Molens rond Venray SCHADE ^tmqkankn WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN knot niet alles weten Historische Janvier-Stoomcarroossel vond bestemming en roken Zaterdag 19 Mei 1956 No 20 ZEVEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS CONFECTIE VAN Té EEN RIJK BEZIT DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF GROTE STRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150652 ADVERTENTIE-PRIJS: 8 ct. per m.m. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 BUITEN VENRAY t 1.45 De strijd om de Heidse molen is nog immer niet beslist. Het is die eeuwige strijd van natuurbehoud, monumentenzorg en hoe zulke organisaties meer mogen heten tegen de voortschrijdende tijd. Het is een sympathieke strijd, die ge voerd wordt om irrationele waar den, om zaken van het hart. De Vereniging „De Hollandse Molen" heeft zich dan de zaak van de molen aangetrokken. Als diligence, zeil vaart en watermolen heeft het oude Nederlandse windmechaniek zijn tijd gehad. Nodig zijn de molens niet langer. En niet-nodig-zijn is in onze tijd een doodsoordeel. Maar hoe zou ons vlakke land in het algemeen en dat van de Heide en omgeving in het bizonder, het met die weinige karakteristieke accenten moeten stellen Hoe zouden wij voorgoed afstand kun nen doen van dat wonderlijke, nagenoeg geheel van hout ver vaardigde mechanisme, dat door de ingenieuze lage-lander langs de Noordzee werd uitgedacht. De wind molen is niet alleen een landschaps accent, hij is ook een monument van de Nederlandse vindingrijkheid en de wereldverbreide faam van de Nederlandse molenbouwer. Maar het valt niet mee de molen te verdedigen tegen de tijd. die hem omringt. Het verwerende hout is te vervangen, de zeilen zijn te vernieuwen en de wiek-as kan men smeren (met een zij spek) maar tegen de geschiedenis kan men niets doen. Wanneer de tijd niet langer een plaats heeft voor een bepaald verschijnsel, dan is dat verschijnsel ten dode gedoemd. Zo zijn keizers en generaals, schrijvers, wereld rijken en godsdiensten ten, onder gegaan, hoe zou men er een eerlijke Hollandse molen mee kunnen be schermen Zeker nu electriciteit en andere hulpmiddelen de molenaar onafhankelijk maken. Het is dit probleem, waarvoor de vereniging „De Hollandsche Molen" zich voortdurende geplaatst ziet. Het is een economische strijd, die gestreden moet worden. Men moet de windmolen, al was het voor een deel, zien te rechtvaardigen voor de kosten, die aan zijn behoud en zijn vernieuwing besteed moeten worden. Voor dit twistpunt staat men dan op de Heide. Van de ene kant economisch van geen nut meer, van de andere kant een onherstel baar verlies in het landschap als tot sloop besloten moet worden. Bereid om een offer te brengen, is de grote vraag hoe groot dit offer moet zijn en of het de draag kracht van de betrokkenen niet te boven gaat en te zware lasten gaat leggen op een betrekkelijk kleine gemeenschap. Want de dode molen is dan niets als versiering en in deze tijd van efficiency en nuchtere zakelijkheid kan men weinig over hebben voor versiering alleen zon der economisch nut. Misschien dat er nog een heel klein kansje zit in stroomopwekking, maar de aller laatste berichten twijfelen daar wel sterk aan, omdat dit procédé nog teveel in zijn kinderschoenen staat. ST. PETRUS-MOLEN Bij de St. Petrus-molen in Venray heeft men indertijd een oplossing in de economische moeilijkheden gevonden door de wieken te stroom lijnen, maar ook dit heeft de tijd niet doen stilstaan. De electrische inrichting blijkt het onafhankelijker en beter te doen. Vraagt minder deskundig personeel en is gemak kelijker te bedienen. „St. Petrus Molen, Wil God bewaren Voor vuur en stormen Nog honderd jaren..,." Zo staat op een gedenksteen in de St. Petrus Molen. De molen zal bewaard blijven en zal bij tijd en wijle nog wel eens draaien, maar voor het overige zal het weldra een schone herinnering zijn aan voorbije dagen, een pracht-monu- ment in het Venrayse landschap. Dit jaar op Petrus en Paulus zijn de eerste honderd jaren voorbij. God heeft de molen bewaard, zoals het gedichtje ook vraagt voor vuur en storm. Al staat nog levendig in de herinnering de storm van Nov. 1945 toen evenals elders in den lande een vliegende storm ook de St Petrus Molen zijn kap deed ver liezen en nog al wat brokken maakte. De restauratie verliep echter vlot en niet lang daarna draaide Gitzeis molen weer. Bij het honderdjarig feest zal natuurlijk nog wel eens gedacht worden aan Hannes Gitzeis, die hem bouwen liet, aan Tinus Wijn hoven, die hem bouwde. Dan zal gedacht worden aan het vele en goede werk wat de molen heeft gedaan voor de Venrayse mensen, niet het minst onder de laatste oorlog en dan zal ook gedacht worden aan de toekomst. De jonge molenaar Stoks denkt er hard over om het inwendige van de molen te veranderen in een huis of in een woongelegenheid. Malen kan hij doen met zijn electrische inrichting, wat hem gemakkelijker is en werk bespaart, daar het molenaarswerk op een windmolen zeer zwaar is. Hoe het ook zij, ook van deze molen zullen de wieken eens stil komen staan en wat dan NOOIT GEDACHT Dan draait er tenslotte van al de molens die Venray heeft gekend nog de „Nooit gedacht" in Merselo, de trotse molen van Michels, die ook ondanks de hulp van electrische motoren toch het oude handwerk in ere houdt en de wieken van de molen nog lustig laat gaan. Hij wil zolang het kan en economisch ook maar eventjes verantwoord is de tekst van de oude gedenksteen waar maken, die zegt: Op de laatste dag der week Op de laatste dag der maand Op de laatste dag van het jaar Op de laatste dag der eeuw, waren we bereid Tot het malen van boekweit. Het loopt met die boekweit zo'n vaart niet meer, maar de molen kan niet gemist worden. Niet ge mist omdat de boeren hem nodig hebben, maar ook omdat hij een veilige baken in in het Merselose landschap. Gebouwd In 1867 is hij al die jaren door een vertrouwd beeld geweest in onze contreien, dat men moeilijk zal kunnen mis sen. Maar ook eenmaal zal hier de tijd onverbiddelijk stop zeggen. En wat dan Michels houdt van zijn vak en dank zij hulp van diverse instanties kan de molen draaiende gehouden worden. Maar hoe lang nog....? Van de rest van de vele Venrayse molens draaien alleen nog de Petrus en de „Nooit Gedacht". Twee stenen reuzen, beide haast een eeuw oud. Al die jaren door hebben ze velen onzer gediend, maar hun tijd is haast gekomen. Dan zal evenals op de Heide de vraag gesteld worden: wat nu We mogen hopen en vertrouwen, dat deze monumenten tot in lengte van dagen behouden kunnen blijven. Zij horen bij het Venrayse land schap, dat door oorlog en andere omstandigheden toch al zoveel ge leden heeft. bij ontslag wegens dringende redenen Door eigenmachtig optreden, door onbeschoft optreden, kunnen zowel werkgever als werknemer voor fi nanciële stroppen komen te staan. De grote schaarste aan personeel kan aanleiding zijn, dat een werk nemer zich rechten toeeigent, die in strijd zijn de wetten. Dat zijn pa troon hiertegen in bescherming wordt genomen, spreekt vanzelf. Het gaat niet op, dat een werk gever maar moet voldoen aan alle door de werknemers gestelde eisen, er zijn grenzen. Als b.v. een werk nemer zijn vacantie reeds tenvolle heeft genoten, zal het aannemelijk zijn, dat een werkgever een verzoek om meer vacantie zonder meer van de hand zal wijzen. Als de werknemer dan eigen machtig néémt, door niet op het werk te verschijnen, kan dit eigen machtig optreden in sommige ge vallen voor hem ernstige gevolgen medebrengen. Op staande voet Dit eigenmachtig en onbillijk vacantie nemen kan oorzaak zijn van ontslag op staande voet we gens dringende reden. Eveneens kan dit een reden zijn voor de werk gever, de werknemer aan te spre ken voor schadeloosstelling. Immer, het geval ligt zo: degene die bij een arbeidsovereenkomst de wederpartij een dringende reden tot ontslag geeft de andere pari ij recht op een schadeloosstelling. Zeer vele werknemers denken, dat zij bij ontslag om dringende redenen toch nog recht zouden hebben op een week of een maand loon extra en daarnaast ook nog de vacantie.- dagen welke zij nog te goed hebben. In de meeste loonregelingen is echter uitdrukkelijk de bepaling opgeno men, dat het recht op uitbetaling van vacantiedagen vervalt bij ont slag om dringende reden. Het loon wordt gerekend tot op de laatste dag, waarop gewérkt is. De schadeloosstelling Op grond van het Burgerlijk Wet boek bestaat de bepaling, dat de schadeloosstelling minstens gelijk is aan het loon over de opzegter mijn, maar als de werkelijke schade meer bedraagt (bv. doordat een order niet op tijd klaar komt of doordat de werkgever een plaats vervanger heeft moeten aanstellen, die meer loon eiste) kan de werk gever ook het bedrag van de wer kelijke schade eisen. Het bedrag, dat gelijk is aan het loon over de opzegtermen kan de werkgever in dit geval altijd eisen, zonder te behoeven aan te tonen, dat zijn schade inderdaad zoveel bedroeg. In de praktijk komt dit hierop neer, dat de werkgever het loon over de laatste werkdagen en even tueel andere bedragen welke de arbeider nog te goed heeft", bv. zogenaamde "pendagen", kan ver rekenen met de schadeloosstelling, zodat de arbeider niets zal ont vangen. Wederkerig Bovengenoemde bepalingen zijn wederkerig. Een werkgever, die zijn arbeider een dringende reden geeft tot ont slag te nemen bv. door mishandeling is eveneens verplicht aan de werk nemer een schadeloosstelling uit te betalen op dezelfde wijze als hier boven is aangegeven. Bromfietsers mogen niet naast el kaar rijden, evenmin als motor rijders. Zij moeten achter elkaar blijven. Als u nu een pension of zomer huisje bespreekt voor uw a.s. va cantie en u kunt om een of andere reden daarvan geen gebruik ma ken, kan de pensionhouder u aan uw woord houden en betaling eisen, als u geen plaatsvervanger hebt. Een eventuele waarborgsom bent u kwijt. Limonadevlekken in zijde, satijn en dergelijke stoffen verwijdert men door de achterkant van de stof te wrijven met een watje, dat gedrenkt is in een kleine hoeveel heid absolute alcohol. Het watje mag niet te vochtig zijn. Wol en dergelijke stofsen worden aan de goede kant behandeld. Neem op uw wandeltochten een flesje met alcohol mede, even tuele grasvlekken kunt u hier mede, zolang ze nog vers zijn, prachtig behandelen. IN „DE EFTELING" HET SPROOKJESPARK BIJ KAATSHEUVEL Vergane glorie in ere hersteld: de oude Janvier-stoomcarroussel die vele jaren onze Venrayse kermis bezocht gaat in „De Efteling" een nieuwe toekomst tegemoet. Met de aankoop van deze stoomcar- roussel, die ruimte biedt aan circa 350 mensen tegelijk, heeft „De Efteling" voor het nageslacht een typisch voorbeeld van negentiende- eeuwse kermisromantiek aan de vergetelheid ontrukt. Bewaar giftige stoffen in flesjes waarop duidelijk staat aangegeven wat de inhoud is en bindt de kurk vast met een touwtje, dan maakt ge als het donker is geen vergis singen. Bewaar bleekwater, chloor, spiritus, petroleum, blauwsel en benzine op een hoge, voor kinderen on bereikbare plaats. Pas óók op met wasmiddelen, kurketrekker, blikopener en aardappelmesjes, die u zo graag „voor het grijpen" heeft. Laat een (uw) kind niet het slachtoffer worden van uw on achtzaamheid! Vul bad of wasteil eerst met het koude, daarna pas met het ko kende water, dan kunnen uw kin deren geen ongelukken veroor zaken voor het sop klaar en op temperatuur is. Wie zelf een kamer gaat behangen, moet van het raam af werken, zodat de overlappingen van de van de banen geen schaduwen veroorzaken en daardoor extra breed lijken. BEL OP BIJ BRAND No. 392 Inwilliging aanvrage bijzonder kleuteronder wij s Burgemeester en wethouders van Venray maken bekend, dat de raad dier gemeente op 5 april 1956 heeft besloten medewerking te verlenen aan een verzoek van het school bestuur van de H. Oda te Yssel- steyn dd. 15 maart j.L, om ingevolge artikel 50 der kleuteronderwijswet gelden uit de gemeentekas te mogen ontvangen voor de verbouw van een lokaal van het gebouw van de bijzondere lagere school te Yssel- steyn, dat niet meer voor het geven van lager onderwijs wordt gebruikt en door bijbouw daaraan van een nieuw lokaal; Er wordt aan herinnerd dat, in gevolge artikel 54 der kleuteronder wijswet, binnen dertig vrije dagen, te rekenen vanaf heden, ieder in gezetene en het schoolbestuur van genoemd besluit bij gedeputeerde staten in beroep kan komen; Gedurende die termijn liggen alle bescheiden, op de aanvrage van het schoolbestuur betrekking hebbend, kosteloos voor een ieder ter inzage op de secretarie der gemeente. Venray, 18 april 1956. Burgemeester en wethouders vnd. „Er bestaat volgens de statistie ken een onbetwistbaar verband tussen het roken van sigaretten en het optreden van longkanker". Dit verklaarde de Britse minister van gezondheid, Robin Turton, in het Lagerhuis. Aan de hand van rapporten van de medische onderzoekraad be antwoordde hij een aantal vragen ove> dit steeds urgenter wordende probleem. „In tabaksrook zijn twee kanker- veroorzakende substanties aange troffen", zei de minister. „Maar of zij rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor longkanker is niet bewezen". De regering heeft tijdens de af gelopen jaar steeds geweigerd vra gen te beantwoorden over roken en longkanker, omdat feitelijke ge gevens ontbraken. „Wij mogen met de noodzakelijk uitspraak geen schade berokkenen aan de tabaks industrie, waarvan miljoenen leven en die bovendien miljarden guldens aan belasting opbrengt", was de opvatting van het ministerie van gezondheid tot nu toe. Het feit, dat de minister het stil zwijgen thans zeer voorzichtig heeft verbroken wijst erop, dat de vin dingen van de medische onderzoek raad inderdaad reden tot bezoigd- heid geven. „De omvang van dit probleem mag niet onderschat worden, maar ook niet overdreven", waarschuwde Turton. Hij beloofde het Lagerhuis volledig op de hoogte te brengen, wanneer het onderzoek meer resul taten oplevert. Een nationaal pu bliciteitsprogramma om op het ge vaar van roken te wijzen zou in het huidige stadium niet juist zijn. Ik zal dit besluit echter opnieuw in overweging nemen, als meer infor matie beschikbaar is". De minister noemde enkele cij fers, de medische onderzoekraad heeft verzameld: „Sterfte door long kanker is onder zware rokers 20 maal zo groot als onder niet-rokers. In 1954 waren van elke duizend sterfgevallen onder de mannelijke bevolking van Engeland er 234 te wijten aan kanker, waarvan 85 aan longkanker. Sigarettenrokers lopen het meeste risico. De pijp is minder gevaarlijk. Het roken opgeven ver mindert het risico duidelijk", aldus de minister.

Peel en Maas | 1956 | | pagina 1