Vreemdelingen verkeer Welvaartsproblemen 60 jaar boeren-organisatie WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN voor ouden van dagen. Molens rond Venray Let op het papieren zakje 4}et Hode KiuU komt uiaqm Middel tegen verstuiving Zaterdag 26 Mei 1956 No 21 ZEVEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG ondervindt 't kleding wint t PEEL EN MAAS CONFECTIE VAN w "EEN RIJK BEZIT druk en uitgave firma van den munckhof grote straat 28 telefoon 512 giro 150652 ADVERTENTIE-PRIJS: 8 ct. per m.m. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 BUITEN VENRAY f 1.45 We hebben via radio en krant kunnen horen en lezen, welk een invasie vreemdelingen gedurende de Pinksterdagen in ons land heeft vertoefd en welk een grote rol de verschillende verenigingen voor vreemdelingenverkeer o.a. bij de huisvesting van deze mensen heeft gespeeld. Mensen, die voor een groot deel ook door het werk dezer verenigingen het besluit genomen hebben naar Nederland te komen. We moesten daaraan denken toen wij van de Limburgse Federatie van Verenigingen voor Vreemde lingenverkeer de folder ontvingen, waarin de schoonheid van het Noord-Limburgse land met foto's en tekst wordt aangeprezen. Ook hier weer zeer nuttig werk van deze federatie ter bevordering van het vreemdelingen-verkeer in deze streken. Dat in diezelfde folder Venray ternauwernood genoemd wordt en het zonder enige foto moet stellen, zal zijn oorzaak vinden in het feit, dat niemand hier deze federatie ook maar enige inlichting kan geven en dat het Venrayse land taboe schijnt voor enige actie in die zin. Hoe anders komt dan bv. Over- loon voor de dag, dat ook in deze folder een plaats wist te vinden en dorpen aan de andere kant van de Maas, clie gezamenlijk voor een behoorlijk stuk propaganda zorgen. Daarmede zitten we dan weer midden in het probleem van het vreemdelingenverkeer in Venray. Dat feitelijk geen probleem meer is, want een officiële vereniging, die op dat terrein reclame maakt, acties leidt en ontwerpt is reeds lang ter ziele en onbetreürd be graven. We menen, dat wTe met de paar bussen Duitsers en wat doortrek kende vacantie-gasten ruimschoots aan onze trek komen en zien net belang niet in van nog meer men sen, nog meer trekkers en nog meer in Venray feesteeds vaeantie- gelden. Als er bij gelegenheid eens een bus hier blijft, dan vinden we dat al heel netjes. Daarmede tonen we toch wel o zo duidelijk aan, dat we van de hele „vreemdeling-industrie" geen snars begrijpen. Dat we dit trekken en reizen van mensen beschouwen als iets tijdelijks, als iets bijkomends, dat wel een tijdje duurt, maar vanzelf wel een rustige dood zal sterven. Dat we niet snappen dat mede door het werk van genoemde verenigingen de mensen juist aan gespoord worden er op uit te trekken, naar die of die plaats te gaan en daar nu eens echt een dagje uit te zijn. Dat de behoefte naar dat trekken ieder jaar groter en meer wordt en dat met de jaren dit alles nog steeds meer zal in tensiveren, begrijpt men niet of wil men niet begrijpen. Anderen zeggen weer, dat Venray de vreemdeling niets te bieden heeft, we hebben geen Efteling, geen vennen, geen meren, we kun nen geen ontspanning bieden, alleen een bioscoop, kortom we hebben niets. Dat klopt in zekere zin, maar we moeten allereerst vragen of dat nu juist de dingen zijn, die de vreemdeling-in-doorsnee zal eisen. Iemand die wil gaan zeilen, gaat naar Friesland en niet naar Venray, maar iemand, die om natuurschoon geeft, om bossen en heide, om rust en sfeer, die kan ook Venray kiezen, mits hem op die mogelijkheid hier gewezen wordt. Een Peellandschap, waar wij al lang op uitgekeken zijn, kan voor de stadse mens een ongekende be koring hebben. Onze bossen, al zijn ze dan gedecimeerd, zijn aantrek kelijk en voor tochten door het schone Noord-Limburgse land, is Venray een aangewezen middel punt. Mits er op gewezen wordt. We praten dan niet eens over de onvergankelijke kunstschatten in de St. Petrus Banden, over het Duitse kerkhof, over die honderd-en-een- dingen, die voor ons zo weinig betekenen, maar die een vreemde ling aantrekken en vasthouden. Mits hij er op gewezen wordt. Zeker het was te wensen, dat er zwemgelegenheid was, dat er meer attracties kwamen, maar wat niet is kan komen en mede het vreem delingenverkeer kan de tot-stand- koming daarvan eisen en bevorde ren. Kampeerterreinen, jeugdher bergen, vacantiewoningen daarvoor liggen mogelijkheden te over, mits er op gewezen wordt. Zeker er is bekend, dat de meeste Venrayse hotels 's zomers dag in dag uit vol geboekt zijn, maar moet dat dan de grens zijn Men kan aanvoeren welk argu ment men wil, met voorbeelden van andere plaatsen zijn die alle te weerleggen. Juist die plaatsen, die het vreemdelingen-verkeer actief ter hand genomen hebben, daar dikwijls zelfs grote offers voor hebben gebracht, hebben er vele en grote verdiensten door verworven, wat weer aanleiding geworden is voor nieuwe en grotere acties. We doen daar niet aan mee. In Venray heft men de daartoe opge richte vereniging op en laat men enkele enthousiastelingen alleen staan. Waarom Laksheid, kortzichtigheid, eigen belang en onbegrip zijn de voor naamste oorzaken. De een schuift het op de ander, de ander weer op de gemeente en zo gebeurt er niets. De hotel- en caféhouders als een der eerste belanghebbenden schijnen er niets voor te voelen. De midden stand heeft het schijnbaar te druk met andere dingen en verdere belanghebbenden en dat is de gehele gemeenschap kan zich er niet druk over maken. En de resul taten Die zijn te zien in andere kleinere plaatsen, met een betere hotel-accomodatie dan Venray, met meer activiteit in plaatselijke ver enigingen, en zelfs in een folder over het Noord-Limburgse land, waarin Venray, dat daarin de parei wil zijn, ternauwernood genoemd staat. We moeten meer industrie-min- ned gemaakt worden, maar dat geldt zeker voor de vreemdelingen industrie, waarvan we wat over schot tot heden slechts mee kunnen nemen. Omdat we zelf niet meer wensen.... De wet op de ouderdomsvoor ziening is een feit. De enige kritiek ertegen heeft betrekking op de aan passingsbepalingen. Particuliere en rijkspensioenen moeten een aanvul ling vormen op het bodempensioen, dat na 1 januari 1957 aan allen, die 65 jaar zijn of ouder, zal worden toegekend. De aanpassing van de overige pensioenen op het nieuwe rijkspen sioen is noodzaak. Het bodempensioen wordt als een aanloop gegeven, niet als een vol doende voorziening. De complete ring van de oudedagsvoorziening wordt overgelaten aan werkgevers en -nemers. De bedoeling van dit alles is ver betering te brengen in de toestand van ouden van dagen, die thans voor een groot deel uit zeer smalle beurs hun onderhoud voor de laatste levensdagen moeten bekostigen. De pensioenen, die zij nu dikwijls genieten, zijn ontoereikend door een gebrekkige voorziening in het ver leden of omdat de waardedaling van bet geld een ruime toelage tot een onvoldoende tegemoetkoming redu ceerde. Vrijwillige toeslagen, bijdragen van kinderen en andere milddadig heid moesten er voor zorgen, dat het inkomen van ouden van dagen niet beneden een onmenselijk peil daalde. Oude pensioenrechten mogen om derwille van het recht niet gekort Worden. Voor nieuwe pensioenbe palingen kan men naar een rede lijke aanpassing streven. Dit is ook een economische nood zaak. Het is immers zo, dat ieder een tot 65 jaar ongeveer 7 pet van zijn inkomen aan premie moet gaan betalen tot een maximum van f420. Komt er daarnaast een aanvullend pensioen, dan zal ook daarvan een gedeelte van de premie ten laste van de werknemers komen. Het zal dus in de toekomst zo zijn, dat men zonder veel moeite 10 pet van zijn inkomen voor oude dagsvoorziening moet uitgeven. Daarnaast bestaan er al enkele sociale voorzieningen, die ook enkele percenten van het inkomen vergen. Wij noemen de ziektewet, de wacht geld- en werkloosheidsverzekering en het ziekenfondsbesluit. Teveel voorzieningen? Evenals men zich bij een koop op afbetaling kan binden aan een te ruime aflossing, waardoor men niet voldoende overhoudt voor de alle daagse uitgaven, kan men door een te ruime sociale voorziening het inkomen te veel belasten, vooral wanneer men er aan denkt, dat ook de loonbelasting een hap van het loon of salaris afbijt voor de meesten. Hoezeer deze aftrek gevoeld wordt, blijkt uit loononderhande lingen met werknemers. Men vraagt tegenwoordig niet meer naar het loon, d.w.z. het bruto-loon, maar men informeert naar hetgeen men „schoon" overhoudt, d.w.z. het be drag, dat men in handen krijgt. De rest interesseert hun dan niet... De sociale voorzieningen schijnen vanzelfsprekend te zijn, waarvoor eigenlijk ten onrechte een aftrek plaats vindt, evenals voor de loon belasting. In dat afmeten van het loon naar de opbrengst „schoon" schuilt een poging om de sociale en fiscale lasten maar op de werkgever af te wentelen. Deze laatsten voelen dit gevaar en verzetten zich dienten gevolge steeds meer tegen een verdere uitbreiding van de sociale verzekeringsgedachte. Er ligt een taak voor de vakbeweging om de werknemers ook op hun sociale plichten te wijzen. Het systeem van „schone lonen" moet verdwijnen. De winsten van de werkgevers worden evenmin „schoon" bekeken. Als dit zou worden gedaan, zou den vele werknemers raar staan te kijken van de enorme lasten, die daarop drukken. Het is nu eenmaal voor niemand al goud wat er blinkt. De prijzen zullen stijgen De komst van de. definitieve ou derdomsvoorziening schept nu al reeds problemen. Tal van ouderen, die nu gedeel telijk van anderen afhankelijk zijn in hun inkomen, zullen hun finan ciële onafhankelijkheid herwinnen. Zij behoeven dan niet meer bij de familie in te wonen. De kinderen worden van de on derhoudsplicht bevrijd en die ou deren kunnen plotseling meer con sumeren. Daar. het sparen voor de oude dag, na het bereiken van de 65- jarige leeftijd van de baan is, kan het gewonnen pensioen goeddeels aan verbruiksartikelen worden be steed. De consumptie ondergaat dus een flinke expansie. De geldomzet- ten en geldcirculatie nemen plot seling sterk toe, hetgeen dus al een prijsverhogend effect geeft, afgezien van de gevolgen van de nieuwe loonsverhoging, die men algemeen per 1 januari a.s. ver wacht. En zo wordt al langer hoe meer de vraag gesteld, of uit een oogpunt van economische politiek het tijdstip van een ouderdomsvoorziening midden in een overspannen gunstige conjunctuur ongunstig moet worden genoemd. Dit zal het moment van de invoering niet mogen vertragen, maar daar zullen dus correctie-maatrege len tegenover moeten staan. De woningnood neemt plotseling toe. Een andere merkwaardige con clusie, die uit de nieuwe ouder domsvoorziening kan worden ge trokken is deze, dat de bestaande woningnood erdoor vergroot zal worden, althans dat de oplossing van het woningprobleem vertraagd zal worden. Want tot heden gingen vele ou deren door financiële zorgen ge dwongen bij hun kinderen inwonen of zij krompen hun huishouding aanzienlijk in. Nu kunnen zij er op staan hun eigen leven te blijven leiden en daarbij wil men ook over eigen ruimte beschikken. Wordt men daarbij in de rug gesteund door voldoende inkomen, dan kan alleen hulpbehoevendheid uit andere hoofde de oudjes naar beperking van hun levenseisen drijven. Sociaal en economisch is hier sprake van vooruitgang, maar een toenemende druk op de beschik bare woonruimte zal het gevolg zijn. Een biezonder nadeel voor ons land is daarbij, dat wij voor het woning- en verzorgingsprobleem voor ouderen eigenlijk nog geen afdoende oplossing hebben gevon den. Veel ouderen willen beperkte, doch gerieflijke woonruimte, liefst gebonden aan een verzorgings-mo gelijkheid, wanneer hun krachten minder worden. Zowel aan die gewenste ruimte voor ouderen, als aan die verzor ging, is groot gebrek. De vraag hiernaar zal groter worden, naar mate de pensioenen worden ver ruimd en het aantal oudere inwo ners van ons land toeneemt. Onze oudere generatie moet niet alleen een bodempensioen hebben, zij moet er ook van kunnen ge nieten! BEL OP BIJ BRAND No. 392 Wij ontvingen naar aanleiding van ons artikel „Molens rond Ven ray" in ons nummer van vorige week een schrijven, waarin nadere gegevens worden bekend gemaakt over de St Petrus Molen. Daaruit blijkt, dat Hannes Gitzeis die in de Patersstraat woonde en helemaal geen café had, in 1856 Er is heel wat veranderd en er zal nog meer veranderen. Congres in Den Bosch bespreekt de voorlichting. Dinsdag is de Katholieke Neder landse Boeren- en Tuindersbond in een jubileum-vergadering bijeen geweest. Deze buitengewone algemene vergadering had niet de bedoeling om het zestigjarig bestaan van de bond te vieren dat gebeurt pas in het najaar, wanneer de oogst binnen is maar om speciale be sprekingen te wijden aan het uit gebreide en belangrijke voorlich tingswerk. De KNBTB heeft naast veel lof voor de agrarische voorlichting, ook critiek. Deze critiek komt in de kern hierop neer, dat de voor lichting te eenzijdig-technisch is geweest en vergeten heeft, dat er een intensieve wisselwerking be staat tussen levenswijze en levens stijl enerzijds en de economisch technische activiteit anderzijds. De agrarische voorlichting is tij dens de vergadering van alle kan ten bekeken. Vooral Mr. Brouwer, secretaris, heeft er grote aandacht aan gewijd. Zijn inleiding over de sociale aspecten van de voorlichting aan agrariërs is een belangrijke bijdrage voor beter begrip van het voorlichtingswerk, in het bijzonder van het vormende werk der orga nisatie. Hij constateerde in zijn inleiding, dat de laatste jaren een toenemen de belangstelling valt waar te ne men voor de sociale vraagstukken van het platteland. Dit is verheugend, omdat het platteland al te lang in de ver waarloosde hoek heeft gezeten. Jaren lang sprak de buitenwereld over de agrarische sector idyllisch en romantisch, in de geest van ,het leven des gerusten landmans" Gebrek aan belangstelling enerzijds en sterke zin voor traditie ander zijds, hield de boerenstand tot voor korte tijd geïsoleerd. Daarin is nu een grondige ver andering gekomen, gelukkig en helaas. Gelukkig, omdat het con tact met anderen en inzicht in de nationale economie de boeren een beter levenspeil heeft gebracht; helaas, omdat met het openbreken van het platteland ook andere din gen zijn binnengeslopen, die min der gewenst zouden zijn. De ontsluiting van het platte land is goed, maar daartegenover moeten maatregelen staan, die de nadelen opvangen. Hiervoor zijn, aldus Mr. Brouwer, de standsorganisaties. Mechanisatie, rationalisatie, pro ductiviteit en rendabiliteit zijn be grippen geworden, welke voor de boer in de moderne tijd geen latijn meer zijn. Hij is een all-round ondernemer geworden, die behalve over vakbe kwaamheid ook moet beschikken over een breed economisch inzicht, die marktsituaties weet te beoor delen en kostprijscalculaties kan maken. Doch behalve dat zijn de boeren gezinnen komen te staan voor ge heel nieuwe levensvormen en in zichten. Dit vereiste een enorme aanpassing en in vele gevallen hebben boerengezinnen de nieuwe levensvormen klakkeloos overge nomen en de goede ouderwetse ge bruiken en boerendeugden over boord geworpen. Anderen houden zich weer heel krampachtig vast aan het oude, met alle daaraan verbonden con flictsituaties tussen ouders en kin deren. Vele gezinnen op het platteland zijn er evenwel in geslaagd een juist samengaan te vinden tussen het oude en traditionele en het nieuwe, maar hebben weer hun handelwijs op bedrijf en gezin on veranderd gelaten. Voor een belangrijk deel zijn deze aanpassings-moeilijkheden te dan ken aan het eenzijdig-technische van de agrarische voorlichting, die de geest vergat. Hier ligt nu de belangrijke taak van de standsorganisaties, aldus Mr. Brouwer. Zij moeten de gezinnen helpen, de boeren, boerinnen en jongeren om stuk voor stuk persoonlijkheden te worden, die niet handelen omdat de ander het ook doet, maar die durven vertrouwen op de voorlich ting van het eigen verstand, die om advies en voorlichting vragen, maar die zelf beslissen hoe te han delen en welke weg te gaan. De voorlichtende taak van de boerenorganisatie is individueel en groepsgewijs en hij beperkt zich niet tot het sociale of economische doch tracht het gehele agrarische gezin te doordesemen met het christelijke beginsel. Deze vorm van voorlichting is iets geheel anders dan de zuiver technische informatie. De katholieke standsorganisatie der boeren is reeds lang op het gebied der voorlichting werkzaam. Haar werk is nog nodiger dan de technisch landbouwkundige en tech nisch huishoudkundige voorlich ting. Het is dan ook een verheugend feit, dat de overheid bij wijze van proef het brede voorlichtingswerk der standsorganisatie zal onder steunen. Met Mr. Brouwer hopen wij nu maar, dat deze proeftijd spoedig door een definitieve regeling zal worden vervangen. zijn graanmolen liet bouwen door molenmaker Jochems en hem de naam gaf van; „De Volksvriend". Hfj werd in het gebruik gesteld in de late herfst van 1856. Later- werden naast de graan- maalderij tevens nog machines ge plaatst voor de olieslagerij en een pelmolen. Nog tijdens hetleven van Hannes Gitzeis, nam diens zoon Jac. Gitzeis, de molen over. In tegenstelling met wat men el ders wel eens heeft kunnen lezen, was hij het die reeds in 1918 en 1920 de houten wieken verving door stalen. Dit is dus niet bij de restau ratie in 1939 gebeurd, maar ruim 20 jaren vroeger. Het was Jac. Gitzeis, die een elec- trische maalderij plaatste op de molen de Volksvriend. In 1914 werd de molen gerestau reerd en bij die gelegenheid ge beurde het ongeluk, dat de zoon van Jac. Gitzeis een been verloor, wat later zijn dood ten gevolge had. In 1932 nam de schoonzoon van Jac. Gitzeis, JanCoenders.de molen over, die hem op zijn beurt in 1937 verkocht aan G. Stoks. De laatste liet de gedenksteen aanbrengen, waarover in ons vorig artikel gesproken is en doopte de molen om in St Petrus molen. Deze naam is dus betrekkelijk nieuw. In 1937 is bij de zware storm, waarbij de molen niet voldoende verankerd was, de bovenkap ver nield en dit is aanleiding geworden voor algehele restauratie. Bij 16 verkeersongevallen werd hulp verleend. Bij 4 branden werden de getroffenen geholpen met dekens, lakens en kleding. Twee zieken welke reeds jaren liggende zijn werd een reis aangeboden van een week met de plezierboot van Sta veren door Nederlands wateren. In het Venrayse rampendepót liggen voor duizenden guldens materieel gereed. De inwoners van Venray zullen dezer dagen in hun brievenbus het bekende papieren zakje met het rode kruis erop vinden met het verzoek er hun bijdrage in te deponeren. Wij zijn er van over tuigd, dat allen van deze gelegen heid gebruik zullen maken om ons Nederl. Rode Kruis te steunen. Van 28 mei tot 10 juni komen leden der Rode Kruis-colonne uw bijdrage ophalen. Geel nu aan het Rode Kruis is de slagzin voor de collecte ten bate van het Nederlandce Rode Kruis die dit jaar van 28 mei tot en met 10 juni a.s. in heel ons land wordt gehouden. Het is best mogelijk dat velen van onze lezers nog nooit iets met het Rode Kruis te doen hebben gehad. Dan kunnen ze van geluk spreken. Maar er zijn ook duizen den anderen, die veelvuldig van de diensten van deze organisatie ge bruik maken. Organisatie die ow steun verdient! Wat is eigenlijk het Rode Kruis en wat doet deze organisatie Het Nederlandse Rode Kruis is een organisatie van vrijwilligers, die hun tijd en werkkracht geven aan hulpbehoevenden zonder enige gedachten aan een geldelijke belo ning. Dit is de zuiverste uiting van naastenliefde. Het Rode Kruis is geen over heidsinstelling maar een geheel onafhankelijke vereniging, die zelf standig werkt buiten elke politieke invloed om. Hierin ligt opgesloten, dat zij uit beginsel geen overheids subsidies aanvaardt en derhalve is aangewezen op contributies, legaten en andere giften. Het Rode Kruis telt 500.000 leden en bestaat uit ruim 380 zelfstandige afdelingen, die gezamenlijk alle 1014 gemeenten in ons land omvatten. Wat doet het Bode Kruis Als wij de oorlogstaak van het Rode Kruis het verlenen van hulp en bijstand aan gewonde en zieke militairen en burgers buiten beschouwing laten, blijven er nog altijd zestig andere taken over. Het zou ons te ver voeren ze hier stuk voor stuk op te noemen. Kort ge zegd zijn het allemaal hulpver leningsdiensten. Enkele van de voornaamste zijn: hulp bij rampen en ernstige ongelukken, hulpposten langs de weg, strandposten, bloed transfusiedienst, hoornvliesover planting, moedermelkvoorziening voor zuigelingen, vervoer van ge wonden, vervoer van zieken waar beroepsvervoer ontbreekt, Welfare- werk voor patiënten, boottochten voor zieken, enz. Het Rode Kruis helpt waar het kan en voorzover zijn middelen het toelaten. Een klein overzicht van de werkzaamheden der Venrayse afdeling moge dit overzicht beslui ten. Organisatie van de bloedtrans fusiedienst. Rond 800 bloedtrans fusies brachten in Venray nieuwe hoop en redding. In Noord-Limburg werden proeven genomen Als onderdeel van de maatregelen die in studie zijn, om de ernstige verstuivingsverschijnselen op de lichtere landbouwgronden in Noord en Midden-Limburg tegen te gaan, worden speciale proeven genomen op enkele asperge-percelen te Grub- benvorst. Met behulp van zetmeelderivaten, die door de aardappelmeelfabrieken inNoord-Nederland beschikbaar zijn gesteld, heeft men een oplossing verkregen, die gemakkelijk met een sproeimachine verspoten kan wor den en met de bovenlaag van de grond een dun stabiliserend korstje vormt. Het stabilisatiemiddel heeft voorts de eigenschap tamelijk bestand te zijn tegen regenval, zodat in de voorjaarsmaanden, wanner de ver stuiving de ergste vormen aanneemt met twee of drie bespuitingen kan worden volstaan. Bij de proeven is gebleken, dat de kosten op 100150 gulden per ha zullen komen. Als voordeel staat daar tegenover, dat verder bodem- bederf door winderosie wordt tegen gegaan; dat aantasting van jong plantgoed op bij stuivende gronden gelegen percelen door de scherpe zandkorrels, die door de wind wor den meegevoerd, wordt voorkomen; dat men op de aspergevelden betere oogst krijgt, doordat de bedden steeds intact blijven en de asperge stengels dus langer kunnen worden en tenslotte dat de overlast aan weggebruikers en bewoners van huizen in de omgeving verdwijnt. De stuivende aspergegronden, die een grote oppervlakte beslaan, betekenen soms een ware plaag. Automobilisten moeten dikwijls overdag hun koplichten ontsteken als een weg onder een stofstorm ligt, terwijl het fijne zand door reten en kieren tot in de huizen wordt opgejaagd. Nieuws uit Venray en Omgeving GROENE KRUIS DONDERDAG a.s.: Consultatiebureau voor zuigelingen uit de Kom Zeldzaam jubilé Een zeer zeldzaam jubilé werd in het klooster van de Congregatie J. M. J. te Hogerheide gevierd, al waar de Eerw. Zuster Jovita (inde wereld Hendrika Seijkens) haar 75-jarig kloosterfeest herdacht. Zuster Jovita is geboren te Ven ray 6 April 1862 en nu 94 jaren. Zolang deze orde bestaat is dit het derde 75-jarig feest. Bekendmaking Burgemeester en wethouders der gemeente Venray, brengen ter al gemene kennis, dat het besluit van de raad dier gemeente van 15 dec. 1955, no. 769, tot wijziging van de verordening op de heffing van marktgelden in de gemeente Ven ray, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 januari 1952, no. 42, werd goed gekeurd bij koninklijk besluit van 25 april 1956, no. 15, en vanaLheden gedurende drie maanden ter'gem.- secretarie ter lezing is nedergelegd en tegen betaling der kosten alge meen verkrijgbaar gesteld. Venray, 16 mei 1956. Burgemeester en wethouders voornoemd, A. H. M. JANSSEN Secretaris, H. VORST Gevonden: bos sleutels, H. Poels, Langstraat 11; blauwe autoped, koster, Grote Kerk; voetbal, Vermeulen, Lange- weg 6; rode damesbeurs, G. S win kels, Langstraat 34a; zwarte vulpen, Schols, Paterslaan2; zwarte rozen kransen kinderrijwiel politiebureau; dames en heren glacé handschoen, Kessels, Kruisstraat 14; bruine jachthond, Wijnhoven, Kruitweg 21; Communierozenkransje in doosje, Thomassen Fr. Michelsstraat 9; tas met gereedschap, H. Smits, Maas- heseweg 49.

Peel en Maas | 1956 | | pagina 1