De Sacraments processie
De allerschoonste aerde.
Oogsten
geen kijkspel, maar geloofsbelijdenis
DOUWE EGBERTS
Koffie-Thee
Gen dorp vecht voor zijn leven...
Folklore in juni
Zaterdag 22 juni 1957 No 25
ACHT EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
m PEEL EN MAAS 19
DRUK F.N UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN gEPSS'KEgLÏ.WBmüÏÏENVENKAV?S
GROTE STRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150652
zijn, ook bekennen dat ons geloof
in Christus' tegenwoordigheid in 't
H. Sacrament niet zo groot is.
Niet altijd een
stichtend schouwspel
Maar laten wij niet somber zijn.
Velen onder ons beseffen toch wel
de grote rijkdom die zij bezitten in
de H. Eucharistie, welke zij voor
geen geld van de wereld in hun le
ven zouden willen missen. Zij put
ten uit de meeviering van de heili
ge Mis en het deelnemen aan de
Eucharistische maaltijd elke week
onnoemelijk veel kracht en troost.
Als al die velen nu ook in de
^Sacramentsprocessie hun dankbaar
heid en erkentelijkheid jegens Chris
tus in de H. Eucharistie openlijk
zouden tonen!
Dan willen wij niet eens praten
over de versiering van huizen en
straten. Al was daar wel veel over
te zeggen.
Maar men kan toch niet geloven,
dat de vele mensen, die langs de
weg staan te lachen en te praten
en hoogstens even op de knieën
gaan zitten als op het eind van de
processie „ons Heer" voorbij komt,
men kan toch niet geloven, dat die
mensen van veel dankbaarheid en
erkentelijkheid blijk geven.
Waarom trekken er niet meer
mensen met de processie mee, of
waarom stelt men zich tenminste
niet op in de buurt van het rust-
altaar, om daar door gebed en ge
zang Christus in het H. Sacrament
te huldigen?
Het is zeer ontstichtend als ge
durende de processie ijs of patates
frites wordt verkocht, zelfs in de
buurt van het rustaltaar.
Als wij méér geloof hadden, zou
den vreemdelingen, die toevallig
getuigen zijn, zich niet stoten aan
zulke oneerbiedigheden als nu wel
eens voorkomen.
Laten wij allen, die toch geloven
in de werkelijke tegenwoordigheid
van Christus in het H. Sacrament,
door onze eerbiedige deelname aan
heel de dag door mensen enkele de processie, er een werkelijk zeer
minuten komen neerknielen. Als stichtend schouwspel van maken
dat in onze woonplaats niet het ge-voor andersdenkenden, die naar de
val is, moeten wij, als wij eerlijk Sacramentsprocessie komen kijken!
Is je moeder wel eens ziek geweest?
Wij katholieken in deze streken
kunnen ongehinderd ons geloof in
de H. Eucharistie belijden door een
mooie Sacramentsprocessie.
Veel katholieken uit het noorden
van ons land benijden ons hierom.
Zij beseffen n.l. wat een rijkdom 'f
is dat Christus onze Heer altijd te>
midden van ons wil verblijven. Zij
weten hoe kil en doods de protes
tantse kerken van binnen zijn om
dat Christus er niet verblijft in het
H. Sacrament. Zij beseffen soms
beter dan wij hier in het zuiden
hoe rijk wij zijn omdat Christus in
het H. Sacrament onze metgezel is
op onze tocht door het leven
bovendien ons Offer in de H. Mis
en ons voedsel in de H. Communie.
Die katholieken in het noorden
zouden ook zo graag hun dankbaar
heid en erkentelijkheid jegens God
in het openbaar willen tonen door
een prachtige processie; door het
versieren van straten en huizen
waarlangs onze Eucharistische Ko
ning trekt; door erebogen waarop
schone spreuken zijn aangebracht;
door luide aanroepingen 'en betui
gingen van verering en liefde; door
hun vreugde over Christus, nabij
heid uit te zingen in mooie sacra
mentsliederen maar zij mogen
dat meestal niet.
En wij die het wel mogen...., wij
waarderen het amper, dat wij onze
dankbaarheid en erkentelijkheid
tegenover Christus in het openbaar
kunnen tonen.
Of moeten wij soms Christus niet
geweldig dankbaar en erkentelijk
zijn voor Zijn grote liefde tot ons
mensen, die bij de instelling van de
H. Eucharistie werkelijk tot het
uiterste ging?
Er zijn natuurlijk altijd mensen,
die de H. Mis zondags het verve
lendste uur van de week vinden en
die er niets voor voelen om elke
zondag naar de communiebank te
gaan. In vele plaatsen zie je in de
kerk overdag hoogstens een of an
dere vrome ziel een bezoek brengen
aan Christus in het H. Sacrament.
Daarnaast vindt men echter voor
al in de grote steden kerken, waar
Vervelend is dat thuis, als moe
der ziek is. Het eten is niet op tijd
klaar en het smaakt niet zo lekker.
Het is niet gezellig in huis en niet
zo helder en schoon als anders. De
kleintjes zijn zo lastig en daardoor
de groteren ook al. Een van de
oudere zusjes moet inspringen om
moeder te vervangen, zo goed en
zo kwaad als dat gaat.
Was er maar een oplossing voor!
Wel, daar is een oplossing voor.
En die oplossing ligt in het IJssel-
dal, in de gemeente Brummen, op
de rand van de Veluwe.
Ze zingen daar een lied, dat zo
begint: De allerschoonste aarde, die
ligt in het IJsseldal...
Middenin die allerschoonste aarde
staat een huis, een burcht zou je
het kunnen noemen. Een burcht
voor meisjes, die zich daar een
half jaar lang voorbereiden op een
prachtige maatschappelijke taak.
Ze krijgen er les in voedingsleer
en kindervoeding, in huishoudkun
de en katholieke huwelijksleer, een
gezond katholieke levenshouding,
kortom in alles, wat er maar te
vertellen valt over het gezin.
Ze bekwamen zich voor gezins
verzorgster.
Nu is het hoge woord er uit én....
is je belangstelling ook misschien
ineens over.
Maar lees toch eens even door,
want het gaat hier om een hoogst
noodzakelijk beroep, meer nog: over
een roeping, die gericht is tot
meisjes, die enkele van hun mooi
ste jaren willen inzetten om de
gezinnen te maken tot een stukje
allerschoonste aarde.
Eigenlijk zouden wij moeten zeg
gen, dat zij juist hun jeugdige
kracht en hun mooie vrouwenhart
gekregen hebben om de nood in
gezinnen te helpen verlichten.
De meeste meisjes weten dat
eigenlijk ook wel, ze verstaan die
roep goed. Maar er zijn enkele be
zwaren, die ze nog moeten over
winnen. Misschien kunnen deze
regels daarbij helpen.
Vooreerst dat idee, dat je als
gezinsverzorgster niet anders zou
zijn dan een dienstmeisje.
Dat zie je beslist verkeerd.
Zeker, uiterlijk kan het erop
lijken, maar een gezinsverzorgster
doet meer dan enkel voor het eten
zorgen en de boel schoon houden.
Het is haar eerste taak om te zor-
Bij elk album behoren
3 series kleurenfoto's
a 75 punten per serie.
Eerder verschenen reeds: NAAR DE TROPEN,
BALI IN KLEUREN. NAAR DE WEST,
AUSTRALIË, CANADA.
Piet Bakker onthult U in dit nieuwe album iets van
de achtergronden, die het leven en het landschap
van deze merkwaardigste republiek in de wereld
beheersen. Een land, waar wel industrie is, maar geen
industrieplaatsenwaar eenheid heerst
zonder landstaalen waar. het geluk begon, toen
men zich terugtrok uit de wereldgeschiedenis.
Dit album is een naslagwerk, waarin u nog dikwijls
zult bladeren, en dat u ook graag cadeau zult geven
bij verjaardagen of als beloning na geslaagde studie.
Verkrijgbaar bij Uw winkelier of bij Douwe Egberts,
ifd. Reclame, Postbus 2076, Utrecht. De waardepunten
oor de interessante kleurenfoto's zijn verpakt bij
JONGE MENSEN NAAR DE STAD,
DE BOEREN-BEDRIJVEN ZONDER PERSONEEL.
Het dorpje Hambach ligt, diep ingebed tussen de groene
heuvels van het Odenwald. Het is een kleinood, met dicht
tegen elkaar leunende speelgoedhuisjes, met bemoste da
ken, een mooi klein kerkje, een klaterende beek langs de
lange dorpstraat, waarop zelden een auto rijdt. Ongerept
en stil ligt het in dit prachtige landschap van het Oden
wald. Hoe gelukkig moeten de mensen hier zijn, denk de
bezoeker. Hij kan niet weten, dat dit stille dorp om zijn
bestaan, om zijn toekomst vecht.
OVERAL VERVAL.
Bekijkt dit dorp maar eens goed,
hofstede na hofstede", zegt de jon
ge burgemeester mij. „Kijkt u maar
in de kamers, bekijkt u de muren
van de huizen, van de stallen en
schuren, dan zult u zien, dan zult
u zien, dat zij tegen onophoudelijk
verval vechten."
Ik ben twee uur van boerderij
naar boerderij door het dorp gelo
pen en ik heb aan ieder bouwwerk
tekenen van dit verval kunnen zien.
Scheuren en afbrokkelend cement
in de eeuwenoude muren. Scheef
gezakte donkere stallen, kromge
trokken houten wanden, vol kieren
spleten. Hier en daar is een
gen, voor de goede sfeer in het
gezin waar moeder ziek is of rusten -
moet, ol om andere redenen haar mhu"r vernieuwd, maar 'tgeld
taak niet aan kan. ™°fjhet bepleisteren ervan ont-
breekt. Dit mooie dorp moet wel
Zij zal met haar bemoedigend
woord vader en moeder moeten
helpen, om door de moeilijke dagen
heen te komen. Zij zal proberen
voor de kinderen een liefdevolle
plaatsvervangster van moeder te
zijn en met vaardige hand moeders
werk in het gezin doen. Zo zal zij
in het gezin iets brengen van Gods
eigen goedheid, die haar riep' tot
deze taak.
Een ander bezwaar is misschien
het salaris, f 140 aanvangsalaris is
ongetwijfeld geen topsalaris. Maar
een verstandig meisje kan ervan
komen. Tot hën, die zoveel moge
lijk willen verdienen met een mi
nimum aan inspanning richten wij
ons ook beslist niet!
En dan niet te vergeten deze
vreugde: een werk, waarin je U
geven kunt, wat je als jonge vrouw
het meeste ligt.
Misschien is er nog het bezwaar
van zes maanden niets verdienen.
Maar als je dat eens goed bekijkt
is het eerder winst dan verlies.
Want wat leert de toekomstige ge
zinsverzorgster niet allemaal in dat
jaar
Verstandig omspringen met het
huishoudgeld, prettig optrekken met
kinderen, zij krijgt een gezonde kijk
op het leven in verkering, huwelijk
en huisgezin.
Alleen al voor het gezin, dat ze
zelf eens hoopt te stichten, zijn die
zes maanden van onschatbare
waarde.
En nu het woord aan die meisjes,
die iets moois vanhaar jonge leven
willen maken.
Wie van jullie voelt er iets voor
om zich op te geven aan een taak,
waarvoor nooit meisjes genoeg
zijn
Op 26 augustus a.s. begint in
Brummen de volgende cursus.
Als je 19 jaar bent, schrijf dan
eens naar de Directie R.K. Opleiding
voor Gezinszorg „Schoonaerde"
Engelenburgerlaan 27 te Brummen
(Gld.), die je graag alle inlichtin
gen zal verstrekken.
zeer arm zijn.
Vijftig familiebedrijven
en geen werkkrachten.
Alle huizen vond ik het was
voor de middag gesloten. „De
mensen zijn nu allemaal op het
land", zei de burgemeester, toen ik
terugkwam. „We hebben hier op
1800 inwoners ongeveer 50 gezins
bedrijven met een doorsnee omvang
van 5 tot 6 hectare. Tien hectare
zijn al een uitzondering. In ons
dorp zijn geen betaalde landarbei
ders. Wanneer onze dorpsjongeren
met Pasen van school komen, heb
ben ze de volgende dag al allen
elders werk gevonden. De industrie
ligt te dicht bij. Ook de oudere
boerenzonen en dochters zijn in
tussen elders gaan werken. Ze
brengen aan het eind van de week
80 of 90 mark naar huis. Wie wil
dan nog voor tien of twintig mark
in de week in de landbouw? En
meer kunnen de ouders hen niet
geven."
Deze kleine familiebedrijven zijn
door onjuiste erfdeling ontstaan.
De akkers liggen meestal ver uit
elkaar. Vaak heeft men een uur
en meer nodig om er te komen.
Door de eigen kinderen verlaten,
zonder vreemde hulpkrachten wer
ken de boeren-echtparen, vaak ook
nog de grootvader en de grootmoe
der op het land.
Zij kennen geen achturendag, de
boerenvrouwen van veertig zien er
in dit dorp vroegtijdig vermoeid
en versleten uit; de veestapel is in
de laatste twintig jaar met een
derde gedaald; veel land, waarop
vroeger koren groeide, werd wei
land of ligt braak, omdat er niet
voldoende werkkrachten zijn.
De burgemeester bladert in zijn
notities. „Hier heb ik een typisch
voorbeeld: een gezin met 5.91 ha.
grond, bewerkt door een oud echt
paar met twee volwassen dochters.
Zij hebben twee paarden, drie stuks
koeien en drie pinken en geen een
vreemde werkkracht. Een der doch
ters is met Pinksteren getrouwd,
de andere binnenkort; dan zijn de
oudelui weer alleen. Zo is 't overal
bij ons: de hofsteden sterven uit en
voor dien tijd zijn zij al in vervallen
toestand geraakt.
Kan „het Groene Plan"
hier nog wel helpen?
Het „Groene Plan", het hulppro
gramma van de westduitse regering
voor de landbouw, heeft voor 1957
meer dan 1.2 miljard mark uitge
trokken voor de ontwikkeling van de
landbouw.
Ook 400 miljoen mark ter verbe
tering van de agrarische structuur
en 291 miljoen voor rationalisatie
van de produktie en nog eens 400
miljoen mark om de melkprijs te
steunen voor bedrijven, die vrij
zijn van t.b.c. en mond- en klauw
zeer.
De burgemeester van Hambach
zegt daarover: „Ik geloof niet, dat
ons dorp een bizonder geval is.
We hebben immers in de bonds
republiek zo om en nabij 400.000
bedrijven tussen 5 en 10 hectare.
Bij ons liggen de verhoudingen
misschien bijzonder slecht, omdat
we geen plaats hebben om te bou
wen. Alle boerderijen liggen direct
aan de weg, iedere boerderij vormt
een vierkant, bestaande uit woon
huis, schuur, stal met een te klein
erf en een uitrit.
Eigenlijk zou alles moeten worden
afgebroken en dan opnieuw worden
opgebouwd. De banken geven de
boeren echter geen geld, omdat de
eenheidswaarde van de grondstuk
ken te gering is, gemiddeld 5000
mark.
Ruilverkaveling is bij dit terrein
onmogelijk. Daarvoor is de waarde
van de landerijen te verschillend.
De hulp, die onze boeren uit het
„Groene Plan" krijgen, blijft beperkt
tot verlaging van de brandstofprijs,
goedkopere kunstmest, zaadgoeden
steun aan de melkprijs, alsook het
wegvallen van de omzetbelasting
voor de producent.
Nu zijn dat ongetwijfeld aanzien
lijke verlichtingen, maar de veran
dering van de gehele agrarische
structuur, die hier nodig zou zijn,
kan daarmede niet worden bereikt.
Het stervende dorp Hambach is
een typisch voorbeeld van de vele
problemen in de Duitse landbouw.
Dit probleem bestaat overal, waar
kleine boerderijen, door de trek
naar de nabijgelegen Industrie
plaatsen, mensen, dus werkkrachten
verliezen.
Op zekere dag gaan deze kleine
bedrijven, die vandaag nog net een
gezin onderhouden, ten onder.
Wanneer zij niet door een groot
boerenbedrijf kunnen worden over
genomen, dan rijst de vraag of zij
niet zouden moeten worden samen
gevoegd om economisch verant
woorde resultaten op te leveren.
Zonder diepingrijpende wijzigin
gen in de structuur van de Duitse
landbouw zal dit probleem echter
niet kunnen worden opgelost.
Niet te veel hemelwater in juni,
zeggen de boeren, om een goede
oogst te krijgen. Vandaar 't rijmpje:
„Juni nat en koud,
Meest 't hele jaar ellende brouwt"
Het tijdvak, omspannend Pink
steren en St Jan is de periode voor
de Limburgse kermissen en pro
cessies. In Beek, Elsloo, Asselt enz.
trekt dan de „Grote Bronk" langs
de wegen. De „Bronk" is een ver
zamelnaam voor het palmengroen,
de bontkleurige papiersnippers en
versieringen.
De „bronk" strooit men uit op
de „processieweg". Zodra het Aller
heiligste er over heen gedragen
wordt, bezit de „bronk" onheil-
werende macht, aldus het volks
geloof.
Gronsveld kent elke vier jaar de
„Bronk", zodat men deze in 1958
weer kan verwachten.
Voor de Grote Bronk uit rijden
de bijlmannen, die een kolonels
uniform dragen. Elk met groen ver
sierde paal op de processieweg
wordt door hen geveld en met
enthousiasme, want er achter ligt
voor hen een fles bier of wijn te
wachten. We voegen er aan toe, dat
deze paaltjes tevoren met opzet zijn
geplaatst.
Ook in de Achterhoek komt het
gebruik van het „paal-slaan" voor.
Ook bij bruiloften zijn soms „bijl
mannen in actie. Zij effenen de weg
voor het bruidspaar en worden later
getrakteerd.
De Gronsvelders herdenken op
maandag, na debronk-processie.de
overledenen en de schutters brengen
op hun graven een eresaluut. Nieuwe
leden schrijft men in in het„sjötte-
boek".
Een hoge eer is koning of ko
ningin van het gilde te zijn. Deze
behoeft in geen vier jaar gemeente
belasting te betalen en geniet nog
meerdere voordelen. De koningin
ontvangt fraaie geschenken: een
gouden ring, 'n fiets en polshorloge.
De gemeenschappelijke maaltijd is
voor de Gronsvelders voor ieder toe
gankelijk en op de dis verschijnen
speciaal Limburgse vlaaien, met als
ingrediënten appels, peren, morellen
enz.
Na de festiviteit volgt een reidans.
Ieder der gemeentenaren, zonder
onderscheid van rang en stand,
neemt daaraan deel.
0—
29 Juni is het „Peter- en Pauwels-
dag". Eertijds gingen de Zomer-
zonnewende-feestgebruiken over op
deze datum. De hoogoplaaiende zo-
mervuren komen nu echter haast
niet meer voor, al wordt er nog wel
vuur ontstoken: een kaars!
In Boskoop heerst nog de oer
oude gewoonte op straat te betalen.
Ieder kan bij de kwekers dan zijn
rekening indienen en deze wordt
dan terstond betaald.
In deze „betaalweek" liggen in de
etalages der bakkers kermiskoeken
te koop, die met allerlei opschriften
zijn gegarneerd. De kermiskoek
bleef gehandhaafd, de kermis werd
afgeschaft.
met minder mensen
Hoe kunnen we met minder men
sen oogsten?
Deze vraag is langzamerhand wel
zeer actueel geworden. De trek
naar de industrie heeft in vele stre
ken een overschot aan werkkrach
ten doen omslaan in een tekort
aldus Ir. H. M. Elema van het rijks-
landbouwconsulentschap voor werk
tuigen In een voor de radio gehou
den praatje.
Het lijkt er op, dat in vele stre
ken 'n ontwikkeling plaats heeft
naar het gezinsbedrijf met ander
half arbeidskracht. In de meeste
gevallen kunnen de hierdoor ont
stane problemen worden opgelost
door een toeneming van het gebruik
van machines, die de weinige over
gebleven arbeidskrachten in staat
stellen, het werk klaar te krijgen.
Eén man kan b.v. met een mo
derne doorloopmelkwagen gemak
kelijk 25 koeien melken. Voor het
melken van dit aantal koeien met
de hand zijn ongeveer zeven ar
beidskrachten nodig. Zo is het ook
mogelijk de hooioogst zo ver te
mechaniseren, dat één man deze
asm kan.
Bij de graanoogst is dit moeilijker
niet, omdat er geen machines
zouden bestaan, die een belangrijke
arbeidsbesparing geven, maar om
dat op de meeste bedrijven in ons
land het zaad en het stro zo veel
waarde hebben, dat het in goede
toestand moet worden geborgen.
De arbeidsbehoefte voor de graan
oogst kan b.v. door maaidorsers tot
op éénkwart worden teruggebracht.
Toch mag men niet verwachten, dat
de maaidorser voor alle bedrijven
zonder meer past, omdat men zo
wel het zaad als het stro apart
naar huis moet brengen.
Ook indien men het maaidorsen
en het stropersen aan een loon
werker of werktuigenvereniging
overlaat, moet men toch minstens
met zijn tweeën het zaad en stro
binnenhalen. Ook moet er rekening
mede worden gehouden, dat het
graan zo nodig direct kan worden
gedroogd. Is er geen droger in de
buurt, dan kan men beter niet gaan
maaidorsen.
Op vele kleine bedrijven heeft de
maaidorser bezwaren. In het noord
oosten van het land, waar het stro
een wel zeer waardevol bijprodukt
is, accepteren de kartonfabrieken
tot nu toe geen maaidorsstro; in
andere streken zijn b.v. niet vol
doende graandrogers.
Er zijn, aldus ir. Elema, ook andere
mogelijkheden om met weinig per
soneel te oogsten. Daarbij is de ar
beidsbesparing echter minder groot
dan bij maaidorsen. Het zijn meestal
methoden, waarbij de arbeidstop
van laden rijden lossen wat
wordt verlaagd door deze werk
zaamheden te gaan mechaniseren.
Zo kan men b.v. gaan werken
zonder voerlegger. Men neemt dan
pér rit wel minder schoven mee,
maar zo lang men niet verder dan
een 600 m van huis is kan men
toch voldoende snel werken.
Heeft men thuis bovendien nog
een nijsinrichting met netten, dan
is het mogelijk met 3 man, één op
het land, één tussenrijden en hijsen
en één optassen, per dag 2 tot 3 ha
in te halen.
Een andere methode is het laden
te mechaniseren met een trekker
lader, waardoor op het land met 1
tot 2 mensen minder kan worden
gewerkt. Deze methode, gecombi
neerd met een hijsinrichting voor
het lossen, maakt het mogelijk ook
op grote bedrijven met 3 tot 4 man
in te halen.
Het zou te ver voeren in dit korte
bestek in te gaan op methoden, die
pas op geringe schaal worden toe
gepast en veelal nog in het experi
mentele stadium verkeren, zoals
b.v. zwadmaaien en hakseldorsen.
Mocht U hierover meer willen we
ten, dan staat het Rijkslandbouw-
consulentschap voor landbouwwerk
tuigen te VVageningen, geheel ter
Uwer beschikking.