ZorgMje e tornt de grootste veemarkt van ons land. Brandaris R.E. Openbare Leeszaal en Bibliotheek Tussen vier muren.... of de wijde wereld in? «•■«PititiriitWlTpfiWiaE handen PUROL Uit Peel en Maas Eienerzamelaars verbeteren de kwaliteit Zaterdag 11 januari 1958 No 2 NEGEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS yj- CONFECTIE VAI DRUK EN UITGAVE GROTESTRAAT 28 TELEFOON 512 F™™A/rN" Smo°*Hoe°F WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PBUSRPEB SWABTAAL t U40 BUITEN VENBAV t 1.60 ROODBONT VEE ZEER IN TREK. Er waren deze dag 3100 koeien, vaarzen en kalveren op de Bossche Markt, In de vroege morgen waren ze aangevoerd uit alle windstreken benevens nog een aantal varkens, biggen en schapen. Daaromheen schaarde zich een aantal marktbezoekers, boeren en kooplieden, dat door veemarktdirecteur M. den Hartog op 7 8.000 personen geschat werd. De markthallen leken her schapen te zijn in een reusachtige Arke Noachs waarin het krioelde van leven, met dit verschil, dat de variatie onder de viervoeters heel wat geringer was. Hier was het één koe, al koe wat men zag, zodat het u rood- en zwartbont voor ogen wemelde. Gezien vanuit het glazen kantoor van de dircteur op de eerste verdieping zag deze markt onder haar grote ronde overkapping er uit als een gigantisch overbevolkt terrarium. „We hebben Rotterdam als grootste veemarkt van Nederland ingehaald", zei de directeur, „vorig jaar kwamen er hier 330.000 stuks vee, waarvan 150.000 runderen. Toen 25 jaar geleden de overdekte markt geopend werd, stonden we op de 8e plaats. Het markt gebied van Den Bosch heeft zich uitgebreid tot heel Brabant, Limburg en Zeeland, alsmede tot 't land van de grote rivieren. We hebben de wind mee gehad door de opkomst van Brabant en Limburg in de veehouderij. En hij blaast ons sterker dan ooit in de zeilen, nu de roodbonte koe als vleeskoe hoog in ere staat en er aan de zwartbonte als specifieke melkkoe minder te ver dienen is". Directeur den Hartog is een man, die in die kwart eeuw meegegroeid is met het marktbedrijf. Toen hij pas begon was het ken merkend voor de „betere" slager in Den Bosch, dat hij voor een goed stuk vee naar Utrecht of Rotterdam ging, en hij maakte daar geen ge heim van. Tegenwoordig willen de slagers in de grote steden van het Westen, die de „upper ten" be dienen, niet anders dan een rode vaars van Den Bosch, de markt bij uitstek voor dit veeslag waar twee derde van de aanvoer uit rood bonten bestaat. Overigens is de slager een meer en meer verdwijnend type onder de marktbezoekers, omdat de vlees- handel grotendeels in handen is ge komen van grossiers, en ve'en slachtvee van de slachthuizen be trekken. Het nadeel hiervan tegenover de onmiskenbare voordelen is, dat de slager minder goed kan na gaan of hij ook kwaliteitsvlees in handen krijgt. Dit laatste is beter mogelijk, wanneer men het dier in levende lijve kan keuren. De Bot-sche maikt beslaat, par keer- en demonstratieterrein inbe grepen, 6 ha. De overdekte markt- ruimte is 7350 m2 groot, maar in middels al weer te klein. Burge meester van Lanschot gaf er 25 jaar geleden de stoot toe, dat de si ad een overdekte markt kreeg.de enige van Europa, al heeft men nu ook te Rotterdam plannen in die richting. Het is ook de enige markt met kleedcabines, waar men zich een oud plunje aan kan schieten alvorens de markt te betreden, om na afloop weer als heer op straat te kunnen stappen. De gewone handelaren en boeren maken hier weinig gebruik van, de inkopers der vleesfabrieken en slachthuizen zoveel te meer. Een ander snufje is de „omroep", waar door het mogelijk is vla enige tien tallen op diverse punten aange brachte geluidsversterkersde markt bezoekers zo nodig naar 'n bepaalde plaats te ontbieden, waar deze zich ook bevinden. De omroepcentrale wordt door drie personen bediend. Per markt dag roepen zij gemiddeld 300-400 maal een boodschap om meestal van veekopers, die een vrachtrijder naar een bepaalde stad of dorp zoeken. Altijd expeditie „Dat is een van de grote oor zaken die de marktconcentratie in de hand heeft gewerkt", zei direc teur den Hartog, „men vindt hier altijd expeditie, waar men met het vee ook heen wil. Er komen hier gemiddeld per marktdag 1000 auto's, waarvan 6 tot 700 vrachtwagens en trailers. De Bossche markt kan zichzelf ongeveer bedruipen, dank zij de marktgelden (70 ct. per stuk vee, binnenkort f 1) de parkeergelden en de verhuring van vaste „hoeken" aan kooplieden, en dank zij de pacht van twee annex aan de hallen ge bouwde café's, die f 40.000 per jaar opbrengt. Ge behoeft dan wel niet te vragen hoeveel biertjes, citroentjes en koffie er omgezet dienen te wor den, eer men alleen die pacht er weer uit heeft. Toen de café's voor de eerste maal verpacht werden was het hoogste bod van de Bossche gegadig den.... f 700. Een Utrechtenaar had er beter kijk open bood f8.000. Hij kreeg het. Bij de laatste inschrij* •ving steeg het bedrag ineens van f 24.000 op f 40.000, wel een bewijs, dat er speling genoeg in zat. Gezien de omvang van het bedrijf is de vaste personeelskern klein. Maar op de marktdagen krijgende 5 mensen in vaste dienst assistentie van zes veeartsen, 30 lokettisten, en een 40-tal losse arbeidskrachten voor allerlei werkzaamheden, de 25 man van gemeentereiniging, die in de namiddag de zaak schoon komt spuiten, alsmede de verkeerspolitie, die op de toegangswegen het ver keer in ordelijke banen houdt. Hoe zeer ook de markt in omvang Is gegroeid, het stadsbeeld van Den Bosch wordt niet door de boeren beheerst, als het marktdag is. Men ziet slechts een sporadische koe door de straten geleid worden. Het marktkroegwezen floreert aanzienlijk minder dan vroeger. De meeste bezoekers nemen een kop koffie of een sterker „afzak kertje" in de café's bij de hallen en gaan dan naar het vlakbij ge legen station, waar ze op de bus of de trein stappen, zo ze al niet met eigen vervoer verdwijnen, Daar op het stationsplein krijgt men nog wel enige straat-impies- sies van Den Bosch als marktstad, als markante typen, die men alleen maar in de Meijerij, de Kempen, de Peel en andere landelijke streken aantreft, voortstappen op hun gele klompen, lichtjes steunend op hun stok, met hoekige bewegingen, net alsof ze tegen een stevige wind hebben op te tornen. Den Bosch Is een flinke industrie stad geworden, maar niettemin ver heugt men zich op de landelijke invasie, die er iedere woensdag plaats vindt, als levend bewijs, dat de stad daarnaast de binding met het platteland behouden heeft. De markt is in dit opzicht een duurzaam bezit. De ontwikkeling van techniek en verkeer hebben grote veranderin gen in de goederenomloop teweeg gebracht en van het vroeger zo uitgebreide marktwezen in een der steden is weinig overgebleven. Maar zolang de eenheidskoe niet is uitgevonden, zullen de boeren ter markt willen blijven gaan, om uit duizenden dieren juist dat ene te zoeken, dat naar bouw, voorko men en kleur hun zinnigheid kan wegdragen. Wat wisten wij van de Bossche veemarkt? Weinig! Daarom staan we nu ook volkomen onvoorbereid voor de deelname aan een intens verkeer op een vlakte, overdekt met een natte groenachtige substantie, tus sen een menigte van boeren, koop lieden en buitenlui, die heel wat beter tegen die omstandigheden zijn opgewassen. Zij dragen laarzen of klompen, een pet, mitsgaders lederen jekkers of stofjassen, waarmee gelezen en geschreven kan worden. De veeg van een koestaart kan hen niet deren. Maar wij, op lage schoenen, ln colbertcostuum en met een zeer besmettelijke lichte regenjas om de leden, beseffen uiterst kwetsbaar te zijn. Niettemin, de plicht roept, en daarom overwint menz'n aarzeling, stroopt de broekspijpen tot aan de knieën op, en begeeft zich man moedig In het gedrang van mensen en koelenlijven. Voortdurend voelt men de elle bogen van gehaaste lieden, die pas seren willen, in de rug, en telkens moet men opzij springen voor een man, die met een rund doortocht forceert. Bepaald op zijn gemak kuiert men er niet rond. Dein lange rijen opgestelde koeien staan duldzaam in het gelid. De aanwezigheid met velen schijnt hen rustig te stemmen, zodat zij in alle gemoedsvrede en op de meest on verwachte momenten hun lagere levensverrichtingen uitvoeren. Snel moet men soms een goed heen komen zoeken, want als er één piest tillen ook de andere de staar ten omhoog. In korte tijd liggen de overvloe dige bewijzen daarvan op de grond, die eveneens de jassen en broeken der daaromtrent onbekommerde marktgangers aankleven, ja niet zelden tot achter hun oren te vin den zijn. Nooit hebben we de waar heid van het gezegde, dat de koe vuil zijnde gaarne haar staart rondom slaat, zo massaal bevestigd gezien als hier. De neus komt bij dit alles danig aan zijn trekken. Er hangt een ty pische stallucht, de ammoniakgeur walmt u tegen. Desniettemin staut ge bij uw omzwerving opeens nogal verbaasd voor een snelbuffet op twee vierkante meter open ruimte tussen de koelenlijven. Er wordt met overgave gegeten en gedronken. En ginds verkoopt men zure en gebakken vis. Handen, die zojuist nog het achterste van een koe be voelden, kleven nu aan een gerookte paling, die smakelijk over de tand gaat. Met een bijna eerbiedige be wondering aanschouwt men deze gezonde eetlust, zich schamend zelf een jufferachtige kieskauwer te zijn. Dit is een bij uitstek mannelijk ta fereel. En laten hygiënisten niet meer bij ons aan boord komen met hun bezwaren en angsten. Zo er een gehele beroepsklasse welvarende lichaamsrondingen vertoont, dan is het wel die der veekopers. Zeker, er lopen ook wel wat scharminkelachtige mannetjes tus sen, maar zij zijn uitzonderingen. De meesten zijn vetweiders, om In de termen te blijven. Men ziet waarlijk monumentale gestalten en hoofden met wangen, die als kwab ben uithollen. De veekopers mogen niet tot het meest gedistingeerde volksdeel be horen, hun schilderachtigheid van voorkomen en handelwijze vergoedt veel, zo niet alles. Hoor, hoe zij de boer in de vei ling trachten te nemen en hoe deze partij geeft. Men vreest ieder mo ment, dat er een hooglopende ruzie zal ontstaan, doch telkens valt het mee, men doet maar alsof, om de inzet op te bochelen dan wel af te kammen. In het vraag- en antwoordspel klapt men de handen op elkaar, alsof ze tot gehakt geslagen moeten worden. Een zo'n klap zou ons de arm uit de kom doen schieten, maar hier gebeurt er niets, alsof er met ijzer op ijzer geslagen werd Men spreekt van rode ruggen, van 'n joed, van kimmel, bijs, floor pond en trant. Een rooie rug Is duizend gulden. Dat wisten we. Maar enne joed? het blijkt bij informatie f 10 te zijn. Kimmel is f 3, bijs 2 en floor 1 gulden. In 't pond gaan f 6 M trant is een knaak of 150. De veekopers gooien die vak termen er nijiig uit, maar ook practisch weten ze van snel aan pakken. Nauwelijks is er erg< ns „geluk" tot stand gekomen, of de bankpapieren ritselen door de vin gers. Ze worden te voorschijn ge haald uit portefeuilles, die een formidabele lengte en omvang hebben en dan ook niet eenvoudig ln de binnenzak rusten, maar daar enboven met een ketting om de hals bevestigd zijn. De bedrijvigheid wordt steeds groter, nu allerlei reeds verkochte koeien worden losgemaakt en door het gedrang naar buiten geloodst worden. Men stoot de kooplieden bijna het geld uit de handen. „Eigenlijk is het geen werk", zei ons een koopman, „je vermoor je eigen hier"! Maar dit is overdreven. Tenslotte was het niet erger dan de drukte in de Amsterdamse Bijenkorf tijdens de grote uitverkoop. En als wij voor het kiezen hebben geef ons dan maar de Bossche Markt. Met alle risico's van dien. Risico's? Als we bulten staan en de mogelijke werkjes voor de sto merij opnemen, blijkt er geen spatje tot boven de schoenen te zijn op geslagen. Het is alsof onze engel bewaarder zijn vleugelen heel de zwerftocht om ons heeft heen ge slagen en bijna vertederd kijken we naar de kalfjes die hier op de stenen liggen te zonnen alsof ze het de gewoonste zaak van de wereld vin den aan de Ingang van dit koeien- voorgeborchte te Vertoeven. We laten een kistkalf een dikke ge zonde bengel en helemaal niet zo zielig als vaak worden voorgesteld aan onze vingers sabbelen. En gedachtenloos strekken we later diezelfde vingers uit naar een aman delbroodje, dat de directeur bij een kop koffie aanbiedt. Dat de vee kopers er ook niet aan gestorven zijn is een aansporing om rustig door te eten.... (Maas en Roerbode) Paterslaan 1, Venray Nieuwe aanwinsten ROMANS: Abrahams P., Mijn volk roept om vrijheid Ammers-Küller J. van Drie gouden dochters Barnes M. C. Mary van Carisbrooke Breedveld W. Benedikt Ivo Christie A. De grote vier Miss Marple en haar dertien problemen Conté M. Spaans avontuur Coolen A. De grote voltige Marinier is een vak, dat letterlijk de hele wereld voor je open zet. Marinier worden betekent breken met de sleur, erop uit trekken, vreemde landen zien. Marinier worden betekent óók, een beroep kiezen met goede vooruitzichten, een beroep waar je wat je noemt mee voor de dag kunt komen. Voor jongens van 16 jaar en ouder is er bij het korps mariniers nu plaats. Zend voor nadere inlich tingen onderstaande coupon in! WORD MARINIER VAN JE VAK Dodge D. Och, wat was mijn vader groen Eemlandt W. H. van Duister duel Felner R. De stille overwinning Gent J. van Spionnen ln het web Glbbs Ph. Polen, waar wacht ge op Goldhorpe J. De gesel Gulik R. van Labyrinth In Lan-Fang Helmer H. Dit volk is uw vijand niet Kirst H. H. Het werk mijner handen Krieger A. Berg niet ln de bruldsklst je sluier Lagerlöf S. Niels Holgerssons wonderbare reis Lugt A. van der Morgen beter Maurier A. du De tragische carrière van Lawrence Vane, pianiste Mons M. Inspecteur Perquin gaat met vacantie Het leven eindigt na vfjftig Een meisje verdwijnt De vreemde gebeurtenissen op Hugueemont De zaak Daubanton Panhuysen J. Wandel niet In water Shapiro L. De zesde Juni Stolpe S. Vrouw Brigitta glimlacht Vries J. de De jeugd vliegt uit. 2 delen de haard die zichzelf betaalt kunt U krijgen bij Coenen-Houtcckers van 11 januari 1908 Het aantal te leveren miliciens voor de lichting 1908 bedroeg voor de gemeente Venray 21 stuks, ter wijl er 65 lotelingen waren. Van die 21 waren er 15 voor volledige oefening en 6 voor korte oefening. Een 30-tal losse arbeiders be sloten tot coöperatief Inkopen van koloniale waren. In Oirlo werden door zekere L. een viertal vossen gevangen. Gebrande koffie werd geadver teerd vanaf 32 ct. per pond en suiker voor 24 ct. per pond. van 10 januari 1914 Met Ingang van 15 januari werd benoemd tot ambtenaar ter secretarie alhier, de heer W. Her- manussen uit Beers. De jaarlijkse liefdadigheids- uitvoeringen ten bate van de St. Vincentiusvereniging alhier werden bepaald op 24 en 25 januari. Door de toneelvereniging uit Overloon zal alsdan worden opgevoerd het toneelspel ln 3 bedrijven: „Shylock, de jood van Venetië. Het ls voor de pluimveehouder niet prettig, wanneer bij de afre kening van de eieren blijkt, dat er een aftrek is toegepast voor tweede soort eieren. Ónder tweede soort verstaat men eieren met vuile schaal, gewassen eieren en die in- wen-iige afwijkingen vertonen. Deze aftrek wordt terecht toege past, aldus ir. P. J. v.d. Bremer, Rtikspluimveeteeliconsulent voor Noord-Brabant onlangs voor de radio, omdat deze eieren voor nor male aflevering als consumptie-ei minder geschikt zijn en voor de goede naam van ons produkt een ernstig gevaar opleveren. Een te groot percentage vullschalige eieren wijst erop, dat er met de legnesten Iets niet in orde is. Een goed legnest Is het z.g. ge meenschappelijke legnest, dat op de meeste pluimveeb^drijven wordt gebruikt. Mits op de juiste wijze geconstrueerd en voorzien van goed haksel, kan men er zeker van zijn, dat de eieren schoon kunnen wor den geraapt. Kleine afwijkingen kunnen de goede eigenschappen van het gemeenschappelijk legnest ech ter geheel te niet doen. Bij aankoop dient op de afmetingen van het legnest te worden gelet, vooral op de hoogte van de in- en uitloop gaten boven de bodem en de fijn heid van de gaasbodem. Bij vele nesten, die in de handel zijn, mankeert daar nog veel aan. Het moet zo zijn, dat het fijnge- hakselde stro via de in- en uitloop gaten of via de gaasbodem niet verloren gaat. Op de kwaliteit van het strohaksel komt het vooral aan. Als de eieren er niet in weg zakken beantwoordt het niet aan zijn doel. Kort gehakseld roggestro Is voor de pluimveehouder dus een goed koop maar belangrijk artikel. Wel is het niet altijd eenvoudig het goede haksel te verkrijgen; men moet uitgaan van hard roggestro, dat met de hakselmachine wordt gekort. Geperst stro is helaas niet geschikt. Hakselmachines zijn bo vendien op de meeste bedrijven niet meer aanwezig. Sommige verzamelaars zijn voor nemens een grote partij haksel te laten maken om het daarna in gebruikte voerzakken gratis of tegen een kleine vergoeding aan de leden beschikbaar te stellen. De ophaaldienst voor eieren levert het haksel aan huis. Eenvoudiger en goedkoper kan het niet. Wanneer de verzamelaars het de pluimvee houders overal gemakkelijk maak ten om aan goed strohaksel te komen, zou het probleem van vull schalige eieren, met alle daaraan verbonden nadelige gevolgen, gro tendeels zijn opgelost.

Peel en Maas | 1958 | | pagina 1