Heeft Venray genoeg
industrie?
VéGé
speciaal-speculaas
10%
„Actie Rijdt Veilig 1957"
Uit Peel en Maas
Pauselijke maaodintentie van
liet Apostolaat des Gebeds
Het verkeer in Nederland
eiste 6200 doden in vijf jaar.
Een pak van 500 gram
1G°/o
's Werelds beste ploeger
in Nederland terug
Teel werkzaamheden in land
bouw voor kinderen verboden.
Zaterdag 5 October 1957 No 40
ACHT EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
f ONDERVINDT
PEEL EN MAAS
CONFECTIE VAI
m
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MÜNCKHOF WPPTïTRT AH VHOP VPMRAV PM Ct IVTQTR PPPM ADVERTENTIE-PRIJS: 8 ct. per m.m. ABONNEMENTS-
GROTESTRAAT 23 TELEFOON 512 GIRO 150652 VV V V CflYTViA I C,IY VJiVlO 1 ACdYCrlX PRIJS PER KWARTAAL f 1.40 BÜITENVENRAY f 1.60.
De opening en in bedrijfstelling
van de gebouwen der N.V. Inalfa,
heeft het probleem van de indus
trialisatie van onze gemeente en
de gehele streek weer eens opnieuw
in de aandacht geplaatst.
Zeker we hebben er wel iedere
dag mee te maken, maar juist bij
een dergelijke gelegenheid worden
weer eens wat puntjes op wat i's
gezet en dat blijkt dan wel eens
hard nodig.
Want men heeft zo de indruk
dat veel mensen geloven dat we er,
wat industrie betreft, zijn. Dat men
met de oprichting van de in-
dustriën die er nu zijn, feitelijk
alles gedaan heeft, wat nodig was
en is om de mensen hier aan het
werk te houden. Er zijn immers
geen werklozen meer en de krant
staat vol advertenties om personeel,
zowel mannelijk als vrouwelijk.
Bovendien bouwt de Beeren een
hele nieuwe fabriek, breiden Clus
ters en Inalfa uit, dus wat wil
men feitelijk nog meer....
Inderdaad heeft 't op het ogenblik
de schijn, dat we „genoeg industrie"
hebben. Maar het getuigt toch wel
van kortzichtigheid, indien we dus
de handen in de schoot leggen en
de toekomst maar rustig tegemoet
zien. Een toekomst, die misschien
helemaal niet zo gemakkelijk zal
zijn, als we op dit moment wel
verwachten.
We kunnen hoogstens eens pau
seren en onze gedachten eens laten
gaan over het jongste verleden,
over de fouten en de mislukkingen,
die toen gemaakt en geboekt zijn
bij het aantrekken en vestigen van
industriën en de oorzaak en de
redenen daarvan onderzoeken. We
kunnen eens nagaan hoe het staat
met de sociale kant van de industria
lisatie. Of die ook geslaagd is, en
zo niet, wat daaraan te veranderen
en te verbeteren is. Kortom er
liggen honderd en een mogelijk'
held om deze rustpauze productief
te maken voor de meest nabije
toekomst, wanneer ook rijk en
gemeenten meer geld beschikbaar
kunnen stellen om industrie in
deze streken gevestigd te krijgen.
Dat een en ander het beste kan
gebeuren in overleg met industrieële
club, stands- e.d. organisaties is
duidelijk. Waarbij we wel voorop
dienen te stellen, dat dergelijke
onderzoeken niet zo langdradig
zullen moeten zijn als het zo
dringend gewenste sociologische
onderzoek, waar we intussen na
drie volle jaren nog op het eerste
rapportje zitten te wachten.
Een van de punten, die men dan
toch ook in ogenschouw zal dienen
te nemen is de onderlinge samen
werking tussen deze hele streek.
Is die op ander gebied al nodig
zoals o.a. bij ruilverkaveling en
vreemdelingenverkeer, zeker is dat
nodig op het gebied der industria
lisatie.
Toen in het verleden bleek, dat
industrialisatie dringend nodig was
wegens gebrek aan landbouwgrond
en overbevolking, toen bleek, dat
het rijk voor verschillende gemeen
ten gelden beschikbaar stelde, om
die industrialisatie mogelijk tema
ken, is iedere gemeente voor zich
zo'n klein beetje handelsreiziger
geworden en heeft al 't mogelijke
en soms zelfs het onmogelijke ge
daan om industrie te krijgen.
Waarbij mislukkingen niet zijn
uitgebleven en ook wel eens een
verkeerde keus gedaan is.
De ene gemeente deed 't zus, de
andere zo en als men elkaar een
vlieg af kon vangen, liet men het
niet. Want men was toch aan zijn
stand verplicht, om ook met wat
industriën voor de dag te komen.
Mag dit enige tijd goed gaan, 't
is logisch, dat het niet kan blijven
duren. Dat men ook in dit opzicht
tot een samenspel moet komen,
waarbij de streekbelangen nu een
maal meer moeten gelden boven
dorps- en nog kleinere belangen,
is een gebiedende eis.
Want 't gaat hem niet alleen om
nu eens een gebouw of fabriek te
kunnen plaatsen, 't gaat uiteinde
lijk om veel grotere dingen, nl. om
de mensen werk te verschaffen en
wel zodanig, dat zij daarmee een
goed en gelukkig bestaan kunnen
opbouwen.
Daartoe moeten bepaalde centra
In het leven geroepen worden, waar
fabrieken geplaatst kunnen worden,
daartoe moet onderwijsmogelijkheid
zijn en daartoe moet men komen
tot een behoorlijke ontsluiting, via
wegen, water en spoor.
Neemt men alléén al de laatste
punten hier genoemd, dan blijkt
duidelijk, datdeze problemen alleen
maar door samenwerking met ver
schillende gemeenten opgelost kun
nen worden.
En dit samenspel kennen we nog
te weinig in Noord-Limburg en
Oost-Brabant, ook op ander ter
rein. Men leeft nog te veel in de
nauwe geslotenheid van tientallen
jaren terug, toen dorpsruzies en
onderlinge veten een goede samen
werking ten enemale onmogelijk
maakte, zelfs voor goedwillenden.
Die tijd we mogen dat geluk
kig constateren is voorbij, maar
het samenspel, de samenwerking
is er niet!
Is het niet van het allergrootste
belang, dat bijv. de grote Peelweg
klaar komt, niet alléén voor Venray
maar ook voor heel Noord-Limburg
en Oost-Brabant?
Is het kanaal Arcen—Ruhrort
niet van evident belang voor deze
hele streek?
Is een betere oeververbinding
tussen de Maasgemeenten geen zaak
van de eerste orde?
Is een doortrekking van de weg
van Wanssum naar de Rips niet
voor elke gemeente van belang?
Is de verlegging van de spoor
lijn NijmegenVenlo geen uiterst
delicate aangelegenheid, met vele
consequenties voor de toekomstige
industriële ontwikkeling?
Het zijn maar enkele van de tal
loos vele vragen, die onwillekeurig
ieder op zich al om samenwerking
roepen. Een samenwerking, die nog
te veel gemist wordt.
Staan de Oost-Brabantse en de
Noord-Limburgse gemeenten niet
dikwijls ten onrechte op eigen au
tonomie te kijken en is dat er
misschien oorzaak van, dat in het
zuiden a er provincie veel eerder de
aandacht op noodzakelijkheden ge
vestigd wordt dan in het noorden.
Omdat daarmede in samenwer
king der mijnen ook de samen-
king der gemeenten veel inniger is,
juist ;in verband met streekbelan
gen!
Wordt het niet eens tijd, dat hier
ook aan deze samenwerking meer
aandacht wordt?
En is het niet de taak van Venray
als een der grootste plaatsen uit
deze streek hierin de voorloper te
zijn en een voorbeeld te geven?
En is het nu niet de geschikte
tijd om dit probleem aan te pakken,
om in verschillende inter-gemeen
telijke commissies moeilijkheden en
mogelijkheden op korte termijn te
bestuderen en rapport over uit te
brengen.
Dit initiatief kan alleen maar
voordeel brengen en zal ook op
andere noodzakelijke terreinen zijn
vruchten afwerpen!
van 7 october 1911
Tot kapelaan te Venray, werd
benoemd J.A. Grispen, tot rector te
Castenray en kapelaan te Oirlo
G.H.J. Gerards. Kapelaan Lenders
werd benoemd tot kapelaan te Wijk.
Hij was o.m. directeur van de H.
Familie.
Op 3 okt. vierde P. Remigius
Looijaard O.F.M., sinds 18 jaar
leraar aan het Gymnasium zijn
zilveren kloosterfeest.
- De heer Nelissen sprak voor
de onderwijzers over Schaepman
als letterkundige.
D.S.O. won van V.V.V. II met
13—1.
van 5 oktober 1912
De Venray se Mariavereniging
sloot op 29 september de rij van
processies naar Oostrum
van 4 oktober 1913
Te Zenderen overleed P. Mi
chael Smits O.Carm. Hij was ge
boren in 1850 te Venray en sinds
1878 priester.
Dr. Derks uit Venlo sprak voor
de leden van de R.K. Werklieden
vereniging.
van 3 oktober 1907
- Het Voorbereidend militair
onderricht begon wederom in de
muziekzaal. Tweemaal per week
zullen oefeningen gehouden worden.
- Wegens het heersen van mond
en klauwzeer in ons land is de
grensbewaking van Duitse zijde aan
zienlijk verscherpt.
- Dure tijden! „Joris, riep me
vrouw Klaver haar man na, breng
voor een dubbeltje snuif mee, als
je weer naar huis komt".
Snuif, zei je vrouw? antwoordde
mijnheer Klaver, met de hand aan
de klink van de deur. Neen, neen.
de tijden zijn te duur voor zulke
buitensporigheden. Als je niezen
wilt, dan moet je je neus maar met
een strootje kittelen!"
Oktober 1957
„Hart van Jezus, laat de ge
lovigen vurig blijven bidden
om standvastigheid voor allen
die om het geloof vervolgd
worden."
De vervolging van de mede
christenen in het Oosten van Europa
en achter het Bamboe-gordijn is
een hard feit, waar we voortdurend
op gewezen worden.
Slachtoffers van de twintigste
eeuwse kerkvervolging waren tot
voor kort: 4 kardinalen, 33 aarts
bisschoppen en 33 prelaten, naast
tienduizenden priesters, religieuzen
en leken; 28 bisschoppen vermoord
of gestorven ten gevolge van ge
welddadigheden; 48 bisschoppen en
andere hoogwaardigheidsbekleders
in gevangenis of concentratie; 16
zijn verbannen of stierven in bal
lingschap; 85 uit hun functie ont
heven en aan nog 7 anderen wordt
de uitoefening ervan belet.
De vervolging woedt in Rusland,
Litauen, Letland, Polen, Hongarije,
Tsjecho Slowakije, Roemenië, Bul
garije, Joego-Slavië, Albanië, Korea,
Viëtnam.
De 600 millioen Chinezen, die in
Rood-China wonen, worden door de
communistische machtshebbers ge-
territoriseerd op een wijze, waarbij
de wreedheden van de Gestapo en
de N.K.V.D. verbleken. Meer dan
16 millioen Chinezen die het niet
eens zijn met het communistisch
regiem zitten gevangen in 6000
concentratiekampen. Naar schatting
zijn sinds 1948 meer dan 20 millioen
omgekomen door ellende, zelfmoord
of executie. De bevolking zelf gaat
gebukt onder voortdurende be
dreiging, beschuldigd te worden
van misdaden tegen de staat. De
Chinese communisten gebruiken de
meest geraffineerde methoden om
hun slachtoffers tot een vrijwillige
bekentenis te brengen.
Laten we nu niet zeggen: dit
weten we al. Laten we niet de
ogen sluiten voor de nood van
onze medemensen. Wanneer wij
een kamer binnentreden waarin
een mens pijn lijdt, misschien de
dood tegemoet gaat, kunnen wij
dan in deze kamer doen wat wij
willen Kunnen wij, terwijl wij
aan zijn bed zitten, overleggen hoe
wij ons een voordeeltje kunnen
verschaffen of lachen en ons
amuseren Europa is zo klein ge
worden. De vervolgden zijn in onze
kamer, wanneer de kilte van ons
hart en het lawaai van ons werk
geen schotten tussen hen en ons
oprichten. Wij zijn broeders van
elkaar. De Paus vraagt deze maand
dat wij zullen bidden, bidden voor
onze vervolgde broeders. Dat is de
intentie van het Apostolaat des
Gebeds waardoor hij heel de wereld
weer wil wakker schudden voor de
nood van de naaste.
In de statistiek van de verkeers
ongevallen over 1954 en 1955, sa
mengesteld door het bureau voor
de statistiek, zijn naast de gebrui
kelijke cijferreeksen de resultaten
opgenomen van een uitgebreid on
derzoek naar de aard van verkeers
ongevallen met dodelijke afloop.
Dit onderzoek heeft betrekking
op de periode 1950—1954. Geduren
de deze vijf jaren kwamen in totaal
bijna 6200 personen bij verkeers
ongevallen om het leven.
Het grootst was het aantal slacht
offers onder de voetgangers, nl.
1940. Hieronder bevonden zich 991
kinderen jonger dan 15 jaar en 139
personen van 50 jaar en ouder.
Bij de wielrijders vielen in de
genoemde periode 1883 slachtoffers
Van de personen van 50 jaar en
ouder werd 52 pet gedood na aan
rijdingen door personenauto's en
25 pet door vrachtautos.
Voor de jongeren waren deze
percentages vrijwel tegengesteld,
nl. resp, 25 en 51 pet.
Het aantal overledenen onder de
bromfietsers bedroeg in deze peri
ode 467.
Van de motorrijders werden in
die periode 793 personen gedood,
waarvan 443 of 56 pet bij botsingen
met rijdende verkeersmiddelen.
Bij de inzittenden van personen-
autos was het aantal slachtoffers
overleden bij ongevallen, waarbij
geen andere rijdende verkeersmid
delen waren betrokken, relatief nog
groter.
Onder deze inzittenden vielen
nl. in totaal 668 doden, waarvan
278 bij aanrijdingen met rijdende
verkeersmiddelen, 61 bij botsingen
met stilstaande verkeersmiddelen,
205 bij botsingen.
van 107 voor 85 cent met 17 geldzegels
Bij aankoop van iedere 250 g. VéGé-koffie
(waarop IO°/o korting in geldzegels)
(alléén geldig in district Oost-Brabant en Noord-Limburg)
Vdób €orqot-
ojo/
Uitslag rit II dd. 22-9-57
groep VENRAY-HORST.
klassem. strafpunten
adres
plaats
Stationsweg 24b Venray
Geijsterseweg 11 Wanssum
Grote Markt 11a Venray
Venrayseweg 4 Wanssum
Pastoorstraat 22
Grote straat 29 Venray
Blittersw.weg Wanssum
Oostrum C 28 Venray
Kemp weg 33
Markt 2a
Meerloseweg 3 Wanssum
Grotestraat 27 Venray
Stationsweg 29a
Oostrum K 8
Beekweg 10
Hofstraat 2a
Meerloseweg 10a Wanssum
D 18c Oostrum
Maasheseweg 19a Venray
Kempweg 35
Langstraat 27
Nassauplein 49
Meteriksebaan 21 Horst
Schoolstraat 1 Venray
Oude Peeldijk 4 America
H 14 Leunen
Meterikseweg 39 Horst
Meterikseweg 25 Horst
G 3 Castenray
Ingeschreven 112 deelnemers. Niet gestart 10 deelnemers. Gestart
102 deelnemers. Geklasseerd 29 deelnemers. Niet geklasseerd 73 deel
nemers.
1
87
F. Janssen
2
121
W. v. Enckevort
3
124
J. v. Opbergen
4
134
J. Wijnhoven
5
162
A. Pijpers
6
162
Th. Ciaessens
7
163
P. Leenders
8
185
A. Jans
9
192
C. Janssen
10
204
L. v. Haren
11
208
W. Ewals
12
211
H. Thomassen
13
216
P. v. Ham
14
224
H. Tacken
15
255
M. Clephas
16
268
J. Fonck
17
271
G. Lit j ens
18
285
H. Bruggeman
19
289
H. Verbeek
20
294
J. Janssen
21
306
J. Colsen
22
307
G. Janssen
23
309
M. Jenniskens
24
316
J. vd. Beuken
25
319
P. Geurts
26
346
P. v. Dijk
27
358
W. Baeten
28
361
H. Janssen
29
372
H. Cremers
Enige tijd geleden werden te
Peebles in de Amerikaanse staat
Ohio wedstrijden gehouden om het
wereldkampioenschap ploegen. Win
naar werd de 27-jarige Wim de
Lint uit Zevenbergschenhoek.
Zaterdagmiddag is hij op Schip
hol teruggekeerd. Hij vertelde, dat
hij op de twee dagen, dat de wed
strijden duurden, een stoppelveld
en een stuk grasland had moeten
omploegen. De belangstelling en de
publiciteit voor de wedstrijden
waren Amerikaans groot geweest.
Er namen 27 ploegers uit 14 landen
aan deel.
De nieuwe wereldkampioen, die
terstond na aankomst een grote
krans om de schouders kreeg ge
hangen, waarna hij met zijn vrouw
ten behoeve van het „plaatje"
langdurig moest poseren vóór en
op een tractor met ploeg, die voor
het vliegtuig stond opgesteld, bracht
als trofee een kleine gouden ploeg
mee; de grote wisselprijs moest in
de Verenigde Staten blijven.
De heer Lint was ongeveer twaalf
jaar, toen hij, na schooltijd, met
ploegen was begonnen. In 1954 en
dit jaar behaalde hij het Neder
landse kampioenschap en bij de
wereldkampioenschappen in Ierland
in 1954 eindigde hij als derde. Hij
zei van plan te zijn, aan wedstrij
den te blijven deelnemen.
LAND- EN TUINBOUW
Het vraagstuk der kopziekte
bij melkvee
Kopziekte kwam in de weide-
periode 1957 veelvuldig voor. De
veearts zegt: het is een voedings
ziekte. Zij treedt op, wanneer „onder
bepaalde omstandigheden" de voe
deropname aanleiding geeft tot
stoornis in de spijsvertering.
Vooral op vochtrijk, jong gras,
na een koudere periode, komt dit
voor. In maag- en darmgestel vindt
dan geen „normale" vertering van
het grasvoeder plaats, waardoor
giftige stoffen uit de darm in de
bloedbaan komen.
Het bloed verliest magnesium en
het dier is zeer gevoelig voor wij
ziging in het mineralengehalte van
het bloed: kopziekte is het gevolg.
De landbouwkundige zegt: veld
proeven met weidend vee wijzen
erop, dat schijnbaar de kans op kop
ziekte groter wordt, naarmate het
kaligehalte in het gras hoger is; bij
hoge stikstofgiften wordt deze kans
nog groter. Men zou hier dus van
een „gevaren-zone" kunnen spreken.
Nu blijkt echter, dat deze ge-
varen-zóne alleen kan worden aan
getoond op weiden, die uitsluitend
gras bevatten.
Zodra klavers (of andere krui
den) in het grasbestand maar vol
doende aanwezig zijn, gaat de veld
proef niet meer op. Professor
't Hart uit Wageningen heeft on
langs zelfsdeuitspraakgedaan.dat
bij 10 pet klaver in het grasbestand
de „gevaren-zóne" voor kopziekte
geheel vervalt!
Uit wat de veearts zegt, is het
volgende begrijpelijk. Kopziekte kan
worden voorkomen door in de ge
vaarlijke tijd speciaal in het
voorjaar bij jong en vochtrijk gras
drogere ruwvezelprodukten bij
te voeren. Stoornis in de spijsver
tering treedt dan niet zo gemak
kelijk op. Of, magnesiumkoekjes
bijvoeren; want, treedt magnesium-
verlies uit het bloed toch nog on
verhoopt op, dan kan de koe in
ieder geval op het kritieke moment
dit verlies uit de darminhoud aan
vullen.
Bovendien, voorzichtigheid bij
overgang van stal naar weide en
omgekeerd, vermindert het gevaar,
dat door de plotselinge wijziging
van voeder, stoornis in de spijsver
tering optreedt!
Uit wat de landbouwkundige zegt,
is moeilijker raad te schaffen. Men
wil immers door doelmatige be
mesting met stikstof, fosfaat èn
kali een hoge weide-opbrengst be
reiken?
Doch wanneer nu blijkt, dat bij
méér klaver in het grasbestand de
gevaren-zóne geheel komt te ver
vallen, dan is het toch wel nood
zakelijk, dat men direct overweegt:
hoe krijg ik meer klaver in mijn
weide!
Vorige week is een wijziging van
het arbeidsbesluit afgekondigd,
waarbij verschillende werkzaam
heden in de landbouw voor jongens
meisjes en vrouwen worden ver
boden.
Het arbeidsbesluit bevat een aan
tal voorscliriften in het belang van
de gezondheid en de veiligheid van
jeugdige personen en vrouwen.
Voor jeugdigen beneden 18 jaar
is het bedienen van zware grond
verplaatsingmachines, frontladders
en locomobielen, alsmede 't vellen
van zware bomen verboden.
Zeer belangrijk is het verbod van
het verrichten van werkzaamheden
met giftige en bijtende stoffen.
Werken en verblijven in de nabij
heid van een plaats waar met gif
tige en bijtende stoffen wordt ge
werkt, is verboden voor beneden
18-jarigen en voor zwangere en
zogende vrouwen.
Jongens en meisjes beneden 16
jaar mogen geen arbeid verrichten
aan dorsmachines, stro- of hooi-
persen, strobinders, hakselmachines
inkuilmachines, rijdende oogstma-
chines en transporteurs.
Ook het besturen van trekkers is
verboden.
Verder mogen zij geen kunstmest
met de hand uitzaaien, zeisen, trek
zagen of bijlen hanteren, vlas of
aardappelloof met de hand trekken
of in bomen klimmen voor rooi of
snoeiwerkzaamheden.
Het ligt in de bedoeling, dat dit
besluit 1 februari a.s. in werking
zal treden.
Overdaad schaadt.
Zet de tering naar de nering,
anders krijgt de nering de tering.
Een vliegende kraai vindt
altijd wat.
Zo gezegd, zo gedaan.
Oktober, wijnmaand.