reuze letters PLANT NU b (vervolg van voorpagina) Grote zware letters en toch verreweg de voordeligste In melk en pure chocolade. Van dezelfde fijne kwali teit als De Gruyter's Goudrepen. Extra voordelig door 10°/o korting In de Slnterklaasdagen kunt U extra guldens verdienen met kassabons I Bovendien In het Snoepje van de Week een alleraardigst liedjesboekje voor de kinderen. de Gray ter CHOCOLADE HARTEN 2 stuks in doos 60 ct CHOCOLADE LETTERS A.0.E.6.H, K.0.S.U.V Z. 60 ct C F. I. L P T 55 ct M.W. 70 ct I. 50 ct B.N.R. 65 ct VOOR IN DE SCHOENTJES melkchocolade figuren 15 ct taai taai 6 stuks rn zakje 30 ct EEN KAST VOL KLEREN Met non-bloc grijper waardoor nooit een draad in de baan kan vastlopen. Wal een weelde om telkens weer een nieuw japonnetje aan te kunnen trekken een go Cordom naden Da /naaister, die altijd voor U klaar staat, jtoppfer Reeds leverbaar van ƒ299.af. desgewenst op gemakkelijke betalingscondi'tlet. deze m dealer Verkrijgbaar bij: Fa. A, M1LLEN Paterstraat 13 Tel. 738 VENRAY dat was een Ambonees. Daar wij deze kampong als eerste bivak hadden gekozen vroeg ik vla de gidsen om slaapgelegenheid. Die was er, vier palen in de grond met èen vervallen atap dak. Ik liet dit „hotel" doorde dragers wat opknappen en gaf opdracht te beginnen met koken. Rijst vlees en groenten uit blik. Zg zelf aten sago. Tegen de avond echter maakte nieuwsgierigheid zich meester van de nogal bange bewoners en kwa men ze eerst op een afstand staan kijken, maar toen ik tabak uitdeelde, waren ze er als de kippen bij, man nen, vrouwen, zelfs de jeugd. Het was een mooi gezicht al dit volkje te horen kakelen, om een plukje tabak. De meesten waren enkel gekleed in een lendedoek, of een soort schortje van riet. Als versiering hadden ze zich griliiggetatueerd. Om pl.m. 9 uur was de belang stelling echter afgelopen en kon ik bij het licht van een kampeerlamp mijn notities maken. Om 11 uur dook ik onder mijn klamboe en heb niets gehoord van de wilde varkens, die 's morgens bleek dit zo maar door „ons huis" waren komen wandelen, en er een het met de dood moest be kopen, omdat een der gidsen zijn speer netjes in zfjn nek had ge plaatst. De volgende dag was om 6 uur al volop beweging in het dorp, en samen met een der gidsen, werd een wild varken gevild. Toen ik mij ging scheren, stonden er zeker 25 man omheen en voerden in het plaatselijk dialect een ge sprek van keel- en neusklanken. Als raven vlogen zij op het ge bruikte scheermesje af, en de ge lukkige zocht meteen een goed heen komen in zijn hut, want de anderen schenen het er niet bij te willen laten. Na wat gegeten te hebben, ging alles weer in de rugzakken en door heel Maga Lama nagezwaaid, ging ik weer op pad, met als doel kam pong Kanisabar, dat volgens de gidsen, een dag lopen van dit bivak gelegen was. Het was gloeiend heet die dag, en al gauw was al mijn drinkwater, dat ik uit het riviertje in Maga Lama had meegenomen, op. Ik snakte naar een druppel vocht, maar de gidsen zeiden, dat het nog wel een uur duurde voor er waterwas. We moesten nu af en toe gebruik maken van de hakmessen, want we volgden een pad, dat reeds lang niet meer door de mensen in ge bruik was. Plotseling stopte toen de gids en zei: „Toean ada air", (mijnheer, hier is water). Ik zag en hoorde niets, wat maar enigszins op water leek. Hij klom echter langs een duizelingwekkende helling naar be neden en bracht een kwartier later enkele volle flessen ijskoud water mee naar boven, waar ik er achterelkaar een van leeg dronk. Na een half uurtje braken we weer op en ging de tocht verder. Weer kwamen er steile hellingen. Daar het lopen voor mij zo moeilijk was, kwamen we slechts zeer lang zaam vooruit, want mijn schoenen gleden steeds uit over de losse kalk steen. Toen de avond viel waren we dan ook genoodzaakt, te kamperen tegen de hellingen en snel enkele bomen gekapt, waarvan In een mi nimum van tijd een afdak was gevormd. Al vroeg viel ik in slaap, terwijl de papoeas wat liederen zongen over hun volk. Dat klonk prachtig daar hoog in de bergen. De dieren in de jungle beneden in het dal, begeleidden hen, terwijl af en toe een kakatoe zijn krijsende stem liet horen, alsof hij ontevreden was, dat wij zijn rijk waren binnen gedrongen. Op zulke avonden zou je nooit meer weg willen uit dit mooie maar woeste land, met zijn uitgestrekte oerwouden en zijn eeuwige bergen, waartussen duizenden rivieren zich een weg zoeken, door de bossen naar zee. Weer werd het morgen en ik was volkomen fit, toen we weer aan de sjouw gingen. Heel diep in een dal, zagen we een dorp en enkele net onderhouden tuinen. 's Middags om 4 uur bereikten we een brede rivier en werd er gezocht naar een oversteek mogelijkheid, maar dat was onmogelijk, daar een der dragers, een krokodil in het water zag glijden aan de tegenover liggende oever. We gingen er maai weer eens bij zitten, want er moest een vlot ge maakt worden. Deze karwei nam een dik uur in beslag en toen ging het op hoop van zegen groeps gewijs over. 6 uur precies waren we allemaal heelhuids over, alleen natte voeten, want de andere oever was niks dan moerassen. Het kompas moest er nu bij en na een half uur kwamen we helemaal bemodderd en stinkend als een beerput, tegen een lage heuvel opkruipen en waren in Kanisabar. Dit dorp was hier ontstaan om dat in het moeras ontelbare sago palmen stonden, en de bevolking dus zodoende gratis voedsel ver strekt kreeg van moedertje natuur. Weer was de Kapala kampong (dorpshoofd) de eerste die op ons toehapte en mij in sappig Maleis welkom wenstte. Hij bleek twee jaar in Manokwari op de school geweest te zijn en zodoende de maleise taal machtig was. De kampong zag er werkelijk keurig uit en er woonden ongeveer 45 ge zinnen. Daar het al donker was gingen we direct op zoek naar een onderkomen, maar ook hiervoor bleek gezorgd te zijn, want er was een speciaal huis voor gasten. Daarna nam ik een heerlijk bad in het kleine beekje wat door hei dorD stroomde en helemaal opge knapt kwam de Kapala ons uitno digen ter tafel. Rijst had Ik hem gegeven en hij had drie kippen geslacht. Het smaakte verrukkelijk en maakte zijn vrouw een comple ment, waarvan zij schrok en in haar keuken verdween. Toen bleek er een heel program ma opgezet te zijn in die korte tijd, want op het pleintje werd een huizenhoog vuur gemaakt, en ver schenen de mannen in oorlogs uitrusting om een dans uit te voeren. Alles bij elkaar was het net zoals wij vroeger hadden ge lezen in boeken van ontdekkings reizigers, alleen waren we hier zeker dat ze ons niet oppeuzelden, welk risico men op nog veel plaat sen van Nieuw Guinea kan lopen. We werden vergast op sagoré, een soort wijn die gemaakt wordt uit geperste jonge klapperbladeren. Het smaakte best en hoe later het werd hoe wilder de dansen, die werden begeleid door doffe slagen op een tam tam van krokodillen- huid. Toen ik eindelijk naar mijn slaapzak ging was het al drie uur in de nacht en besloot de volgende dag wat later te vertrekken. Rijk beladen met allerlei lekker nijen en fruit verlieten wil de gast vrije bewoners van Kanisabar, waarvan een 20-tal jorge mannen ons nog een eind zouden begeleiden, daar zij op jacht gingen in die richting. Met de gidsen voerden zij een druk gesprek en keken dan met hun lachende gezichten mij steeds aan. Geregeld deelde ik sigaretten uit welke zorgvuldig bewaard werden in hun kroeshaar, wat de bergplaats is voor al hun kostbaarheden. Aan de rivier de Klawasan ver lieten de krijgers ons en losten zich op in de nevel van een groot moeras iets ten westen van ons pad. Wij bevonden ons weldra op een hoogvlakte, waarop af en toe typische toppen omhoog rezen, loodrechte wanden en een platte top. Mijn foto-toestel moest er aan te pas komen om deze rare tjots vast te leggen voor het archief over deze streek. Het lopen ging nu erg makkelijk daar er geen bomen stonden, alleen twee meter hoog gras, een soort savanne. De zon stond loodrecht boven ons en wierp zijn stralen genadeloos op onze ruggen, waarvan het zweet met straaltjes afliep. Tegen 12 uur kwamen uit tegen gestelde richting tien papoeas ons tegemoet, die een hele boog be schreven om ons heen toen ik hun liet aanroepen door de gidsen, en ze waren nauwelijks weg of de voor mij lopende opnemer maakte een luchtsprong en schreeuwde; „Awas, Toean, ular besar (pas op mijnheer, grote slang). Net op tijd kon ik een pas ach teruit doen en zag 't ondier voor me langs schuifelen. De achter me lopende gids wierp zijn werpspies naar de slang en raakte ze net achter de maag. Woest kronkelde het dier zich om de speer en zo- koende kreeg een andere papoea de kans met een kapmes de kop te verbrijzelen. Na dit intermezzo gingen we weer verder, nu echter beter oplettende. Om 5 uur bereikten we Koma Koma. Weer dezelfde grappenmake rij, alleen viel het mij op, dat de gelaatstrekken van deze mensen heel anders waren dan die van ik de vorige dagen had gezien. Ook in klederdracht waren ze verschillend, ze droegen fel beschil derde doeken van boombast ver vaardigd, waarvan ik er een als souvenir meekreeg. Ook aten zij geen sago, maar een soort knol, die smaakte naar aard appelen en verbouwd werden op soms uren ver afgelegen roofbouw- tuinen. Ik liet mij het eten lekker smaken en maakte nog enkele foto's van de mooiste typen onder de bevolking. Ook waren de vrou wen hier niet zo bang en kwamen rustig vlak bij mij staan. Het krioelde er echter ook van de honden en een soort, welke wij in Nederland straatjoekers zouden noemen. Men bleek deze beesten te gebruiken voor de jacht op wilde varkens en herten, welke laats e hier sporadisch voorkomen. Als huisdieren zag ik verder al lerlei papegaaien, die een herrie konden maken van jewelste. De Kapala kampong schonk er mij een maar deze wist de vrijheid te ver kiezen en verdween in de hoge bomen van de jungle, toen wij de volgende dag op weg waren naar Ajamaroe. Het terrein na Koma Koms ging weer uren door moerassen. Een drager werd gebeten door een moe rasslang en kreeg zware koorts. Op een snel in elkaar gezette brancard werd hij verder meegeno men, nadat ik de wond met een mes had opengesneden en uitge brand, waarbij hij geen kik liet. Een nat verband moest het toen verder doen. Gelukkig kon hij na enkele uren later weer op eigen krachten voor uit en was 't grootste leed geleden. Wij zelf hadden ontzettend last van bloedzuigers, die met hele zwer men aan je lichaam hingen. Met natte tabak werden ze verwijderd, maar even later was 't weer dezelf de geschiedenis. Toen wij het moeras achter ons lieten, waren we dan ook blij ons aan een klein riviertje te kun nen wassen, omdat de moeraslucht bijna oncrigelijk was. Teneinde nog voor het donker te kunnen kam peren op een hoog gelegen terrein, gingen we dan ook weer snel berg opwaarts. Circa 120 meter boven de rivier werd een aardig grasveld ontdekt en werd bivak gemaakt. De volgende dag zouden we Aja maroe kunnen bereiken, De avond was erg drukkend en 's nachts woedde er een zwaar on weer en viel de regen met tonnen tegelijk uit de hemel. Van slapen kwam natuurlijk weinig en de vol gende morgen was het stralend weer, alleen in de dalen hing een dikke mist. We passeerden enkele onder- Met een PHOENIX naaimachin ed gevulde klerenkast bezitten, neren, knopen aanzetten, afwerken, tricot elastisch en, knoopsgaten maken, borduren, enz achine kan allesI Vraag de eens om een demonstratie. grondse rivieren, waarvan wij het ruisen hoorden door de diepe gaten die hier en daar in de bodem waren en die erg gevaarlijk waren, daar zij met gras en struiken begroeid zijn. Tegen de middag werd Aja maroe zichtbaar heel beneden in een diep dal. Het uitzicht was fantastisch, daar het dorpje is gelegen aan een groot bergmeer, waarin weer kleine eilanden. Om 3 uur waren we aan de rand van het dorp en gingen door naar het huis van de bestuurs ambtenaar aldaar, die mij hartelijk welkom heette en volledige gast vrijheid aanbood. Ajamaroe zelf is een zeer mooi gelegen plaatsje en heeft een zeer mooi ziekenhuis, tenminste voor Nieuw Guinea. Er woont een dok ter en europese zuster, er is een missiepost en diverse scholen en de omgeving is zeer geschikt voor de teelt van groenten. 's Avonds werd het koud, maar een voordeel was, dat men geen klamboe nodig had, omdat er geen muskieten zijn, die dikwijls 't leven in Nieuw Guinea ondragelijk maken en de gevreesde malaria veroorza ken. De avond was geweldig toen de zon over het meer onderging en alle hellingen in een rode gloed zette. Een enkele vissersprauw be- kunt U voor heel weinig geld ant U spaart het maakloon uit. woog nog traag over 't spiegelglad water. Nooit zal ik dit mooie dorp kunnen vergeten en toen ik de vol gende dag met een watervliegtuig werd opgehaald en boven 't meer cirkelden, toen heb ik mij voorge nomen nog eens naar dat mooie deel van Nieuw Guinea terug te gaan, wat mogelijk is, als straks die weg gemaakt wordt. Toen ik weer in Sorong terug was, lag daar Peel en Maas op mij te wachten en heb ik besloten deze krant te vragen dit artikel te plaat sen, opdat ook in Venray en om geving de mensen iets meer horen over Nieuw Guinea als enkel een UNO-probleem. W. J. VOERMANS, Resident. Waterst. Dienst Sorong Ramol. Ned. Nieuw Guinea. fruitbomen en struikrozen zwarte en rode bessen, heesters, ligustrum, zaaidoorn, enz. P.G. Wijnhoven, Wanssum Boom- en Rozenkwekerijen Venrayseweg 38 Tel. 04784254 Invullen en opz. tn open envelop met 4 ct. postzegel aan Fa. H. J. OBERINK ARNHEM. Zend mij gratis de uitv. PHOENIX brochure NAAM- ADRES WOONPLAATS

Peel en Maas | 1957 | | pagina 4