Nederlandse Kardinaal reorganiseerde de Missie. Wankelende voorspoed... De achtergronden van het schrapje op de arm. hij heeftalles wèl gedaan Bestedingsbeperking een. misrekening Vliegerwedstrijd De R.K. Handelsavondschool te VENRAY Zaterdag 24 augustus 1957 No 34 ACHT EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRÜK en uitgave firma van den münckhof WPPTfRT AH VOOR VPNRAV F1\J fYVf^TRPlfFlM advertentie-prijs: 8 ct. per m.m. abonnements- grotestraat 28 telefoon 512 giro 150652 VV £rCrI\.DlwüU VUUlX VEriNU/il JCrlY WlVlO 1 lYCflVCrJLY prijs per kwartaal f 1.40 buiten venray f 1.60. Kuiperszoon zag vijftig jaar vooruit. 25 jaar geleden stierf Kardinaal van Rossum. Vrijdag 30 augustus is het 25 jaar geleden, dat een der grootste zonen van de Kerk r Nederland stierf: kardinaal van Rossum, redempto rist en prefect van de H. Congre gatie de Propaganda Fide; een man, die zijn tijd ver vooruit was en die dank zij zijn intelligentie, inzicht in de ontwikkeling der in ternationale politieke verhoudingen en karaktergrootheid erin slaagde de wereldmissie uit de chaos van de eerste wereldoorlog te halen en haar nieuw élan te geven tot heil der Kerk, tot heil ook van de vele miljoenen, die sindsdien met het Christendom hebben kennis ge maakt. Aan deze Nederlandse kardinaal is het te danken, dat de wereldmis sie de laatste tientallen jaren een geweldige bloei beleeft, maar vooral dat de Kerk thans sterk staat in gebieden als India, China, Indone sië en Afrika, waar zij steunt op eigen bisschoppen en duizenden priesters. Voor dat kardinaal van Rossum op 12 maart 1918 prefect van de H. Congregatie de Propaganda Fide het hoogste kerkelijke bestuursor gaan voor missiezaken werd, kende de Kerk in de missiegebieden geen inheemse bisschoppen en slechts een enkele inheemse priester. Thans bezit de Kerk daar twee kardinalen, ruim honderd bisschop pen en duizenden priesters, allen voortgekomen uit de missiekerk. Zij verzekeren het voortbestaan van de Kerk, die anders met de verdrijving der blanke koloniale heersers mede verdwenen zou zijn. 0— Kardinaal van Rossum komt uit een eenvoudig ambachtsgezin. Zijn vader, die jong stierf, was kuiper in Zwolle. Na de dood van zijn moeder, die met de meesterknecht hertrouwd was, werd de jonge Marinus met zijn broers en zusjes opgenomen in het katholieke wees huis van Zwolle. Met een toelage van het wees huis en bijdragen van eigen familie kon hij geen studeren aan het klein seminarie te Culemborg. Van daaruit ging hij over de Re demptoristen. Na enkele functies in Nederland te hebben bekleed als prefect bouwde hij het klooster van Wittem, waar hij thans begra ven ligt vertrok hij in 1895, op 41-jarige leeftijd naar Rome. Hier bouwde hij zijn carrière op. In snel tempo volgde de ene benoeming na de andere, elk zijn schaarse tijd nog meer belastend, zodat hij op het toppunt van zijn werkkracht tenslotte dagen maakte van 's morgens vier tot 'savonds tien uur. Op de terugreis van België naar Rome hij was in België geope reerd vernam hij de onverwach te benoeming tot kardinaal. Zijn enige reactie toen hij het bericht ergens in de Elzas in de krant las, was: „Een abuis, van die krantenbe richten kun je nooit op aan". Bij zijn terugkomst in Rome bleek, dat kranten ook wel eens goed geïnformeerd zijn. Dit was in 1911. In 1918 op 64-jarige leeftijd, wanneer iedereen aan zijn pen sioen begint te denken, wachtte kardinaal van Rossum een opdracht die zijn levenswerk zou worden: de reorganisatie van de missie. Als prefect van de H. Congrega tie de Propagande Fide, heeft hij tot aan zijn dood toe in 1932 ge zwoegd voor de missie, ondanks menselijk verzet, menselijke mis kenning en onbegrip. Hij voorzag wat er in de toen nog koloniale gebieden stond te gebeuren: het ontwaken der volke ren en de problemen, die daar voor de Kerk uit zouden voortvloeien. Zijn parool was: de missies moeten zelfstandig worden. Vandaar een grootscheepse bevordering van de inheemse priesters. De Nederlandse katholieken verzocht hij te zorgen voor de opleiding van 100 inheemse priesters. Nederland heeft geant woord met de opleiding van onge veer 1500 inlandse priesters. Hij smeekte om meer missiona rissen. Hij kreeg ze. Hij stichtte 162 nieuwe missiegebieden. Zijn standpunt was: hoe meer wij mis sioneren des te meer roepingen zullen er komen. Ook hierin kreeg hij gelijk. Ook de manier van mis sioneren reorganiseerde hij en vestigde hij op andere basis. Er moet scherp onderscheid zijn tussen kolonisatie en missiewerk, hield hij de missionarissen voor, want hij voorzag reeds toen hoeveel schade het chauvinisme der jonge volkeren tientallen jaren later de Kerk zou kunnen berokkenen. De missiona rissen moeten inheems zijn met de inheemsen. Zij mogen geen nieuwe cultuur brengen, maar moeten de aanwezige cultuur kerstenen. In twee encylieken „Maximum illud" (1919) en „RerumEcclesiae" (1926) legden de Pausen de inzichten van de Nederlandse kardinaal vast. Maar om dit alles te kunnen doorvoeren waren reusachtige ka pitalen nodig. Dit organiseerde hij middels de pauselijke missie werken, die hij oprichtte of reorga niseerde. Een voorbeeld: in 1917 droegen het Genootschap tot Voortplanting des Geloofs en de H. Kindsheid f 33.000 bij voor de missie, momen teel een millioen gulden. Werd vroeger de begroting van de Propaganda Fide met tonnen berekend, thans is die opgelopen tot millioenen. Ongeveer 1956 kon- d?n de verschillende pauselijke missiewerken bijna tachtig millioen gulden aan de missie uitkeren. Nog veel te weinig, gezien de enorme eisen, die de missie stelt, doch zonder kardinaal van Rossum was het nog veel minder geweest en had de missie nimmer zo'n vlucht kunr.en nemen als de laatste tien tallen jaren het geval is geweest. Telkens blijkt, dat wanneer op de scholen het zogenaam de tuberculose-onderzoek heeft plaats gehad, verschillen de ouders ongerust zijn over het rood worden van de schrapjes op de armen hunner kinderen. Het is wellicht goed, daarom eens iets meer te vertellen over dit onder zoek. Tuberculose is niet erfelijk. Iedereen komt zonder tuberkel bacillen ter wereld. Men krijgt tuberculose door besmetting en te oordelen naar de reactie van Von Pirquet, die bij een groot gedeelte van de volwassenen positief uitvalt worden er in de loop van hun leven nogal wat mensen geinfec- teerd. Dat wil niet zeggen, dat al deze mensen ook werkelijk ziek geweest zijn. In veel gevallen wordt het lichaam de infectie betrekkelijk ge makkelijk de baas. Reeds in 1907 beschreef de kin derarts, Clemens von Pirquet, in de medische vakpers de later naar hem genoemde reactie, een proef, waarmee men kan nagaan, of iemand al dan niet met tuberkel bacillen besmet is (geweest) Een druppeltje tuberculine wordt daarbij door middel van de beken de schrapjes in de huid, meestal op de buigzijde van de onderarm gebracht. I .Treedt na 2 maal 24 uur op de plaats waar de tuberculine is inge bracht, roodheid met zwelling op, dan is de reactie positief. Dat betekent dan, dat de onder zochte persoon reeds met tuberkel bacillen in aanraking is geweest. Wanneer er na twee etmalen geen roodheid en zwelling zijn op getreden, is de reactie negatief, da onderzochte persoon heeft dan nog nooit met de'tuberkelbacil kennis gemaakt. Afweerstoffen in actie. Het tuberculine, destijds reeds ge bruikt door de beroemde Robert Koch, is een glycerine extract van bouillonculturen van tuberkelbacil len. Het be vat geen levende tuberkel bacillen, maar wel de afscheidings producten van deze bacterie. Pas bij het eerste contact met tuberkelbacillen vormt het lichaam afweerstoffen tegen deze indringers. De optredende roodheid bij een positieve reactie van Von Pirquet, moet men zien als een aanwijzing, dat een treffen van deze afweer stoffen met het bacteriegif heeft plaats gehad. Door deze afweerstoffen krijgt het lichaam een zeker weerstand tegen eventueel volgende besmet tingen. Wordt er bij het verrichten van de proef bacteriegif in de huid gebracht, dan kunnen reeds eerder besmette personen tegen dit gif in verweer komen. Zij doen dat ook, de plaatselijk optredende roodheid is daarvan het bewijs. Omgekeerd zijn personen met „een negatieve Von Pirquet", dat zijn dus de mensen die de boven bedoelde afweerstoffen niet bezitten, omdat zij nog nooit geïnfecteerd zijn, over het algemeen ontvanke lijker voor de tuberkelbacil. Verpleegsters met een negatieve reactie van Von Pirquet mochten jaren geleden al niet op afdelingen met tuberculosepatiënten werken. Schoolarts De diagnotische waarde van de reactie is uit de aard der zaak en zeker bij volwassenen betrek kelijk gering. Over het algemeen heeft men in deze aan een nega tieve uitslag meer houvast dan aan een positieve. Worden er bij röntgenologisch onderzoek in de longen afwijkingen gezien, dan duidt een negatieve reactie van Von Pirquet erop, dat deze veranderingen niet van tuber culeuze oorsprong zijn. Een positieve uitslag van de reac tie heeft minder betekenis, daar veel gezonde volwassenen dit ver schijnsel immers vertonen. Op de kinderleeftijd wordt de reactie van Von Pirquet regelmatig verricht. Op de lagere school ma ken nogal wat kinderen hun eerste tuberculeuze infectie door. Het is van belang om bij kinderen, die steeds negatief waren en waar de reactie plotseling positief is ge worden, door middel van röntgen onderzoek na te gaan of het lichaam deze jeugdinfectie naar behoren te boven gekomen is. Hiervoor is dit onderzoek dan ook begonnen. Om aan het rood worden der schrapjes grotere en alarmerende betekenis te hechten, is dus onjuist. Morgen horen wij in het Evangelie, zoals meermalen in het jaar, van een wonderbare genezing, die Jezus bewerkte, deze keer van een doof stomme, die ineens weer goed kon spreken. De mensen die er getuigen van waren, waren buiten zichzelf van verbazing en jubelden het uit: „Hij heeft alles wèl gedaan, ook de doven deed hij horen en de stom men spreken. En dan moeten wij weten, dat Jezus dit wonder niet deed in het eigenlijke land der Joden, maar in de half heidense streek der De capolis. De geestdrift en warme waardering van deze mensen steekt sterk af bij het steed> groeiend ongeloof en wan trouwen, dat de Heer van Zijn eigen volk ondervindt, ofschoon Jezus voor de Joden ontelbare wonderen had verricht. Overal in het Joodse land immers genas Jezus de zieken die zij bij Hem brachten, zoals Sint Petrus, die er steeds bij was, later getuigde: „Jezus ging rond, weldoende en genezende". (Handel. 10,38). Het schijnt nu eenmaal een kwade eigenschap van de menselijke natuur te zijn, om minder waardering te hebben voor dingen waarmee men vertrouwd is geraakt. Zo is het ook bij ons het geval. Ook ons heeft Jezus zo dikwijls wèl gedaan, nog meer dan die mensen, die door Jezus op wonderbare wijze van een licha melijke kwaal genezen werden. Wij mensen zijn toch meer dan alleen maar lichaam. Jezus is door Zijn Vader in de hemel gezonden om ons mensen naar lichaam en ziel te genezen, opdat wij eenmaal eeuwig bij God kunnen leven, eeuwig gelukkig kun nen zijn. En ook ons sterfelijk lichaam, dat aan ziekte en bederf onderhevig is, zal Christus eenmaal omvormen en bij de verrijzenis op de jongste dag gelijkvormig maken aan Zijn eigen verheerlijkt lichaam. Daar gaat het uiteindelijk toch om in ons leven. Voortdurend is Jezus bezig ons wèl te doen op dit gebied. Jezus is ons altijd nabij met de ver lossende liefde van Zijn Hart, voor al in de H. Mis en in de heilige Sacramenten. Hij komt ons steeds tegemoet met de rijkdommen van Zijn genade, vooral ons die het ge luk hebben, te behoren tót Christus' Kerk. We zijn zo gewoon geraakt aan deze voortdurende weldaden die Christus bewijst aan onze ziel, dat wij 't niets bijzonders meer vinden. Er zijn natuurlijk mensen, ook onder de gelovigen, die zelfs on verschillig de schouders ophalen als zij dit zouden lezen. Zij zijn alleen ontvankelijk voor weldaden op stof felijk gebied, voor dingen die ze kunnen voelen, grijpen en be tasten. Maar zij vergeten, dat zij aan God en ook aan Christus, zoveel stof felijke weldaden te danken hebben. Al het goede, ook gezondheid, vreug de, welvaart, dat alles komt uit eindelijk van God, de Gever van alle goed, en dus ook van Christus' die als God de Zoon van Zijn Vader alle macht gekregen heeft op aarde zoals in de hemel. De mensen van het Evangelie, die nog halve heidenen waren, juichten Jezus toe om een stoffelijke wel daad. God mag van ons christenen toch met recht wel méér verwach ten. Wij moeten geloven, dat God ons in Christus voortdurend wel- Bij de aankondiging van de be stedingsbeperking heeft de regering zich uitgesloofd om aan te tonen, dat de „aanpassing" niet is bedoeld om de gunstige conjunctuur te matigen, of om zelfs de welvaart van de burgers enige schade toe te brengen. Alleen moet die welvaart en con junctuur worden aangepast aan de werkelijkheid. Wij lieten het, populair gezegd, breder hangen dan wij 't hadden. Een deel van de welvaart werd en wordt op de pof genoten en dit nu is op lange termijn onmogelijk. Dit klopt natuurlijk, maar de vraag is, of dat poffen moet tegen gegaan worden door de econo mische operaties, die economie niet zodanig wordt aangepast, dat zij gaat verschrompelen. Roepen wij met al die correcties geen crisis, sociale onrust en wer keloosheid op? Deze vraag zullen velen zich nu stellen. Men behoeft geen vakman te zijn in economische aangelegen heden om te zien, dat de voorspoe dige ontwikkeling, die men gunstige conjunctuur noemt, een internatio naal verschijnsel is, dat ten dele ontstaat door nog onverklaarde reacties van het publiek. WANNEER WENDING Een kleine staat als Nederland kan die conjunctuur niet wenden of keren. Duurt de voorspoed van handel en industrie in de wereld voort, terwijl Nederland als éénling overgaat tot bestedingsbeperking, dan kan de mate van welvaarts toeneming binnen onze grenzen worden afgeremd, verdwijnen zal zij zeker niet. In zoverre had de regering gelijk met haar stelling. De toestand wordt echter heel anders indien grote naties wij zigingen in haar welvaartspa troon aanbrengen en nog scher per wordt de veranderde richting van de conjuncturele lijn indien een aantal grote landen zich tegelijkertijd besteding opleggen en deze toestand is op 't ogen blik aanwezig. Zij kan een zeer scherpe verandering teweeg brengen in de resultaten, ja zelfs tot een wereldcrisis aan leiding geven en zeker tot een stokken van de gunstige con juncturele ontwikkeling, zoals wij ook in 1952 gekend hebben. De maatregelen in Frankrijk zijn ons allen bekend. Daar is men over gegaan tot gedeeltelijke devaluatie, tot beperking van de invoer en stimulering van de export door premies. Het zijn vergaande maatregelen, die op alle landen, waarmee dit land handel drijft, een nadelige invloed moeten uitoefenen, dus ook op Nederland. DE KAT IN NOOD! Nu moge Frankrijk in nood rare sprongen maken, men zal ras tot de conclusie komen, dat alle re geringen plotseling overgaan tot een aantal maatregelen, die inflatie moeten tegengaan. In Amerika, Engeland en alle andere westerse landen, inclusief het voorspoedige Duitsland is het disconto verhoogd en zijn krediet- beperkende maatregelen genomen, evenals bij ons. Het terstond na de oorlog zo sterk staande Zweden is evenmin achtergebleven en zelfs Zwitserland zingt met flinke stem mee in dit anti-inflatiekoor. Tegelijk met onze regering wor den plotseling alle ministers van financiën krenterig met staatsuit gaven. Door het wellicht onafhankelijk optreden, doch in feite collectief reageren op de voortgaande munt- ontwaarding, is de reactie sterker dan men zou vermoeden. daden bewijst, niet alleen op stof felijk, maar ook op geestelijk gebied, als wij maar in de goede gestelte nis zijn tegenover God onze Vader, en wij ons geheel vol vertrouwen overgeven aan Gods vaderlijke Voor zienigheid. Dan zullen wij zelfs temidden van de diepste ellende nog met de heilige man Job kunnen zeggen: „De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen, de naam des Heren zij geprezen". (Job 1,21). Of zoals echt gelovige mensen bij alle gebeurtenissen, blijde en droe vige, steeds zeggen: „Wat God doet, is wèl gedaan". En inderdaad doet Christus alles wèl voor hen die Hem en zijn Vader liefhebben, ook daar waar ons mensenverstand geen uitkomst ziet, en wanhoop en angst zich meester willen maken van ons hart. O, mochten wij toch zulk een ge loof hebben, dat wij bij vreugde zowel als bij verdriet, in alle op rechtheid steeds zouden zeggen: „Hij heeft alles wèl gedaan". Een dodelijk gevaar Algemeen heeft men ervaren dat renteverhoging op de duur weinig invloed uitoefent. De investeringen kunnen er aarzelend door worden uitgevoerd, maar het investerings proces gaat door. Vandaar dat mi nister Hofstra ook nog de vennoot schapsbelasting verhoogde om de investeringen daadwerkelijk aan te tasten. Toch heeft de rentestand tijdelijk gedeeltelijke invloed op de bedrijfs- politiek, zoals gebleken is, met name op de oorraadvorming. Verwacht men een gunstige eco nomische ontwikkeling met stijgen de prijzen, dan gaan kooplieden en industriëlen over tot voorraad- vorming. Deze steunt dan de grond- stoffenmarkten en brengt werk aan de winkel voor de vrachtvaart. Het is opmerkelijk hoezeer de scheep vrachten in de gehele wereld de laatste weken zijn gedaald tot op een derde deel van die aan het begin van het jaar. De prijzen op de goederenmarkten bewegen zich op een aarzelend niveau met voor vele grondstoffen een dalende tendens. Nu mag men dit in het kader vandeinflatie-bestrijdlng 'n gunstig teken noemen, voor de gunstige conjunctuur betekenen deze bewe gingen een dodelijk gevaar. Wordt het vertrouwen in de prijsstabili teit ernstig geschaad, dan kan dit als een sneeuwbal werken en een golf van zakenpessimisme veroor zaken, die tot een depressie kan leiden. Wcrkloosheidsspook dreigt Wij kunnen nog op enkele andere internationale verschijnselen wijzen. In Amerika en enkele andere landen zal dit jaar de nieuwbouw van huizen blijven beneden het ni veau van de laatste jaren. De ver kopen van nieuwe automobielen blijven in de meeste westelijke lan den ver onder de verwachtingen, hetgeen vroeger al eens een terug gaande conjunctuur heeft aange kondigd. In de jonge emigratielanden is in verschillende sectoren een sterke vermindering van werkgelegenheid geconstateerd. Voor Canada was dit reeds aanleiding om het aantal toe te laten immigranten te beperken. In Australië heerst een tamelijk lauwe economische stemming, om dat drastische kredietbeperkingen de expansie remmen. Indien de emigratie met name in Nederland wordt geremd, zal men hier spoedig met werkloosheids- zorgen rondwandelen. Onmogelijke opdracht Temidden van al deze aarzeling hebben verschillende europese re geringen nog plannen tot invoer beperking, met gelijktijdige voor nemens tot exportvergroting. Wanneer alle westelanden hiertoe gelijktijdig besluiten, moeten deze voornemens mislukken, want wan neer overal de grenzen dichtgaan, kan men over de gehele linie on mogelijk de uitvoer vergroten. Zelfs de Euromarkt, die voor de deur staat, zal in de aanvang in verschillende landen de handel schade toebrengen, vooral in ons land, dat zich altijd op een open wereldhandel heeft georiënteerd. Men moet bij dit alles de vraag stellen, of de westelijke regeringen niet al te veel beperkingen leggen op de economische aktiviteit. Zij treffen stuk voor stuk inci dentele maatregelen, die niet sto rend, doch slechts corrigerend werken, zo heet het. Zij werpen een voor een golfbrekers voor de guns tige conjunctuurstroom, maar zij bouwen tesamen een dam, die de gunst der tijden vernietigt. Wordt het niet hoog tijd, dat de economische moeilijkheden, in hoofdzaak van monetaire aard, eens ia een westelijke conferen tie van alle belanghebbende lan den aan een onderzoek worden onderworpen, voordat men tot zijn schrik ontdekt, dat men met alle partiële correctie de bloeien de welvaartsboom alle licht en lucht heeft ontnomen? Deze ontdekking zou ook de nederlandse regering met haar uitgerekende bestedingsbeperking wel eens voor een misrekening kunnen plaatsen! St. Servatius-terrein. Kampioenschappen van Venray Zaterdag 31 aug. 2 uur. Het is intussen al weer enige jaren geleden, dat oud en jong op 31 aug. kon genieten van de aloude sport vliegerwedstrijd. De laatste jaren hoewel deze sport nog springlevend is heb ben onze jongens geen kans gehad zich in deze strijd te meten. Nu in 1957 bij 't herdenken van het 20-jarig bestaan van de Ver- kennersgroep St. Petrus, heeft deze groep het op zich genomen een vliegerwedstrijd te organiseren voor geheel de Venrayse jeugd. Weer en wind dienende krijgen al onze jongens op 31 augustus de kans te laten zien, hoe ver ze ge vorderd zijn in de edele vliegkunst. Er worden 2 klasse gevormd, van 10—12 jaren en 13—16 jaren. De bedoeling is, dat twee jongens met hun vlieger een ploeg vormen. Er wordt telkens gestart met vijf ploegen. Beoordeeld wordt: aan melden, techniek, bouw, afwerking, samenwerking bij 't opstijgen, ge drag, vliegrnogelijkheid, binnen halen, afmelden en nakeuring. In ieder klas is aan de le prijs meteen de titel van kampioen van Venray verbonden. Verder zijn er mooie prijzen beschikbaar, o.m. voor de grootste pechvogel. Jongens laat zien dat jullie het vliegeren nog niet verleerd zijn, en schrijf allemaal in op onze eerste Venrayse vliegerkampioenschappen. Aanmelden iedere dag bij Oubaas Custers en Hopman Biilekens. Op het ogenblik telt Venray on derwijsinstellingen op alle gebied. Hoger-, middelbaar-, lager-, tech nisch-, land- en tuinbouwonder-wijs zijn vertegenwoordigd. Ook het Handelsonderwijs heeft in Venray een inrichting, nl. de 3-jarige Middelbare Handelsavond school van de Venrayse Midden stand. Op deze school worden zowel meisjes als jongens toegelaten, die zich verder willen bekwamen op gebied van boekhouden, handels- rekenen en handelskennis. Aan het einde van de 3e cursus wordt aan de geslaagden een rijks diploma uitgereikt, dat vrijstelling verleent van het examen voor de Vestigingswet Kleinbedrijf en bo vendien tot aanbeveling strekt voor verschillende kantorenen dergelijke inrichtingen. De lessen vallen in de avonduren, van kwart over zes tot negen uur, en worden op 4 dagen in de week gegeven. Bijzondere eisen voor .toe lating worden niet gesteld. Voor degenen die zich voor deze school interesseren verwijzen wij naar de advertentie in deze krant. Nieuws uit Venray en Omgeving GROENE KRUIS Donderdag a.s.: Zuigelingenbureau voor de Kerk dorpen. Bekendmaking Burgemeesters en wethouders der gemeente Venray brengen hierbij ter openbare kennis, dat bij be sluit van de raad dier gemeente van 30 juli 1957 medewerking is verleend aan het bestuur van de bijzondere kleuterschool te Oos trum—Venray, als bedoeld in de Kleuteronderwijswet, voor het tref fen van enkele voorzieningen aan het lokaal van de bijzondere lagere school aldaar, waarin de kleuter school zal worden ondergebracht. Binnen dertig vrije dagen, te rekenen van heden af, kan ieder ingezetene en het schoolbestuur tegen bedoeld raadsbesluit in beroep komen bij gedeputeerde staten van Limburg. Gedurende die beroepstermijn liggen alle op de aanvraag van het schoolbestuur betrekking hebbende bescheiden, voor eenieder kosteloos ter inzage ter gemeente-secretarie. Venray, 17 augustus 1957. Diamanten Professiefeest op „Jeruzalem" Woensdag, 28 aug. a.s., feest van de H. Augustinus, zullen mère Ca- tharina Mahler en mère Henriette Berganslus in „Jeruzalem", haar 60-jarig Professiefeest vieren. Mère Catharina was novicen- meesteres van 1910'18; assistente van 1907'21 en bekleedde van nov. '21 tot '28 het ambt van overste in „Jeruzalem". Van 1928 tot '37 was zij overste in Renkum, van 1937'41 in Vught en van '47'48 in Nijmegen. Mère Henriette was van 4 oct. 1895 af, 40 jaar lang onderwijzeres in de lagere school, waar zij met heel veel ijver en liefde de lessen gaf in de 1ste, 2de en 3de klas. Veel Venrayse moeders zullen zich nog haar handwerklessen herinneren. Ook had mère Henriette jaren lang de zorg voor de armen, een werk wat haar ook nu nog heel na aan het hart ligt, zij doet niets liever dan rokjes en truitjes breien: „Ik heb thuis m'n moeder ook al tijd mogen helpen bij haar zorg voor de armen, daarom doe ik het zo graag", zegt ze. Mogen beide jubilaressen nog lang gespaard blijven, om te bidden en te offeren, voor de vele intenties die haar worden aanbevolen. GESLAAGD: Te Rotterdam slaagde voor Textielwarenkennis, groep alge meen, de heer Joop Baltissen te Merselo.

Peel en Maas | 1957 | | pagina 1