Sport in Ven ray. Dank aan het „kindervacantiewerk" Hnwelijkstroow! Wat het oatte jaar ons leert WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN De duivenhouderij Uit „Peel en Maas" Weet ge... Zaterdag 1 September 1956 No 35 ZEVEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG "EEN RIJK BEZIT PEEL MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MÜNCKHOF GROTE STRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150652 ADVERTENTIE-PRUS: 8 ct. per rn.m. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 BUITEN VENRAY f 1.45 III. Een sport, die in Venray vele aanhangers kent in alle rangen en standen is wel de duivensport. Een bezigheid, die een outsider altijd een tikkeltje dwaas aandoet. Men ziet daar grote volwassen kerels met hun beestjes zitten of staan „plaren" en men vraagt zich af, welk plezier men daar nu in kan hebben. Het beste kan men dan eens met een duivenmelker wat een naam gaan praten. Men krijgt dan op de eerste plaats zeker een paar uren enthousiaste verhalen te horen, en op de tweede plaats blijkt deze duivenhouderij toch ongekende dingen in zich te bergen. In Venray kennen we een 125 enthousiaste duivenmelkers, die ver enigd zijn in de Postduivenvereni ging De Zwaluw. Voor de oorlog bestonden erzelfs twee verenigingen, nl. de Eendracht en de Zwaluw, maar die zijn nu samengevoegd tot een eendrachtige zwaluw, die zich met de duiven sport bezig houdt. Die 125 mensen zijn de trotse be zitters van bijna 4000 duiven en mogen inderdaad trots zijn, want de Venray se duiven slaan in het grote landelijke verband een zeer behoorlijk figuur. Want al de Ne derlandse postduivenhouders zijn verenigd in verschillende clubs, die onderling in bonds-verband weer samenwerken. De „form" Iedere duivenhouder heeft zijn duiven om prijzen te winnen. Dat wil zeggen, dat hij zijn duiven in een dergelijke conditie probeert te brengen, dat ze van de verschillen de wedvluchten het eerste thuis komt. Daarvoor is nodig een behoorlijke conditie, de z.g. „form". Zo'n duif moet kern-gezond zijn, sterk en ge spierd, een helder oog hebben, kortom, moet in blakende welstand verkeren. Want van een dergelijke vogel wordt nogal wat vereist. Men stuurt die beestjes rustig ettelijke honderden kilometers weg, waarna ze niet alleen de weg naar huis moeten vinden, maar dan ook nog zo snel mogelijk. De laatste vlucht op Chartres in Frankrijk gaf snelheden van bijna 120 km per uur, al moet daar direct bij verteld worden, dat ze de wind op de rug hadden en verder uit stekend vliegweer. Maar 80—100 km per uur legt een behoorlijke duif toch af. Men is echter met die blakende welstand nog niet tevreden, maar geeft ze bovendien nog een extra prikkel mee om zo gauw mogelijk thuis te komen. Daarvoor kent men verschillende manieren. Zo vliegt men o.a. op eieren. D.w.z. dat men zorgt, dat mevr. duif op eitjes zit en het beestje heeft daarover zoveel zorg, dat ze er nog een schepje op legt, om zo gauw mogelijk thuis te komen. Hetzelfde is het „op jongen vlie gen", waarbij dan de jongen in het nest moeder en vader duif tot extra prestaties aansporen. Mijnheer duif de doffer weet men ook op andere wijze tot grotere spoed te manen. Men maakt hem nl. voortijdig weduwnaar, maar brengt hem bij, dat na een vlucht, dat weduwnaarschap afgelopen is en dat hij dan weer enkele uren met zijn weduwe op stap mag. Dat is het z.g. weduwschap vliegen, dat vooral de laatste jaren meer op gang maakt, omdat de doffer daar nog al fel op reageert. De vluchten Om dergelijke vluchten mogelijk te maken zijn de vereniging en de bond noodzakelijk. De laatste zorgt namelijk voor de organisatie van dergelijke vluchten. Ze zoekt in het begin van het seizoen de start plaatsen uit en regelt het vervoer naar die plaatsen. Men kent drie soorten vluchten. Namelijk die voor jonge duiven, waaraan de duiven mogen deelne men die in hetzelfde jaar geboren zijn. Verder de vluchten voor de jarige duiven, (dat zijn de jonge lingen van 1—2 jaar) en tenslotte die voor de oudere duiven, de vogels van 2 jaren en ouder. De jonge duiven hebben o.a. als startplaatsen op hun lijstje staan: Beek in Limburg, Java, Taminas en Momignies in België en Noyon, Chartres en Orleans in Frankrijk. De laatste twee zijn dan resp. het provinciaal en het nationaal con cours. De jarigen hebben ongeveer hetzelfde programma maar gaan bovendien nog naar Solré, Pont St. Max en St. Denis in Frankrijk. Tenslotte zijn daar de oudere duiven nog, die nog verder Frankrijk in trekken en o.a. Limoges, Salbris, Chartoroux, Dax en St. Vincent op hun startbriefje hebben staan en dan meer dan 1000 km van huis af zitten. De vluchten naar Dax en St. Vincent zijn de grote nationale vluchten, waaraan practisch iedere Nederlandse duivenmelker aan deel neemt en waarin auto's, televisie toestellen etc. te winnen zijn. De klok De duiven die daaraan deelnemen, worden enkele dagen voor de start hier ingekorfd in café Schellen. De beestjes krijgen dan een gummi wedstrijd-ring aan de rechter poot en gaan de korf in. Ieder nummer wordt nauwkeurig gecontroleerd en vastgelegd en de baas kan zijn poelbriefje (waarover direct meer) indienen. De duiven worden in hun manden opgehaald en naar Venlo gebracht, waar ze op de trein gezet worden naar Maastricht. Hier zorgt dan de grote bond La Colombe, waarbij Venray is aangesloten, voor het extra transport naar België of Frankrijk. De beestjes worden in tussen door extra verzorgers ge voerd en van drinken voorzien en op de startplaats losgelaten. Waar op dan de radio wel zo vriendelijk is de duivenmelkers te waarschu wen op welk tijdstip dat wel is gebeurd. Voor het zover is, heeft de duivenmelker, die duiven mee heeft, hier in Venray al het een en ander achter de rug. Op de eerste plaats heeft hij de vracht voor zijn duiven moeten betalen. Een teer punt bij de Venrayse duivenmelkers, want terwijl het vervoer per duif van Maastricht tot diep in Frankrijk goed 20 ct. per stuk kost, kost de reis van Venray naar Maastricht ook onge veer dat bedrag en dat vindt men wel rijkelijk veel. Maar ja, het kan niet anders, dus voorlopig heeft men zich daarbij neergelegd. Dan is hij met zijn klok op de proppen moeten komen. Die klok is een ingenieus geval, want be halve een gewone klok zit daarin een bergplaats voor busjes, waarin de wedstrij dringen gaan en een af stempelmechanisme, die op een papierenband zuiver de tijden aan tekent, op welk moment het busje met de ring in de klok werd ge draaid. Die klok moet worden verzegeld, zodat niemand maar iets in het binnenste van die klok kan doen en tenslote worden afgeslagen en gelijk gezet op een moederklok, waardoor daags of 2 dagen daarna het onderlinge tijdsverschil tussen de verschillende klokken kan wor den geregistreerd en verrekend bij het bepalen der aankomsttijden. Komt nu een duif aan van de vlucht, dan wordt de gummi-wed strijdring van het beestje zijn poten gehaald, in een koperen busje ge stoken, en in de klok gedraaid. Die stempelt automatisch de aankomst tijd op de papierenband en na af loop van de wedstrijden heeft dus het bestuur een zuiver overzicht van de aankomsttijden der verschil lende duiven. Dit is van zeer groot belang, want juist in die aankomst tijden zit de winst of het verlies voor de duivenmelker. Poulen Hoe komt men nu aan het geld om de winnaars te belonen? Daar zorgen de duivenmelkers onder el kander voor door het zgn. poelen het wedden op de duiven. Iedere duivenmelker die meent dat zijn duiven een goede kans maken bij de eerste te behoren, kan via een poelbrief geld op zijn duif zetten. Dat begint met een dubbeltje en loopt dan op tot een gulden, alles bijelkaar f 3.25. Dan zijn er nog extraatjes via de ko ningpoel, de scheerweg, de speciaals en de seriepoelen. De gewone poel wordt verdeeld onder de winnaars, oftewel onder het vierde deel van de deelnemende duiven. Nemen dus 40 duiven deel, dan hebben er 10 prijs en dat be tekent dat de baas 4 x zijn poel bedrag krijgt uitbetaald. Heeft hij de duif „volgepoeld", dan is er dus een winst van 3 x f 3.25. Maar hij behoeft niet te poelen en kan zelfs met een dubbeltje volstaan. In het eerste geval verdient hij ook niets, in het tweede geval krijgt hjj 40 cent retour. Bij de grote provinciale en natio nale concoursen zijn die poel-bedra gen heel wat groter en heeft een duif die volgepoeld staat meer dan f 70 gekost. Maar het resultaat kan dan ookhonderden guldens, ja zelfs auto's televisietoestellen, en radio's opleveren. Op deze vluchten zien we elk jaar ook Venrayse melkers bij de eerste zitten, maar tot een auto hebben ze het nog niet ge bracht. Dure sport? Men hoort over het algemeen wel eens zeggen, dat de duivensport een dure sport is. De kooien kosten veel geld, de vrachten lopen er in, het voer is niet goedkoop en de verleiding van het poelen is groot. Nu zullen exessen ook op dit ter rein blijven bestaan, maar de meeste duivenmelkers komen toch rond. Zeker deze sport kost, als iedere andere sport geld, maar dat dit ten koste zou gaan van andere nood wendige dingen wordt in de duiven melkerskringen pertinent ontkend. Wie liefde heeft voor zijn vogels besteed daar veel vrije tijd aan en zijn zakcenten, die anders met roken of uitgaan besteed zouden worden. Maar van de andere kant staat daar tegenover, dat het wisselend geluk ook zorgt voor onverwachte in komsten, die de lasten dezer sport zeer wel te dragen doen zijn. van 3 September 1910 Pater Engelbert Oudenhoven, Missionaris in Surinama, werd be noemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. van 4 September 1909 Mej. Caroline van de Voort, slaagde voor akte Frans L.O. De'heer Louis Wijnhoven was met f 4300 de laagste inschrijver voor het aanleggen van een riole ring te Cuyk. De heer H. G. de Ponti, hoofd der school te Oirlo, hield een rede over volksontwikkeling van de R.K. Volksbond. De boomkweker Frans Hanckx, uit Wanssum, behaalde op een ten toonstelling te Zeist een tweede prijs van 5 September 1908 De heer Martin Poels werd tot wethouder herkozen. Een voetbalmatch had plaats tussen „Sparta" uit, Horst en „Hen- senio" uit Venray. Uitslag 22. De heer Piet van Dijck uit Merselo, onderwijzer te Bakel, be haalde de hoofdakte. van 1 September 1906 11 Sept. a.s. zal alhier het intercommunicaal telefoonkantoor geopend worden. P. J. Voesten, meesterknecht op de sigarenfabriek van de Erven Minten alhier, herdacht heden de dag waarop hij voor 25 jaren bij genoemde firma in dienst trad. Op dezelfde datum herdacht de heer Antoon Smits zijn 35-jarig dienst- jubileum bij dezelfde firma. Als men zo tegen het einde van juli, kort voor dat de grote vacantie begint, de stemming van vele ouders zou peilen, dan zou men constateren, dat dit vrijwel overal een stemming is van zorg; zorg voor de kinderen die weer een hele maand niet naar school behoeven te gaan en dus de hele maand thuis of om het huis hun jeugdige uitbundigheid moeten uitleven. Speciaal is dit het geval in de grote kinderrijke gezinnen, waar van de ouders financieel niet in staat zijn de vacantie geheel of ge deeltelijk met hun kinderen buiten door te brengen. Men ervaart dan meer dan ooit, wat een zorg hun gedurende het schooljaar uit handen genomen wordt en wat een hulp en een steun men heeft van het onder wijzend personeel, bij de moeilijke en verantwoordelijke taak van de ouders, n.l. de opvoeding van de kinderen. Dankbaar dienen wij ouders dan ook gestemd te zijn tegenover al degenen die op enigerlei wijze mee helpen deze taak te verlichten. De ouders die afgelopen zaterdag middag zich een paar uur hebben weten vrij te maken en hun belang stelling hebben getoond bij de slui ting van het kindervacantiewerk, hebben dit jaar voorde vijfde maal het einde gezien van het moeilijke maar dankbare werk om van enkele honderden kinderen een paar pret tige vacantiewerken te bezorgen. Wie de zanghulde aan het ge meentehuis, de spelletjes van de kinderen, de transpirerende leidsters en leiders, de honderden glunderen de kindergezichten heeft gezien, die heeft ook enigszins een indruk kun nen krijgen wat hier door de orga nisators, de leidsters en leiders zo geheel belangenloos en met op offering van hun eigen vacantie is gepresteerd. Daarom rekenen wij ouders het ons een plicht, het comité van het kindervacantiewerk, de leidsters en leiders en aan allen die op welke wijze dan ook, door een persoonlijke of een financiële bijdrage, onze hartelijke en welgemeende dank te betuigen. Het comité van het kinder vacantiewerk wensen wij van harte proficiat met het eerste lustrum wat zij dit jaar herdenkt en wij spreken de hoop uit, dat dit bij uit stek sociale werk in de toekomst nog in omvang mag toenemen en dat het steeds de belangstelling en dankbaarheid mag ondervinden die het zo ruimschoots verdient. DE DANKBARE VENRAYSE OUDERS VOORLICHTING VAN „VEILIG VERKEER" Een fietser mag tegen de rechterkant van de weg-as de bocht naar links nemen. Ook hier kan dus weer gesproken worden van voorsor teren. De bocht mag echter ook zo groot mo gelijk gemaakt worden. Voor kinderen is de laatste manier door gaans het meest veilig. Een hooggeplaatst officier moest eens voor de dienst naar Amerika, waar hem, zonder dat hij er ooit om gevraagd heeft, openlijk werd verteld, over de huwelijksmoraal, die daar in de kringen waarmee hij in contact kwam, opgeld deed. „Ik ben geschrokken van wat ze mij vertelden", zo zei hij bij zijn terugkeer. „De gedachtensfeer is er versexualiseerd en het woord liefde wordt ontluisterd". Het is angstig te bedenken, dat Griekenland in 300 voor Chr. ten gronde ging toen het huwelijk in zijn grondvesten werd aangetast; dat 600 jaar later ook de Romeinen ten onder gingen, terwijl zij gebukt gingen onder dezelfde gesel van hartstocht; en dat wij nu in onze westerse beschaving zeer hard de zelfde weg opgaan met onze theo- riën over kinderbeperking en met onze praktijken, die vaak met het primaire doel van het huwelijk, het kind, niets meer te maken hebben. Egoïsme en genotzucht zijn maar al te vaak de drijfveer geworden van de moderne mens. De leuze van deze mensen is, dat gelukkig leven een sexueel leven is. Huwelijkstrouw en de persoons overgave in een reine liefde wor den in sommige kringen als naief en ouderwets gebrandmerkt. In een onverbreekbare band heb ben zich onze vaders en moeders verbonden. Doch vaak staan zij alleen. Hun moet weer moed wor den ingesproken om hun gezin te maken tot een lichtbaken, waarop de ontspoorden zich weer kunnen gaan richten. Op twee wijzen kun nen wij dat zijn. Door het voorbeeld van onze christelijke huwelijks beleving en door ons te scharen rond het gebed van de Paus. In de maand september bidden wij: „dat de huwelijkstrouw ge waardeerd wordt en edelmoedig beleefd wordt". Dan zullen wij de vuurtorens zijn waarop de ont kerstende mens zich weer kan oriënteren. dat hard geworden leer zacht wordt door 't in te smeren met petroleum? dat likeurvlekken verdwijnen met verdunde spiritus met warm water naspoelen? dat in petroleum gedrenkte kur ken goede vuurmakers zijn? Men kan ze in een bus bewaren. dat bij een lichte keelontsteking keukenzout in water een goed gor gelwater is? dat ge krom getrokken hout weer recht kunt maken door het te leg gen tussen 2 stapels vochtig linnen goed en daar 24 uur telaten liggen? dat ge bij het morsen van vet op hout het' beste koud water er op kunt gieten dan kan het vet niet in het hout doordringen en met een mes worden verwijderd. dat sponsen nooit in heet zeep water mogen komen daar ze dan gemakkelijk kapot gaan? dat ge verse melkvlekken het best kunt verwijderen met vochtige warme doeken? Zo groot het genot was, dat de stand van de gewassen ons in het voorjaar bereidde, zo groot is de teleurstelling, die de natte zomer ons bracht. Veel arbeid werd vruch teloos gedaan, veel kapitaal werd voor niets in bemesting en zaai zaad gestoken. De hooioogst ging voor een groot deel verloren in kwaliteit en kwan titeit en vele boerenzien met bange zorg de staltijd tegemoet. Er zullen uiterst weinig mangelwortelen zijn voor het rundvee en de aardappel opbrengst zal slechts een fractie van de normale zijn. Juist de beste gronden hebben de meeste overlast van het water ge had. Wat nu het hooi betreft, zijn zij, die op ruiters hebben gehooid wel verreweg het beste af. En we ken nen verschillende bedrijven, waar men een normale hooioogst van goede kwaliteit keurig heeft binnen gekregen. Vooral waar men het gras jong maait en dus de hooitijd meer verdeelt, kan men tevreden zijn. Wel heeft men hier en daar het ruiterhooi moeten ompakken en men heeft er bijzonder voor moeten waken, dat niet te veel en niet te dicht op de ruiters werd gepakt. Dan zijn er in de tweede plaats bijzonder duidelijk voor de dag ge komen de fouten, die er kleefden aan de waterlossing. Dit geldt voor al voor de broekgewassen, die, wa ren de grote treksloten in orde geweest, stellig veel minder water overlast zouden hebben gehad. Soms treft hierin ook de boeren wel schuld, maar hier en daar had ook aan de grotere afvoersloten, in beheer bij anderen, meer zorg kun nen zijn besteed. Bijtijds moet hieraan worden ge werkt. In een agrarische omgeving zijn wegen en waterlossingen nu eenmaal de grote objecten, die aller eerst de aandacht vragen. Verder bleek dit jaar meer dan anders het nut van het inkuilen van gras, waardoor men veel minder afhankelijk wordt van het weer en toch over een goed wintervoer be schikt.

Peel en Maas | 1956 | | pagina 1