Den Oos'genger De betekenis van sport en spel Wijze maatregel? Ingezonden. Antwoord van de redactie Verv oer van overledenen Zaterdag 30 Juni 1956 No 26 ZEVEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG rCUNhbL-llt VP m U PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF USfCCirDT A H \7nHD TOMDAV T71VT ftA/ICTD ClfUlM ADVERTENTIE-PRIJS: 8 ct. per m.m. ABONNEMENTS- GROTE STRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150652 VV UUlVDLiAU V UUU V CilXlXA I l_<iN UiVlO 1 IvClYUll PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 BUITEN VENRAY t 1.45 Uw artikel over de betekenis van de sport in Uw blad van verleden week zal iedere jeugdleider uit het hart gegrepen zijn. Hoeveel men sen beselfen de grote waarde van sport en spel Niet alleen als een goede vrije tijdsbesteding, hoewel dit probleem met de vooruitgang van de sociale maatregelen zeker nog groeien zal, maar vooral als persoonlijkheids- en karakter vorming. Uit het weinig wat wordt gedaan in het belang van de sport blijkt duidelijk, dat men de betekenis niet kent. Heeft men er wel eens aan ge dacht waarom de jeugdjaren van ieder mens de mooiste van zijn leven zijn Mede omdat men toen kon spelen. Omdat door het spel de mens gevormd werd. Zo is het ook in de sport. Daar wordt gemeenschapszin gekweekt, doorzettingsvermogen. Daar leert een mens zich wat ontzeggen, leert hij door samenwerking met anderen een beoogd doel te bereiken en weet hij zijn energie in te zetten. Daarom is sport en spel een volksbelang. Even zo goed als wo ningbouw, omdat in sport en spel goede mensen, prachtige burgers gevormd kunnen worden. Voor woningbouw doet men terecht alles, maar voor sport en spel laat men de zaak over aan enkele idealisten, die ondanks het feit, dat men tegen een muur staat, toch doorgaan. Daarnaast moet men ook de be tekenis van sport als vrije tijds besteding niet onderschatten. We gaan industrialiseren, de tuintjes worden al langer hoe kleiner en de vrije tijd al langer hoe groter. Hoe denkt men de energie op te vangen, die door het meestal tame lijk eenzijdige werk op fabrieken en ateliers, niet genoeg gespuid kan worden Hoe denkt men de opgroeiende jeugd op te vangen in die meest beslissende tijd van hun leven Op de hoeken van de straat, of op sportvelden en in de sport. Dit zijn vragen, die telkens en telkens weer oprijzen bij jeugd leiders, die in Venray naast hun dagelijks werk, in sport en spel met hun jongeren bezigheid zoeken, Waar moet dit naar toe Wat kan men doen? Speelgelegenheden zijn er niet, minder dan vroeger zelfs, ondanks alle uitbreiding, verbete ring en verfraaiing van de kom. Op de kerkdorpen moet men zich zeer primitief behelpen met de sportaccomodatie en is men afhan kelijk van de een of andere boer, die een weiland of stuk grond verpacht. Geld om verder iets be hoorlijks te maken is er niet en wat het ergst van alles is, praat men daarover, dan blijkt dat de meeste mensen sport en spel feite lijk als overbodige luxe beschouwen, waar men zich maar niet veel van aan moet trekken. Want dat levert immers toch geen geld op. Die kortzichtigheid van het publiek en mede daardoor van de overheid doet niet al]een afbreuk aan het enthousiasme der jeugdleiders, al is dit te betreuren, maar doet vooral te kort aan onze jeugd. Het geld daarin gestopt, zal geen geld opleveren, maar toch op andere wijze een groots rendement opbrengen. Als men dat beseffen zou, kon voor Venrays jeugd veel meer en beter gewerkt worden. Dat is de innige overtuiging van een Venrays jeugdleider. Wij zijn prachtig op weg Venray een modern cachet te geven. Singels verrijzen, hele woning-complexen worden uit de grond gestampt, de industrialisatie is groeiende en het inwonersaantal groeit gestatig naar de 20.000. Wij „houden" nog van bepaalde tradities. De hand-, span- en trek- diensten zijn alom bekend; de kermis is nog voor een groot ge deelte een familiefeest, terwijl onlangs nog de Vredepaal in triomf dóór onze straten werd gedragen nadat de hevige „gevechten" met de Noord-Brabanders tot een zegen der Limburgers waren uitgegroeid. Vermoeid van het zien van en mijmeren over al deze tradities en vooruitgang, lieten wij ons in een restaurant in een gemakkelijke stoel neervallen en hunkerden onze geest en gedachten naar elders. Wij zouden ook gaarne eens iets zien van buiten onze grenzen. Wij vroegen de vriendelijke kaste lein om het televisie-toes tel in te willen schakelen daar door onze vermoeide geest zo iets zweefde, dat op dit uur via het Duitse station een programma zou worden uitgezonden over Vincent van Gogh, onze beroemde en tijdens zijn leven niet altijd begrepen meester in de schilderkunst. Tot onze grote verbazing was dit niet mogelijk. Wij vroegen aan onze glimlachende kastelein of zijn toestel misschien defect was. Nu verdween deze vriendelijke glim lach echter. Zou zijn cliënt nu menen, dat hij in zijn bedrijf, waarin hij zich inspant om de Venrayer en de vreemdeling zoveel mogelijk comfort te geven een prul van een televisietoestel zou nederzetten? Wij waren nog niet van de plot selinge zonsverduistering op het gelaat van onze kastelein bekomen of wij hoorden een smartelijk ge luid van de gerant toen hij het woord VERBODEN op ons liet nederdalen. Verboden Wie zou onze grote schilder Vincent van Gogh na zijn dood nog een kwaad hart toeara- ged Het begon ons werkelijk te duizelen. Waarom had hij wel vijanden in Venray maar niet in Amsterdam, Parijs, Berlijn of.... Rome? Ja, zo ging onze kastelein weer verder, de overheid heeft bepaald en nog wel op grond van de alge mene politieverordening der ge meente Venray, dat in alle zaken waar drank wordt verkocht in welke vorm ook en een televisie toestel staat ten behoeve van het publiek uitsluitend voorstellingen mogen worden gegeven van de Nederl. Televisie Stichting en sport uitslagen en journaals van buiten landse stations. Wat een initiatief Wat een doorzettingsvermogen Venray zal door het gehele land worden ge roemd voor haar vindingrijkheid. Werkelijk Venray heeft in één slag een Nederlandse primeur We hadden liever andere primeurs gezien: als de uitvoering van het zwembad, het recreatieoord, de sportvelden, het jeugdhuis, bejaar dencentrum en de grote toren van St. Petrus Banden. Die initiatieven waren ons liever geweest. Dan was er werkelijk gestage vooruit gang.... Vriend van v. Gogh. We zijn in den lande weer eens over de tong gegaan met het ver bod om in Venrayse café's de programma's van de Duitse televisie te vertonen, met uitzondering van nieuws en sport. Zijn we goed ingelicht, dan is dit een voortvloeisel van een advies van de Ver. voor Ned. Gemeenten afd. Limburg, die hier natuurlijk haar reden voor gehad heeft. Hoe wel die niet openbaar zijn gemaakt, kan men toch wel vermoeden dat het feit, dat niemand in Nederland enige zeggingsmacht over deze Duitse programma's heeft, de aan leiding tot dit advies was. Dit komt o.m. tot uiting in de films, die worden vertoond. In Nederland zijn deze gekeurd en kan men vooraf lezen en horen voor welke leeftijd die film „geschikt'£ is. Van de over de Duitse televisie vertoonde film programma's weet men dat niet. De vraag is of men dan maar direct moet „verbieden". Waarom kan de filmkeuring van deze films niet bekend gemaakt worden in radiogidsen e.d. want over het algemeen zijn het oudere films en is het programma al wekenlang bekend Is de filmkeuring er voor het publiek of andersom Een ander hoofdstuk is het caba ret en show-gedeelte, dat evenals in het Nederlandse programma, ook een onderdeel is van het Duitse. Hierin ligt inderdaad een gevaar. Persoonlijk hebben wij verschillen de malen Duitse cabaret- en show- programma's gezien, die uitstekend waren, zowel wat het gebodene betrof als de manier waarop. Van andere programma's kon dat niet direct verteld worden. Maar... ook niet van Nederlandse programma's. Zo heeft de VARA verschillende malen een dergelijk programma gebracht, waarover nog al wat commentaar geweest is. Quod licet jovi, non licet bovi, waarom moet dan het een verboden worden, maar het ander niet. En waarom moet het hele Duitse programma dan verboden worden, dat uit heel wat meer onderdelen bestaat. is. Ontegenzeggelijk kan men met de politieverordening in de hand een dergelijk verbod doen uitgaan. Daar zelfs primeurs mee halen. Maar is het verstandig Gaat men geen paard achter de wagen span nen- Had men niet beter de heren kasteleins-televisie-bezitters kunnen attenderen op de gevaren, die in onderdelen van een enkel Duits programma te vinden zijn en hem desnoods met verwijzing naar de politieverordening er op kunnen wijzen, dat dergelijke pro gramma's in zijn café niet ver toond mogen worden. Iedereen zou de redelijkheid daarvan hebben ingezien en zich er aan gehouden hebben, terwijl men nu de hele maatregel ziet als een soort dicta tuur, wat wrevel en ontduiking te voorschijn roept. Had men niet veel beter kunnen doen als Tegelen, waar men dit advies voor kennisgeving heeft aangenomen, de heren kasteleins hun medewerking gevraagd heeft om niet verantwoorde programma's niet te brengen, als wat men nu in Venray heeft gedaan. We hebben weer eens in alle kranten gestaan, maar of dat nu allemaal reclame voor onze vooruitstrevendheid is geweest, wagen we ernstig te be twijfelen. We menen, dat mogelijke bezwa ren op een andere en betere wijze opgelost hadden kunnen worden. V. H. Waarom laat men kasteleins televisietoestellen aanschaffen, als men weet, dat die ook Duitse pro gramma's zullen vertonen, omdat de Nederlanders nog niet zo ver zijn, dat ze iedere dag uitzenden en wij de Duitse programma's in Venray kunnen volgen, als men later een verbod oplegt om die te vertonen En daarmee het toestel voor een-kwart onrendabel maakt. Waarom had men met de kaste leins de eventuele op- en aanmer kingen over dit Duitse programma niet kunnen bespreken en gezame- lijk een oplossing kunnen zoeken, zonder dat men als in de Duitse tijd een briefje thuis krijgt, waarin zonder opgave van welke reden ook een verbod wordt opge legd Wat denkt men te doen als in de toekomst niet alleen meerdere zenders beschikbaar komen, maar ook meerdert programma's op een toestel te krijgen zijn. Wil men die ook allemaal verbieden, omdat men de kastelein niet zoveel onderscheidingsvermogen toekent, dat hij weet, welk programma niet en welk programma wel in zijn openbare gelegenheid thuis hoort. En denkt men, dat alle Nederlandse kasteleins dat „slikken" Een Venray's kastelein. De Burgemeester van Venray heeft een verklaring afgelegd voor een redacteur van de Volkskrant (dins dag 26 juni) waarin hij o.a. zegt, dat dit besluit genomen is omdat hfj en andere burgemeesters van Limburg o.a. die van Roermond de tijd gekomen acht voor de regering maatregelen te treffen tegen de ongecontroleerde vertoningen van buitenlandse televisie-films in Ne derlandse verlof- en andere open bare lokalen. Het is meer dan eens voorgekomen, dat films, die na drukkelijk uit Nederlandse bios copen werden geweerd, doorkwamen op de beeldschermen der televisie ontvangers in café's, waar zij vooral door de jeugd met aandacht werden bekeken. Er komen ook shows voor de dag, die gezien de in Neder land geldende normen niet getolereerd kunnen worden. Het geruchtmakende besluit was volgens de burgemeester niet ge nomen, omdat in zijn gemeente al veel excessen waren gerapporteerd, maar omdat hij de situaties wilde voorkomen, die elders de plaatse lijke overheid reden tot bezorgd heid geven. De verordening in Venray heeft ook weer niet de bedoeling, dat zij fOestdezmzyde, kiest RANG Verkrijgbaar in diverse (jïng vrucbceosmafcerL tos a 32 cent per 100 gram en in rollen t? Kflfc CST RANG op het be schermend omhufsef fan elk ..Hangeli«tr efrop iedere rol. Wie in deze streken televisie- bezitter is, zal erkennen, dat de Duitse programma's in het alge meen actueler, veelvuldiger, groot ser en beter zijn, (dit laatste zowel in technisch als artistiek oogpunt) en dat het jammer zou zijn, als het hele Duitse programma verboden zou worden voor vertoning in open bare gelegenheden. Trouwens we vragen ons af of „verbieden" nu wel een juiste manier van handelen voortaan het genieten van strikt culturele buitenlandse uitzendingen, als opera's en balletten onmogelijk maakt. De uitvoering van het be sluit zal zo soepel mogelijk ge schieden. Het zou jammer zijn, aldus mr Janssen, wanneer de Venrayse maatregel elders in het land weer belachelijk wordt ge maakt met het knipoogje naar de vermeende overdreven preutsheid in Limburg. Het besluit moet ge- Zo lag ik dan op mijn luie rug wat te soezen, aldus Hubertus, en zo nu en dan trok een dof gedreun door de grond, door het zware geschut in Frankrijk, en onwille keurig verzonk ik dan in gepeins. Wat een idioot beestachtig gedoe, dat oorlogenIk voelde mij daar bij het vuur achter een scherm van kreupeldennen in een paradijs van veilige rust. Plotseling hoorde ik geluiden, alsof iemand zich door de takken heen wrong. Ja, 't was zo: den Oostgenger, met twee dikke schan sen „Ik zag hier rook opstijgen", zei hij. „Ik dacht, vuurtje stoken, goed idee, liefhebberij van de kinderen, ik wil graag meespelen, goeie morgenEn hij liet zich naast mij neervallen. Fijn brandhout had den we nu, takken van een arm dik. Veel te praten vonden we niet. Maar om het gesprek toch wat gaande te houden, bracht ik het maar op zijn soldatentijd. Net of hem dat tegenstond schokte hij zijn schouders eens en zei: „och, lang geleden!" Hij probeerde wel onver schillig te doen, dat ging hem ech ter niet goed af. Had ik zonder dat te vermoeden een pijnlijke herin nering wakker geroepen? Blijkbaar merkte hij dat op. Er viel een drukkend zwijgen tussen ons. Een moment keek hij mij zien worden als een logische gevolg trekking uit de bestaande en algemeen gewaardeerde politiever ordeningen en de bioscoopwet. Nu de verordening in den lande opzien heeft gebaard, hoopt de burgemeester, dat zij de aanleiding is voor een duidelijke en algemene overheidsmaatregel. Mr. Janssen verwacht ook dat meer collega's zijn voorbeeld zullen volgen, omdat de kwestie in de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, afdeling Limburg, al aan de orde is gesteld. Tot zover de afgelegde verklaring. Hieruit blijkt dus dat in tegen stelling met het uitgezonden schrij ven strikt culturele uitzendingen wel geoorloofd zijn. Wie beoordeelt echter of een programma strikt cultureel is of niet En betekent dit dat amusementsprogramma's als dat van Peter Frankenfeld, de familie Doorsnee e.a. verboden blij ven We geloven dat een behoorlijke voorlichting zeer dienstig is en dat die beter gegeven had kunnen worden voordat de geruchtmakende brief verzonden was. vorsend aan. Toen wees hij met een vinger naar de vieze bloederige wonde in zijn bovenlip. En op een gesmoorde bittere toon zei 7tiij lang zaam: Dat was het droevige eind van een mooie soldatentijd in de Oost, lang geleden Natuurlijk maakte die voor mij onbegrijpelijke toelichting mij mets wijzer. Ik wist met mijn houding geen raad en stotterde wat: „neom me niet kwalijk".... Even vertrok zijn mond tot een lachje. „Jij hebt daar geen schuld aanzei hij. En vervolgde „Het was een heel beroemde ge schiedenis. In die tijd haë* ik het gebracht tot assistent van de fourier. Het was toen voor de kolonialen in Indië een hard gelag. Aanhoudend opstanden onder de inlanders, vandaag hier, morgen ginds. De inlanders haatten ons als de pest. Holland heerste met bloedig geweld, zonder pardon. Dessahs werden plat geschoten en gebrand. Tegenwoordig lezen we in de krant over gruwelen van deze oorlog. Dan moet ik toch wel eens grinneken in mijzelf. Daar is geen woordje nieuws bij. Oorlog is altijd een beestenboel. Moord, afslachting. De inla nders moesten er onder gehouden worden door angst. En als op die manier weer eens een opstand onderdrukt was, dan beleefden we wel kortstondige mooie dagen. Al wisten we heel goed, dat het slechts een schijnrust betekende. As van verbrande dessahs, maar waaronder het vu ur lag te smeulen, om weldra weer op te laaien, niets anders. Heel dikwijls moest ik als plaats - vervanger van de fourier dienst doen. Dat beviel mij buitengewoon. Je begrijpt, dat ik bij mijn over sten heel goed stond aangeschreven. Ik bereed altijd prachtige paarden en was een uitstekend ruiter. Eens was mij opgedragen, in een nabij gelegen stad inkopen te gaan regelen. Daar waren een rij op elkaar volgende dagen mee gemoeid. Als ik zeg „nabijgelegen", dan be tekent dat wel heel wat anders dan hier. Wij noemen Venlo niet eens „nabijgelegen,', in Indiii zijn de afstanden anders. Het waren dus altijd lange ritten. En vanzelf sprekend telkens langs dezelfde weg, een smalle weg die door een uitgestrekt woud liep. Daar huis den wilde dieren, ook gevaarlijk, maar andere gevaren dreigden erger. Dag op dag ging echter alles goed. Zo brak de laatste dag van die regeling aan. Dat bracht mee, dat er meer te doen viel dan anders en hoe ik mij ook haastte, ik werd gedwongen mij te verlaten, dit moest nog afgedaan en dat. De tijd verstreek snel. In de Oost kent men ongeveer geen schemering, zo is het nog volop licht en zo is het donker. Ik moest wel veel harder rijden dan anders, om niet in het stikdonkere woud te blijven steken. Uit voorzorg had ik mijn lange sabel uit de schede getrokken. Na in gestrekte draf reeds een lang stuk van de weg afgelegd te heb ben, wat mij de hoop gaf, er ook deze keer zonder strubbelingen doorheen te komen, zag ik echter voor mijn speurende blikken iets in het hout links en rechts bewegen. Juist omdat het tegelijkertijd aan beide zijden van de weg gebeurde, zou er geen sprake van kunnen zijn, dat het wilde dieren waren. Want die maken geen afspraak. En zo bleek het ook. Plotseling sprongen twee inlanders uit het hout naar elkander toe de weg op, elk met een lange scherp gepunte lans in de vuist gereed voor de aanval, nauwelijks meer dan twee meter voor de kop van mijn paard. Ik drukte het trouwe dier de sporen maar heel licht in de flanken en met een woeste sprong stortte het zich voorwaarts. Ik zwaaide met alle kracht mijn scherpe sabel om laag over mijn aanvaller rechts, die brullend van pijn en woede onschadelijk gemaakt neerstortte. Of mijn paard door dat brullen schrikte, en even heeft gezwenkt, ifc weet het niet, maar voordat ik op dezelfde wijze mijn aanvaller links ook onschadelijk kon maken, voelde ik een steek van diens lans in mijn borst. Meer dan voelen was het niet in het vuur van de strijd. Door een geweldige slag met mijn sabel over zijn kop velde ik ook die inlander neer. In volle galop kwam ik met mijn paard in ons kamp aan, gezicht en uniform vol bloed. Ik heb daarna lang in het hospi taal gelegen. De stoot op de borst vas afgestompt op een rib en had et m borstspier opengescheurd, meer ni et. Terwijl ik met mijn uiterste kr acht die aanvaller links neer sloeg, waarbij ik mij natuurlijk voorover boog, had de in zijn vuist geklemde lans mijn bovenlip nog door boord." Wor dt vervolgdH. H. J. MAAS per speciale lijkauto in binn en- en naar buitenland. Begrafenisonderneming GOUMANS - VENRAY Schoolstraat la Telef. 592

Peel en Maas | 1956 | | pagina 1