Wat is cultuur? Landbouwbeleid verdronk in de zomer regens. Klaproosdag 1956 Het is weer „reumatiekweer" 2 van de 30.000.... Uit„Peel en Maas" begrafenissen GOÜMANS Telef. 592 Cultureel werk begint dicht bij huis! Zaterdag 10 November 1956 No 45 ZEVEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG CONFECTIE VP lil m PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKIIOF IirUTI^DI A TA VflHD VCMD A V PTTVT CTÏ? PKTT1\I ADVERTENTIE-PRIJS: 8 ct. per m.m. ABONNEMENTS- GROTE STRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150652 VV IjCIaDLHL/ V UUiV V GlN JAil X J&i^l UiVliJ 1 l\C<IVuli PRIJS PER KWARTAAL £1.25 BUITEN VENRAY 1.45 Oorlogsnacht in bezet Nederland. Zwaaiend maaien de kille vang armen van de zoeklichten langs de fluweelzwarte avondhemel. Opeens heeft één van de bundels het vlieg tuig in zijn schijnsel gevangen. Met loeiende motor tracht de piloot weg te duiken. Maar de lichtstralen omvatten hem als de armen van de dood. Dan knettert een salvo uit de afweerkanonnen ver beneden hem En de volgende dag ontvangen een vader en een moeder ergens in Engeland het bericht, dat hun zoon gedood werd, toen zijn vlieg tuig boven Nederland brandend neerstortte Herfst 1944! Over het modderige bospad in Noordbrabant martelen ze voort. De schimmen der geallieerde sol daten glijden voorbij als spookscha- duwen in de mist. Eergisteren re gende het en gisteren. De bodem is een moeras, waarin hun voeten blijven steken; de mist belemmert het uitzicht Plots knettert van nabij een vij andelijke mitrailleur. De mannen laten zich in de bagger vallen om dekking te zoeken. Hun stenguns blaffen terug. Dan staan ze weer op en gaan struike lend verder met wat wij de bevrij ding van Nederland noemen. Maar één blijft achter, getroffen. En enkele dagen later wordt er gebeld aan een huisje in Canada. Een jong vrouwtje doet open. Twee kinderen hollen haar na om te zien wie er is. Met bevende vingers pakte zij het telegram aan. Haar man zal uit Nederland niet meer terugkeren, omdat hij daar gesneuveld is Dit zijn er twee. Maar zo zouden we kunnen door gaan. Er zou een dik boek te vullen zijn met droeve geschiedenissen van de dertigduizend geallieerde militairen, die voor onze vrijheid vielen en in ons land op bijna drie honderd begraafplaatsen ter aarde werden besteld. Want met hun dood begon het pas. Zij lieten ver over de honderd duizend nabestaanden achter. En in het hart van al deze mensen neemt Nederland zo'n grote plaats in, want daür rust het liefste dat zij bezaten. Als U hen zou spreken, zou U horen, dat al die mensen maar één hartewens hebben: eens naar Ne derland te kunnen gaan en zijn graf te bezoeken. „Maar", zullen ze eraan toevoe gen, „dat kan toch nooit, hoe zou den we dit alles moeten betalen?" En toch kan het, omdat het Ne derlandse Volk zijn Klaproosdag heeft. Met het geld, dat het Nederlands Oorlogsgraven Comité door de Klaproos-collecte inzamelt, konden in de afgelopen tien jaar reeds meer dan 14.000 nabestaanden naar ons land komen. Dit waren allen mensen, die dit zelf nooit hadden kunnen betalen. Maar het Britisch Legion (de Brit se organisatie van oud-strijders en nabestaanden) en het Nederlands Oorlogsgraven Comité regelden en betaalden alles voor hen. U had hen moeten zien! U had die dankbare mensen moeten horen toen ze weer naar huis terug gin gen. Zeker, de droefheid was niet weggenomen, omdat het gemis ook na elf jaar nog schrijnt en pijn doet. Maar ze waren zo rijk, omdat ze met eigen ogen hadden gezien waar hun geliefde familielid rust. Heden, op 10 november, is het wéér Klaproosdag. Dan zal opnieuw de collectebus door Nederland rondgaan en gaat het Nederlandse volk iets doen voor de vele tienduizenden vrouwen en kinderen, vaders en moeders, die zo verlangend zijn om ook eens te kunnen staan bij het graf van vader, man of zoon. Denkt U zich eens in, hoeveel dit voor die mensen betekent. En realiseert U zich dan, hoe weinig het ons kost: een gift in de collectebus Een gift voor dertigduizend men sen, wier laatste gedachte was bij hen, die achterbleven. We mogen dan niet zo'n erg beste zomer achter de rug hebben, het jaargetijde van koude, wind en regen staat nu eigenlijk pas voor de deur, met alle narigheden van dien. Wat de reumatiek betreft: gelukkig begint het door te dringen dat dit een echte volksziekte is, die levensgeluk en arbeids kracht vernielt, die schatten verslindt aan uitkeringen wegens invaliditeit en aan productieverlies. fn de strijd tegen reumatiek blijft het niet bij theoretische beschou wingen, er wordt ook al kracht dadig aangepakt. In tal van steden zijn reeds consultatiebureaus ge vestigd, waar reumapatiënten zich kunnen laten onderzoeken en waar adviezen worden gegeven over de beste wijze van behandeling. Voor een aantal lijders is opne ming in een speciaal reuma-zieken huis noodzakelijk. Helaas beschik ken wij in ons land nog steeds niet over een voldoende aantal reuma bedden. In het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde troffen wij een artikel aan van dr. J. H. P. Schut over de behandeling van reuma lijders in het revalidatie-centrum „De Hoogstraat" te Leersum. Daar aan ontlenen wij de navolgende praktische wenken, die ons belang rijk genoeg voorkomen om zo onverkort voor onze lezers over te nemen: Tien leefregels voor reuma-lijders 1. Vocht, tocht en koude vermij den: u moet niet met de handen in koud water werken (b.v. groen ten spoelen, ruiten zemen). Niet met natte voeten blijven lopen. Niet op een koude ondergrond (b.v. linoleum, steen, gras) zitten. De woning moet droog en zonnig zijn, moet goed kunnen worden gelucht en mag niet tochten. 2. Lichamelijke en geestelijke overinspanning vermijden; U moet werken zonder u te haasten. Het werk mag u niet vermoeien. Neemt voldoende rustperioden. Regelmaat is belangrijk: u moet niet teveel doen wanneer u zich goed voelt en ook niet te weinig wanneer u pijn heeft. Gezelligheid en afleiding zijn gewenst. 3. Nachtrust: Voldoende nacht rust is nodig. Uw matras dient vlak en stevig te zijn, zodat u niet in een kuil ligt; zonodig onder de gehele matras een plaat triplex leggen. Niet meer dan één hoofd kussen nemen. Met een kussentje of voetenplank achter de voeten of met een dekenboogje kunt u ver mijden dat het gewicht van de dekens op de tenen rust. Legt niet een kussen of iets dergelijks onder de knieën. Flanellen lakens en piama zijn gunstiger dan katoenen. Het bed zonodig voorverwarmen met hete kruiken. Het bed mag niet tegen een buitenmuur of onder een raam staan. Wol en flanel 4. Kleding: In de winter moet u wollen of flanellen ondergoed en wollen sokken dragen. U moet in huis echter niet zo dik gekleed zijn, dat u gaat transpiren en daar door kans loopt, kou te vatten. Met een dikke overjas en wollen handschoenen is een goede aan passing aan koud weer te bereiken. Jassen en zolen van rubber geven kans op transpiratie en zijn dus ongeschikt. Rubber hakken zijn niet schadelijk. Goed passende stevige schoenen met brede neus en lage hak zijn het beste. Met pantoffels mag u slechts even staan of lopen. 5. Dieet: Een speciaal dieet be hoeft u niet te houden. Gebruikt elke dag rijkelijk groenten en fruit, wat vlees, kaas of een ei, volkoren brood en als u niet te zwaar bent, twee glazen melk. Het lichaams gewicht dient normaal te worden. 6. Oefeningen: Men kan bewe: gingsbeperking voorkomen door enkele malen per uur de gewrich ten in alle richtingen tot de uiterste stand te bewegen of ze door een huisgenoot te laten bewegen. Maakt reeds 's ochtend in bed alle ge wrichten los. Legt o.a. zo nu en dan de handen in de nek en be weegt dan de ellebogen naar ach teren. Doet op zijn minst 10 diepe ademhalingen per uur. Om kracht- vermindering te voorkomen, dienen ook de spieren geregeld te worden geoefend. Door dikwijls een knot wol te kneden of door in het pekelwater in een gummi-balletje (middellijn 5 cm) te knijpen, neemt de kracht van de handen toe. Vaak herhaalde, kortdurende oefeningen baten meer dan een enkele maal langdurige oefeningen. De oefenin gen mogen geen sterke transpira tie en abnormale vermoeidheid geven. Wanneer meer dan twee uur na het oefenen de pijn nog versterkt is en ook wanneer dezelf de oefeningen de volgende dag de pijn doen toenemen, moet het oefenen worden beperkt (en niet gestopt) totdat deze pijn is ver dwenen. Alle oefeningen moeten vele jaren, volgens een vast schema en op vaste tijden, rustig worden uitgevoerd, met volledige ontspan ning tussen elk der oefeningen. Wel oefenen, niet vermoeien 7. Ontstoken gewrichten mogen niet worden belast: Men mag dus niet lopen of staan wanneer de knieën of voeten pijnlijk, gezwollen of warm zijn. Dan moeten deze gewrichten echter liggend of zit tend worden geoefend en wel door ze drie keer per uur volledig tot de pijngrens te laten bewegen. Door dan overdag de been- en bilspieren 20 maal per uur aan te spannen, voorkomt u krachts vermindering van de benen; daar door zal, na het herstel van de gewrichten, het lopen minder ver moeidheid geven. Ook een ontstoken pols of elleboog mag niet worden belast (dus niet matten kloppen, spitten, hameren, zware voorwerpen dragen enz.) ft. Warmtebehandeling: De toe passing van warmte is een van de krachtigste middelen om pijn en stijfheid te verminderen. Vooral 's ochtends terstond na het opstaan en ook vóór de oefeningen werkt warmte gunstig. Met gewone lam pen (b.v. een bureaulamp) of een electrisch kacheltje een half uur bestralen; de afstand van de warm tebron moet zo zijn, dat de warmte aangenaam is. Warme kuipbaden, warme hand- en voetbaden en priessnitz-verbanden bevallen goed. 9. Lichaamshouding: Niet langer dan één uur in dezelfde houding staan of zitten. Vooral lang (over een werkbank, strijkplank, gootsteen tafel) gebogen staan of zitten is slecht. Een stoel met rechte leuning is gunstiger dan een „gemakkelijke" stoel waarin men wegzakt. 10. Arts waarschuwen: O.a. bij koorts, bij hevige pijn, bij slechte nachtrust, bij ongeregelde stoel gang. Het zal vele reumatiekpatiënten genoegen doen deze voorschriften zo overzichtelijk en zo duidelijk bijeengebracht te zien. Zullen zij echter niet vergeten, dat niet zijzelf, maar een dokter over hun ziekte geval moet gaan De dokter is er voor de behandeling, voor de con trole en voor het opstellen van de leefregels bij een bepaalde patiënt. van 17 dov. 1906 Er werd te koop gevraagd goed roggestro (met de vlegel gedorst) a f 19 per 1000 kilo en werden te koop aangeboden stekruben a f 8,50 per 1000 kilo. Per wagon nog voor deliger. Alhier werd een geval van be smettelijke ziekte (diptheritis) ge constateerd bij een 4-jarig kind van M. J. in de Schoolstraat. Het kind is aan deze ziekte overleden. Te koop werd aangeboden door Jacob van de Voort te Oostrum: puike kleine Laplata maïs a f5.90; puike Duitse bakrogge a f 7,25; gewone Duitse rogge af 7,10; grove reine Rotterdammer rogge a f 6,90 per 100 kg, Alles tegen contante betaling. Hollands geld en uit de wagon te laden. van 11 nov. 1908 De kollecte voor de Vincentius- vereniging in de parochiekerk bracht 84 gulden op. Wederom zweefden luchtbal lons boven Venray. De ministers Kolkman en Bevers bezochten Jerusalem. Een dochter van minister Kolkman werd er geprofest. Op P.T.T.-kantoor werd ge plaatst de klerk E. Meinardy uit Amsterdam. De costumière J. Claassen Thijssen aan het Henseniusplein ging een knipcursus openen. van 13 nov. 1908 9 nov. bracht de Kommissaris van de Koningin een bezoek aan Venray, Algehele regeling en verzorging van Tevens plaatsing van complete rouwkamer 1e-2e-3e klas Cultuur is een woord, waarmee tal van beste brave bur gers aan het schrikken gemaakt kunnen worden. Het lijkt een modewoord van deze tijd te zijn. Op elke kranten pagina komt het minstens eenmaal voor. En ook in aller lei toespraken schijnt het niet gemist te kunnen worden. Maar ondanks dat zegt het de meesten van ons bitter wei nig. Vraag honderd mensen wat nu eigenlijk cultuur be tekent en negentig zullen hun schouders ophalen en zeggen, dat het hun boven de pet gaat. Van de tien anderen krijgt ge totaal verschillende antwoorden. En het merk- maardige is, dat die tien verschillende verklaringen mis schien stuk voor stuk even goed zijn. Cultuur is een begrip, dat heel veel inhoudt. Kasten vol dikke boeken zijn erover geschreven en zeergeleerde heren kunnen er dagen lang met elkaar over praten. Dat doen ze dan ook regelmatig op con ferenties, congressen en studie dagen. En in hun knappe rede voeringen schudden ze het woord cultuur in allerlei toonaarden zo maar uit hun mouw. Wie zelf toevallig niet hooggeleerd is en toch graag wil weten wat cul tuur eigenlijk betekent en waarom er zo druk over gepraat en ge schreven wordt, moet niet naar zo'n congres gaan. Hij zal er niet veel wijzer worden. Zelfs niet op een congres over een onschuldig lijkend onderwerp als „Cultuur en platte landsgezinnen", zoals vorige maand in ons land gehouden werd. Want ook daar werd gesproken over de „temporale disconfinuteit in de cul tuuroverdracht op het platteland", en meer van dat soort zaken. Het beprip cultuur, waarover ge nu 'eindelijk eens wat meer wilt weten, wordt bij zulke gelegenheden begraven onder een vracht weten schappelijke vaktermen, waarvan het merendeel niet eens in een woor denboek te vinden is. Dicht by huis Ge kunt voorlopig beter dicht bij huis blijven ^en in eigen omgeving eens rondzien naar een antwoord op uw vragen. Daar jubileert de zangvereniging in onze gemeente, „ïvlen" komt feliciteren. Er wordt een toespraak gehouden waarin men hulde brengt aan de nagedachtenis van de oprichters, die de gemeen schap zulk een belangrijke dienst hebben bewezen. „Zij gaven immers", zo zegt de redenaar, „de stoot tot een stuk cultureel werk van grote betekenis". De negentig toehoorders, die zo even nog hun schouders ophaalden, begrijpen er nu nog minder van. Cultuur was toch iets geleerds, dat thuishoort in de studeerkamers? Hoe komt het dan zo plotseling op dit eenvoudige dorpsfeest ver zeild? Heeft hun eigen zangvereni ging ook iets met cultuur te maken? Meer dan brood alleen Dat heeft het inderdaad. Uit de tien verschillende verklaringen voor het woord cultuur zoeken wij er een uit, die hier van toepassing is. Welnu: cultuur is alles, wat het leven waard maakt geleefd te wor den. Voor het leven-zonder-meer is alleen maar voedsel nodig en kle ding en een onderkomen ter be schutting tegen de kou. Maar de mens verlangt terecht iets méér van het leven dan alleen brood, een stel kleren en onderdak. Als kind gaat hij naar school, hij leest graag een boek of hij maakt muziek of zingt of speelt toneel of geniet als anderen dat doem Hij zoekt ontspanning na het dagelijks werk en ontwikkeling. En al dit andere, dat nu niet precies nodig is om in leven te blijven, behoort tot de cultuur. Cultureel werk De fanfare, die iedere week met toewijding repeteert om op de eerst volgende uitvoering zo goed mo gelijk voor de dag te komen, dient dus een culturele taak. En óók de zangvereniging en de toneelclub. En evenzeer de vereniging, die in de wintermaanden lezingen met licht beelden organiseert over andere landen en volkeren en het bestuur van de plaatselijke bibliotheek, dat woekert met beperkte middelen om het boekenbezit op peil te houden. En niet in de laatste plaats de man, die uit allerlei archieven telkens weer meer bijzonderheden weet te putten over de geschiedenis van de eigen gemeente of streek. Zij allen dienen de cultuur, al zijn zij er zich misschien niet eens zo van bewust. Het is daarom goed, er bij deze gelegenheid eens de aan dacht op te vestigen. En zij ver dienen de sympathie en de steun van de gehele plaatselijke gemeen schap. Steun nodig Oók de steun van hen, die een hogere trede op de culturele ladder hebben bereikt, maar zich al te vaak afzijdig houden van de plaatselijke activiteiten op het culturele erf. Hun culturele behoeften liggen op een hoger plan en kunnen mis schien niet in de eigen gemeente bevredigd worden. Het is hun goed recht, het elders te zoeken. Maar zij verzaken hun plicht tegenover de plaatselijke gemeen schap als zij niet ook daadwerkelijk belang slellen in wat er ter plaatse gebeurt. Zij hoeven niet mee te blazen in het muziekkorps, of mee te zingen in de zangvereniging of mee te spelen in de toneelclub. Maar zij kunnen respect tonen voor de culturele werkers in eigen omgeving, hun bij staan met raad en daad of met financiële steun, waaraan gewoon lijk zo grote behoefte is. Hun er varing en medewerking kunnen niet worden gemist, wil dat eenvoudige plaatselijke culturele leven lang zaam maar zeker op een hoger plan kunnen komen. Juist deze culturele activiteiten maken het leven in de plaatselijke gemeenschap waard geleefd te wor den, zélfs al liggen ze op een be scheiden niveau! Enkele nota's van het Landbouw schap hebben met forse hand een einde gemaakt aan de fabeltjes, rond de welvarende toestand, waar in de landbouw in Nederland zou verkeren. De gedachte van een gezonde boerenstand is vermoedelijk nog afkomstig uit de oorlogsjaren, toen de landbouwers in een bevoorrech te positie waren, vergeleken met de rest van ons volk. Sindsdien heeft men de boeren bij het voeren van het bedrijfsbe leid voortdurend op de vingers ge keken. Maar nu uit hun eisen blijkt, zijn ze daarbij tekort geko men. Verschillende van de voedings producten, die door onze boeren worden geleverd, zijn de laatste jaren het middelpunt geweest van allerlei beschouwingen en discus sies, tot in de ministerraad toe. Wij denken aan de melk, ver schillende granen en de suiker. Niet zozeer de belangen van de boeren waren daarbij het onder werp, maar het bedrag, dat con sumenten voor de voeding moes ten uittrekken. Dat deze post voor uitgaven een bepaald bedrag niet te boven mocht gaan, was duidelijk, wilde men de lonen niet op een te hoog peil handhaven. Hoezeer de daarbij gevolgde ge dragslijn funest is geweest, blijkt uit de eisen van het landbouwschap, waarbij men voor direct een „na vordering" van 50 miljoen gulden voor de geleverde melk op tafel legt en voor de toekomst een ver beterd inkomstenniveau wenst van 350 miljoen per jaar. Het zal de meesten van ons niet onbekend zijn, dat er garantieprij zen bestaan voor tarwe, melk en suikerbieten. Om die prijs te weten zal de regering ook moeten nagaan hoe het met de kostprijzen van die producten gesteld is. Dit laatste betekent, dat de re gering zich bemoeit met de calcu latie. Dit houdt in, dat de overheid de eigenaarslasten moet vaststel len. Verkeerde basis. Die eigenaarslasten kunnen ge baseerd worden op de uitgaven, die in het verleden door de eigenaar werden gedaan, maar evenzeer op de vervangingswaarde. De laatste is de waarde van de eigendom, wanneer deze thans door nieuwbouw en aanleg zou worden verkregen. De laatste jaren is de kostprijs berekend op basis van de pacht prijzen en het behoeft nauwelijks betoog, dat deze niet zijn aange past. De nederlandse regering heeft de laatste tien jaren een deel van ons volk de kosten laten betalen van het lage levenspeil, dat wij terwil- !e van onze export moesten hand haven. Hiervan zijn de huiseigenaren en de boeren de dupe geworden. Beide groepen verkeren daar om in nood. Elk moment van de dag kan men de nadelige gevolgen van de bankroetpoli- tiek voor de eigendom van on roerende goederen aanschouwen in het geweldige woningtekort. Het verval van het oude hui- zenbezit openbaart zich eerst op langere termijn. Het tekort dat men de landbouw heeft op gedrongen, wordt nu reeds zichtbaar en is versneld aan 't daglicht gekomen door de slech te weersomstandigheden van deze zomer. Nu de opbrengst van oogstproducten een aan zienlijke vermindering te zien geeft, blijkt dat de landbouw en veeteelt onvoldoende finan ciële armslag hebben. Duizenden boeren hebben in de afgelopen jaren een zo groot mo gelijk deel van hun inkomen in het bedrijf gelaten, om een goede be drijfsvoering mogelijk te maken. In deze jaren hadden de boeren een reserve moeten vormen om daarmee een slecht jaar of slechte jaren te overbruggen. Waar de berekende kostprijs door de regering niet meer dan een schijnvertoning was, ondervindt men daarvan nu de nadelige ge volgen. Het landbouwschap heeft daarop gewezen. Nu het landbouwkalf eco nomisch reeds, letterlijk in de zo merregens is verdronken, tracht 't ministerie nog de put te dempen met enkele toezeggingen in de re geringsverklaring. Veel beloven Bij de landbouw moet gestreefd worden naar de productiviteitsver hoging, vooral in die gebieden, waar deze deelhebbers aan de na tionale productie het moeilijk heb ben. De kleinere bedrijven moeten op meer economische basis gebracht worden door gebruikmaking van nieuw gewonnen grond of door aankoop. Men streeft naar een structurele aanpassing van de land bouw aan de zich wijzigende om standigheden. Bij regeringen ontbreekt het nimmer aan beloften. Toch moet men öikwyls bijnade adem inhouden van verbazing. Jaren lang leert de overheid de boer op een verkeerde basis calculeren. Men dwingt land bouwers en veehouders een kostprijs te berekenen, die met dit begrip niets te maken heeft. De winst, die op papier wordt uitgeteld, is in wezen niet an ders dan een klein deel van de onvoldoend gecalculeerde wer kelijke kosten. Wanneer de overheid een modern landbouw apparaat wenst, en een up-to- date veehouderij, dan moet zij beginnen met deze onderne mers de gelegenheid te geven de werkelijke kosten aan de verbruikers in rekening te brengen. Dit is niet gebeurd. Men kan het lezen in de nota's van het landbouwschap. De rege ring geeft het toe in de jongste regeringsverklaring en vanuit de Sociaal Economische Raad is de garantieprijs voor melk volkomen gekraakt. Bij dergelijke gedwongen prijzen, eist men van de boeren dat zij hun bedrijven moderniseren. Niet achterlijk Wij geloven niet, dat onze boeren ondernemers achterlijk zijn. Elke buitenlander, die hier komt slaat zijn handen ineen van verba zingwekkende bewondering voor de prestaties van onze landbouw en veeteelt. Elke boer in Nederland zou in staat geweest zijn in de achter ons liggende jaren een winstgevend bedrijf op te bouwen, wanneer hem de resultaten niet vooraf waren ontnomen door de waanzinnige prijsbeheersing. Van de goede bedrijfsresultaten hadden de boeren hun bedrijf kun nen moderniseren. Nu kunnen zij de hand gaan ophouden bij minis ter Mansholt, die heel wat goed te maken heeft bij de onder zijn de partement ressorterende landgeno ten. In de afgelopen jaren is de winst van de boeren gesociali seerd om de werknemers te subsidiëren, die onze export industrie op de been moesten helpen. Hierdoor kon de indus trialisatie doorgang vinden en dank zij deze gedragslijn kon de industrie grote winsten ma ken. In dezelfde lijn door rede nerend is het dus ook de ge woonste zaak van de wereld, dat de boeren thans bij de over heid aankloppen om nu eens een socialisatie in andere rich ting te proclameren. (Vervolg zie achterpagina)

Peel en Maas | 1956 | | pagina 1