De Meerselse Peel hu in gebruik
Verpleging en verzorging
te weinig gewaardeerd
Sport in Venray.
In het Venrayse land
rond de eeuwwisseling
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
School- en bedrijfsvoetbal
Zaterdag 11 Augustus 1956 No 32
ZEVEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
druk en uitgave firma van den munckhof
grote straat 28 telefoon 512 giro 150652
ADVERTENTIE-PRIJS: 8 ct. per m.m. ABONNEMENTS
PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 BUITEN VENRAY I 1.45
In Januari 1953 werd de eerste,
schop grond verzet in de Meerselse
Peel.
Midden Juli 1954 werd het ont
ginningswerk opgeleverd en twee
jaar daarna staat de eerste boer
derij van de heer Swinkels onder
kap. En in de laatste raadsverga
dering blijkt, dat Ged. Staten de
ruilverkavelingsovereenkomst heeft
goedgekeurd, zodat we nu kunnen
zeggen, dat de Meerselse Peel in
derdaad klaar is.
Van de 333 ha peelgrond, die 3
jaren geleden nog hoofdzakelijk
buntgras voortbrachten en wat heide
zijn slechts 210 ha voor ontginning
overgebleven. Maar dat is nu goed
akker- en weideland.
De rest, 130 ha, heeft men af
moeten staan aan het vliegveld.
Dat betekent, dat van de geplande
20 kavels er 8 weg zijn gevallen,
nl. de kavels 13 t.m. 20 en, dat er
12 kavels zijn overgebleven.
Daarvan zullen de kavels 5 en 6
ook nog voor de helft met bos
worden beplant.
De gemiddelde kavelgrootte is
ongeveer 16 ha, de een wat meer,
de ander wat minder.
Over de kwaliteit van de grond
in doorsnee, zijn de deskundigen
goed tevreden.
Reeds twee jaren hebben zowel
de Grontmy de ontginners van
de Meerselse Peel en de nieuwe
eigenaren er hun gewassen vanaf
gehaald en over de opbrengsten is
men tevreden.
Het is en blijft jonge ontginnings-
grond, maar de kwaliteit is eerder
mee dan tegengevallen.
Aan de ontginning van deze 210
ha. zijn 20.000 man-weken gegaan.
De kosten
van deze ontginning zijn feitelijk
tegengevallen. Het was nl. zo, dat
de stukken, die het vliegveld heeft
ingepalmd, juist de voordeligste
waren, wat ontginnen betrof. Dit
zou de prijs gedrukt hebben van de
overige zwaarder te ontginnen stuk
ken. Daarenboven gold voor de
Meerselse Peel-ontginning niet de
zelfde financiële regeling als voor
de Vredepeel.
De subsidie, die de gemeente
hiervoor ontving was een stuk
kleiner. Al met al, schat men de
ontginningskosten dus zonder
wegen etc. meer op bijna ander
half millioen. Wat per ha ongeveer
uitkomt op ongeveer f 7.200.
Hiervan wordt door het rijk 80
pet gedragen, waardoor een ha
ontginningsgrond de gemeente on
geveer aan f 900 gekomen is.
De aanleg van wegen, electriciteit
en waterleiding zal per ha die prijs
doen stijgen tot f 1.400 tegen welke
prijs gemiddeld ook de grond is
verkocht aan de huidige eigenaren.
En wegen heeft men al goede.
Men heeft nl. dit grote ontginnings-
gebied in zijn geheel ontsloten en
wel in Noord-Zuidelijke richting.
Midden door deze ontginning is
een moderne weg aangelegd, die
loopt van de Deurneseweg tot de
Bakelse dijk. Op die weg lopen
verder 8 km bedrijfswegen uit.
Aan de afwatering is eveneens
grote aandacht besteed. Midden
door dit gewonnen gebied loopt een
hoofdleiding, die beneden de stuw
in het z.g. Defensie-kanaal uitkomt.
Staatsbosbeheer zal voor de
verdere aankleding van dit land
schap zorg dragen.
Verdiend is er dus niets, de ge
meente zit zelfs nog met een rente
verlies over die jaren.
Juist als in de Vredepeel is men
hier direct van het standpunt uit
begaandat de nieuwe boer ook
eigenaar moet worden van de ont
ginningsgrond en zo is dus de
nieuwe eigenaren de rekening ge
presenteerd.
Betere regeling
De nieuwe bewoners van deze
ontginningsgronden hebben een
voordeel t.o v. hun collega's in
andere ontginningen als Peelplan-
Zuid en Vredepeel. Deze kregen
immers 40 pet rijkssubsidie in boer-
derijbouw, waaronder dan behalve
de bouwkosten, ook de kosten van
architect en toezicht vielen.
Voor het overige moesten zij en
voor de grond en voor de bouw van
de boerderij minstens 15 pet eigen
geld hebben, wilden ze de rest als
gemeentelijke hypotheek kunnen
krijgen. Die hypotheek liep dan
40 jaren.
Voor de Meerselse Peel heeft men
via een ruilverkavelingsovereen
komst een betere en gemakkelijker
betalingsregeling kunnen vinden.
Op de eerste plaats kreeg men de
grond kostenvrij overgedragen.
Daarbij kreeg men nog subsidie
voor bekalking, maar het grote
voordeel is, dat de kostenregeling
heel anders is.
De boer kan nu namelijk ieder
jaar gedurende 30 jaren 5 pet
betalen van de restant-kosten die
overblijven, indien de Rijkssubsidie
voor boerderijenbouw is afgetrok
ken. Hij behoeft dus minder geld
te investeren als zijn collega's
elders.
Voor de gemeente is deze rege
ling enerzijds voordelig, dat zij de
verkoopprijzen van de Meerselsepeel
meteen in handen krijgt en geen
administratie daarover behoeft te
voeren, maar anderzijds is deze
overeenkomst ook een schadepost
omdat zij daarvoor heeft af moeten
zien van verschillende schade-claims
die zij anders had ingediend in
verband met de aanleg van het
vliegveld.
Nieuwe toekomst
Zo is dan zonder de ophef die we
gekend hebben bij de opening van
de Vredepeel deze nieuw ontgonnen
grond in de afgelopen jaren in ge
bruik genomen. Daar gaan in de
zeer nabije toekomst weer enkele
pracht bedrijven komen, een onge
dachte kans voor verschillende
jongeren in een land waar grond
gebrek een der grootste problemen
der landbouwers is. Dit nieuwe land
komt geheel bij Ysselsteyn en zal
met dit kerkdorp getuigenis afleg
gen van de oude onvruchtbare Peel.
En voor het overige kijkt men
al naar de Heydse Peel, het enige
stuk onontgonnen Peelgrond, wat
Venray nu nog rijk is. De plannen
zijn klaar, maar er zijn geen men
sen om het uit te voeren.
Misschien dat mechanische ont
ginning dit probleem op kan lossen,
maar ook de grote ruilverkaveling
heeft een oog op dit stuk laten
vallen, dat een goede compensatie
kan betekenen voor degenen, die
omwille van een behoorlijke uitvoe
ring der ruilverkaveling hun be
drijf moeten gaan missen. Zij zou
den hier, op dit stuk, een nieuw
bedrijf kunnen stichten.
Wat het worden zal is intussen
nog immer niet bekend en de plan
nen liggen voorlopig achter slot en
grendel. We mogen hopen dat ze
daarachter niet te lang blijven lig
gen. Gezien de grote belangstelling
voor de kavels in de Meerselse
Peel bestaat er nog animo genoeg
voor deze gronden.
IV
Met de weg van Oostrum naar slechte zandweg. Van het dorp naar
IT Ir» IIJOC „i.j_ -m r
Oirlo, was de eerste stap gezet op
de weg naar verbetering van het
Venrayse wegennet. Van Oostrum
naar Geijsteren twee zand- en hei
wegen. Van Oostrum naar Smakt
een stuk zandweg en hier en daar
zelfs helemaal geen weg. Van Leu
nen naar Hoogriebroek, Laagrie-
broek, het Veulen, de Hei slechts
slechte zandwegen. Van het dorp
naar de Nagtegaal door Veltum een
Merselo een slechte zandweg. Van
het dorp naar Deurne een bar
slechte zand- en heiweg.
Personen- en lange goederen
treinen denderden sedert Juni 1883
door Oostrum, maar het leven in
het Venrayse land werd er econo
misch, cultureel sociaal nauwelijks
door beïnvloed.
Manus-ezel onderhield met zijn
ezelskarretje een wekelijkse bood
schappendienst naar de stad Venlo)
Jan van Meijel en Folbers deden
dat met hun voerkar. Bert Janssen
van de Nagtegaal idem naar Deurne
en Helmond.
Het moest nog tot een heel eind
in onze eeuw duren, eer de dorps
kom van de gemeente Venray, door
vaste wegen met de buitenwijken
verbonden zouden zijn. De eerste
aanleg van de vaste weg Venray
Deurne, was op verre na niet van
behoorlijke kwaliteit. De wijsheid
werd door de zuinigheid bedrogen.
Het was een prul, die niet ver
geleken kan worden met de tegen
woordige nu al weer te smalle
verkeersader.
0—
Zo is uiterlijk en innerlijk het
aspect van het dorp en van alle
buitenwijken (tegenwoordig „kerk
dorpen") evenals overal na de eeuw
wisseling, sterk veranderd.
In de dorpsstraten stonden toen
de betrekkelijk deftige huizen van
de families Esser, de familie van
den Bogaart, de families Poels, enz.
Bekend waren rondom en veraf de
hotels De Zwaan en de Gouden
Leeuw met hun geregeld postwagen-
verkeer op elke personentrein.
De notabelen van het dorp gingen
elke avond druk uit. Te beginnen
met het stamcafé Tielemarten,
hoek Maasheseweg en Stationsweg.
Daar werd gekaart, gebeugeld en
gepolitiekt van wat ben je me!
Te eindigen met de Heren-societeit
bij Pau Luthers na het sluitingsuur
voor andere café's.
Die notabelen zaten er wel
warmpjes in. Verder waren er in
de kom vele kleinere bedrijven, als
winkels, café's, enz. Er bestonden
twee café's met kienbank, daar
was het 's zondags na de hoogmis
stampvol, ook kwamen er veel
bezoekers uit de buitenwijken.
Enkele café's met biljart, enkele
café's met ingebouwde beugelbaan.
De druk in zwang zijnde kaart
spelen waren hoog jassen, kruisjas
sen, pandoeren en nog wel enkele.
Ik heb van kaartspelen nooit iets
gekend, zo komt het, dat ik ze mij
niet allemaal meer herinner. Er
waren ook nog al handwerkslieden
in de kom, zoals ververs, timmer
lui, smeden, koperslagers, een
touwslager, enz. Verder sigaren
makers in de fabrieken van de
Essers en de firma Aerts. Dat
waren in de verhoudingen van toen
grootbedrijven. Zoals ook de jenever
stokerij en de zeep- en zoutziederij
van de Essers en de bierbrouwerijen
van De Keizer, De Gouden Leeuw,
Het Hert en van Rutten.
Zo was het aantal arbeiders nog
al aanzienlijk. En ook probeerden
enige families hun kostje op te
scharrelen met het ophalen van
vodden, botten, enz. en het ver
richten van kleine reparaties aan
koper- en tinwerk. Daarvoor trok
ken zij met de hondskar de boer op.
De nachtelijke veiligheid was toe
vertrouwd aan Jan Toep (van
Aarsen), een zeer populaire figuur.
Komt nader aan de beurt.
Veel grote boeren waren er inde
buitenijen niet. Wel veel keuter -
boerkes. En een groot deel van de
bevolking bestond uit dagloners,
die hadden het arm.
Op 31 December 1893 telde de
hele gemeente 5883 inwoners. Op
31 December 1894 was het gestegen
tot 5926, op 31 Dec. 1898 tot 6221
en op 31 Dec. 1899 tot 6245. De
toename van de bevolking ging dus
maar langzaam. Dat valt te sterker
op, als men daarmee vergelijkt de
stand van de bevolking in 1847:
toen waren er 4555 inwoners. Dus
slechts een vermeerdering met 1690
inwoners in 52 jaren!
Het algemene welvaartspeil stond
dan ook zeer laag. Talrijk waren de
in de gemeente Venray geborenen,
zoals in heel Peelland, die hun
heil moesten gaan zoeken in Duits
land, waar toen de algemene wel
vaart veel hoger stond dan ergens
in heel Europa.
LAND- EN TUINBOUW
De strijd tegen het insect
Er is een jaargetijde, waarin de
insektenbestrijdingsmiddelen zó po
pulair zijn als in de zomer. Dit geldt
zowel voor de stad als voor het
platteland; boer en burger, ze onder
vinden gelijke last van de scharen
vliegen, muggen, motten, mieren,
die met iedere warme dag aan
groeien tot een ware plaag.
Gelukkig vindt de mens steeds
effectiever middelen om zichzelf en
zijn dieren te beschermen tegen deze
kleine kwelgeesten.
Eén van de nieuwste insekticides
is het zogenaamde dieldrin, dat zich
onderscheidt door een zeer lange
nawerking en dat bovendien vliegen,
die bij een bestrijding met andere
middelen de slag overleefden, af
doende bestrijdt. Deze insekticide is
in het nieuwe bestrijdingsmiddel
Nouryflex verwerkt en is, mits
nauwkeurig volgens de aanwijzingen
toegepast, ongevaarlijk voor mensen
en huisdieren.
Het middel kan worden toegepast
in stallen, schuren, e.d., op vloeren,
muren en zolders.
Het is voor gebruik gereed en
kan met een rug- of motorspuit,
maar ook met een gewone hand
spuit, van een fijne sproeidop voor-
Het ligt niet alleen aan het meisje van vandaag
Het Groene Kruis klaagt, dat er
geen meisjes meer te vinden zijn
voor de verplegingMer thuis liggen
de zieken, voor de verzorging van de
pasgeborenen, hun moeder en de
gezinnen.
De gezinsverzorging klaagt al
even hard, dat er practisch geen
meisjes meer komen voor die prach
tige hulp aan gezinnen, waarin
plotseling de moeder is uitgevallen.
Het ziekenhuis klaagt over te kort
aan verpleegsters en ook depsych.
inrichtingen zitten met grote te
korten aan verplegend personeel.
Een probleem hier, maar ook een
probleem in heel ons land.
Waarom is er in het algemeen
gebrek aan verplegers en verpleeg
sters, aan gezin- en kinderverzorg
sters? Het antwoord is voor de
hand liggend, omdat in deze branche
te weinig verdiend wordt.
In verhouding tot andere werk
zaamheden, zoals op kantoor, in
winkel, in huishoudelijke dienst en
zelfs op de fabriek, wordt het werk
van het meisje in de verpleging of
verzorging niet hoog genoeg aan
geslagen. Daarbij komt dan nog,
dat men in al die andere functies
over veel meer tijd beschikt en men
niet het nadeel kent van ongeregel
de diensten.
Nu kunnen we eenvoudig verder
redeneren en zeggen, dat onze mo
derne meisjes te materialistisch zijn,
geen offergezindheid meer bezitten
en alleen nog maar geld willen
verdienen in zo weinig mogelijk
uren, om veel vrij te zijn. Dit is
een dooddoener, waarna we zelf
weer heel rustig in een vermate-
rialiseerde wereld kunnen weg
doezelen.
Volgens ons klopt echter de boven
genoemde beschuldiging niet. Dit
verschijnsel van 'n tekort aan ver
zorgend en verplegend personeel
drijft slechts als wrakhout aan de
oppervlakte van onze samenleving.
Op de bodem ervan liggen zware
gezonken stukken, waaraan wij
allen schuldig zijn.
Een jonge moeder, een pasgeboren
kind, een wees, een arme, zieke of
oude mens verzorgen en bijstaan
behoort steeds nog tot het gebied
van de liefdadigheid. Dit zal en
moet zo blijven, want de liefde be
hoort het hoofdmotief te zijn bij
hulpverlening aan behoeftige men
sen. Maar daarmede zijn wij, of is
de gemeenschap nog niet vrijge
sproken, zodat we dan in alle ge
wetensrust kunnen klagen over het
zien, verspoten worden. Muren wor
den meestal tijdens de zomer
maanden gekalkt; er is geen enkel
bezwaar tegen om het genoemde
middel op pas gekalkte muren te
spuiten. Heeft men geen spuit voor
handen, dan kan het ook met be
hulp van een brede kwast worden
aangebracht.
Het verdient aanbeveling om de
bestrijding van houtworm en boktor
ook in de warme maanden ter hand
te nemen. Dank zij het sterk in
dringende vermogen houtworm
en boktor zijn heel moeilijk te be-
strijde, omdat zij zich zo diep in het
hout bevinden mag men ook
hierin een goed resultaat verwach
ten. Wel is het zaak het middel goed
in het hout te laten dringen; een
gebruik van ongeveer 1 liter per
5 m2 is voldoende.
Het is nu de tijd om de strijd
tegen het insect met kracht aan te
vatten; een strijd die uit bedrijfs-
hygiënisch oogpunt met kracht ge
voerd moet worden.
Bietenlo of
De koppen en bladeren van de
suikerbieten vormen een voortref
felijk rundveevoeder. Door de
meeste veehouders wordt dit ook
wel erkend. Helaas handelt men
lang niet altijd dienovereenkomstig.
Als men in de herfst het maken
van de loofkuil gade slaat, dan
krijgt men vaak de indruk dat de
boer blij is er met de geringste
kosten af te zijn. De verliezen die
bij de conservering van dit loof
optreden zijn in ons land buiten
gewoon groot.
In Denemarken wordt heel wat
meer aandacht aan het bietenloof
geschonken. Daar wordt dit pro
duct slechts bij hoge uitzondering
niet in een silo bewaard en bijna
steeds wordt het A.I.V.-zuur toege
voegd. Bij het opstellen van het
bouwplan (via het voederplan)
wordt het bietenloof daar ten volle
gewaardeerd en niet als een toe
valligheid beschouwd.
Een vaste silo voor het bietenloof
is van zeer groot belang. Wil men
de conservering van de koppen en
bladeren van oogst 1956 in orde
krijgen, dan moet men zo nodig
nu een silo (laten) bouwen. De
mees te beleggingen zijn heel wat
minder winstgevend dan deze.
Kortom: bietenloof hoort in 'n silo.
te kleine aantal mensen, dat deze
liefdadige diensten wil verrichten.
Wij verwijten de meisjes, dat ze
te berekend zijn en niet in verple
ging of verzorging willen, omdat
er te weinig verdiend wordt.
Maar dit verwijt valt zwaar op
ons zelf terug, omdat onze huidige
mentaliteit dit soort werk in de
sfeer houdt van liefdadigheid in
die zin, dat het zichzelf financieel
op de been moet houden met col
lectes, giften en inzamelingen en
toekenningen.
Het loon de waardemeter
van de functie
Dit teruggekaatste verwijt willen
we nog eens even verder onder
zoeken. Wanneer wij onze auto in
revisie doen, onze radio laten na
zien of onze schoenen laten repa
reren, betalen we heel gewoon
daarvoor.
Wanneer we werknemer zijn wil
len we behoorlijk uitgekeerd wor
den en naargelang we hogere func
ties bekleden, moeten de salarissen
stijgen. Nacht- en zondagsdienst
moet dubbel of beter worden uit
betaald. Dit alles is normaal.
Onze verindustrialiseerde wereld
doet dit ook, want de productie moet
opgevoerd worden, techniek en
bureaucratie moeten zich verder
ontwikkelen, en het geld, het loon
is de waardemeter voor de functies
die men in dit proces verricht.
Maar buiten de industrialisatie,
buiten techniek en mechanisatie
staat het kind en zijn moeder, dat
geen hoopgevende kandidaat is, en
de zieke of oude mens die uitge
schakeld werd.
De diensten nu verricht aan „de
mens", die functioneel heeft afge
daan, geheel of althans voorlopig,
worden gerangschikt onder liefde
daden en behoeven dus schijnbaar
geen financiële kwalificatie.
Van een gezinsverzorgster b.v.
verwachten we zonder meer, dat
zij geduldig iedere dag de haar toe
vertrouwde klantjes verzorgt, dat
huishouden regelt, moeder de vrouw
vervangt en wat dies meer zij.
We vinden het normaal, dat een
religieuze zuster of een een leken-
verpleegster op elk ogenblik van
de dag of nacht de droge lippen
van een koortsige zieke bevochtigt
of het doodszweet bij een sterven
de van het voorhoofd veegt.
Zij allen moeten soms de meest
netelige en weerzinwekkende zaken
voor een voor hen totaal vreemde
mens opknappen en dit voor een
vergoeding, die juist omdat het uit
liefde of zeker toch met liefde moet
gebeuren, ook onder het domein
van liefdadigheid valt en meer op
een aalmoes dan op loon gelijkt.
Deze werkelijWfe liefde-diensten
ten opzichte van de mens zelf ge
steld, vinden plaats buiten het gebied
van Arbeid-kapitaal, buiten ons eco
nomisch proces en worden dus fi
nancieel niet gewaardeerd.
Het verkopen van een bad
pak wordt hoger aange
schreven dan 't verzorgen
van een kind
Hierin menen we, zit de fout, die
we niet beter betitelen kunnen dan
met onchristelijke mentaliteit.
Het verkopen van een jurk of
badpak, het typen van vracht- of
correspondentie-brieven, het ver
pakken van elektrische lampen of
het knippen van pyama's staat,
althans financieel, hoger aange
schreven dan het verzorgen van
een kind of van een zieke. Toch is
het dagelijks wassen van een kind
belangrijker dan het construeren
van een machine, en een angstige
stervende mens bijstaan veel voor
namer dan een technische uitvin
ding.
Wanneer onze maatschappij hier
van overtuigd was zou zij zich
haasten te zorgen, dat ziekenhuizen
en alle dergelijke inrichtingen en
verenigingen, dit ook financieel
beter kunnen uitdrukken.
We behoeven ntet bang te zijn, dat
de liefde-diensten aan een mens be
wezen zouden verworden tot koud
en zakelijk berekende loondiensten,
want een vreemd kind, een vreemd
gezin en een vreemde zieke, zwakke
of oude mens bijstaan en helpen,
eist steeds, zelfs indien het goed
betaald wordt, ook van het vrou
welijke karakter, veel liefde geduld
en offerbereidheid.
Met een beroep te doen op de
menslievendheid en edelmoedigheid
van onze moderne meisjes, zou het
gevaar bestaan, dat onze sterk
economisch-gekleurde maatschappij
zelf een daad van onrecht beging,
wanneer zij het een niet honoreert
in haar eigen termen.
II.
Schoolvoetbal
Zoals U vorige week hebt kun
nen lezen, is de schoolcompetitie
ten einde met een overwinning van
de school van Overloon. 6 echte
elftallen hebben elkaar met al het
laaiende enthousiasme de jeugd
eigen het afgelopen schooljaar be
vochten en de honderden suppor
ters hebben al naar gelang de stand
kwade en goede dagen gehad.
Men ziet in de krant staan: school
competitie en men herinnert zich
vaag, dat zoonlief het daar wel eens
over gehad heeft, maar, dat is dan
alles. Men realiseert zich dan niet,
dat daar enkele jonge onderwijzers
eens de koppen bij elkaar gestoken
hebben, hun vrije woensdagmiddag
opofferen en Venrays jeugd .een
schoolcompetitie hebben bezorgd,
die tot ver in de omtrek belang
stelling trekt. Men moet de jeugd
van Overloon maar eens horen hoe
trots die is, die van Venray ver
slagen te hebben.
Men realiseert zich niet hoeveel
moeite die onderwijzers gehad heb
ben en nog iedere week hebben om
de spullen bij elkaar te krijgen.
Want centen zijn er geen, ballen
zijn er geen, terreinen zijn er geen
en zo kan men door blijven gaan.
Toch zijn gedurende 30 woensdagen
de elftallen tegen elkaar in het ge
weer gekomen, waren er ballen,
waren er scheidsrechters, waren er
terreinen en was er zelfs een aar
dige beloning voor de winnaar.
De scholen gaan toe en gedurende
de vacantie ligt de competitie stil,
maar na de vacantie begint het
weer opnieuw, weer met dezelfde
moeilijkheden, of liever nog met
groter moeilijkheden, want verschil
lende kerkdorpen willen meedoen
en zelfs Horst is aan het onder
handelen. Dan zullen ruim 100
jongens wederom een pracht woens
dagmiddag krijgen en zullen hon
derden jongens als vurige suppor
ters weer langs het lijntje staan.
Deze onderwijzers verrichten een
pracht stuk jeugdwerk en... zij
zorgen voor Nachwuchs, zoals de
Duitser dat zo treffend zegt, voor
het Venrayse elftal, voor dat van
Overloon, van Wans sum en van
Horst.
Maar dan mag men ook wel eens
denken aan wat hulp. „Wat moeten
we in hemelsnaam gaan doen, als
het terrein aan de Leunseweg gaat
verdwijnen?"
Dat is een vraag, die de organi
satoren zich practisch dagelijks
stellen. Want al is dat terrein niet
te best, men had er de ruimte, maar
wat nu...?
Het is met deze bange vraag, dat
de vacantie ging beginnen. En dat
men de nieuwe competitielijst op
gaat stellen. Belangstelling is er
genoeg van de jeugd uit, maar men
kan nu eenmaal geen ijzer met
handen breken. Waar niets is, ver
liest zelfs de keizer zijn recht.
Wil dit prachtige jeugdwerk, wil
het enthousiasme der onderwijzers
niet een grote knak krijgen, dan
zal zo gauw als mogelijk is, de
terreinkwestie dienen te worden
opgelost. Terwijl daarnaast ook wel
eens andere hulp, hetzij financieel
of daadwerkelijk, dit werk alleen
maar ten goede zal komen.
Bedrijfsvoetbal
Wat men bij de organisatoren
van de schoolvoetbal hoort, hoort
men ook bij het bedrijfsvoetbal.
In Maart opperde een van de
heren van de N.V. Metaalwaren-
fabriek INALFA het idee, dat voor
een betere verhouding onderling het
misschien wel eens goed was, dat
men een voetbalclub op zou richten.
Dat hield de mensen ook na het
werk samen en kweekt naast spor
tiviteit, meer begrip en kameraad
schap voor elkaar.
En misschien zouden ook andere
bedrijven daarin zin hebben. En zo
ja, dan kon men misschien een
kleine competitie spelen. Misschien...
Enkele weken daarna stonden
elftallen in het veld van de N.V.
Blitta, van de N.V. Custers, van de
N.V. Inalfa, van de Kajotters, van
Muvero, van Nelissen, van Huize
Servatius en van de Zuivelfabriek.
En men heeft toen maar gauw een
einde gemaakt aan deinschrijvingen
en men is begonnen te voetballen.
Och, financieel rukken die elf
tallen het wel. Er wordt een kleine
bijdrage per lid gevraagd en even
tuele tekorten, daar zorgen de ver
schillende directies wel voor. Maar
waarvoor ze niet kunnen zorgen is
voetbalterreinen. Weer de oud cha
piter, weer de oude klacht.
Vraag de organisatoren niet hoe,
ze deze competitie aan een einde
gekregen hebben, het was een trek
ken hierheen, het was een trekken
daarheen en, al was het enthousias
me zowel van de organisatoren, als
van de voetballers groot, maar als
Servatius niet heel welwillend de