Nederlandse Kardinaal reorganiseerde
de Missie.
Wankelende voorspoed...
De achtergronden van het
schrapje op de arm.
hij heeftalles
wèl gedaan
Bestedingsbeperking een.
misrekening
Vliegerwedstrijd
De R.K. Handelsavondschool
te VENRAY
Zaterdag 24 augustus 1957 No 34
ACHT EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRÜK en uitgave firma van den münckhof WPPTfRT AH VOOR VPNRAV F1\J fYVf^TRPlfFlM advertentie-prijs: 8 ct. per m.m. abonnements-
grotestraat 28 telefoon 512 giro 150652 VV £rCrI\.DlwüU VUUlX VEriNU/il JCrlY WlVlO 1 lYCflVCrJLY prijs per kwartaal f 1.40 buiten venray f 1.60.
Kuiperszoon zag vijftig jaar vooruit.
25 jaar geleden stierf Kardinaal van Rossum.
Vrijdag 30 augustus is het 25 jaar
geleden, dat een der grootste zonen
van de Kerk r Nederland stierf:
kardinaal van Rossum, redempto
rist en prefect van de H. Congre
gatie de Propaganda Fide; een
man, die zijn tijd ver vooruit was
en die dank zij zijn intelligentie,
inzicht in de ontwikkeling der in
ternationale politieke verhoudingen
en karaktergrootheid erin slaagde
de wereldmissie uit de chaos van
de eerste wereldoorlog te halen en
haar nieuw élan te geven tot heil
der Kerk, tot heil ook van de vele
miljoenen, die sindsdien met het
Christendom hebben kennis ge
maakt.
Aan deze Nederlandse kardinaal
is het te danken, dat de wereldmis
sie de laatste tientallen jaren een
geweldige bloei beleeft, maar vooral
dat de Kerk thans sterk staat in
gebieden als India, China, Indone
sië en Afrika, waar zij steunt op
eigen bisschoppen en duizenden
priesters.
Voor dat kardinaal van Rossum
op 12 maart 1918 prefect van de
H. Congregatie de Propaganda Fide
het hoogste kerkelijke bestuursor
gaan voor missiezaken werd, kende
de Kerk in de missiegebieden geen
inheemse bisschoppen en slechts
een enkele inheemse priester.
Thans bezit de Kerk daar twee
kardinalen, ruim honderd bisschop
pen en duizenden priesters, allen
voortgekomen uit de missiekerk.
Zij verzekeren het voortbestaan
van de Kerk, die anders met de
verdrijving der blanke koloniale
heersers mede verdwenen zou zijn.
0—
Kardinaal van Rossum komt uit
een eenvoudig ambachtsgezin. Zijn
vader, die jong stierf, was kuiper
in Zwolle. Na de dood van zijn
moeder, die met de meesterknecht
hertrouwd was, werd de jonge
Marinus met zijn broers en zusjes
opgenomen in het katholieke wees
huis van Zwolle.
Met een toelage van het wees
huis en bijdragen van eigen familie
kon hij geen studeren aan het
klein seminarie te Culemborg.
Van daaruit ging hij over de Re
demptoristen. Na enkele functies
in Nederland te hebben bekleed
als prefect bouwde hij het klooster
van Wittem, waar hij thans begra
ven ligt vertrok hij in 1895, op
41-jarige leeftijd naar Rome.
Hier bouwde hij zijn carrière
op. In snel tempo volgde de ene
benoeming na de andere, elk zijn
schaarse tijd nog meer belastend,
zodat hij op het toppunt van zijn
werkkracht tenslotte dagen maakte
van 's morgens vier tot 'savonds
tien uur.
Op de terugreis van België naar
Rome hij was in België geope
reerd vernam hij de onverwach
te benoeming tot kardinaal.
Zijn enige reactie toen hij het
bericht ergens in de Elzas in de
krant las, was:
„Een abuis, van die krantenbe
richten kun je nooit op aan".
Bij zijn terugkomst in Rome
bleek, dat kranten ook wel eens
goed geïnformeerd zijn. Dit was in
1911.
In 1918 op 64-jarige leeftijd,
wanneer iedereen aan zijn pen
sioen begint te denken, wachtte
kardinaal van Rossum een opdracht
die zijn levenswerk zou worden:
de reorganisatie van de missie.
Als prefect van de H. Congrega
tie de Propagande Fide, heeft hij
tot aan zijn dood toe in 1932 ge
zwoegd voor de missie, ondanks
menselijk verzet, menselijke mis
kenning en onbegrip.
Hij voorzag wat er in de toen
nog koloniale gebieden stond te
gebeuren: het ontwaken der volke
ren en de problemen, die daar voor
de Kerk uit zouden voortvloeien.
Zijn parool was: de missies moeten
zelfstandig worden. Vandaar een
grootscheepse bevordering van de
inheemse priesters. De Nederlandse
katholieken verzocht hij te zorgen
voor de opleiding van 100 inheemse
priesters. Nederland heeft geant
woord met de opleiding van onge
veer 1500 inlandse priesters.
Hij smeekte om meer missiona
rissen. Hij kreeg ze. Hij stichtte
162 nieuwe missiegebieden. Zijn
standpunt was: hoe meer wij mis
sioneren des te meer roepingen
zullen er komen. Ook hierin kreeg
hij gelijk. Ook de manier van mis
sioneren reorganiseerde hij en
vestigde hij op andere basis. Er
moet scherp onderscheid zijn tussen
kolonisatie en missiewerk, hield hij
de missionarissen voor, want hij
voorzag reeds toen hoeveel schade
het chauvinisme der jonge volkeren
tientallen jaren later de Kerk zou
kunnen berokkenen. De missiona
rissen moeten inheems zijn met de
inheemsen. Zij mogen geen nieuwe
cultuur brengen, maar moeten de
aanwezige cultuur kerstenen. In
twee encylieken „Maximum illud"
(1919) en „RerumEcclesiae" (1926)
legden de Pausen de inzichten van
de Nederlandse kardinaal vast.
Maar om dit alles te kunnen
doorvoeren waren reusachtige ka
pitalen nodig. Dit organiseerde
hij middels de pauselijke missie
werken, die hij oprichtte of reorga
niseerde.
Een voorbeeld: in 1917 droegen
het Genootschap tot Voortplanting
des Geloofs en de H. Kindsheid
f 33.000 bij voor de missie, momen
teel een millioen gulden.
Werd vroeger de begroting van
de Propaganda Fide met tonnen
berekend, thans is die opgelopen
tot millioenen. Ongeveer 1956 kon-
d?n de verschillende pauselijke
missiewerken bijna tachtig millioen
gulden aan de missie uitkeren. Nog
veel te weinig, gezien de enorme
eisen, die de missie stelt, doch
zonder kardinaal van Rossum was
het nog veel minder geweest en
had de missie nimmer zo'n vlucht
kunr.en nemen als de laatste tien
tallen jaren het geval is geweest.
Telkens blijkt, dat wanneer op de scholen het zogenaam
de tuberculose-onderzoek heeft plaats gehad, verschillen
de ouders ongerust zijn over het rood worden van de
schrapjes op de armen hunner kinderen. Het is wellicht
goed, daarom eens iets meer te vertellen over dit onder
zoek.
Tuberculose is niet erfelijk.
Iedereen komt zonder tuberkel
bacillen ter wereld. Men krijgt
tuberculose door besmetting en te
oordelen naar de reactie van Von
Pirquet, die bij een groot gedeelte
van de volwassenen positief uitvalt
worden er in de loop van hun
leven nogal wat mensen geinfec-
teerd.
Dat wil niet zeggen, dat al deze
mensen ook werkelijk ziek geweest
zijn. In veel gevallen wordt het
lichaam de infectie betrekkelijk ge
makkelijk de baas.
Reeds in 1907 beschreef de kin
derarts, Clemens von Pirquet, in
de medische vakpers de later naar
hem genoemde reactie, een proef,
waarmee men kan nagaan, of
iemand al dan niet met tuberkel
bacillen besmet is (geweest)
Een druppeltje tuberculine wordt
daarbij door middel van de beken
de schrapjes in de huid, meestal
op de buigzijde van de onderarm
gebracht.
I .Treedt na 2 maal 24 uur op de
plaats waar de tuberculine is inge
bracht, roodheid met zwelling op,
dan is de reactie positief.
Dat betekent dan, dat de onder
zochte persoon reeds met tuberkel
bacillen in aanraking is geweest.
Wanneer er na twee etmalen
geen roodheid en zwelling zijn op
getreden, is de reactie negatief, da
onderzochte persoon heeft dan nog
nooit met de'tuberkelbacil kennis
gemaakt.
Afweerstoffen in actie.
Het tuberculine, destijds reeds ge
bruikt door de beroemde Robert
Koch, is een glycerine extract van
bouillonculturen van tuberkelbacil
len. Het be vat geen levende tuberkel
bacillen, maar wel de afscheidings
producten van deze bacterie.
Pas bij het eerste contact met
tuberkelbacillen vormt het lichaam
afweerstoffen tegen deze indringers.
De optredende roodheid bij een
positieve reactie van Von Pirquet,
moet men zien als een aanwijzing,
dat een treffen van deze afweer
stoffen met het bacteriegif heeft
plaats gehad.
Door deze afweerstoffen krijgt
het lichaam een zeker weerstand
tegen eventueel volgende besmet
tingen. Wordt er bij het verrichten
van de proef bacteriegif in de huid
gebracht, dan kunnen reeds eerder
besmette personen tegen dit gif in
verweer komen. Zij doen dat ook,
de plaatselijk optredende roodheid
is daarvan het bewijs.
Omgekeerd zijn personen met
„een negatieve Von Pirquet", dat
zijn dus de mensen die de boven
bedoelde afweerstoffen niet bezitten,
omdat zij nog nooit geïnfecteerd
zijn, over het algemeen ontvanke
lijker voor de tuberkelbacil.
Verpleegsters met een negatieve
reactie van Von Pirquet mochten
jaren geleden al niet op afdelingen
met tuberculosepatiënten werken.
Schoolarts
De diagnotische waarde van de
reactie is uit de aard der zaak
en zeker bij volwassenen betrek
kelijk gering. Over het algemeen
heeft men in deze aan een nega
tieve uitslag meer houvast dan aan
een positieve.
Worden er bij röntgenologisch
onderzoek in de longen afwijkingen
gezien, dan duidt een negatieve
reactie van Von Pirquet erop, dat
deze veranderingen niet van tuber
culeuze oorsprong zijn.
Een positieve uitslag van de reac
tie heeft minder betekenis, daar
veel gezonde volwassenen dit ver
schijnsel immers vertonen.
Op de kinderleeftijd wordt de
reactie van Von Pirquet regelmatig
verricht. Op de lagere school ma
ken nogal wat kinderen hun eerste
tuberculeuze infectie door.
Het is van belang om bij kinderen,
die steeds negatief waren en waar
de reactie plotseling positief is ge
worden, door middel van röntgen
onderzoek na te gaan of het lichaam
deze jeugdinfectie naar behoren te
boven gekomen is.
Hiervoor is dit onderzoek dan
ook begonnen. Om aan het rood
worden der schrapjes grotere en
alarmerende betekenis te hechten,
is dus onjuist.
Morgen horen wij in het Evangelie,
zoals meermalen in het jaar, van
een wonderbare genezing, die Jezus
bewerkte, deze keer van een doof
stomme, die ineens weer goed kon
spreken. De mensen die er getuigen
van waren, waren buiten zichzelf
van verbazing en jubelden het uit:
„Hij heeft alles wèl gedaan, ook de
doven deed hij horen en de stom
men spreken.
En dan moeten wij weten, dat
Jezus dit wonder niet deed in het
eigenlijke land der Joden, maar in
de half heidense streek der De capolis.
De geestdrift en warme waardering
van deze mensen steekt sterk af bij
het steed> groeiend ongeloof en wan
trouwen, dat de Heer van Zijn eigen
volk ondervindt, ofschoon Jezus voor
de Joden ontelbare wonderen had
verricht.
Overal in het Joodse land immers
genas Jezus de zieken die zij bij
Hem brachten, zoals Sint Petrus,
die er steeds bij was, later getuigde:
„Jezus ging rond, weldoende en
genezende". (Handel. 10,38).
Het schijnt nu eenmaal een kwade
eigenschap van de menselijke natuur
te zijn, om minder waardering te
hebben voor dingen waarmee men
vertrouwd is geraakt. Zo is het ook
bij ons het geval. Ook ons heeft
Jezus zo dikwijls wèl gedaan, nog
meer dan die mensen, die door Jezus
op wonderbare wijze van een licha
melijke kwaal genezen werden. Wij
mensen zijn toch meer dan alleen
maar lichaam.
Jezus is door Zijn Vader in de
hemel gezonden om ons mensen
naar lichaam en ziel te genezen,
opdat wij eenmaal eeuwig bij God
kunnen leven, eeuwig gelukkig kun
nen zijn. En ook ons sterfelijk
lichaam, dat aan ziekte en bederf
onderhevig is, zal Christus eenmaal
omvormen en bij de verrijzenis op
de jongste dag gelijkvormig maken
aan Zijn eigen verheerlijkt lichaam.
Daar gaat het uiteindelijk toch om
in ons leven. Voortdurend is Jezus
bezig ons wèl te doen op dit gebied.
Jezus is ons altijd nabij met de ver
lossende liefde van Zijn Hart, voor
al in de H. Mis en in de heilige
Sacramenten. Hij komt ons steeds
tegemoet met de rijkdommen van
Zijn genade, vooral ons die het ge
luk hebben, te behoren tót Christus'
Kerk. We zijn zo gewoon geraakt
aan deze voortdurende weldaden die
Christus bewijst aan onze ziel, dat
wij 't niets bijzonders meer vinden.
Er zijn natuurlijk mensen, ook
onder de gelovigen, die zelfs on
verschillig de schouders ophalen als
zij dit zouden lezen. Zij zijn alleen
ontvankelijk voor weldaden op stof
felijk gebied, voor dingen die ze
kunnen voelen, grijpen en be
tasten.
Maar zij vergeten, dat zij aan God
en ook aan Christus, zoveel stof
felijke weldaden te danken hebben.
Al het goede, ook gezondheid, vreug
de, welvaart, dat alles komt uit
eindelijk van God, de Gever van
alle goed, en dus ook van Christus'
die als God de Zoon van Zijn Vader
alle macht gekregen heeft op aarde
zoals in de hemel.
De mensen van het Evangelie, die
nog halve heidenen waren, juichten
Jezus toe om een stoffelijke wel
daad. God mag van ons christenen
toch met recht wel méér verwach
ten. Wij moeten geloven, dat God
ons in Christus voortdurend wel-
Bij de aankondiging van de be
stedingsbeperking heeft de regering
zich uitgesloofd om aan te tonen,
dat de „aanpassing" niet is bedoeld
om de gunstige conjunctuur te
matigen, of om zelfs de welvaart
van de burgers enige schade toe
te brengen.
Alleen moet die welvaart en con
junctuur worden aangepast aan de
werkelijkheid.
Wij lieten het, populair gezegd,
breder hangen dan wij 't hadden.
Een deel van de welvaart werd
en wordt op de pof genoten en dit
nu is op lange termijn onmogelijk.
Dit klopt natuurlijk, maar de
vraag is, of dat poffen moet tegen
gegaan worden door de econo
mische operaties, die economie niet
zodanig wordt aangepast, dat zij
gaat verschrompelen.
Roepen wij met al die correcties
geen crisis, sociale onrust en wer
keloosheid op?
Deze vraag zullen velen zich nu
stellen.
Men behoeft geen vakman te
zijn in economische aangelegen
heden om te zien, dat de voorspoe
dige ontwikkeling, die men gunstige
conjunctuur noemt, een internatio
naal verschijnsel is, dat ten dele
ontstaat door nog onverklaarde
reacties van het publiek.
WANNEER WENDING
Een kleine staat als Nederland
kan die conjunctuur niet wenden
of keren. Duurt de voorspoed van
handel en industrie in de wereld
voort, terwijl Nederland als éénling
overgaat tot bestedingsbeperking,
dan kan de mate van welvaarts
toeneming binnen onze grenzen
worden afgeremd, verdwijnen zal
zij zeker niet.
In zoverre had de regering gelijk
met haar stelling.
De toestand wordt echter heel
anders indien grote naties wij
zigingen in haar welvaartspa
troon aanbrengen en nog scher
per wordt de veranderde richting
van de conjuncturele lijn indien
een aantal grote landen zich
tegelijkertijd besteding opleggen
en deze toestand is op 't ogen
blik aanwezig. Zij kan een zeer
scherpe verandering teweeg
brengen in de resultaten, ja
zelfs tot een wereldcrisis aan
leiding geven en zeker tot een
stokken van de gunstige con
juncturele ontwikkeling, zoals
wij ook in 1952 gekend hebben.
De maatregelen in Frankrijk zijn
ons allen bekend. Daar is men over
gegaan tot gedeeltelijke devaluatie,
tot beperking van de invoer en
stimulering van de export door
premies.
Het zijn vergaande maatregelen,
die op alle landen, waarmee dit
land handel drijft, een nadelige
invloed moeten uitoefenen, dus ook
op Nederland.
DE KAT IN NOOD!
Nu moge Frankrijk in nood rare
sprongen maken, men zal ras tot
de conclusie komen, dat alle re
geringen plotseling overgaan tot
een aantal maatregelen, die inflatie
moeten tegengaan.
In Amerika, Engeland en alle
andere westerse landen, inclusief
het voorspoedige Duitsland is het
disconto verhoogd en zijn krediet-
beperkende maatregelen genomen,
evenals bij ons.
Het terstond na de oorlog zo
sterk staande Zweden is evenmin
achtergebleven en zelfs Zwitserland
zingt met flinke stem mee in dit
anti-inflatiekoor.
Tegelijk met onze regering wor
den plotseling alle ministers van
financiën krenterig met staatsuit
gaven.
Door het wellicht onafhankelijk
optreden, doch in feite collectief
reageren op de voortgaande munt-
ontwaarding, is de reactie sterker
dan men zou vermoeden.
daden bewijst, niet alleen op stof
felijk, maar ook op geestelijk gebied,
als wij maar in de goede gestelte
nis zijn tegenover God onze Vader,
en wij ons geheel vol vertrouwen
overgeven aan Gods vaderlijke Voor
zienigheid.
Dan zullen wij zelfs temidden
van de diepste ellende nog met de
heilige man Job kunnen zeggen:
„De Heer heeft gegeven, de Heer
heeft genomen, de naam des Heren
zij geprezen". (Job 1,21).
Of zoals echt gelovige mensen bij
alle gebeurtenissen, blijde en droe
vige, steeds zeggen: „Wat God doet,
is wèl gedaan".
En inderdaad doet Christus alles
wèl voor hen die Hem en zijn Vader
liefhebben, ook daar waar ons
mensenverstand geen uitkomst ziet,
en wanhoop en angst zich meester
willen maken van ons hart.
O, mochten wij toch zulk een ge
loof hebben, dat wij bij vreugde
zowel als bij verdriet, in alle op
rechtheid steeds zouden zeggen: „Hij
heeft alles wèl gedaan".
Een dodelijk gevaar
Algemeen heeft men ervaren dat
renteverhoging op de duur weinig
invloed uitoefent. De investeringen
kunnen er aarzelend door worden
uitgevoerd, maar het investerings
proces gaat door. Vandaar dat mi
nister Hofstra ook nog de vennoot
schapsbelasting verhoogde om de
investeringen daadwerkelijk aan te
tasten.
Toch heeft de rentestand tijdelijk
gedeeltelijke invloed op de bedrijfs-
politiek, zoals gebleken is, met name
op de oorraadvorming.
Verwacht men een gunstige eco
nomische ontwikkeling met stijgen
de prijzen, dan gaan kooplieden en
industriëlen over tot voorraad-
vorming. Deze steunt dan de grond-
stoffenmarkten en brengt werk aan
de winkel voor de vrachtvaart.
Het is opmerkelijk hoezeer de
scheep vrachten in de gehele wereld
de laatste weken zijn gedaald tot
op een derde deel van die aan het
begin van het jaar. De prijzen op
de goederenmarkten bewegen zich
op een aarzelend niveau met voor
vele grondstoffen een dalende
tendens.
Nu mag men dit in het kader
vandeinflatie-bestrijdlng 'n gunstig
teken noemen, voor de gunstige
conjunctuur betekenen deze bewe
gingen een dodelijk gevaar. Wordt
het vertrouwen in de prijsstabili
teit ernstig geschaad, dan kan dit
als een sneeuwbal werken en een
golf van zakenpessimisme veroor
zaken, die tot een depressie kan
leiden.
Wcrkloosheidsspook dreigt
Wij kunnen nog op enkele andere
internationale verschijnselen wijzen.
In Amerika en enkele andere
landen zal dit jaar de nieuwbouw
van huizen blijven beneden het ni
veau van de laatste jaren. De ver
kopen van nieuwe automobielen
blijven in de meeste westelijke lan
den ver onder de verwachtingen,
hetgeen vroeger al eens een terug
gaande conjunctuur heeft aange
kondigd.
In de jonge emigratielanden is
in verschillende sectoren een sterke
vermindering van werkgelegenheid
geconstateerd. Voor Canada was dit
reeds aanleiding om het aantal toe
te laten immigranten te beperken.
In Australië heerst een tamelijk
lauwe economische stemming, om
dat drastische kredietbeperkingen
de expansie remmen.
Indien de emigratie met name in
Nederland wordt geremd, zal men
hier spoedig met werkloosheids-
zorgen rondwandelen.
Onmogelijke opdracht
Temidden van al deze aarzeling
hebben verschillende europese re
geringen nog plannen tot invoer
beperking, met gelijktijdige voor
nemens tot exportvergroting.
Wanneer alle westelanden hiertoe
gelijktijdig besluiten, moeten deze
voornemens mislukken, want wan
neer overal de grenzen dichtgaan,
kan men over de gehele linie on
mogelijk de uitvoer vergroten.
Zelfs de Euromarkt, die voor de
deur staat, zal in de aanvang in
verschillende landen de handel
schade toebrengen, vooral in ons
land, dat zich altijd op een open
wereldhandel heeft georiënteerd.
Men moet bij dit alles de vraag
stellen, of de westelijke regeringen
niet al te veel beperkingen leggen
op de economische aktiviteit.
Zij treffen stuk voor stuk inci
dentele maatregelen, die niet sto
rend, doch slechts corrigerend
werken, zo heet het. Zij werpen een
voor een golfbrekers voor de guns
tige conjunctuurstroom, maar zij
bouwen tesamen een dam, die de
gunst der tijden vernietigt.
Wordt het niet hoog tijd, dat
de economische moeilijkheden, in
hoofdzaak van monetaire aard,
eens ia een westelijke conferen
tie van alle belanghebbende lan
den aan een onderzoek worden
onderworpen, voordat men tot
zijn schrik ontdekt, dat men met
alle partiële correctie de bloeien
de welvaartsboom alle licht en
lucht heeft ontnomen?
Deze ontdekking zou ook de
nederlandse regering met haar
uitgerekende bestedingsbeperking
wel eens voor een misrekening
kunnen plaatsen!
St. Servatius-terrein.
Kampioenschappen van Venray
Zaterdag 31 aug. 2 uur.
Het is intussen al weer enige
jaren geleden, dat oud en jong op
31 aug. kon genieten van de aloude
sport vliegerwedstrijd.
De laatste jaren hoewel deze
sport nog springlevend is heb
ben onze jongens geen kans gehad
zich in deze strijd te meten.
Nu in 1957 bij 't herdenken van
het 20-jarig bestaan van de Ver-
kennersgroep St. Petrus, heeft deze
groep het op zich genomen een
vliegerwedstrijd te organiseren voor
geheel de Venrayse jeugd.
Weer en wind dienende krijgen
al onze jongens op 31 augustus de
kans te laten zien, hoe ver ze ge
vorderd zijn in de edele vliegkunst.
Er worden 2 klasse gevormd, van
10—12 jaren en 13—16 jaren. De
bedoeling is, dat twee jongens met
hun vlieger een ploeg vormen.
Er wordt telkens gestart met vijf
ploegen. Beoordeeld wordt: aan
melden, techniek, bouw, afwerking,
samenwerking bij 't opstijgen, ge
drag, vliegrnogelijkheid, binnen
halen, afmelden en nakeuring.
In ieder klas is aan de le prijs
meteen de titel van kampioen van
Venray verbonden. Verder zijn er
mooie prijzen beschikbaar, o.m.
voor de grootste pechvogel.
Jongens laat zien dat jullie het
vliegeren nog niet verleerd zijn,
en schrijf allemaal in op onze eerste
Venrayse vliegerkampioenschappen.
Aanmelden iedere dag bij Oubaas
Custers en Hopman Biilekens.
Op het ogenblik telt Venray on
derwijsinstellingen op alle gebied.
Hoger-, middelbaar-, lager-, tech
nisch-, land- en tuinbouwonder-wijs
zijn vertegenwoordigd.
Ook het Handelsonderwijs heeft
in Venray een inrichting, nl. de
3-jarige Middelbare Handelsavond
school van de Venrayse Midden
stand.
Op deze school worden zowel
meisjes als jongens toegelaten, die
zich verder willen bekwamen op
gebied van boekhouden, handels-
rekenen en handelskennis.
Aan het einde van de 3e cursus
wordt aan de geslaagden een rijks
diploma uitgereikt, dat vrijstelling
verleent van het examen voor de
Vestigingswet Kleinbedrijf en bo
vendien tot aanbeveling strekt voor
verschillende kantorenen dergelijke
inrichtingen.
De lessen vallen in de avonduren,
van kwart over zes tot negen uur,
en worden op 4 dagen in de week
gegeven. Bijzondere eisen voor .toe
lating worden niet gesteld.
Voor degenen die zich voor deze
school interesseren verwijzen wij
naar de advertentie in deze krant.
Nieuws uit
Venray en Omgeving
GROENE KRUIS
Donderdag a.s.:
Zuigelingenbureau voor de Kerk
dorpen.
Bekendmaking
Burgemeesters en wethouders der
gemeente Venray brengen hierbij
ter openbare kennis, dat bij be
sluit van de raad dier gemeente
van 30 juli 1957 medewerking is
verleend aan het bestuur van de
bijzondere kleuterschool te Oos
trum—Venray, als bedoeld in de
Kleuteronderwijswet, voor het tref
fen van enkele voorzieningen aan
het lokaal van de bijzondere lagere
school aldaar, waarin de kleuter
school zal worden ondergebracht.
Binnen dertig vrije dagen, te
rekenen van heden af, kan ieder
ingezetene en het schoolbestuur
tegen bedoeld raadsbesluit in beroep
komen bij gedeputeerde staten van
Limburg.
Gedurende die beroepstermijn
liggen alle op de aanvraag van het
schoolbestuur betrekking hebbende
bescheiden, voor eenieder kosteloos
ter inzage ter gemeente-secretarie.
Venray, 17 augustus 1957.
Diamanten Professiefeest
op „Jeruzalem"
Woensdag, 28 aug. a.s., feest van
de H. Augustinus, zullen mère Ca-
tharina Mahler en mère Henriette
Berganslus in „Jeruzalem", haar
60-jarig Professiefeest vieren.
Mère Catharina was novicen-
meesteres van 1910'18; assistente
van 1907'21 en bekleedde van
nov. '21 tot '28 het ambt van overste
in „Jeruzalem". Van 1928 tot '37
was zij overste in Renkum, van
1937'41 in Vught en van '47'48
in Nijmegen.
Mère Henriette was van 4 oct.
1895 af, 40 jaar lang onderwijzeres
in de lagere school, waar zij met
heel veel ijver en liefde de lessen
gaf in de 1ste, 2de en 3de klas. Veel
Venrayse moeders zullen zich nog
haar handwerklessen herinneren.
Ook had mère Henriette jaren
lang de zorg voor de armen, een
werk wat haar ook nu nog heel na
aan het hart ligt, zij doet niets
liever dan rokjes en truitjes breien:
„Ik heb thuis m'n moeder ook al
tijd mogen helpen bij haar zorg
voor de armen, daarom doe ik het
zo graag", zegt ze.
Mogen beide jubilaressen nog lang
gespaard blijven, om te bidden en
te offeren, voor de vele intenties
die haar worden aanbevolen.
GESLAAGD:
Te Rotterdam slaagde voor
Textielwarenkennis, groep alge
meen, de heer Joop Baltissen te
Merselo.