Ia repatriëring nit het rérSsi roerige Indonesië.... Trage ontsluiting van deze streek Voor de politierechter St. Lucia WITTE KRUIS „Hioob" speelde „De Woeste Hoogte" Kerst-Actie voor de zieken Zaterdag 14 december 1957 No 50 ACHT EN ZEVENTIGSTE JAARGANG m PEEL EN MAAS CONFECTIE VAl DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MÜNCKHOF WFFïfRÏ AH VHOP VFNRAY FN niW^TRFRTFN ADVERTENTIEPRIJS: 8 ot. per m.m. ABONNEMENTS- GBOTESTRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150652 VV CCrADLilU V V ErillXH I S^L\ VJiVlJ 1 UQIVCrll PRIJS PER KWARTAAL f 1.40 BOITENVENRAY 1 1.60 centrum... Het bejaarde moedertje staarde wat bedroefd voor zich heen, toen zij, even maar, een dierbare herinnering opriep. Haar man, een Groninger, militair in het voormalige Nederlands-Indië, had zij niet meer te zien gekregen. Lang na hun afscheid, dat later een laatste afscheid zou blijken, was hij in een jappenkamp omgekomen. Nu zit zijn vrouw met één dochter hier in Nederland. Zij heeft een eigen kamer, heeft enige bezigheid, wordt goed verzorgd, paste zich snel aan en is bovendien nog een toevlucht voor haar naaste buren en kennissen. „Oma" is geen Ambonese. Zij is Indisch-Nederlandse gere patrieerde, die tenslotte één grote zorg heeft: het lot van haar andere dochter, die nog in het vandaag de dag in het zo roerige Indonesië vertoeft. Oma uit het Hotel 't Hert in Venray, is de enige niet, die er zo voor staat. Dicht bij haar toeven nog meer uit Indonesië gerepatri eerde Indisch-Nederlandse mannen, vrouwen en kinderen nogmaals geen Ambonezen meestal complete gezinnen, voor het merendeel katholiek, die geen hoera voor Soekarno roepen en in angst zitten om hun familie in Indonesië. En bovendien wonen al 16 gezinnen, meer dan 90 personen, her en der in Venray. Zij hebben een andere gelaatskleur dan wij en andere levensge woonten. Maar het zijn Nederlanders zoals wij. Zij moeten hier in voor hen vreemde omstandigheden als het ware een nieuw leven beginnen. Wonen, leven en werken. Een moeilijke kwestie, die met wederzijdse goede wii en begrip gemakkelijker wordt. Waarom dit laatste in de hand werken? Wel, omdat op 18 december met de „Jo- han van Oldebarneveldt" weer 1200 gerepatrieerden uit Indonesië aankomen en de „Oranje" met 700 onderweg is. Dit is een deel van de 50.000 gerepatrieerden, die in de nabije toekomst in ons land nog ondergebracht zullen moeten worden. ONDERDAK EN WERK IN HET ZUIDEN. Voor het grootste deel van deze vijftigduizend gerepatrieerden zal in het Zuiden van ons land werk en onderdak moeten gevonden wor den. Waarom alweer in het Zuiden? Neen, niet omdat deze mensen zich gemakkelijker aanpassen aan volksaard in ons gewest. Wel, om dat noord-westelijk deel van ons land al met gerepatrieerden volge stopt zit Den Haag alléén heeft er al 50.000! IN VENRAY is Hotel 't Hert ingericht als op vangcentrum, waarin voor de ma teriële en sociale leiding de familie Michiels-Janssen zorgt. Sinds 1955 heeft deze familie de zorg over de gerepatrieerden, die naar Venray kwamen, gehad. Voor de geestelijke leiding der Indische Nederlanders zorgt de Franciscaner Pater Coenen, die geregeld contact heeft met deze mensen. Verder zijn er dan voor het con tact met overheid en bevolking een contact-ambtenaar en een maat schappelijk werkster van de repa- trleëringsdienst, die regelmatig een bezoek brengen aan deze mensen, mensen, die soms grote en zware zorgen hebben. Velen hebben alles achter moeten laten, staan dus zonder iets in een vreemde plaats, onder vreemde mensen, die heel anders leven als zij gewend zijn en aan wier levens gewoonten zij zich nu moeten aan passen. Ondanks de goede zorgen, die in het opvang-centrum aan hen worden besteed, kan ieder welden kend mens begrijpen, dat zij veel tobben en het allesbehalve licht hebben. Met lege handen. De gerepatrieerden komen met vrijwel lege handen hier. Daarom ook is een opvangcentrum noodza kelijk. Vooral de eerste periode na de aankomst moet zo goed moge lijk zijn, in een sfeer van vertrou wen, die het altijd moeilijke aan passen sterk moet bevorderen. Na het aanpassen komt 't vinden van een passende werkkring en een eigen onderdak buiten het op vangcentrum. De gerepatrieerden worden na aankomst met de boot eerst geën quêteerd. Dan krijgen zij een kle- dlngvoorschot, daarna een meubel voorschot. Let wel: voorschotten, die terugbetaald moeten worden, eerst van de uitkering in het op vangcentrum en daarna van het verdiende loon. TEGEMOETKOMEND Het is ook daarom, maar op de eerste plaats voor de mensen zelf, zaak, dat zij zich zo snel mogelijk aanpassen, aan 't gezins- en arbeids milieu in ons land. Dat kan niet beter dan door een tegemoetkomende houding, een goede verzorging en een behoorlijk onderdak, (voorlopig). En dèt heeft men in hotel 't Hert. Elk gerepatrieerd gezin heeft daar een behoorlijk gemeubileerd, woon vertrek. De meeste bewoners heb ben een radiotoestel in hun kamer, maar voor wie dat niet zou hebben is er toch radio uit de luidspre kers in de gangen. Men heeft vanzelfsprekend een centrale keuken, maar men eet aan eigen tafel en heeft ook gelegen heid tot het zelfkoken van een en ander. ZELF VERDIEND De heer en mevrouw Michiels, geven leiding en goede raad, wijzen de weg bij moeilijkheden in mate riële en sociale aangelegenheden en pater Coenen, doet eveneens zijn uiterste best voor de geestelijke zorg en nog wel meer (zoals b.v. werkgelegenheid Met beperkte middelen wordt hier alles in het werk gesteld om de juiste atmosfeer te scheppen voor een zo soepel en vlot mogelijk ver loop van het aanpassingsproces. Er worden voorlichtingscursussen gegeven. St. Nicolaas- en Kerst feest georganiseerd, een Oranje feest, en andere, eenvoudige, maar gezellige ontspanningsbijeenkoms ten. Langs deze wegen worden de gerepatrieerden het Nederlandse gezins- en arbeidsmilieu ingeleid. Opdat zij aanstonds, zelfstandig onder eigen dak kunnen leven en dus hun kostwinning hebben. Zij hebben daar recht op, zeker als zij het met eigen hand en hoofd ver dienen. Het was een publiek geheim in de club, de bediende van de bakker en die van de kruidenier betwist ten elkander het bezit van blonde Truusje. De overige clubleden volgden de wedstrijd met intense belangstelling, alsof het een voetbalcompetitie gold. Maar allen waren het er over eens dat blonde Truusje nu toch eindelijk eens moest beslissen of zij de toekomst als bakkerse dan wel als kruidenierse wenste in te gaan. Truusje zelf voelde dat probleem ook aan. In de loop van de laatste weken was het zelfs tot een hoogte punt gekomen. En tenslotte ver klaarde ze onomwonden dat zij zich zou beschouwen als het mei-je van degene, met wie ze zou uitgaan op het sint-nicolaasbal van de club. Het spreekt vanzelf dat alle clubleden het sinterklaasbal met spanning tegemoet zagen, hoewel uiteraard in de harten van kruide nier en bakker de spanning het grootst was. Toen het heerlijk avondje was aangebroken ver scheen de bakker opgepoetst en in een onberispelijk pak. Het was hem aan te zien dat hij deze avond alles op alles zou zetten óm zijn geliefde te veroveren. Zijn neus glom van de zeep en de vouw in zijn broek was zo scherp dat men er rogge brood mee zou kunnen snijden. Maar waar bleef de kruidenier? Allen waren aanwezig. De kruide nier bleef weg. Ook blonde Truusje keek telkens verstolen naar de zaaldeur. Maar het bandje begon te spelen en de bakker ging met Truusje over de dansvloer zwieren, zonder dat er van de kruideniers bediende een spoor te bekennen was. Truusje maakte zich ongerust, De bakker meende een gemakke lijke overwinning te behalen nu zijn rivaal niet in de arena ver scheen. En toen werd er op de deur gebonsd. Zwarte Piet zelf trad binnen, met onder de arm een enorme zak. „Mijn baas komt zo", zei hij met een vreemde, holle stem. „Ik moet hier eerst een klein karweitje op knappen". De ceremoniemeester verbaasde zich zeer, want dit stond niet op het programma. Zwarte Plet ging echter onverdroten voort. „Truus je", zei hij, „kom jij eens hier. Jij bent zo stout geweest de laatste tijd, steeds maar met de bakker danssen en zo. Jij gaat mee naar Spanje." En voor iemand goed be sefte wat er gebeurde, was Truusje in de zak verdwenen en had zwarte Piet haar het zaaltje uitgesleept. Men was nog niet van de schrik bekomen toen de echte Sint en Het simpele krantenberichtje, dat vorige week in ons blad stond en waarin vermeld werd, dat er be gonnen werd met het uitzetten van de weg naar de Vredepeel vanaf de Deurnseweg, zal menig lezer misschien nog niet opgevallen zijn. En dat terwijl we dit toch feitelijk kunnen beschouwen als het begin van de grote Peelweg, die eens Venray met midden-Nederland zal gaan verbinden. Van de ene kant wel verklaar baar, omdat men al sinds de be vrijding praat en praat over deze Peelweg, maar nog immer niets daarvan heeft gezien, evenmin als van de grote omlegging van de Deurnseweg naar Wanssum, achter Venray's kom om. En wel iedereen heeft verwacht, dat nu allerwege het parool uitgegeven is: beste dingsbeperking, zeker deze weg daartoe ook het hare moest bijdra gen. We maken ons dan ook helemaal niet de illusie, dat deze weg voor wat het Venrayse gedeelte betreft, er binnen afzienbare tijd dan ook zal worden gemaakt, maar er is een begin. Men is van praten op handelen overgestapt en dit is van belang. Zeker voor de ontsluiting van deze streek, die nog altijd veel te wensen overlaat. En daarmede een toekomstige ontwikkeling van deze streek nog steeds belemmerd. De snelle groei De snelle groei van de steden in west-Nederland is niet zo moeilijk te verklaren. Aan de zeekant ge legen bij de monding van de groot ste west-europese rivier is men er al vroeg toe gekomen een goede haven-outillage te bouwen, waar allerlei industrieën op af kwamen als vliegen op de stroop. Wanneer er een goede aanvoer is van grond stoffen en kans op een vlotte expeditie van eindprodukten, ligt er een fundament voor tal van industrieën. Deze zorgen op hun beurt weer voor het aantrekken van andere fabrieken en rond en tussen al deze bedrijvigheid krioe len de mensen. Zo moest de scheepsbouw wel aan het grote water liggen. Deze trok constructiewerkplaatsen, aller lei toeleveringsbedrijven en vanzelf ook een levensmiddelen-industrie naar zich toe, want waar mensen wonen wordt ook gegeten. Die mensen moeten zich eveneens kle den, zij kopen auto's, fietsen en huishoudelijke apparaten, zodat de ene industrie eigenlijk aan de andere een uitnodiging zond. Die mensen willen zich ook vermaken, een concert bezoeken, een museum bewonderen en een goed boek lezen. Vandaar dat het culturele leven zijn opbloei beleeft temidden van de bevolkingscentra. Ook moet zo'n maatschappij worden bestuurd. Elk gezin komt in aanraking met de ambtenaar van de burgerlijke stand bij huwe lijk, maar ook geboorte, dood en een adreswijziging eisen een be stuursapparaat. De fiscus eist zijn deel van de inkomens daar waar ze verdiend worden. De opkomst van een uitgebreid ambtelijk appa raat temidden van het bedrijfsleven is een logische gang van zaken. En wanneer op een zeker moment blijkt dat in bepaalde steden alleen vraag bestaat naar mannelijke arbeidskrachten, dan komt een confectiefabrikant al gauw op de gedachte er de vrouwen werk te geven op zijn ateliers. Nu is het echter zo ver gekomen, dat men in die streken in de knel begint te raken en zich ernstig be zorgd gaat maken over de toekom* stige ontwikkeling en de geweldige bevolkingsgroei op dat betrekkelijk kleine stukje Nederland. Men praat van het stichten van nieuwe steden, men praat ook van het overbren gen van verschillende industrieën naar het achterland. Het achter land, waar we ook in Noord-Lim burg deel van uit maken. Daarbij komt nog, dat we na de oorlog voor de opgave gestaan hebben en nog steeds staan, om ons land te Industrialiseren. Een niet geringe opgave, waarvan we in Venray aan de lijve hebben ondervonden, hoe moeilijk die is. Men is er immers niet door tegen industrieën te zeggen, „ga maar elders", want men moet daar eerst Piet wuivend binnentraden. De bakker rende de deur uit om de zwart gemaakte kruidenier aan te grijpen. „Ze is van mijjuichte die, „ze is met mij uitgegaan. Of niet soms De woedende bakker sloeg het zwarte oog blauw. Maar hij moest toegeven dat Truusje met zwarte Piet was meegegaan, ook al ging het niet vrijwillig. Vijf gulden moet de bakker be talen. De kruidenier stond grinni kend op de tribune. Met zijn meisje. „Juridisch is er geen speld tussen te krijgen", zei de officier hoofd schuddend. terreinen hebben om fabrieken te zetten, men moet er personeel vin den, geschèold in nijverheidsscholen, die dus dienen te worden opgericht. Er moeten huizen zijn om mee komende vakmensen op te vangen, kortom de industriële ontwikkeling van typische plattelandsgebieden, waar tot voor de oorlog de land bouw de grote bestaansfactor was moet stap voor stap geschieden en heeft een grote aanloop nodig. Wegen Voor een goede industrie-vesiiging zijn daartoe nodig goede verbin dingen. Voor de aan- en afvoer van materialen moet de industrie kun nen beschikken over goede wegen, spoor- en waterverbindingen. Het is dat blijkt wel uit onze rubriek „Voor vijftig jaren" nog niet zo lang geleden, dat Venray practisch alleen een verbinding had met Horst en Venlo en dat de rest der wegen oude karresporen waren. De lokale verbinding met Deurne, Overloon, en Wanssum zijn in onze tijd nog allen tot stand gekomen, om van de verbindingen met de kerkdorpen onderling maar niet te spreken. Na de oorlog zijn we gezegend geworden met het vliegveld in de Peel en daaraan hebben we te dan ken de prachtige weg van dat vliegveld met de Rips, Elzendorp en verder, een der eerste fase van de beruchte Peelweg. We hebben er ook aan te danken de Bailley-brug in Wanssum, die ponten voortaan overbodig maakt en zelfs een tamelijk vlotte verbin ding met Duitsland geeft. Al moet het ons van het hart, dat hiervan nog te weinig gebruik gemaakt wordt, omdat de grens overgangen niet op doorvoer zijn berekend. Men loopt al lang met plannen, om de Deurnese weg om te leggen, zodat men via die weg één door lopende verbinding krijgt met Wanssum en genoemde brug. Maar dat zijn intussen ook al weer plannen, die hun lustrum vieren, mede doordat de situatie aan het station in Oostrum nog immer niet geregeld schijnt. Inderdaad ligt het station voor Venray beroerd, ook ten opzichte van het industrie-terrein en ook bij de Ned. Spoorwegen loopt men al lang met andere plannen, die o.m. zullen worden uitgevoerd, wanneer de lijn NijmegenVenlo ge-elec- trificeerd zal worden. Of ze echter uitgevoerd worden? Gezien o.a. de reacties van de Kamer van Koophandel te Venlo, die een omlegging van deze lijn zonder te zeggen waarom niet noodzakelijk acht, is er weinig kans toe. Trouwens de Kamer van Koop handel is nog nooit erg geporteerd geweest voor betere interne ver bindingen. Er zijn dus plannen in overvloed maar wie de kaart bekijkt van het Rijkswegenplan, ziet, dat deze hoek van Noord-Limburg prachtig blank is. Het schijnt niet nodig te zijn hier betere we^en en verbindingen aan te leggen. Tot nu toe zijn we alléén door militaire maatregelen enigszins uit ons Isolement verlost. Als men Inderdaad industrie wil spreiden, als men inderdaad de overvulde randstad Holland enige lucht wil geven, dan zal naast alle andere steun en hulp, nodig zijn, dat ook de kwestie wegen eens bekeken wordt. Niet alleen regionaal door een Kamer van Koophandel, of Provin ciale Waterstaat. Niet alleen mili tair, voor een goede verbinding tusschen vliegvelden en magazijnen, maar ook landelijk. Want het is een landelijk belang, dat streken met een sterke bevol kingsgroei mede opgenomen wor den. Gebeurt dit niet, dan kan men zeggen, dat in een tijd van overvloe dig overheids-ingrijpen, hier toch wel sprake is van een leemte in „planning" en organisatie. Bij het nakijken van de kerkelijke kalender valt onwillekeurig het oog op de feestdag van de H. Lucia, die we gisteren, 13 dec., vierden. De feestdag van deze heilige is practisch ongemerkt voorbij ge gaan. Dit in tegenstelling met vroeger toen de feestdag van deze maagd en martelares in Venray feestelijk werd gevierd. De H. Lucia, wier naam ook dagelijks in de canon van de H. Mis voorkomt is in Syracuse geboren. Reeds vroeg verloor zij haar vader, een edelman. Volgens het gebruik van die tijd verloofde haar moeder haar met een jonge ridder, maar Lucia had besloten niet te trouwen. Haar moeder kreeg een bloedziekte, waaraan zij lange jaren leed, totdat zij eindelijk op aandringen van Lucia naar het graf van de H. Agatha ter bedevaart ging en daar inderdaad genezing mocht ver werven. Uit dankbaarheid ontsloeg de moeder Lucia van de trouwbelof ten, maar de jonge ridder wenste haar aan haar woord te houden. Lucia bleef weigeren, waarop hij haar aanklaagde bij de landvoogd, die eerst met vleierijen, later ech ter met martelingen de maagd probeerde over te halen niet alleen haar geloof af te zweren, maar ook te huwen. Lucia weigerde pertinent. Toen de landvoogd zag, dat hij niet winnen zou gaf hij haar over aan zijn soldaten. Maar toen deze haar wilden komen halen, bleef zij door een wonder bewaard, omdat nie mand haar van haar plaats kon krijgen. Toen werd beslist, dat zij de marteldood zou sterven. Rondom haar werden takkebossen en ander brandbaar materiaal opgestapeld en hoewel de vlammen haar geheel omringden, bleef zij ongedeerd. Dat was het sein voor nieuwe martelingen, die zij standvastig doorstond, tot zij bezweek aan de dolksteek, die haar hals doorboorde. Zij werd na haar heiligverklaring tot patronesse uitgeroepen tegen allerlei besmettelijke ziekten en tegen oogkwalen en als zodanig ook in Venray vereerd. Midden 1700 schijnt een gewel dige epidemie in Venray uitgebro ken te zijn. De z.g. rode loop maakte in Venray tal van slacht offers. In de noordelijke helft van het dorp was practisch geen enkel huisgezin, dat niet door deze ziekte getroffen was, waar geen dood zieken of gestorvenen waren. Toen besloot men St. Lucia te hulp te roepen en bijzondere oefe ningen ter harer ere werden er dagelijks gehouden. De ziekte hield inderdaad op en de zuidelijke helft van het dorp werd niet meer door deze vreselijke ziekte getroffen. Het dankbare volk richtte op de grens van de ziekleverspreiding indertijd een St. Lucia-kapelleke op, wat zich de ouderen misschien nog herinneren en dat stond op de Langstraat tegen de woning van kuiper Houba. Lang is nog de St. Lucia-proces- sie gehouden en in de dekenale kerk vinden we een der mooiste beelden van deze heilige. Het is te vinden bij 't Maria-altaar en is een van de kostbaarste uit onze kerk. De herinnering aan de St. Lucia- verering heeft men voor de oorlog nog vastgelegd in een van de nieuwe toen geplaatste glas- in-lood-ramen, die echter In de oorlog zijn verwoest. De klok slaat .poeders, tabletten of cachets .de beste pijnstiller onschadelijk Zondag j.I. bracht „Hioob" voor een goed bezette zaal, de eerste op voering van „De Woeste Hoogte". Dit zware stuk werd op bevredigen de wijze opgevoerd. We denken niet, dat „Hioob" ooit een stuk gespeeld heeft, waarin meer van de spelers werd gevraagd dan in „De Woeste Hoogte". En wanneer we mogen zeggen, dat met dit spel niet te hoog gegrepen werd, pleit dit voor het peil, waarop de groep zich op het ogenblik bevindt. Hier hadden de spelers nu eens niet de steun van een grappige of humoristische tekst, of van enkele goedkope toneeleffecten. Hier kwam het alleen aan op de uitbeelding van een aantal typische karakters en het konflikt, waarin ze gewik keld worden. Toch slaagde „Hioob" erin, de aan wezigen te boeien met dit spel, waarin de wraak van Heatclïff en zijn noodlottige liefde voor Cathe rine Ernshaw de hoofdtema's vor men. Op een kleine inzinking na injhet tweede bedrijf, wist Tinie Min de moeilijke rol van de wispelturige Catherine, met haar steeds wis selende stemmingen, suksesvol te brengen. De rustige, evenwichtige Ellen, waarbij iedereen steun zoekt, vond een voortreffelijke vertolkster in Anny van Waayenburg. Anny Schaeffers speelde de rol van de romantisch, dweperige Isabel, na een enigszins zwak begin met steeds grotere zekerheid en kwam in het laatste bedrijf werkelijk tot een hoogtepunt. Opvallend was haar fraaie dlktie. Jan Jansen had de zware hoofdrol te vervullen. Hij gaf een zeer ac ceptabele vertolking van de angst wekkende gestalte van Heathcliff, luguber In zijn wraak, maar ook weer tragisch in zijn ongeluk. Ook bij deze speler lag het hoogtepunt in het derde bedrijf. Th. Jacobs was goed in zijn rol van de onbeduidende Edgar Linton. Hij speelde beheerst en rustig. De schijnheilige Joseph kwam bij Joh. de Bruijn goed tot leven, terwijl de verlopen Rindley verdienstelijk ge speeld werd door G. Lamers. Aan alles was te merken, dat de spelers op dit stuk geoefend hebben en, dat ze zich alle moeite gegeven hebben, om tot een verantwoorde opvoering te komen. Hun moeite is niet vergeefs geweest, ze zijn er werkelijk in geslaagd. Jammer, dat het decor wat teveel geïmproviseerd was. „De Woeste Hoogte" Is een som ber en dramatisch stuk. Zij die de eerste opvoering bijwoonden, wer den geboeid door de machtige schep ping van Emily Brontë. De tweede opvoering wordt a.s. zondag 15 dec. gegeven. Laat de kans om 'n goede vertolking van een bijzonder toneel stuk te zien, niet voorbijgaan. Het is een waardige afsluiting van het 121/,-jarig bestaan van deze toneelgroep, die is ontstaan uit degenen, die Indertijd bij't priester feestvan Deken Berden, op de puin hopen van Jeruzalem het door Pater Jacq. Schreurs geschreven spel: De mens Hioob opvoerden. in de Parochie van St. Petros Banden. Evenals andere jaren zullen onze zieken en ouden van dagen boven de tachtig jaar met Kerstmis een kleine gave ontvangen, als blijk van meeleven en een Kerstgroet van de gehele parochie. Wij weten, dat deze actie de volle sympathie heeft van allen. Ieder jaar krijgen wij talrijke dankbetui gingen en ruime gaven stromen binnen om deze actie mogelijk te maken. Bijna driehonderd zieken en ouden van dagen werden vorig jaar bedacht. Zondag, maandag en dinsdag zal een groep meisjes alle gezinnen van onze parochie bezoeken om een bijdrage te vragen. Gaarne zult ge deze geven om dit prachtige werk van naasten liefde, medeleven met elkaar te doen slagen. Op deze manier zullen wij allen een bijdrage leveren tot een „zalig Kerstfeest!" Nieuws uit Venray en Omgeving GROENE KRUIS Donderdag a.s.: Zuigelingenbureau voor de Kerk dorpen. Zondagsdienst huisartsen Vanaf zaterdagavond 8 uur tot maandagmorgen 8 uur, wordt de praktijk der huisartsen voor Venray e.o., waargenomen door Dr. VAN DER MEER, Kempweg 32 Telefoon 887 Uitsluitend voor spoedgevallen. H. Wyding Op zondag 22 dec. a.s., hoopt de Eerw. frater G. Hoex uit Oostrum, de Subdiaken-wijding ontvangen van Mgr. Mutsaerts, In de kapel van het Studiehuis St. Jozef, te Hees bij Nijmegen. GESLAAGD Op het in den Haag gehouden examen van 4 en 5 december slaag de de heer W. van Meijel uit Leunen voor het patroonsdiploma van vak bekwaamheid Automobiel- en Ga ragebedrijf „BOVAG". Priesterjubilea in het bisdom Roermond Op 4 april 1958 viert de zeereerw. heer Th. F. M. J. Mulder, em.-past. van Broeksittard te Maastricht vroeger rector te Castenray, zijn 50-jarlg priesterfeest. Op 16 maart viert de Hoogeerw. heer M. P. J. Strijkers, kanunnik van het Kathedraal Kapittel en past.-deken te Venlo, vroeger kap. te Venray en pastoor te Leunen, zijn 40-jarig priesterfeest. Op 1 april vieren hun 25-jarig priesterfeest: de zeereerw. heer A. H. M. Geurts, pastoor te Castenray en dr A. P. H. van Rij*wijck, leraar Bissch. College te Roermond, uit Venray.

Peel en Maas | 1957 | | pagina 1