Ia repatriëring nit het
rérSsi roerige Indonesië....
Trage ontsluiting
van deze streek
Voor de politierechter
St. Lucia
WITTE KRUIS
„Hioob" speelde
„De Woeste Hoogte"
Kerst-Actie voor
de zieken
Zaterdag 14 december 1957 No 50
ACHT EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
m PEEL EN MAAS
CONFECTIE VAl
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MÜNCKHOF WFFïfRÏ AH VHOP VFNRAY FN niW^TRFRTFN ADVERTENTIEPRIJS: 8 ot. per m.m. ABONNEMENTS-
GBOTESTRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150652 VV CCrADLilU V V ErillXH I S^L\ VJiVlJ 1 UQIVCrll PRIJS PER KWARTAAL f 1.40 BOITENVENRAY 1 1.60
centrum...
Het bejaarde moedertje staarde wat bedroefd voor zich heen,
toen zij, even maar, een dierbare herinnering opriep. Haar man, een
Groninger, militair in het voormalige Nederlands-Indië, had zij niet
meer te zien gekregen. Lang na hun afscheid, dat later een laatste
afscheid zou blijken, was hij in een jappenkamp omgekomen. Nu zit
zijn vrouw met één dochter hier in Nederland. Zij heeft een eigen
kamer, heeft enige bezigheid, wordt goed verzorgd, paste zich snel
aan en is bovendien nog een toevlucht voor haar naaste buren en
kennissen. „Oma" is geen Ambonese. Zij is Indisch-Nederlandse gere
patrieerde, die tenslotte één grote zorg heeft: het lot van haar andere
dochter, die nog in het vandaag de dag in het zo roerige Indonesië
vertoeft.
Oma uit het Hotel 't Hert in Venray, is de enige niet, die er zo
voor staat. Dicht bij haar toeven nog meer uit Indonesië gerepatri
eerde Indisch-Nederlandse mannen, vrouwen en kinderen nogmaals
geen Ambonezen meestal complete gezinnen, voor het merendeel
katholiek, die geen hoera voor Soekarno roepen en in angst zitten
om hun familie in Indonesië. En bovendien wonen al 16 gezinnen,
meer dan 90 personen, her en der in Venray.
Zij hebben een andere gelaatskleur dan wij en andere levensge
woonten. Maar het zijn Nederlanders zoals wij. Zij moeten hier in
voor hen vreemde omstandigheden als het ware een nieuw leven
beginnen. Wonen, leven en werken. Een moeilijke kwestie, die met
wederzijdse goede wii en begrip gemakkelijker wordt. Waarom dit
laatste in de hand werken? Wel, omdat op 18 december met de „Jo-
han van Oldebarneveldt" weer 1200 gerepatrieerden uit Indonesië
aankomen en de „Oranje" met 700 onderweg is.
Dit is een deel van de 50.000 gerepatrieerden, die in de nabije
toekomst in ons land nog ondergebracht zullen moeten worden.
ONDERDAK EN WERK
IN HET ZUIDEN.
Voor het grootste deel van deze
vijftigduizend gerepatrieerden zal
in het Zuiden van ons land werk
en onderdak moeten gevonden wor
den.
Waarom alweer in het Zuiden?
Neen, niet omdat deze mensen
zich gemakkelijker aanpassen aan
volksaard in ons gewest. Wel, om
dat noord-westelijk deel van ons
land al met gerepatrieerden volge
stopt zit
Den Haag alléén heeft er al
50.000!
IN VENRAY
is Hotel 't Hert ingericht als op
vangcentrum, waarin voor de ma
teriële en sociale leiding de familie
Michiels-Janssen zorgt.
Sinds 1955 heeft deze familie de
zorg over de gerepatrieerden, die
naar Venray kwamen, gehad. Voor
de geestelijke leiding der Indische
Nederlanders zorgt de Franciscaner
Pater Coenen, die geregeld contact
heeft met deze mensen.
Verder zijn er dan voor het con
tact met overheid en bevolking een
contact-ambtenaar en een maat
schappelijk werkster van de repa-
trleëringsdienst, die regelmatig een
bezoek brengen aan deze mensen,
mensen, die soms grote en zware
zorgen hebben.
Velen hebben alles achter moeten
laten, staan dus zonder iets in een
vreemde plaats, onder vreemde
mensen, die heel anders leven als
zij gewend zijn en aan wier levens
gewoonten zij zich nu moeten aan
passen.
Ondanks de goede zorgen, die in
het opvang-centrum aan hen
worden besteed, kan ieder welden
kend mens begrijpen, dat zij
veel tobben en het allesbehalve
licht hebben.
Met lege handen.
De gerepatrieerden komen met
vrijwel lege handen hier. Daarom
ook is een opvangcentrum noodza
kelijk. Vooral de eerste periode na
de aankomst moet zo goed moge
lijk zijn, in een sfeer van vertrou
wen, die het altijd moeilijke aan
passen sterk moet bevorderen.
Na het aanpassen komt 't vinden
van een passende werkkring en
een eigen onderdak buiten het op
vangcentrum.
De gerepatrieerden worden na
aankomst met de boot eerst geën
quêteerd. Dan krijgen zij een kle-
dlngvoorschot, daarna een meubel
voorschot. Let wel: voorschotten,
die terugbetaald moeten worden,
eerst van de uitkering in het op
vangcentrum en daarna van het
verdiende loon.
TEGEMOETKOMEND
Het is ook daarom, maar op de
eerste plaats voor de mensen zelf,
zaak, dat zij zich zo snel mogelijk
aanpassen, aan 't gezins- en arbeids
milieu in ons land.
Dat kan niet beter dan door een
tegemoetkomende houding, een
goede verzorging en een behoorlijk
onderdak, (voorlopig). En dèt heeft
men in hotel 't Hert.
Elk gerepatrieerd gezin heeft daar
een behoorlijk gemeubileerd, woon
vertrek. De meeste bewoners heb
ben een radiotoestel in hun kamer,
maar voor wie dat niet zou hebben
is er toch radio uit de luidspre
kers in de gangen.
Men heeft vanzelfsprekend een
centrale keuken, maar men eet aan
eigen tafel en heeft ook gelegen
heid tot het zelfkoken van een en
ander.
ZELF VERDIEND
De heer en mevrouw Michiels,
geven leiding en goede raad, wijzen
de weg bij moeilijkheden in mate
riële en sociale aangelegenheden en
pater Coenen, doet eveneens zijn
uiterste best voor de geestelijke
zorg en nog wel meer (zoals b.v.
werkgelegenheid
Met beperkte middelen wordt hier
alles in het werk gesteld om de
juiste atmosfeer te scheppen voor
een zo soepel en vlot mogelijk ver
loop van het aanpassingsproces.
Er worden voorlichtingscursussen
gegeven. St. Nicolaas- en Kerst
feest georganiseerd, een Oranje
feest, en andere, eenvoudige, maar
gezellige ontspanningsbijeenkoms
ten. Langs deze wegen worden de
gerepatrieerden het Nederlandse
gezins- en arbeidsmilieu ingeleid.
Opdat zij aanstonds, zelfstandig
onder eigen dak kunnen leven en
dus hun kostwinning hebben. Zij
hebben daar recht op, zeker als zij
het met eigen hand en hoofd ver
dienen.
Het was een publiek geheim in
de club, de bediende van de bakker
en die van de kruidenier betwist
ten elkander het bezit van blonde
Truusje.
De overige clubleden volgden de
wedstrijd met intense belangstelling,
alsof het een voetbalcompetitie
gold. Maar allen waren het er over
eens dat blonde Truusje nu toch
eindelijk eens moest beslissen of
zij de toekomst als bakkerse dan
wel als kruidenierse wenste in te
gaan.
Truusje zelf voelde dat probleem
ook aan. In de loop van de laatste
weken was het zelfs tot een hoogte
punt gekomen. En tenslotte ver
klaarde ze onomwonden dat zij
zich zou beschouwen als het mei-je
van degene, met wie ze zou uitgaan
op het sint-nicolaasbal van de club.
Het spreekt vanzelf dat alle
clubleden het sinterklaasbal met
spanning tegemoet zagen, hoewel
uiteraard in de harten van kruide
nier en bakker de spanning het
grootst was. Toen het heerlijk
avondje was aangebroken ver
scheen de bakker opgepoetst en in
een onberispelijk pak. Het was hem
aan te zien dat hij deze avond alles
op alles zou zetten óm zijn geliefde
te veroveren. Zijn neus glom van
de zeep en de vouw in zijn broek
was zo scherp dat men er rogge
brood mee zou kunnen snijden.
Maar waar bleef de kruidenier?
Allen waren aanwezig. De kruide
nier bleef weg. Ook blonde Truusje
keek telkens verstolen naar de
zaaldeur. Maar het bandje begon
te spelen en de bakker ging met
Truusje over de dansvloer zwieren,
zonder dat er van de kruideniers
bediende een spoor te bekennen
was. Truusje maakte zich ongerust,
De bakker meende een gemakke
lijke overwinning te behalen nu
zijn rivaal niet in de arena ver
scheen. En toen werd er op de
deur gebonsd.
Zwarte Piet zelf trad binnen, met
onder de arm een enorme zak.
„Mijn baas komt zo", zei hij met
een vreemde, holle stem. „Ik moet
hier eerst een klein karweitje op
knappen".
De ceremoniemeester verbaasde
zich zeer, want dit stond niet op
het programma. Zwarte Plet ging
echter onverdroten voort. „Truus
je", zei hij, „kom jij eens hier. Jij
bent zo stout geweest de laatste
tijd, steeds maar met de bakker
danssen en zo. Jij gaat mee naar
Spanje." En voor iemand goed be
sefte wat er gebeurde, was Truusje
in de zak verdwenen en had zwarte
Piet haar het zaaltje uitgesleept.
Men was nog niet van de schrik
bekomen toen de echte Sint en
Het simpele krantenberichtje, dat
vorige week in ons blad stond en
waarin vermeld werd, dat er be
gonnen werd met het uitzetten van
de weg naar de Vredepeel vanaf
de Deurnseweg, zal menig lezer
misschien nog niet opgevallen zijn.
En dat terwijl we dit toch feitelijk
kunnen beschouwen als het begin
van de grote Peelweg, die eens
Venray met midden-Nederland zal
gaan verbinden.
Van de ene kant wel verklaar
baar, omdat men al sinds de be
vrijding praat en praat over deze
Peelweg, maar nog immer niets
daarvan heeft gezien, evenmin als
van de grote omlegging van de
Deurnseweg naar Wanssum, achter
Venray's kom om. En wel iedereen
heeft verwacht, dat nu allerwege
het parool uitgegeven is: beste
dingsbeperking, zeker deze weg
daartoe ook het hare moest bijdra
gen.
We maken ons dan ook helemaal
niet de illusie, dat deze weg voor
wat het Venrayse gedeelte betreft,
er binnen afzienbare tijd dan ook
zal worden gemaakt, maar er is
een begin. Men is van praten op
handelen overgestapt en dit is van
belang. Zeker voor de ontsluiting
van deze streek, die nog altijd veel
te wensen overlaat. En daarmede
een toekomstige ontwikkeling van
deze streek nog steeds belemmerd.
De snelle groei
De snelle groei van de steden in
west-Nederland is niet zo moeilijk
te verklaren. Aan de zeekant ge
legen bij de monding van de groot
ste west-europese rivier is men er
al vroeg toe gekomen een goede
haven-outillage te bouwen, waar
allerlei industrieën op af kwamen
als vliegen op de stroop. Wanneer
er een goede aanvoer is van grond
stoffen en kans op een vlotte
expeditie van eindprodukten, ligt
er een fundament voor tal van
industrieën. Deze zorgen op hun
beurt weer voor het aantrekken
van andere fabrieken en rond en
tussen al deze bedrijvigheid krioe
len de mensen.
Zo moest de scheepsbouw wel
aan het grote water liggen. Deze
trok constructiewerkplaatsen, aller
lei toeleveringsbedrijven en vanzelf
ook een levensmiddelen-industrie
naar zich toe, want waar mensen
wonen wordt ook gegeten. Die
mensen moeten zich eveneens kle
den, zij kopen auto's, fietsen en
huishoudelijke apparaten, zodat de
ene industrie eigenlijk aan de
andere een uitnodiging zond. Die
mensen willen zich ook vermaken,
een concert bezoeken, een museum
bewonderen en een goed boek lezen.
Vandaar dat het culturele leven
zijn opbloei beleeft temidden van
de bevolkingscentra.
Ook moet zo'n maatschappij
worden bestuurd. Elk gezin komt
in aanraking met de ambtenaar
van de burgerlijke stand bij huwe
lijk, maar ook geboorte, dood en
een adreswijziging eisen een be
stuursapparaat. De fiscus eist zijn
deel van de inkomens daar waar
ze verdiend worden. De opkomst
van een uitgebreid ambtelijk appa
raat temidden van het bedrijfsleven
is een logische gang van zaken.
En wanneer op een zeker moment
blijkt dat in bepaalde steden alleen
vraag bestaat naar mannelijke
arbeidskrachten, dan komt een
confectiefabrikant al gauw op de
gedachte er de vrouwen werk te
geven op zijn ateliers.
Nu is het echter zo ver gekomen,
dat men in die streken in de knel
begint te raken en zich ernstig be
zorgd gaat maken over de toekom*
stige ontwikkeling en de geweldige
bevolkingsgroei op dat betrekkelijk
kleine stukje Nederland. Men praat
van het stichten van nieuwe steden,
men praat ook van het overbren
gen van verschillende industrieën
naar het achterland. Het achter
land, waar we ook in Noord-Lim
burg deel van uit maken.
Daarbij komt nog, dat we na de
oorlog voor de opgave gestaan
hebben en nog steeds staan, om
ons land te Industrialiseren. Een
niet geringe opgave, waarvan we
in Venray aan de lijve hebben
ondervonden, hoe moeilijk die is.
Men is er immers niet door tegen
industrieën te zeggen, „ga maar
elders", want men moet daar eerst
Piet wuivend binnentraden. De
bakker rende de deur uit om de
zwart gemaakte kruidenier aan te
grijpen. „Ze is van mijjuichte
die, „ze is met mij uitgegaan. Of
niet soms De woedende bakker
sloeg het zwarte oog blauw. Maar
hij moest toegeven dat Truusje
met zwarte Piet was meegegaan,
ook al ging het niet vrijwillig.
Vijf gulden moet de bakker be
talen. De kruidenier stond grinni
kend op de tribune. Met zijn meisje.
„Juridisch is er geen speld tussen
te krijgen", zei de officier hoofd
schuddend.
terreinen hebben om fabrieken te
zetten, men moet er personeel vin
den, geschèold in nijverheidsscholen,
die dus dienen te worden opgericht.
Er moeten huizen zijn om mee
komende vakmensen op te vangen,
kortom de industriële ontwikkeling
van typische plattelandsgebieden,
waar tot voor de oorlog de land
bouw de grote bestaansfactor was
moet stap voor stap geschieden en
heeft een grote aanloop nodig.
Wegen
Voor een goede industrie-vesiiging
zijn daartoe nodig goede verbin
dingen. Voor de aan- en afvoer van
materialen moet de industrie kun
nen beschikken over goede wegen,
spoor- en waterverbindingen. Het
is dat blijkt wel uit onze rubriek
„Voor vijftig jaren" nog niet zo
lang geleden, dat Venray practisch
alleen een verbinding had met
Horst en Venlo en dat de rest der
wegen oude karresporen waren.
De lokale verbinding met Deurne,
Overloon, en Wanssum zijn in onze
tijd nog allen tot stand gekomen,
om van de verbindingen met de
kerkdorpen onderling maar niet te
spreken.
Na de oorlog zijn we gezegend
geworden met het vliegveld in de
Peel en daaraan hebben we te dan
ken de prachtige weg van dat
vliegveld met de Rips, Elzendorp
en verder, een der eerste fase van
de beruchte Peelweg.
We hebben er ook aan te danken
de Bailley-brug in Wanssum, die
ponten voortaan overbodig maakt
en zelfs een tamelijk vlotte verbin
ding met Duitsland geeft.
Al moet het ons van het hart,
dat hiervan nog te weinig gebruik
gemaakt wordt, omdat de grens
overgangen niet op doorvoer zijn
berekend.
Men loopt al lang met plannen,
om de Deurnese weg om te leggen,
zodat men via die weg één door
lopende verbinding krijgt met
Wanssum en genoemde brug.
Maar dat zijn intussen ook al
weer plannen, die hun lustrum
vieren, mede doordat de situatie
aan het station in Oostrum nog
immer niet geregeld schijnt.
Inderdaad ligt het station voor
Venray beroerd, ook ten opzichte
van het industrie-terrein en ook bij
de Ned. Spoorwegen loopt men al
lang met andere plannen, die o.m.
zullen worden uitgevoerd, wanneer
de lijn NijmegenVenlo ge-elec-
trificeerd zal worden.
Of ze echter uitgevoerd worden?
Gezien o.a. de reacties van de
Kamer van Koophandel te Venlo,
die een omlegging van deze lijn
zonder te zeggen waarom niet
noodzakelijk acht, is er weinig
kans toe.
Trouwens de Kamer van Koop
handel is nog nooit erg geporteerd
geweest voor betere interne ver
bindingen.
Er zijn dus plannen in overvloed
maar wie de kaart bekijkt van het
Rijkswegenplan, ziet, dat deze hoek
van Noord-Limburg prachtig blank
is. Het schijnt niet nodig te zijn
hier betere we^en en verbindingen
aan te leggen. Tot nu toe zijn we
alléén door militaire maatregelen
enigszins uit ons Isolement verlost.
Als men Inderdaad industrie wil
spreiden, als men inderdaad de
overvulde randstad Holland enige
lucht wil geven, dan zal naast alle
andere steun en hulp, nodig zijn,
dat ook de kwestie wegen eens
bekeken wordt.
Niet alleen regionaal door een
Kamer van Koophandel, of Provin
ciale Waterstaat. Niet alleen mili
tair, voor een goede verbinding
tusschen vliegvelden en magazijnen,
maar ook landelijk.
Want het is een landelijk belang,
dat streken met een sterke bevol
kingsgroei mede opgenomen wor
den. Gebeurt dit niet, dan kan men
zeggen, dat in een tijd van overvloe
dig overheids-ingrijpen, hier toch
wel sprake is van een leemte in
„planning" en organisatie.
Bij het nakijken van de kerkelijke
kalender valt onwillekeurig het
oog op de feestdag van de H. Lucia,
die we gisteren, 13 dec., vierden.
De feestdag van deze heilige is
practisch ongemerkt voorbij ge
gaan. Dit in tegenstelling met
vroeger toen de feestdag van deze
maagd en martelares in Venray
feestelijk werd gevierd.
De H. Lucia, wier naam ook
dagelijks in de canon van de H. Mis
voorkomt is in Syracuse geboren.
Reeds vroeg verloor zij haar vader,
een edelman. Volgens het gebruik
van die tijd verloofde haar moeder
haar met een jonge ridder, maar
Lucia had besloten niet te trouwen.
Haar moeder kreeg een bloedziekte,
waaraan zij lange jaren leed, totdat
zij eindelijk op aandringen van
Lucia naar het graf van de H.
Agatha ter bedevaart ging en daar
inderdaad genezing mocht ver
werven.
Uit dankbaarheid ontsloeg de
moeder Lucia van de trouwbelof
ten, maar de jonge ridder wenste
haar aan haar woord te houden.
Lucia bleef weigeren, waarop hij
haar aanklaagde bij de landvoogd,
die eerst met vleierijen, later ech
ter met martelingen de maagd
probeerde over te halen niet alleen
haar geloof af te zweren, maar ook
te huwen. Lucia weigerde pertinent.
Toen de landvoogd zag, dat hij niet
winnen zou gaf hij haar over aan
zijn soldaten. Maar toen deze haar
wilden komen halen, bleef zij door
een wonder bewaard, omdat nie
mand haar van haar plaats kon
krijgen.
Toen werd beslist, dat zij de
marteldood zou sterven. Rondom
haar werden takkebossen en ander
brandbaar materiaal opgestapeld
en hoewel de vlammen haar geheel
omringden, bleef zij ongedeerd.
Dat was het sein voor nieuwe
martelingen, die zij standvastig
doorstond, tot zij bezweek aan de
dolksteek, die haar hals doorboorde.
Zij werd na haar heiligverklaring
tot patronesse uitgeroepen tegen
allerlei besmettelijke ziekten en
tegen oogkwalen en als zodanig
ook in Venray vereerd.
Midden 1700 schijnt een gewel
dige epidemie in Venray uitgebro
ken te zijn. De z.g. rode loop
maakte in Venray tal van slacht
offers. In de noordelijke helft van
het dorp was practisch geen enkel
huisgezin, dat niet door deze ziekte
getroffen was, waar geen dood
zieken of gestorvenen waren.
Toen besloot men St. Lucia te
hulp te roepen en bijzondere oefe
ningen ter harer ere werden er
dagelijks gehouden.
De ziekte hield inderdaad op en
de zuidelijke helft van het dorp
werd niet meer door deze vreselijke
ziekte getroffen.
Het dankbare volk richtte op de
grens van de ziekleverspreiding
indertijd een St. Lucia-kapelleke
op, wat zich de ouderen misschien
nog herinneren en dat stond op
de Langstraat tegen de woning van
kuiper Houba.
Lang is nog de St. Lucia-proces-
sie gehouden en in de dekenale
kerk vinden we een der mooiste
beelden van deze heilige.
Het is te vinden bij 't Maria-altaar
en is een van de kostbaarste uit
onze kerk.
De herinnering aan de St. Lucia-
verering heeft men voor de oorlog
nog vastgelegd in een van de
nieuwe toen geplaatste glas-
in-lood-ramen, die echter In de
oorlog zijn verwoest.
De klok slaat
.poeders, tabletten of cachets
.de beste pijnstiller
onschadelijk
Zondag j.I. bracht „Hioob" voor
een goed bezette zaal, de eerste op
voering van „De Woeste Hoogte".
Dit zware stuk werd op bevredigen
de wijze opgevoerd. We denken niet,
dat „Hioob" ooit een stuk gespeeld
heeft, waarin meer van de spelers
werd gevraagd dan in „De Woeste
Hoogte". En wanneer we mogen
zeggen, dat met dit spel niet te
hoog gegrepen werd, pleit dit voor
het peil, waarop de groep zich op
het ogenblik bevindt.
Hier hadden de spelers nu eens
niet de steun van een grappige of
humoristische tekst, of van enkele
goedkope toneeleffecten. Hier kwam
het alleen aan op de uitbeelding
van een aantal typische karakters
en het konflikt, waarin ze gewik
keld worden.
Toch slaagde „Hioob" erin, de aan
wezigen te boeien met dit spel,
waarin de wraak van Heatclïff en
zijn noodlottige liefde voor Cathe
rine Ernshaw de hoofdtema's vor
men.
Op een kleine inzinking na injhet
tweede bedrijf, wist Tinie Min de
moeilijke rol van de wispelturige
Catherine, met haar steeds wis
selende stemmingen, suksesvol te
brengen. De rustige, evenwichtige
Ellen, waarbij iedereen steun zoekt,
vond een voortreffelijke vertolkster
in Anny van Waayenburg. Anny
Schaeffers speelde de rol van de
romantisch, dweperige Isabel, na
een enigszins zwak begin met
steeds grotere zekerheid en kwam
in het laatste bedrijf werkelijk tot
een hoogtepunt. Opvallend was haar
fraaie dlktie.
Jan Jansen had de zware hoofdrol
te vervullen. Hij gaf een zeer ac
ceptabele vertolking van de angst
wekkende gestalte van Heathcliff,
luguber In zijn wraak, maar ook
weer tragisch in zijn ongeluk. Ook
bij deze speler lag het hoogtepunt
in het derde bedrijf.
Th. Jacobs was goed in zijn rol
van de onbeduidende Edgar Linton.
Hij speelde beheerst en rustig. De
schijnheilige Joseph kwam bij Joh.
de Bruijn goed tot leven, terwijl de
verlopen Rindley verdienstelijk ge
speeld werd door G. Lamers.
Aan alles was te merken, dat de
spelers op dit stuk geoefend hebben
en, dat ze zich alle moeite gegeven
hebben, om tot een verantwoorde
opvoering te komen. Hun moeite is
niet vergeefs geweest, ze zijn er
werkelijk in geslaagd. Jammer, dat
het decor wat teveel geïmproviseerd
was.
„De Woeste Hoogte" Is een som
ber en dramatisch stuk. Zij die de
eerste opvoering bijwoonden, wer
den geboeid door de machtige schep
ping van Emily Brontë. De tweede
opvoering wordt a.s. zondag 15 dec.
gegeven. Laat de kans om 'n goede
vertolking van een bijzonder toneel
stuk te zien, niet voorbijgaan.
Het is een waardige afsluiting
van het 121/,-jarig bestaan van deze
toneelgroep, die is ontstaan uit
degenen, die Indertijd bij't priester
feestvan Deken Berden, op de puin
hopen van Jeruzalem het door Pater
Jacq. Schreurs geschreven spel: De
mens Hioob opvoerden.
in de Parochie van St. Petros
Banden.
Evenals andere jaren zullen onze
zieken en ouden van dagen boven
de tachtig jaar met Kerstmis een
kleine gave ontvangen, als blijk
van meeleven en een Kerstgroet
van de gehele parochie.
Wij weten, dat deze actie de volle
sympathie heeft van allen. Ieder
jaar krijgen wij talrijke dankbetui
gingen en ruime gaven stromen
binnen om deze actie mogelijk te
maken. Bijna driehonderd zieken en
ouden van dagen werden vorig jaar
bedacht.
Zondag, maandag en dinsdag zal
een groep meisjes alle gezinnen
van onze parochie bezoeken om een
bijdrage te vragen.
Gaarne zult ge deze geven om
dit prachtige werk van naasten
liefde, medeleven met elkaar te
doen slagen.
Op deze manier zullen wij allen
een bijdrage leveren tot een „zalig
Kerstfeest!"
Nieuws uit
Venray en Omgeving
GROENE KRUIS
Donderdag a.s.:
Zuigelingenbureau voor de Kerk
dorpen.
Zondagsdienst huisartsen
Vanaf zaterdagavond 8 uur tot
maandagmorgen 8 uur, wordt de
praktijk der huisartsen voor Venray
e.o., waargenomen door
Dr. VAN DER MEER,
Kempweg 32 Telefoon 887
Uitsluitend voor spoedgevallen.
H. Wyding
Op zondag 22 dec. a.s., hoopt de
Eerw. frater G. Hoex uit Oostrum,
de Subdiaken-wijding ontvangen
van Mgr. Mutsaerts, In de kapel
van het Studiehuis St. Jozef, te
Hees bij Nijmegen.
GESLAAGD
Op het in den Haag gehouden
examen van 4 en 5 december slaag
de de heer W. van Meijel uit Leunen
voor het patroonsdiploma van vak
bekwaamheid Automobiel- en Ga
ragebedrijf „BOVAG".
Priesterjubilea in het
bisdom Roermond
Op 4 april 1958 viert de zeereerw.
heer Th. F. M. J. Mulder, em.-past.
van Broeksittard te Maastricht
vroeger rector te Castenray, zijn
50-jarlg priesterfeest.
Op 16 maart viert de Hoogeerw.
heer M. P. J. Strijkers, kanunnik
van het Kathedraal Kapittel en
past.-deken te Venlo, vroeger kap.
te Venray en pastoor te Leunen,
zijn 40-jarig priesterfeest.
Op 1 april vieren hun 25-jarig
priesterfeest: de zeereerw. heer A.
H. M. Geurts, pastoor te Castenray
en dr A. P. H. van Rij*wijck, leraar
Bissch. College te Roermond, uit
Venray.