Bezuinigen... maar waar? Is een recreatie-oord nu wel noodzakelijk Het sleutelkind Verbod lopen in 6oud - Good - Goad Da bestrijding van de Uit Pee! en Maas m tijd van bezinning J. VERHUUR complete gelegenheids kleding Zaterdag 23 maart 1957 No 12 ACHT EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN ADVERTENTIE PRWS: 8 ct. per ra.t^ ABONNEMENTS. GROTESTRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150652 PRIJS PER KWARTAAL I 1.40 BUITEN VENRAY f 1.60. Het feit, dat bij de jongste be grotingsbehandeling o.a. gevraagd werd of er nu werkelijk geen grotere belangen in Venray te behartigen zijn, dan de stichting van een recreatie-oord, toont o.i. aan, dat er vele mensen zijn in onze ge meente, die feitelijk menen, dat een recreatie-oord een soort over bodige luxe is. We zullen de laatsten zijn, die de stichting en de verwezenlijking van'een recreatie-oord op het eerste plan zouden willen schuiven en erkennen graag, dat electrificatie, woningbouw en wegenverbetering belangrijker zijn. Maar om het een te doen, behoeft men het andere niet te laten. En het feit, dat B. en W. ondanks de zorgelijke toe stand der gemeente-financiën toch de verwezenlijking van het recreatie oord op de urgentielijst geplaatst heeft, toont toch wel aan, dat dit college begrip heeft voor het pro bleem als zodanig. Dat alle inwo ners onzer gemeente het zo zien, wagen we mede aan de hand van bovengenoemde uitlatingen toch te betwijfelen. Nu wordt het woord „probleem" tegenwoordig nog al vlug in de mond genomen, maar in dit geval mag men toch wel van een pro bleem gaan spreken. Het waarom zullen we trachten aan te tonen. RECREATIE Wat is nu feitelijk recreatie Onder dit vreemde woord ver staan we de ontspanning van de mens. Het leven van deze tijd is niet meer zo gezapig, gezellig en goedsmoeds ais een veertig, vijftig jaren geleden, toen men bovendien de ruimte nog had en niet ieder moment zijn neus stootte tegen een plaatje Verboden Toegang. Het leven van tegenwoordig is jachtig en nerveus, stelt zwaardere en hogere eisen aan de mensen, die nu in fabrieken, bedrijven en zaken voortdurend op hun qui-vive moeten zijn. Deze zwaardere eisen moeten een tegenwicht krijgen en dat vindt en zoekt men in de ontspanning. Recreatie is in deze tijd, meer dan ooit, een levensnoodzaak ge worden. Hiervan is men zich, over het algemeen genomen, wél be wust. Waarvan men echter niet overal de dwingende noodzaak inziet, is, dat het in onze gecom- pliseerde samenleving zo lang zamerhand eis geworden is, dat de mens gelegenheid heeft, rust en afleiding te zoeken in de vrije natuur, in een omgeving, welke een andere sfeer ademt, dan die van „het bedrijf" of van „het ver keer" of van „het probleem". Een dergelijke rustgelegenheid is on misbaar voor de geestelijke volks gezondheid. In de natuur immers ontspant zich de mens op de best denkbare wijze. Hier doet hij toch nieuwe veerkracht op. We kunnen ons voorstellen, dat vooral bij de oudere landbouwers, die practisch de hele dag in Gods vrije natuur mogen werken, de vraag op komt, of die noodzaak dan ook in Venray bestaat. En we menen voor wat de kom betreft zeker die vraag met een volmondig ja te moeten beantwoorden. De ontwikkeling van de laatste tientallen jaren heeft de landbouw uit de kom verdreven en vele mensen naar de kom toegetrokken. Daar zijn oude bedrijven uitgegroeid en nieuwe, grote en kleine, ge vestigd. Daar is een groei te con stateren geweest en nog dagelijks te zien van het aantal arbeiders, ambtenaren, middenstanders, kort om van mensen die dag in, dag uit practisch staan op dezelfde plaats met dezelfde dikwijls monotone arbeid. Door woningbouw en andere oorzaken is de vrije natuur alleen nog achteraf te vinden en doet men hier niets aan, dan loopt men grote kans, 'dat dat beetje wat niet om heind is en met prikkeldraad is af gezet, vandaag of morgen ook ver dwenen is. Deze terreinen moeten behouden blijven en in een dergelijke toe stand worden herschapen, dat de daarin vertoevende mens wordt op geheven boven het dagelijkse nuch tere en soms harde bestaan en als het ware een tegenwicht vindt, voor het al te vaak in te enge ruimten verrichte dagelijkse werk. ANDERE ASPECTEN Dit is slechts één aspect van dit probleem. We hebben het als uit gangspunt genomen, omdat van de andere kant het gevaar dreigt, dat men als er over recreatie-moge lijkheden gesproken wordt mis schien wel wat te eenzijdig de na druk legt op de gelegenheden en mogelijkheden tot het beoefenen van sport en spel. En men meent met de aanleg van sportvelden vol doende gedaan te hebben voor de recreatie. Natuurlijk bieden sport en spel op daarvoor geschikte terreinen prachtige kansen voor ontspanning. Maar met een sportveld alleen lost men dit probleem niet op. Wat te doen met de honderden, die geen sport meer beoefenen? Waar moet men naar toe met de ongeorganiseerde jeugd? Wat moet men doen met de „kleinsten", die nog niet aan het voetballen toe zijn. Voor deze groe pen is de inrichting van een sport park geen oplossing. En op „straat", 't vroegere speeldomein der kinderen kan men ze niet laten. Maar enige compensatie heeft men daarvoor ook nooit gegeven en dat terwijl de kinderen groeien in tal en last. Men kan de jeugd het recht op spel niet ontzeggen, al ziet men er tot op heden wel achteloos aan voorbij. Men zal er aan moeten denken, dat het spel een essentieel onder deel is van de opvoeding en dat kinderen, die niet spelen kunnen en dat aantal groeit in Venray onrustbarend scheef groeien, letterlijk en figuurlijk. Speelweiden in het recreatieoord en speelplaatsen in het dorp zelf zijn daartoe wel een oplossing. Daarom is de aanleg van een sportpark, waar in georganiseerd verband ontspanning gevondenen worden, even nodig en noodzakelijk als een recreatieoord, waarin zij, die geen sport of spel in georgani seerd verband beoefenen toch te recht kunnen en anderen, die hier helemaal niet meer aan doen, maar eens „uit" willen zijn, de ook voor hen zo nodige ontspanning vinden. Ziet men de mogelijkheid omdat laatste tevens te combineren met een zwembad, dan geloven wij, dat de geestelijke en lichamelijke volks gezondheid van het Venrayse pu bliek nu en in de toekomst groote- lijks gediend zal worden. Gezondheid, die door woningnood en vele andere problemen dikwijls ondermijnd wordt... Daarom is het toe te juichen, dat B. en W. toch de moed hebben ge had om de gedeeltelijke verwezen lijking van sportpark en recreatie oord voor 1957 op het urgentieplan te plaatsen. We mogen hopen, dat ook de hogere instanties het belang daar van niet alleen inzien, maar ook de gelden er voor beschikbaar zullen stellen. „Luizig ambtenarenleventje" kost de Staat miljoenen. Twee weken waren Regering en Kamer nu met elkaar in debat over datgene, wat moet gebeuren, om de te hoge uitgaven van bevolking, van individuen, instellingen, onder nemingen en overheidsinstanties, in te perken. In gewoon Nederlands zegt men: er moet bezuinigd worden. Daarnaast speelt een heel aparte kwestie: de boeren moeten meer gaan verdienen, want zij hebben tot op heden ten onrechte te wei nig ontvangen. (Hetgeen niet weg neemt, dat de boeren ook weer moeten bezuinigen). Wij hebben er ook geen bezwaar tegen, dat dit gesprek tussen Re gering en Kamer zo lang duurde. Wij juichen dit zelfs toe. Want het is nu eens heel duidelijk geworden, dat onze regering, waarin enkele KVP-ministers zitting hebben, in gevaarlijk socialistisch vaarwater geraakte. De PvdA noemde dat „progessie- ve politiek voeren", maar de meer derheid van de Nederlandse bevol king ziet heel duidelijk in, dat dit fraaie, demagogische woord „pro gressief" nergens op slaat. Het enige wat bedoeld wordt is: verder gaande staatsbemoeiing met wat ieder mag of niet mag, meer overheids-instellingen voor controle en diensten, hogere staatsuitgaven hogere belastingen. Het ergerlijke van zulke politiek ligt hierin, dat diensten en instel lingen van de overheid, welke zien derogen verouderd zijn, rustig ge handhaafd blijven. Men moet in een stad als den Haag wonen, om van de ambtena ren zelf te vernemen, hoe „luizig" leventje velen leiden. Men moet personeel uit over heidsdienst ontmoeten, om van hen in details te vernemen, hoe men om kwart voor vijf zijn paperassen opruimt, om tien voor vijf zijn jas gaat halen» om vijf voor vijf en bloc op de klok staat te kijken, om bij de eerste sprong van de wijzer op vijf, de trappen af te hollen en elkaar te verdringen, teneinde het eerste weg te zijn, Vele leidende ambtenaren in den Haag zullen U verzekeren, hoe on benullige diensthoofden jarenlang gehandhaafd worden tegen enorme salarissen. Nieuwe diensten worden opge richt met nieuw personeel, nieuwe taken worden uitgedacht, zeker soms heel nuttig in theorie. Maar vele dier taken kunnen evengoed door particulieren ver richt worden en zo dat niet gebeurt, blijven zij maar achterwege. Bovendien moet men in tijden van bezuiniging heel wat nuttige zaken uitstellen. Het is daarom, dat de meerder heid van de Kamer zich in een motie van de KVP heeft uitgespro ken voor belastingverhoging en voor overheidsbezuiniging. Er moet f 110 miljoen extra be zuinigd worden in korte tijd, omdat de melk niet te duur mag worden en de boeren een behoorlijke ver goeding vaneigenaarslasten moeten ontvangen. Minister Hofstra zegt: „Ik zal mijn best doen". Dat zal hij wel, maar we geloven niet, dat de mi nister het werkelijk in zijn macht heeft. De feitelijke macht om te gaan bezuinigen ligt bij de ambtenaren, de hogere en lagere, bij de secre tarissen-generaal, bij de burgemees ters en wethouders, en een beetje bij de provinciale besturen. Als zij bezuinigen willen, dan zal er geld gevonden worden. De wil om te beperken moet een bereid willigheid zijn over de gehele linie, een volksmentaliteit, die de uit drukking is van een grote solida riteit. Katholieken, socialisten en pro testanten kunnen het met elkaar eens zijn, dat niet de lage inko mens getroffen moeten worden of de kleine man de dupe wordt. Deze groepen kunnen het er ook over eens zijn, dat men de boeren niet hun rechtmatig eigendom moet afnemen, zelfs al denken velen, dat zij het beter zouden kunnen be steden. Tenslotte zijn alle partijen het eens kunnen worden over het feit, dat de grote gezinnen niet extra belast behoeven te worden. Een derde van aïle arbeidskrach ten in het Duitse bedrijfsleven zijn thans vrouwen. Ook in Engeland en Frankrijk ziet men steeds meer „werkende vrouwen" 's morgens naar de fabrieken, werkplaatsen en kantoren gaan. Niet zelden zijn de kinderen even wel het slachtoffer van deze ont wikkeling, die doorgaans door een materialistische levensopvatting en een zucht naar een inkomen, dat gelegenheid biedt voor ruimere uitgaven, wordt ingegeven. Zo trekt in Duitsland thans 's morgens reeds menige kleuter naar de school met de sleutel van de voordeur aan een lintje om de hals. Moeder is evenals vader naar fabriek of kantoor en de kleine moet toch in huis kunnen als de school uit is Geen moeder, die hem thuis blij verwelkomt, vol be langstelling luistert naar zijn be levenissen in de klas en op de straat, zijn natte schoentjes uit trekt... Vormen deze „sleutelkinderen" niet een verschrikkelijke aanklacht tegen een moderne maatschappij, die alleen nog oog en oor schijnt te hebben voor een scooter, televisie toestel, koelkast of buitenlandse vakantie B.B.-blokploeg Ysselsteyn behaalde het ryksgroep vaardigheidsdiploma Onder aanwezigheid van het kringhoofd B.B., de heer G. van Heijst, het plaatselijk hoofd B.B., de heer L. M. M. Laurensse, leden van de B.B.-staf en instructeurs, werden op woensdagavond in zaal van Asten te Ysselsteyn aan de leden van de plaatselijke blokploeg, de betreffende diploma's uitgereikt door de secretaris van de kring- raad, de burgemeester van Heijt- hujjsen. Het diploma werd behaald door de heren H. Gooren, blokhoofd, R. J. Hoornstra, plv. blokhoofd, A. G. M. Claessens, H. A. A. v. Asten, Th. J. Sanders, H. P. Janssen, P, H. de Lauw, P. J. Hendricks, H. P. Claessens, A. M. H. Marcellis. A. H. Baltissen, L. Th. Ousters, P. J. A. Litjens, G. M. H. van Ass, W. Bus en A. H. Arts. De blokploeg Ysselsteyn heeft door het afleggen van de vaardig- heidsproef het bewijs geleverd voor haar taak van menselijk hulp betoon, zowel in tijd van vrede als in oorlogstijd, berekend te zijn. De burgemeester der gemeente Venray brengt in herinnering dat het verboden is in de gemeente- bossen zich op te houden. Aan de bossen zijn bordjes aan gebracht met het opschrift „VERBODEN TOEGANG" Art. 461 Wetboek van Strafrecht. Aan dat verbod zal streng de hand worden gehouden en bij over treding zal proces-verbaal worden opgemaakt. Tegen degenen die de geplaatste borden mochten verwijderen, ver plaatsen of beschadigen zal even eens met strengheid worden opge treden. Venray, 13 maart 1957. De burgemeester voornoemd Mr. A. H. M. JANSSEN De bouwbedrijvigheid wordt in ons land thans grotendeels lam gelegd door een voortdurend ge brek aan geld. Zelfs gemeènten en andere overheidsinstellingen kun nen niet de nodige gelden opnemen voor het uitvoeren van hun meest dringende bouwplannen. Opvallend is, dat over de eigen lijke oorzaak van dit verschijnsel door degenen, die het kunnen weten, vrijwel niets werd losgelaten. Volgens een bericht in een Engels blad moeten er evenwel in de na-zomer en de herfst van het vorig jaar toen het er hier en daar begon te rommelen en een Derde Wereldoorlog dreigde zeer grote goudvoorraden vanuit Europa in veiligheid zijn gebracht in Amerika. Hieruit blijkt dan wel duidelijk hoezeer onze economie afhankelijk is van de z.g. „haute finance". Ze is dat zelfs aanzienlijk meer, naar het schijnt, dan vóór de oorlog. De aspergevlieg kan, indien aan de bestrijding onvoldoende aan dacht wordt besteed, belangrijke schade aan de aspergecultuur ver oorzaken. O.a. in verband met het feit, dat alleen bij een gezamenlijke bestrij- dingsactie goede resultaten kunnen worden verwacht, werden in de Aspergevliegwet 1948 enige alge mene bestrijdingsmaatregelen vast gesteld, waardoor een ernstige aan tasting van het aspergegewas door de aspergevlieg kan worden voor komen. De Aspergevliegwet is van kracht in een aantal gemeenten, waar aan tasting door de aspergevlieg werd geconstateerd en in een aantal gemeenten waar met het optreden van de aspergevlieg rekening moet worden gehouden. Als gemeente, waarin de bestrij ding van de aspergevlieg overeen komstig de bij of krachtens de Aspergevliegwet 1948 vastgestelde bepalingen verplicht is, is o.a. aan gewezen de gemeente Venray. De Plantenziektenkundige Dienst herinnert de aspergetelers in deze gemeenten er aan, dat alle ver waarloosde percelen, alsmede per celen waarop zich aspergeplanten bevinden, die niet meer worden ge stoken, vóór 1 april op zodanige wijze moeten worden behandeld, dat de aspergeplanten worden ge dood. Het opruimen van deze velden is noodzakelijk om te voorkomen, dat besmettingshaarden ontstaan. De aspergetelers wordt daarom aangeraden, zoveel mogelijk mede werking bij de bestrijding van de aspergevlieg te verlenen, door de bovenstaande maatregel stipt en tijdig op te volgen. van 23 maart 1907 - Maandagavond zal Mgr Nolens een lezing houden in de muziekzaal over het arbeidscontract. - Deze week werden aan de ver schillende eigenaars uitbetalingen gedaan van de percelen grond, ver kocht aan de Eerw. Zusters van Liefde te Gent, voor een alhier te bouwen krankzinnigengsticht voor vi ouwen. - De St Jozefsgilde der timmer lieden vierde St Jozefsfeest. Het gildehuis werd voor een jaar ge vestigd in café Mart. Jacobs, School straat. Deze week overleed alhier op ruim 30-jarige leeftijd, Dr Guillaume Poels, praktiserend geneesheer te Boxmeer. - De bewoners van het Over- broek en Veulen zonden een adres aan de gemeenteraad om een kiezel- weg naar hun gehuchten. van 22 maart 1913 - 16 maart sprak Dr H. Poels te Helmond. VOORLICHTING VAN „VEILIG VERKEER" Een uitgestoken richtingaan wijzer geef teen automobilist geen vrijbrief om zomaar wegte rijden. Het uitsteken van de pijl is bij wegrijden zelfs overbodig. De be stuurder moet zich door middel van zijn spiegel vergewissen van het achteropkomend verkeer, daarbij rekening houdende met de z.g. dode hoek. Hij kan ook even de moeite nemen, door het a open portierraam te kijken, of jöjsi hij het verkeer niet hindert met zijn manoeuvres. iüÉ Wie zich in het verkeer voegt heeft meer verplichtingen dan hij, die daaraan reeds deelneemt. Tot voorzitter van De Hanze werd gekozen de heer W. Winters. Door een dertigtal industriëlen een verzoek ingediend om een kamer van Koophandel op te richten. De wed. E.Janssen te Leunen, kocht bij publieke verkoop de boer derij „Trynesplaats" te Leunen voor f 12.000. De aannemer A. Martens ging voor f8.500 een strohulzenfabriek bouwen te Nijmegen, voor de heer Th. Slits. van 23 maart 1912 Tot ontvanger der directe be lastingen en accijnzen alhier werd benoemd F.K.C. Timmermans, uit Abkoude. Voor het toelatingsexamen voor de Normaalschool slaagden 12 kandidaten. D.S.O. II won de voetbalwed strijd tegen Helden met 10—2. De organist Brull werd direc teur van het mannenkoor en van het zanggezelschapHeidebloempje' aan de Heide. van 25 maart 1911 Bericht werd, dat de Paters Minderbroeders voor de Derde Orde een patronaat gingen oprichten. De Rijksambtenaar Crispijn. werd overgeplaatst naar Roermond. D.S.O. won van Achillis te Steyl met 12—1, Op 18 maart werden de boer derijen van M. Giezen en 'M. Linssen te Veltum, nagenoeg geheel door brand verwoest. - 19 maart vierde de R.K. Volks bond het patroonsfeest. van 29 maart 1913 Op de 2 paasdagen en 23 en 24 maart droegen de nieuwgewijde priesters Jos. Esser enP.Telespho- rus Smits O.F.M., hun eerste H. Mis op. De feestpreken werden resp. gehouden door pastoor P. Schmeitz en Regalatus Hazebroek O.F.M. - De landbouwer H. Drabbels aan het Volen, kocht „denHoebert" aan de Langstraat voor f 11.000 en A. Janssen een boerderij in de Wieën voor f 7.100. De bliksem trof 23 maart een woning te Oostrum. - Op 26 maart werd de woning met bij behoren van G. Litjens te Leunen door brand vernield. De brand, die op 28 maart bij G. Trommar uitbrak, kon bijtijds geblust worden. - Op 24 maart gaf het Venrayse mannenkoor een concert met toneel uitvoering. is veel meer en niet zozeer van onafgebroken vasten Wij, Nederlanders, die de tijd vóór Pasen de „Vasten" of de „grote Vasten" hebben genoemd, wij heb ben misschien ook tengevolge van deze benaming altijd teveel de na druk gelegd op het vasten, niet snoepen, niet roken. Als wij ons er niet met de z.g. Franse slag van af maakten, of niet onze toevlucht namen tot phari- zeeërsachtige haarkloverijen (geen vlees op het brood, maar „haantjes" mag wel), vonden wij die veertig- daagse vasten (elke week 6 dagen vasten), toch maar een verduveld zware karwei. En op Paaszaterdag 12 uur zeiden we geheel opgelucht: „Gelukkig, dat hebben we weer ge had; en nog even biechten voor de Pasen". Maar eigenlijk is dat een scheef - groeiing geweest, wat blijkt uit de opvatting van velen die, nu ze nog maar alleen Vrijdags behoeven te vasten, zeggen: „De Vastentijd is afgeschaft". Want de officiële ker kelijke naam voor deze tijd is: „de veertigdaagse", wat slechts betekent een tijdperk van veertig dagen zonder onderbreking, En getuige de oudste en meest eerbiedwaardige kerkelijke tradities is de Vasten niet op de eerste plaats een tijd van strenge en ononderbro ken vasten. De Vasten is in de bedoeling van de H. Kerk veel meer een tijd van inkeer en bezinning op de waar heden van zonde en Verlossing. Dat wij n.l. tengevolge van de erfzonde tot het kwade geneigd zijn en ge makkelijk in zonden vallen, en daar om de verlossing door Christus zo nodig hebben. De Vasten, of beter gezegd „de Veertigdaagse", is ook bedoeld als voorbereiding op Pasen, 't grootste feest van heel het jaar. En dié „Veertigdaagse" begon vroeger pas op de le zondag van. de Vasten, en eindigde precies 40 dagen later op de avond van Witte Donderdag. Want Goede Vrijdag (die in de liturgie al op de vooravond begint) en Paaszaterdag worden al bij Pasen gerekend, zodat men spreekt van een KruisPasen (Goede Vrijdag) en een VerrijzenisPasen (wat men tegenwoordig het Paasfeest noemt). Met Pasen viert men niet alleen Christus verrijzenis, maar Verlos- lossing door het lijden, de dood en de verrijzenis. Door al maar te spreken over „de Vasten" zijn we vergeten, dat dit tijdperk van inkeer en boetvaar digheid uitsluitend bedoeld is om ons er op voor te bereiden, dat wij met Pasen met Christus zullen kunnen verrijzen of opstaan tot een vernieuwd geestelijk leven, een wer kelijk beter leven. We willen ons er niet alleen op voorbereiden om onze verrezen Ver losser te huldigen, maar ook om met Christus, die voor onze zonden leed en stierf op het kruis, mee te lijden en boete te doen voor onze zonden op Goede Vrijdag en in onze Paasbiecht, om daarna met Hem te verrijzen en een nieuw leven te be ginnen. De rijkdom van het Paasmysterie komt pas tot zijn volle recht als wij de liturgie van de H. Mis in de Vastentijd, ook in de week, en voor al de liturgische plechtigheden van de Goede Week goed meevieren. Al te lang hebben wij de Vasten tijd en de voorbereiding op Pasen teveel beleefd helemaal buiten de liturgie om. Ook het lijden en ons mede-lijden met Christus, zagen we meestal anders dan de Kerk ons dat voorhoudt in haar liturgie. De Kerk spreekt niet over het bittere lijden en sterven van Chris tus alleen om ons medelijden op te wekken. Maar zij spreekt over het „zalige lijden", want zij ziet het lijden en sterven van Christus voor al als een verlossend lijden en sterven, dat ook nu nog verlossende kracht bezit. Pasen, dat al op de avond van Witte Donderdag begint, kunnen we nu ook allen gemakkelijker dan vroeger geheel meevieren. In de plechtige Mis van het H. Avondmaal op de avond van Witte Donderdag treden we binnen in het Paasmysterie; op de middag of in de avond van Goede Vrijdag maken wij in de liturgische dienst Chris tus' dood mee; en als wij de Paas wake in de nacht van Paaszaterdag met de plechtige Nachtmis hebben meegemaakt, hebben wij al volop Pasen gevierd. Ook met het biechten wachten wij niet tot Paaszaterdag, want het is de wens van de H. Kerk, dat wij het biechten „spreiden". In heel de Goede Week zal er elke dag vol doende gelegenheid zijn om te biechten. Schoolstraat 11 Telefoon 628 VENRAY

Peel en Maas | 1957 | | pagina 1