Maaswater in de Peelkanalen bren gen en opstuwen, maar ook nieuwe afvloeïngssloten en beken, die het water naar de landerijen brengen en afvoeren naar de Maas. Dat men deze „sloten-aanleg" tevens gebruikt om een ruilverka veling totstand te brengen, volgt dan bijna automatisch. Wil men de boerenbedrijven van een zo gunstig mogelijke wateraan- voer laten profiteren, om een zo groot mogelijke opbrengst te krij gen, dan moet men ook andere remmen, die deze maximale op- vel en het belletje van de misdie naar, dat je verwittigt hoever het er mee staat. Waar is dat contact tussen pries ter en volk, wat merkt men van groet en wedergroet, van gezamen lijke smeek- en dankgebeden en van lulde instemming van de ge lovigen met het gebed, dat de priester namens hen uitspreekt? Waar ls die eenheid van allen In aandacht en liefde rond dezelfde Offertafel? De gelovigen houden er ook door gaans niet van en worden liever met rust gelaten. Dat moet menige priester, die zich echt priester voelt, d.i. midde laar tussen God en het volk, wel erg pijnlijk voelen. Hoe dat te veranderen? Dat ls erger dan het gemis van de landstaal In de liturgie. brengst verhinderen, tevens weg nemen. Daartoe dient dan de RUILVERKAVELING De ruilverkaveling is in Neder land langzamerhand een begrip ge worden. Iedere boer ln dit land heeft ln de loop der jaren kennis genomen van datgene waarmede in de loop van ongeveer vijftig jaren circa de helft van de Neder landse beerenbevolking kennis zal maken. Voor een belangrijk deel van de vaderlandse bodem zal de tijd aan breken, dat ze met ruilverkaveling te maken krijgt, want deskundigen hebben berekend, dat van de drie miljoen hectare cultuurgrond zo om en nabij anderhalf miljoen heetare meer of minder voor ruil verkaveling in aanmerking komt. Het ganse probleem dat met dit onderwerp samenhangt is sinds de invoering van de nieuwe Ruilver- kavelingswet 1954 (in werking ge treden li februari 195§) niet een voudiger geworden. Diegenen die met dit alles te maken hebben, weten dat het onmogelijk is zonder goede deskundige voorlichting en adviezen deze materie te behan delen. De ruilverkaveling betekent niet slechts aanleg van wegen en ver betering van de waterbeheersing en ook niet alleen economischer werken door samengevoegde en beter gelegen percelen grond, maar ruilverkaveling houdt ook in ver plaatsing van oude boerenwoningei naar het midden van het bedrijf. Ruilverkaveling wil in sommige gevallen ook zeggen het opruimen van vervallen bedrijfsgebouwen, het verwijderen van een boerenbedrijf uit een omgeving, waar dit reeds jaren niet meer past, maar waar tot op heden de middelen en de mogelijkheden ontbraken om zulk een verplaatsing tet stand te brengen. Van bijzonder grote betekenis is de nu aanwezige mogelijkheid om onbereikbare percelen te ontsluiten door een stelsel van wegen, zodat iedere kavel een uitweg verkrijgt aan de openbare weg. In Nederland, met een beperkt oppervlak cultuurgrond, ls het dringend gewenst om over een zo economisch mogelijk verdeeld areaal te beschikken. De nieuwe wet gaat nog vele stappen verder en voorziet In de mogelijkheid om niet slechts eigendomspercelen, maar ook ge- bruikspercelen samen te voegen door het uitvoerbaar maken van pachtruil, hetgeen wil zeggen dat een eigenaar van grond een andere pachter kan worden toegewezen. Er zijn bij ruilverkaveling vele moeilijkheden te overwinnen en zeker niet het minst de moeilijk heden, die aanwezig zijn wanneer in een streek alles historisch ls gegroeid en zeer dikwijls Is ver groeid. Vererving van vader op zoon in verschillende geslachten en onderlinge verdeling van landerijen deden de meest ondoelmatige kavels ontstaan, die ongunstig liggen ten opzichte van de bedrijfsgebouwen. Over en weer werden stukken land tussen boerenfamilies geruild en verkocht of geschonken zonder dat hiervan een aantekening in de kadasters plaats vond, zodat ook op kadastraal gebied in menige streek een hopeloze ultzoekerij nodig ls om in beginsel vast te kunnen stellen welke kavels aan wie horen en waar precies de grenzen van het ene bedrijf ten opzichte van het naast- of achter gelegen land lopen. ▲1 liggen wat deze streek betreft de kaarten niet zo slecht, toch zal ook hier veel moeten veranderen, wat men door sleur en jarenlange gewoonten als vanzelfsprekend heeft aanvaard. En zal door her groepering van landerijen en boer derijen een gunstiger klimaat ge schapen dienen te worden voor een betere opbrengst. INTENSIVERING DER BEDRIJVEN. Een andere vraag, die vanzelf opkomt, bij het bekijken van deze plannen, ls wel, of de bedrijfsvoer ing, die men thans op vele kleine bedrijven in deze streken vindt, nog wel Juist Is. Is het juist, dat het kleine bedrijf zich niet alleen toelegt op akker bouw, maar bovendien op veeteelt en klppenstapel, zeker nu de hulp om en in de boerderij beduidend minder gaat worden en het boven dien ongewenst is jonge kinderen in het bedrijf te nemen, terwijl men er practisch zeker van is, ze later toch geen zelfstandige boer te kunnen laten worden? Wie heeft bovendien de kennis, om al die onderdelen van het boe renbedrijf tot in de finesses te regelen, zodat de maximale op brengst verzekerd is Is het niet beter, om bijv. over te stappen naar tuinbouw, waar door een betere werkspreiding mogelijk is? Vragen, die deskundigen pogen op te lossen en waarover, evenals over de voorgaande punten het „lijdend voorwerp" I.e. de boer, wel eens meer wil weten. Welnu, die gelegenheid bestaat in genoemde voorllchtings-verga- dering, waarin behalve Depuié Pe ters, Ir. W. vd. Kroft en Ir. Fran ken deze en andere punten uitvoe rig bespreken en aan de hand van cijfers en ander materiaal omstan dig bewijzen. Voor de goede orde vermelden wij hier nog eens de data van de komende voorlichtings-vergaderin- gen: Castenray: woensdag 39 Januari ln het Patronaat; Olrlo: donderdag 6 februari ln zaal Rongen; Ysselsteyn: donderdag 13 febr. in het gemeenschapshuis; Venray: woensdag 36 februari ln café In den Engel. Zo heet het Doktersboek met élle raad voor Moeder en Baby. Gratis bij de Babyderm Super-Babyset, waarin poe der - zalf - olie - zeep - shampoo, f 5.90 Weten is gerust zijn. Een van de grote bronnen van geluk van het gezin ls de huise lijkheid. Het is zo Jammer, dat deze hui selijkheid uit vele gezinnen ver dwenen is. Sommigen komen alleen nog maar thuis om te eten en te slapen. Van een echt huiselijk leven is dan ook geen sprake. Onder echte huiselijkheid verstaan we: lletde voor de huiselijke kring en het pogen daar zoveel mogelijk te ver keren en zich er naar te schikken. Het kan goed samengaan, dat men veel buitenshuis is en toch huiselijk ls. Er zijn nu eenmaal vele mensen die uit hoofde van hun functie of door actief apostolaatswerk veel buiten het huis moeten doorbrengen. Maar dan wil dit nog niet zeggen, dat zo iemand de deugd van huise lijkheid mist. Als wij een grote liefde hebben voor ons gezin en daar graag wil len zijr. zoveel als in ons vermogen ligt, dan zal dat verblijf bulten het gezin nooit langer duren dan nodig is. Het is zo jammer, dat in de tegenwoordige tijd uit vele gezinnen de huiselijkheid volkomen is ver dwenen. Men voelt er zich niet meer thuis; men vindt het er niet gezellig; in één woord: men kan er niet meer zijn. Men voelt zich beter thuis op een ander, men vindt het daar veel gezelliger en men gaat er dus veel naar toe. Men kan algemeen als een vast staand feit aannemen, dat iemand, die zeer veel buitenshuis is, veel meer dan noodzakelijk is, er niet beter op wordt. Hoeveel vaders, die helemaal zo slecht niet waren, zijn door veel uitgaan ontrouw gewor den aan de plichten tegenover hun gezin Hoeveel vrouwen hebben door hun uithuizigheid de schoonste van alle roepingen gemist: de moeder roeping? Waar geen huiselijkheid is, daar staat de deur wagenwijd open voor de zonde. De huiselijkheid is een bolwerk tegen de zonde, is een dijk tegen de vloedgolf van de slechte wereld. Huiselijkheid bewaart de gezins leden tegen bederf, zij voorkomt verkeerde omgangen, zij is een veilige schutse tegen alle mogelijke gevaren. Huiselijkheid maakt de mensen gelukkig. Het gezin moet de plaats zijn die de Hemel het meest nabij komt Het gezin moet zijn een paradijs op aarde. Dit is nog het enigste stukje paradijs, dat er na de zondeval is overgebleven. Maken wij er dan ook een paradijs van door de huiselijkheid en we zullen dan ook het ware geluk terug vinden. (L. en T. v. Deurne) Het probleem der „paspoort-Nederlanders" Bij het verwerken van het drama Indonesië grijnzen ons berusting en aanvaarding tegen, telkens wan neer we met het repatritkines- vraagstuk in aanraking komen. Er is ons aangezegd dat er zo'n veertig tot vijftigduizend Nederlanders uit Indonesië zullen terugkeren. We hebben ons verwonderd, dat het in onze tijd mogelijk is dat er zovelen van huis en zon verdreven worden, maar we verwachten in elk geval Nederlanders. Van deze verstotenen zullen er 25 000 ten laste van het ministerie van maatschappelijk werk komen. De rest zal zich zelf weten te redden. Het grootste deel van die laatste groep, die zijn eigen weg zal vin den, bestaat uit specialisten, tech nici en vakmensen in tropische aangelegenheden. Er zijn ingenieurs onder en planters, doktoren, direc teuren en leiders van Nederlandse bedrijven in Indonesië. Hun toe komst is onzeker maar hun kansen op een nieuw begin zijn reëel. Zij hebben hun kennis en kennen over 't algemeen Nederland nog wel uit hun jeugd, welke kennis in een verloftijd wel weer is opgefrist. Deels hebben zij bezittingen in Nederland en met de hulp daarvan zullen zij zich een nieuw bestaan weten op te bouwen. Vanzelfspre kend zal dit niet altijd gemakkelijk gaan maar er is alle kans dat ze toch nog «en toekomst kunnen op bouwen. Wel paspoort, maar geen Nederlander Het grote vraagstuk zijn de 25.000 zg. „paspoort-Nederlanders", die qua levensstijl eigenlijk geen Nederlander meer zijn of het nooit zijn geweest. Het daaraan verbon den maatschappelijk probleem stelt problemen aan allen, die deze mensen te hulp schieten. Want wat zijn dit voor Neder landers Men vindt eronder vrou wen, die zuivere dochters zijn van het eilandenrijk dat zij verlaten. Zij zijn getrouwd of getrouwd geweest met een Nederlander en hebben onze nationaliteit verworven zonder nochtans onze taal te spreken of onze cultuur ook maar uit de verte te kennen. Daar zijn onder de kinderen van reeds in de vorige eeuw naar de Oost vertrokken landgenoten, die nimmer de zon nog over onze polders of heuvels zagen onder gaan. Zij weten niets van Europa om over Nederland niet te spreken. Men vindt er oude Nederlanders onder die bij wijze van spreken nog in Atjeh hebben gevochten, maar die er geen weet van hebben dat wij in Nederland geen paarden meer kennen in hei leger en dat intussen de naam Zuiderzee van de kaart is verdwe nen. Deze mengelmoes van mensen moet zich aanpassen aan ons kli maat, onze gewoonten, aan boeren kool met worst in plaats van rijst. Men moet deze mensen een nieuw beroep leren, terwijl velen van hen vijftig, zestig jaar of ouder zijn en terwijl wij ook weten dat het aan tal werklozen in ons land de 100.000 weer is gepasseerd. Als extra ver rassing bemerkt men spoedig dat deze repatrianten geen cent bezit ten, want de weinige eigendommen die zij hadden zijn hun voor het verlaten van Soekarno's droomrijk afgenomen. Erger dan Ambonnezenprobleem De optimisten onder ons zullen misschien zeggen dat wij reeds een Ambonnezenprobleem kennen. Daar zijn wij aan gewend geraakt en met de oplossing daarvan hebben wij het een eind gebracht. Zo'n gedachte ls een vergissing. Want de Ambonnezen waren deels een groep krachtige jonge mensen met bruikbare hoofden en handen. Samenvattend kunnen wij hen een groep noemen, die in de kracht van het leven staat. Vervolgens is het Ambonnezenprobleem ln 't ge heel niet opgelost en vormen zij dagelijks voor ons een zichtbare schandpaal van een groep loyale en trouwe eilandbewoners, die wij eigenlijk letterlijk en figuurlijk ln de kou hebben laten staan. Onze eerste indruk van het pro bleem der „paspoort-Nederlanders" is deze, dat de moeilijkheden ervan het Ambonnezen-vraagstuk in ernst en omvang vele malen zal over treffen. Want vele van deze men sen voelen zich hier noch wat het klimaat betreft noch cultureel op hun plaats. We zullen dit spoedig ervaren. Ook deze mensen moeten gehuisvest worden. Er staan duizenden bedden op de evacué's te wachten, zo zeggen de berichten. Er zijn tienduizenden bedden nodig om de verstotenen een rustplaats te bieden. De daar voor benodigde ruimte ls er niet. Zij is er mogelijk potentieel wel wanneer men alle lege achter kamers en bovenverdiepingen op telt, maar deze zullen ondanks het beroep van een gevoelige vrouwe lijke ministersstem niet beschikbaar zijn. Onoverbrugbare kloof Ons volk heeft op het gebied van woningnood en huisvestingsproble men zijn geschiedenis. Duizenden hebben zich reeds op het gebied van samenwonen met volkomen gelijk-gezinde en cultureel-verge- lijkbare gezinnen in alle mogelijk denkbare bochten gewrongen. Het is nochtans een fiasco geworden. Sociale spanning, zenuwziekten en nameloos leed liggen er op het levenspad van duizenden, die heb ben ingewoond of samengewoond en men doet wat mogtlUlc la om eraf te komen. Niemand, zelfs de regering niet, zal het klaarspelen om van de geboren en getogen Europese Ne derlanders met kans op succes het offer te vragen van de huisvrede of het huiselijk geluk. Want de „paspoort-Nederlanders" komen uit een land met ruimte met geheel andere levensgewoonten naar een overbevolkt land met een typische zin voor huiselijkheid. En dez« kloof is dikwijls met geen offer t« overbruggen. Waarom niet naar da West? Het moet ronduit worden gezegd. Een deel van de uit Indonesië komenden hoort hier niet. Het klimaat bedreigt hun gezondheid. Hun levensstijl zal hen in deze omgeving doen vereenzamen. Hun arbeidstempo past niet in het onze. Zij zullen zich thuis nimmer als „thuis" voelen. Onze regering dient zich in ernst de vraag te stellen of er niet op de kortst mogelijke termijn maat regelen kunnen worden getroffen om deze mensen in meer tropische streken een nieuw vaderland te bieden. Wij denken aan mogelijk heden in de West. Wij denken ook aan Nleuw-Guinea, het onmetelijke eiland in de tropen waar onze vlag nog waait. Men kan ons misschien tegenwerpen dat deze mensen daar geen bestaan kunnen vinden. Zien wij naar de werkelijkheid dan kun nen zij dat hier evenmin. Zij wor den deels tot een permanen e post op de begroting van het ministerie van sociale zaken. Ieder zal beseffen, dat het niet gemakkelijk zal zijn de „paspoort- Nederlanders" een nieuw bestaan onder de tropenzon buiten Indone sië te verschaffen. Maar wij moeten alles wat daanoe dienstig is be proeven. Blijven de meesten hier in Nederland, dan zullen zij bij duizenden wegkwijnen, hetzij omdat zij niet begrijpen, hetzij uit directe ellende omdat er voor hen geen kansen zijn en ook niet kunnen worden geschapen. Het drama In donesië zal voor ons een veel groter drama tengevolge hebben: dat van de verpauperde landge noten uit Indonesia. van 24 januari 1914 Bij Kon. Besluit is bepaald, dat ingaande 1 juli 1914 te Venray een Kamer van Koophandel en Fabrie ken wordt gevestigd, bestaande uit vijf leden. Het bouwen van een boerderij voor rekening van P. Llnders te Oostrum werd aanbesteed met de volgende uitslag: M. Nelissen, Oirlo f 3936.— M. v.d. Putten, Venray f 3684.— Gebr. Oudenhoven, Venray f 3632. Victor Ma assen f 3490. Louis Wijnhoven f 3430. J. v. Dijck en G. Poels f 3413. Aan de laagste Inschrijvers werd het werk gegund.

Peel en Maas | 1958 | | pagina 1