Wat is cultuur?
Landbouwbeleid verdronk in
de zomer regens.
Klaproosdag 1956
Het is weer
„reumatiekweer"
2 van de 30.000....
Uit„Peel en Maas"
begrafenissen
GOÜMANS
Telef. 592
Cultureel werk begint dicht bij huis!
Zaterdag 10 November 1956 No 45
ZEVEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
CONFECTIE VP
lil
m PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKIIOF IirUTI^DI A TA VflHD VCMD A V PTTVT CTÏ? PKTT1\I ADVERTENTIE-PRIJS: 8 ct. per m.m. ABONNEMENTS-
GROTE STRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150652 VV IjCIaDLHL/ V UUiV V GlN JAil X J&i^l UiVliJ 1 l\C<IVuli PRIJS PER KWARTAAL £1.25 BUITEN VENRAY 1.45
Oorlogsnacht in bezet Nederland.
Zwaaiend maaien de kille vang
armen van de zoeklichten langs de
fluweelzwarte avondhemel. Opeens
heeft één van de bundels het vlieg
tuig in zijn schijnsel gevangen.
Met loeiende motor tracht de piloot
weg te duiken. Maar de lichtstralen
omvatten hem als de armen van
de dood. Dan knettert een salvo
uit de afweerkanonnen ver beneden
hem
En de volgende dag ontvangen
een vader en een moeder ergens
in Engeland het bericht, dat hun
zoon gedood werd, toen zijn vlieg
tuig boven Nederland brandend
neerstortte
Herfst 1944!
Over het modderige bospad in
Noordbrabant martelen ze voort.
De schimmen der geallieerde sol
daten glijden voorbij als spookscha-
duwen in de mist. Eergisteren re
gende het en gisteren. De bodem
is een moeras, waarin hun voeten
blijven steken; de mist belemmert
het uitzicht
Plots knettert van nabij een vij
andelijke mitrailleur. De mannen
laten zich in de bagger vallen om
dekking te zoeken.
Hun stenguns blaffen terug. Dan
staan ze weer op en gaan struike
lend verder met wat wij de bevrij
ding van Nederland noemen.
Maar één blijft achter, getroffen.
En enkele dagen later wordt er
gebeld aan een huisje in Canada.
Een jong vrouwtje doet open. Twee
kinderen hollen haar na om te
zien wie er is. Met bevende vingers
pakte zij het telegram aan.
Haar man zal uit Nederland niet
meer terugkeren, omdat hij daar
gesneuveld is
Dit zijn er twee.
Maar zo zouden we kunnen door
gaan. Er zou een dik boek te vullen
zijn met droeve geschiedenissen
van de dertigduizend geallieerde
militairen, die voor onze vrijheid
vielen en in ons land op bijna drie
honderd begraafplaatsen ter aarde
werden besteld.
Want met hun dood begon het
pas. Zij lieten ver over de honderd
duizend nabestaanden achter. En
in het hart van al deze mensen
neemt Nederland zo'n grote plaats
in, want daür rust het liefste dat
zij bezaten.
Als U hen zou spreken, zou U
horen, dat al die mensen maar één
hartewens hebben: eens naar Ne
derland te kunnen gaan en zijn graf
te bezoeken.
„Maar", zullen ze eraan toevoe
gen, „dat kan toch nooit, hoe zou
den we dit alles moeten betalen?"
En toch kan het, omdat het Ne
derlandse Volk zijn Klaproosdag
heeft.
Met het geld, dat het Nederlands
Oorlogsgraven Comité door de
Klaproos-collecte inzamelt, konden
in de afgelopen tien jaar reeds
meer dan 14.000 nabestaanden naar
ons land komen.
Dit waren allen mensen, die dit
zelf nooit hadden kunnen betalen.
Maar het Britisch Legion (de Brit
se organisatie van oud-strijders en
nabestaanden) en het Nederlands
Oorlogsgraven Comité regelden en
betaalden alles voor hen.
U had hen moeten zien! U had
die dankbare mensen moeten horen
toen ze weer naar huis terug gin
gen. Zeker, de droefheid was niet
weggenomen, omdat het gemis ook
na elf jaar nog schrijnt en pijn
doet.
Maar ze waren zo rijk, omdat ze
met eigen ogen hadden gezien waar
hun geliefde familielid rust.
Heden, op 10 november, is het
wéér Klaproosdag.
Dan zal opnieuw de collectebus
door Nederland rondgaan en gaat
het Nederlandse volk iets doen
voor de vele tienduizenden vrouwen
en kinderen, vaders en moeders,
die zo verlangend zijn om ook eens
te kunnen staan bij het graf van
vader, man of zoon.
Denkt U zich eens in, hoeveel dit
voor die mensen betekent.
En realiseert U zich dan, hoe
weinig het ons kost: een gift in
de collectebus
Een gift voor dertigduizend men
sen, wier laatste gedachte was bij
hen, die achterbleven.
We mogen dan niet zo'n erg beste zomer achter de rug hebben,
het jaargetijde van koude, wind en regen staat nu eigenlijk pas
voor de deur, met alle narigheden van dien.
Wat de reumatiek betreft: gelukkig begint het door te dringen
dat dit een echte volksziekte is, die levensgeluk en arbeids
kracht vernielt, die schatten verslindt aan uitkeringen wegens
invaliditeit en aan productieverlies.
fn de strijd tegen reumatiek blijft
het niet bij theoretische beschou
wingen, er wordt ook al kracht
dadig aangepakt. In tal van steden
zijn reeds consultatiebureaus ge
vestigd, waar reumapatiënten zich
kunnen laten onderzoeken en waar
adviezen worden gegeven over de
beste wijze van behandeling.
Voor een aantal lijders is opne
ming in een speciaal reuma-zieken
huis noodzakelijk. Helaas beschik
ken wij in ons land nog steeds niet
over een voldoende aantal reuma
bedden.
In het Nederlandsch Tijdschrift
voor Geneeskunde troffen wij een
artikel aan van dr. J. H. P. Schut
over de behandeling van reuma
lijders in het revalidatie-centrum
„De Hoogstraat" te Leersum. Daar
aan ontlenen wij de navolgende
praktische wenken, die ons belang
rijk genoeg voorkomen om zo
onverkort voor onze lezers over te
nemen:
Tien leefregels
voor reuma-lijders
1. Vocht, tocht en koude vermij
den: u moet niet met de handen
in koud water werken (b.v. groen
ten spoelen, ruiten zemen). Niet
met natte voeten blijven lopen. Niet
op een koude ondergrond (b.v.
linoleum, steen, gras) zitten. De
woning moet droog en zonnig zijn,
moet goed kunnen worden gelucht
en mag niet tochten.
2. Lichamelijke en geestelijke
overinspanning vermijden; U moet
werken zonder u te haasten. Het
werk mag u niet vermoeien. Neemt
voldoende rustperioden. Regelmaat
is belangrijk: u moet niet teveel
doen wanneer u zich goed voelt en
ook niet te weinig wanneer u pijn
heeft. Gezelligheid en afleiding zijn
gewenst.
3. Nachtrust: Voldoende nacht
rust is nodig. Uw matras dient vlak
en stevig te zijn, zodat u niet in
een kuil ligt; zonodig onder de
gehele matras een plaat triplex
leggen. Niet meer dan één hoofd
kussen nemen. Met een kussentje
of voetenplank achter de voeten of
met een dekenboogje kunt u ver
mijden dat het gewicht van de
dekens op de tenen rust. Legt niet
een kussen of iets dergelijks onder
de knieën. Flanellen lakens en
piama zijn gunstiger dan katoenen.
Het bed zonodig voorverwarmen
met hete kruiken. Het bed mag
niet tegen een buitenmuur of onder
een raam staan.
Wol en flanel
4. Kleding: In de winter moet u
wollen of flanellen ondergoed en
wollen sokken dragen. U moet in
huis echter niet zo dik gekleed
zijn, dat u gaat transpiren en daar
door kans loopt, kou te vatten.
Met een dikke overjas en wollen
handschoenen is een goede aan
passing aan koud weer te bereiken.
Jassen en zolen van rubber geven
kans op transpiratie en zijn dus
ongeschikt. Rubber hakken zijn
niet schadelijk. Goed passende
stevige schoenen met brede neus
en lage hak zijn het beste. Met
pantoffels mag u slechts even staan
of lopen.
5. Dieet: Een speciaal dieet be
hoeft u niet te houden. Gebruikt
elke dag rijkelijk groenten en fruit,
wat vlees, kaas of een ei, volkoren
brood en als u niet te zwaar bent,
twee glazen melk. Het lichaams
gewicht dient normaal te worden.
6. Oefeningen: Men kan bewe:
gingsbeperking voorkomen door
enkele malen per uur de gewrich
ten in alle richtingen tot de uiterste
stand te bewegen of ze door een
huisgenoot te laten bewegen. Maakt
reeds 's ochtend in bed alle ge
wrichten los. Legt o.a. zo nu en
dan de handen in de nek en be
weegt dan de ellebogen naar ach
teren. Doet op zijn minst 10 diepe
ademhalingen per uur. Om kracht-
vermindering te voorkomen, dienen
ook de spieren geregeld te worden
geoefend. Door dikwijls een knot
wol te kneden of door in het
pekelwater in een gummi-balletje
(middellijn 5 cm) te knijpen, neemt
de kracht van de handen toe. Vaak
herhaalde, kortdurende oefeningen
baten meer dan een enkele maal
langdurige oefeningen. De oefenin
gen mogen geen sterke transpira
tie en abnormale vermoeidheid
geven. Wanneer meer dan twee
uur na het oefenen de pijn nog
versterkt is en ook wanneer dezelf
de oefeningen de volgende dag de
pijn doen toenemen, moet het
oefenen worden beperkt (en niet
gestopt) totdat deze pijn is ver
dwenen. Alle oefeningen moeten
vele jaren, volgens een vast schema
en op vaste tijden, rustig worden
uitgevoerd, met volledige ontspan
ning tussen elk der oefeningen.
Wel oefenen, niet vermoeien
7. Ontstoken gewrichten mogen
niet worden belast: Men mag dus
niet lopen of staan wanneer de
knieën of voeten pijnlijk, gezwollen
of warm zijn. Dan moeten deze
gewrichten echter liggend of zit
tend worden geoefend en wel door
ze drie keer per uur volledig tot
de pijngrens te laten bewegen.
Door dan overdag de been- en
bilspieren 20 maal per uur aan te
spannen, voorkomt u krachts
vermindering van de benen; daar
door zal, na het herstel van de
gewrichten, het lopen minder ver
moeidheid geven. Ook een ontstoken
pols of elleboog mag niet worden
belast (dus niet matten kloppen,
spitten, hameren, zware voorwerpen
dragen enz.)
ft. Warmtebehandeling: De toe
passing van warmte is een van de
krachtigste middelen om pijn en
stijfheid te verminderen. Vooral
's ochtends terstond na het opstaan
en ook vóór de oefeningen werkt
warmte gunstig. Met gewone lam
pen (b.v. een bureaulamp) of een
electrisch kacheltje een half uur
bestralen; de afstand van de warm
tebron moet zo zijn, dat de warmte
aangenaam is. Warme kuipbaden,
warme hand- en voetbaden en
priessnitz-verbanden bevallen goed.
9. Lichaamshouding: Niet langer
dan één uur in dezelfde houding
staan of zitten. Vooral lang (over
een werkbank, strijkplank, gootsteen
tafel) gebogen staan of zitten is
slecht. Een stoel met rechte leuning
is gunstiger dan een „gemakkelijke"
stoel waarin men wegzakt.
10. Arts waarschuwen: O.a. bij
koorts, bij hevige pijn, bij slechte
nachtrust, bij ongeregelde stoel
gang.
Het zal vele reumatiekpatiënten
genoegen doen deze voorschriften
zo overzichtelijk en zo duidelijk
bijeengebracht te zien. Zullen zij
echter niet vergeten, dat niet zijzelf,
maar een dokter over hun ziekte
geval moet gaan De dokter is er
voor de behandeling, voor de con
trole en voor het opstellen van de
leefregels bij een bepaalde patiënt.
van 17 dov. 1906
Er werd te koop gevraagd goed
roggestro (met de vlegel gedorst)
a f 19 per 1000 kilo en werden te
koop aangeboden stekruben a f 8,50
per 1000 kilo. Per wagon nog voor
deliger.
Alhier werd een geval van be
smettelijke ziekte (diptheritis) ge
constateerd bij een 4-jarig kind van
M. J. in de Schoolstraat. Het kind
is aan deze ziekte overleden.
Te koop werd aangeboden door
Jacob van de Voort te Oostrum:
puike kleine Laplata maïs a f5.90;
puike Duitse bakrogge a f 7,25;
gewone Duitse rogge af 7,10; grove
reine Rotterdammer rogge a f 6,90
per 100 kg, Alles tegen contante
betaling. Hollands geld en uit de
wagon te laden.
van 11 nov. 1908
De kollecte voor de Vincentius-
vereniging in de parochiekerk bracht
84 gulden op.
Wederom zweefden luchtbal
lons boven Venray.
De ministers Kolkman en
Bevers bezochten Jerusalem. Een
dochter van minister Kolkman werd
er geprofest.
Op P.T.T.-kantoor werd ge
plaatst de klerk E. Meinardy uit
Amsterdam.
De costumière J. Claassen
Thijssen aan het Henseniusplein
ging een knipcursus openen.
van 13 nov. 1908
9 nov. bracht de Kommissaris
van de Koningin een bezoek aan
Venray,
Algehele regeling en
verzorging van
Tevens plaatsing van complete
rouwkamer 1e-2e-3e klas
Cultuur is een woord, waarmee tal van beste brave bur
gers aan het schrikken gemaakt kunnen worden. Het lijkt
een modewoord van deze tijd te zijn. Op elke kranten
pagina komt het minstens eenmaal voor. En ook in aller
lei toespraken schijnt het niet gemist te kunnen worden.
Maar ondanks dat zegt het de meesten van ons bitter wei
nig. Vraag honderd mensen wat nu eigenlijk cultuur be
tekent en negentig zullen hun schouders ophalen en
zeggen, dat het hun boven de pet gaat. Van de tien anderen
krijgt ge totaal verschillende antwoorden. En het merk-
maardige is, dat die tien verschillende verklaringen mis
schien stuk voor stuk even goed zijn.
Cultuur is een begrip, dat heel
veel inhoudt. Kasten vol dikke
boeken zijn erover geschreven en
zeergeleerde heren kunnen er dagen
lang met elkaar over praten. Dat
doen ze dan ook regelmatig op con
ferenties, congressen en studie
dagen. En in hun knappe rede
voeringen schudden ze het woord
cultuur in allerlei toonaarden zo
maar uit hun mouw.
Wie zelf toevallig niet hooggeleerd
is en toch graag wil weten wat cul
tuur eigenlijk betekent en waarom
er zo druk over gepraat en ge
schreven wordt, moet niet naar zo'n
congres gaan. Hij zal er niet veel
wijzer worden. Zelfs niet op een
congres over een onschuldig lijkend
onderwerp als „Cultuur en platte
landsgezinnen", zoals vorige maand
in ons land gehouden werd. Want
ook daar werd gesproken over de
„temporale disconfinuteit in de cul
tuuroverdracht op het platteland",
en meer van dat soort zaken.
Het beprip cultuur, waarover ge
nu 'eindelijk eens wat meer wilt
weten, wordt bij zulke gelegenheden
begraven onder een vracht weten
schappelijke vaktermen, waarvan
het merendeel niet eens in een woor
denboek te vinden is.
Dicht by huis
Ge kunt voorlopig beter dicht bij
huis blijven ^en in eigen omgeving
eens rondzien naar een antwoord
op uw vragen. Daar jubileert de
zangvereniging in onze gemeente,
„ïvlen" komt feliciteren. Er wordt
een toespraak gehouden waarin men
hulde brengt aan de nagedachtenis
van de oprichters, die de gemeen
schap zulk een belangrijke dienst
hebben bewezen. „Zij gaven immers",
zo zegt de redenaar, „de stoot tot
een stuk cultureel werk van grote
betekenis".
De negentig toehoorders, die zo
even nog hun schouders ophaalden,
begrijpen er nu nog minder van.
Cultuur was toch iets geleerds, dat
thuishoort in de studeerkamers?
Hoe komt het dan zo plotseling
op dit eenvoudige dorpsfeest ver
zeild? Heeft hun eigen zangvereni
ging ook iets met cultuur te maken?
Meer dan brood alleen
Dat heeft het inderdaad. Uit de
tien verschillende verklaringen voor
het woord cultuur zoeken wij er een
uit, die hier van toepassing is.
Welnu: cultuur is alles, wat het
leven waard maakt geleefd te wor
den. Voor het leven-zonder-meer is
alleen maar voedsel nodig en kle
ding en een onderkomen ter be
schutting tegen de kou.
Maar de mens verlangt terecht
iets méér van het leven dan alleen
brood, een stel kleren en onderdak.
Als kind gaat hij naar school, hij
leest graag een boek of hij maakt
muziek of zingt of speelt toneel of
geniet als anderen dat doem Hij
zoekt ontspanning na het dagelijks
werk en ontwikkeling. En al dit
andere, dat nu niet precies nodig is
om in leven te blijven, behoort tot
de cultuur.
Cultureel werk
De fanfare, die iedere week met
toewijding repeteert om op de eerst
volgende uitvoering zo goed mo
gelijk voor de dag te komen, dient
dus een culturele taak. En óók de
zangvereniging en de toneelclub. En
evenzeer de vereniging, die in de
wintermaanden lezingen met licht
beelden organiseert over andere
landen en volkeren en het bestuur
van de plaatselijke bibliotheek, dat
woekert met beperkte middelen om
het boekenbezit op peil te houden.
En niet in de laatste plaats de man,
die uit allerlei archieven telkens
weer meer bijzonderheden weet te
putten over de geschiedenis van de
eigen gemeente of streek.
Zij allen dienen de cultuur, al zijn
zij er zich misschien niet eens zo
van bewust. Het is daarom goed, er
bij deze gelegenheid eens de aan
dacht op te vestigen. En zij ver
dienen de sympathie en de steun
van de gehele plaatselijke gemeen
schap.
Steun nodig
Oók de steun van hen, die een
hogere trede op de culturele ladder
hebben bereikt, maar zich al te vaak
afzijdig houden van de plaatselijke
activiteiten op het culturele erf.
Hun culturele behoeften liggen op
een hoger plan en kunnen mis
schien niet in de eigen gemeente
bevredigd worden. Het is hun goed
recht, het elders te zoeken.
Maar zij verzaken hun plicht
tegenover de plaatselijke gemeen
schap als zij niet ook daadwerkelijk
belang slellen in wat er ter plaatse
gebeurt.
Zij hoeven niet mee te blazen in
het muziekkorps, of mee te zingen
in de zangvereniging of mee te spelen
in de toneelclub. Maar zij kunnen
respect tonen voor de culturele
werkers in eigen omgeving, hun bij
staan met raad en daad of met
financiële steun, waaraan gewoon
lijk zo grote behoefte is. Hun er
varing en medewerking kunnen niet
worden gemist, wil dat eenvoudige
plaatselijke culturele leven lang
zaam maar zeker op een hoger plan
kunnen komen.
Juist deze culturele activiteiten
maken het leven in de plaatselijke
gemeenschap waard geleefd te wor
den, zélfs al liggen ze op een be
scheiden niveau!
Enkele nota's van het Landbouw
schap hebben met forse hand een
einde gemaakt aan de fabeltjes,
rond de welvarende toestand, waar
in de landbouw in Nederland zou
verkeren.
De gedachte van een gezonde
boerenstand is vermoedelijk nog
afkomstig uit de oorlogsjaren, toen
de landbouwers in een bevoorrech
te positie waren, vergeleken met
de rest van ons volk.
Sindsdien heeft men de boeren
bij het voeren van het bedrijfsbe
leid voortdurend op de vingers ge
keken. Maar nu uit hun eisen
blijkt, zijn ze daarbij tekort geko
men.
Verschillende van de voedings
producten, die door onze boeren
worden geleverd, zijn de laatste
jaren het middelpunt geweest van
allerlei beschouwingen en discus
sies, tot in de ministerraad toe.
Wij denken aan de melk, ver
schillende granen en de suiker.
Niet zozeer de belangen van de
boeren waren daarbij het onder
werp, maar het bedrag, dat con
sumenten voor de voeding moes
ten uittrekken.
Dat deze post voor uitgaven een
bepaald bedrag niet te boven mocht
gaan, was duidelijk, wilde men de
lonen niet op een te hoog peil
handhaven.
Hoezeer de daarbij gevolgde ge
dragslijn funest is geweest, blijkt
uit de eisen van het landbouwschap,
waarbij men voor direct een „na
vordering" van 50 miljoen gulden
voor de geleverde melk op tafel
legt en voor de toekomst een ver
beterd inkomstenniveau wenst van
350 miljoen per jaar.
Het zal de meesten van ons niet
onbekend zijn, dat er garantieprij
zen bestaan voor tarwe, melk en
suikerbieten. Om die prijs te weten
zal de regering ook moeten nagaan
hoe het met de kostprijzen van die
producten gesteld is.
Dit laatste betekent, dat de re
gering zich bemoeit met de calcu
latie. Dit houdt in, dat de overheid
de eigenaarslasten moet vaststel
len.
Verkeerde basis.
Die eigenaarslasten kunnen ge
baseerd worden op de uitgaven, die
in het verleden door de eigenaar
werden gedaan, maar evenzeer op
de vervangingswaarde.
De laatste is de waarde van de
eigendom, wanneer deze thans door
nieuwbouw en aanleg zou worden
verkregen.
De laatste jaren is de kostprijs
berekend op basis van de pacht
prijzen en het behoeft nauwelijks
betoog, dat deze niet zijn aange
past.
De nederlandse regering heeft de
laatste tien jaren een deel van ons
volk de kosten laten betalen van
het lage levenspeil, dat wij terwil-
!e van onze export moesten hand
haven.
Hiervan zijn de huiseigenaren en
de boeren de dupe geworden.
Beide groepen verkeren daar
om in nood. Elk moment van
de dag kan men de nadelige
gevolgen van de bankroetpoli-
tiek voor de eigendom van on
roerende goederen aanschouwen
in het geweldige woningtekort.
Het verval van het oude hui-
zenbezit openbaart zich eerst
op langere termijn. Het tekort
dat men de landbouw heeft op
gedrongen, wordt nu reeds
zichtbaar en is versneld aan 't
daglicht gekomen door de slech
te weersomstandigheden van
deze zomer. Nu de opbrengst
van oogstproducten een aan
zienlijke vermindering te zien
geeft, blijkt dat de landbouw
en veeteelt onvoldoende finan
ciële armslag hebben.
Duizenden boeren hebben in de
afgelopen jaren een zo groot mo
gelijk deel van hun inkomen in het
bedrijf gelaten, om een goede be
drijfsvoering mogelijk te maken.
In deze jaren hadden de boeren
een reserve moeten vormen om
daarmee een slecht jaar of slechte
jaren te overbruggen.
Waar de berekende kostprijs door
de regering niet meer dan een
schijnvertoning was, ondervindt
men daarvan nu de nadelige ge
volgen.
Het landbouwschap heeft daarop
gewezen. Nu het landbouwkalf eco
nomisch reeds, letterlijk in de zo
merregens is verdronken, tracht 't
ministerie nog de put te dempen
met enkele toezeggingen in de re
geringsverklaring.
Veel beloven
Bij de landbouw moet gestreefd
worden naar de productiviteitsver
hoging, vooral in die gebieden,
waar deze deelhebbers aan de na
tionale productie het moeilijk heb
ben.
De kleinere bedrijven moeten op
meer economische basis gebracht
worden door gebruikmaking van
nieuw gewonnen grond of door
aankoop. Men streeft naar een
structurele aanpassing van de land
bouw aan de zich wijzigende om
standigheden.
Bij regeringen ontbreekt het
nimmer aan beloften. Toch
moet men öikwyls bijnade
adem inhouden van verbazing.
Jaren lang leert de overheid de
boer op een verkeerde basis
calculeren. Men dwingt land
bouwers en veehouders een
kostprijs te berekenen, die met
dit begrip niets te maken heeft.
De winst, die op papier wordt
uitgeteld, is in wezen niet an
ders dan een klein deel van de
onvoldoend gecalculeerde wer
kelijke kosten. Wanneer de
overheid een modern landbouw
apparaat wenst, en een up-to-
date veehouderij, dan moet zij
beginnen met deze onderne
mers de gelegenheid te geven
de werkelijke kosten aan de
verbruikers in rekening te
brengen.
Dit is niet gebeurd.
Men kan het lezen in de nota's
van het landbouwschap. De rege
ring geeft het toe in de jongste
regeringsverklaring en vanuit de
Sociaal Economische Raad is de
garantieprijs voor melk volkomen
gekraakt.
Bij dergelijke gedwongen prijzen,
eist men van de boeren dat zij
hun bedrijven moderniseren.
Niet achterlijk
Wij geloven niet, dat onze boeren
ondernemers achterlijk zijn.
Elke buitenlander, die hier komt
slaat zijn handen ineen van verba
zingwekkende bewondering voor
de prestaties van onze landbouw
en veeteelt.
Elke boer in Nederland zou in
staat geweest zijn in de achter
ons liggende jaren een winstgevend
bedrijf op te bouwen, wanneer hem
de resultaten niet vooraf waren
ontnomen door de waanzinnige
prijsbeheersing.
Van de goede bedrijfsresultaten
hadden de boeren hun bedrijf kun
nen moderniseren. Nu kunnen zij
de hand gaan ophouden bij minis
ter Mansholt, die heel wat goed te
maken heeft bij de onder zijn de
partement ressorterende landgeno
ten.
In de afgelopen jaren is de
winst van de boeren gesociali
seerd om de werknemers te
subsidiëren, die onze export
industrie op de been moesten
helpen. Hierdoor kon de indus
trialisatie doorgang vinden en
dank zij deze gedragslijn kon
de industrie grote winsten ma
ken. In dezelfde lijn door rede
nerend is het dus ook de ge
woonste zaak van de wereld,
dat de boeren thans bij de over
heid aankloppen om nu eens
een socialisatie in andere rich
ting te proclameren.
(Vervolg zie achterpagina)