OPRUIMING
COOPMANS
Kijken is kopen
l
l
EDAH
Rondom de varkensprijzen
129
Op alle niet speciaal geprijsde artikelen
10 korting
Door
BETER GEKLEED
MINDER BESTEED
35
79
45
79
Fa. P. G. Mooren Zn., Grotestraat 10, Venray
en kopen betekent voor U profiteren van onze
Heren- en Jongenscostuums, Dames- en Heren
regenjassen, windbrekers, zomerstoffen,
interlock ondergoed, lakens en slopen, bad
doeken, theedoeken, overalls, manchester
broeken, werkhemden,
onze bekende ruitjes schortenbont, enz. enz.
helpt V
BISCUITS,
„Marie" en „Petit Beurre"
250 gram
ZOMERDRUPS,
heerlijk fris, verpakt
150 gram
COCOSBROOD,
voor een lekkere boterham
150 gram
BOTERHAMKORRELS
nu extra voordelig Q ft
250 gram
APPELSTROOP,
grote beker C "J
850 gram
SLAOLIE,
„Geelmerk"
prima grote fles
SLASAUS,
maakt van uw sla 'n
delicatesse per fles
ROOKVLEES,
heerlijk mals
100 gram
PALMOLIVE
TOILETZEEP
3 stukken
KASTEEL-LUCIFERS
nu ook in yt ct
handig y
zakformaat p.p.
2 Torencenten toe!
Geldig van 18 tm 23 Juli
Als wij ons afvragen „zijn er
oorzaken aan te wijzen voor het
ongunstig prijsverloop van de
slachtvarkens", dan snijden w(j
daarmede een hele serie pro
blemen aan.
Enkele gezichtspunten hierover
en hierop zullen wij in dit artikel
wat nader belichten.
De lezer moet niet verwachten,
dat in dit artikel een oplossing, of
zelfs maar een denkbeeld voor de
oplossing van deze vraagstukken
wordt gegeven. Daarvoor is deze
zaak veel te ingewikkeld.
Het is slechts de bedoeling, enige
punten, die bij de prijsbepaling een
rol spelen, uiteen te zetten en op
deze wijze duidelijk te maken hoe
veel factoren een rol spelen en hoe
moeilijk het is iets te voorspellen
over het verdere prijsverloop van
de slachtvarkens.
Wie zijn de afnemers van onze
slachtvarkens?
De grootste afnemer is'de binnen
landse markt, dus de Nederlandse
consument, via de Nederlandse
slagers.
Men zou verwachten, dat deze
voornaamste afnemer, dus klant,
van de varkensmester ook wel de
beste bediening zou krijgen. Niets
is minder waar.
De binnenlandse markt heeft èn
bij de prijsbepaling, èn bij bet vast
stellen der kwaliteitseisen -wensen
het minste, of eigenlijk niets te
zeggen. Waarom dat zo is blijkt o.a.
uit het onderstaande.
Buitenland
Van de andere afnemers zijn de
voornaamste Engeland (voorbacon
en vleeswaren) en Amerika (voor
hammen).
Overal in West-Europa is de
laatste jaren de omvang van de
varkensstapel zeer aanzienlijk toe
genomen. Ook in ons land is dit zo,
maar er is bij ons een groot ver
schil ten opzichte van het buiten
land. Bij ons is n.l. de groei van de
varkensstapel een gevolg geweest
van de ruime exportmogelijkheden
door gunstige omstandigheden, n.l.
doordat 't buitenland minder export
mogelijkheden had daar de prijzen
opliepen door het te geringe aanbod
t.o.v. de binnenlandse markt.
Maar deze uitbreiding elders be
gint ook voor ons thans lastig te
worden nu het veel stroever gaat
in de handel met onze exportlanden
Engeland en Amerika.
In Engeland is, geheel tegen de
verwachting in, sedert de opheffing
van de vleesdistributie in 1954, de
consumptie van varkensvlees niet
toegenomen. Bovendien is de bin
nenlandse productie in Engeland,
dank zij de steun van de Overheid,
sterk toegenomen.
De verhouding tussen eigen pro
ductie en invoer is daardoor dus
danig scheef komen te liggen, dat
de Engelse regering reeds einde
vorig jaar een regeling met Dene
marken (voornaamste baconleveran-
cier) en ons land moest treffen.
Er werd bepaald, dat een gedeelte
van de gecontracteerde hoeveelheid
als bevroren varkens (dus niet als
bacon) moest worden geleverd.
Ook de prijzen voor bacon zakten
zeer belangrijk, nl. voor Nederl.
bocon van 290 op 204 shillings per
circa 450 kg en voor Deense bacon
van 296 op 220.
Men ziet hieruit tevens, dat de
Denen nog steeds wat meer krijgen
voor hun product en ook hun prijs
in verhouding minder is gedaald
dan die van het Nederl. product!
De mindere kwaliteit van onze
bacon is hiervan de oorzaak.
Deze veranderde toestanden op de
Engelse markt hebben tot gevolg,
dat de Denen nu elders mogelijk
heden gaan zoeken voor hun var
kensproducten.
Bovendien lijdt één van onze an
dere afnemers, nl. Duitsland, mo
menteel ook onder een varkens
crisis en dit land ktvam o.a. met
Denemarken overeen, dat veel min
der slachtzeugen voor de worstfa-
bricage zullen worden afgenomen,
Ook voor deze dieren zoeken de
Denen in Frankrijk, Italië, Ameri
ka en Zwitserland afzet en neemt
dus de voor ons nadelige concur
rentie ook daar toe.
Het is mogelijk, dat de Denen
nogmaals kans zien, een aanzien
lijke hoeveelheid varkensvlees naar
Rusland te exporteren.
Dit zou voor West-Europa een
sterke verruiming van de markt
kunnen betekenen. Het is te hopen
dat Denemarken, die dit reeds eer
is gelukt, nogmaals de weg in Mos
kou zal weten te vinden.
Gezien de schaarse berichten,
over het zeer lage vleesverbruik en
de zeer hoge prijzen in de landen
achter het IJzeren Gordijn, is deze
kans niet denkbeeldig.
Dan is er nog een geheel andere
kwestie die de mogelijkheid in zich
bergt om de moeilijkheden op de
varkensmarkt nog te vergroten.
Zoals men weet hebben wij enige
weken geleden (gelukkig) een aan-
zienlijke export van zware varkens
naar Italië gehad. Hierdoor ontstond
onwillekeurig de neiging om var
kens zwaarder af te mesten. Deze
neiging bestaat toch reeds, maar
hieraan moet onder de huidige om
standigheden onder geen enkele
voorwaarde worden toegegeven.
Het is n.l. de grote vraag wan
neer Italië weer afnemer zal kun
nen worden van deze zware var
kens. Ieder zwaar varken, dat in
het binnenland moet blijven, is een
dubbele belasting. En wel omdat de
totale hoeveelheid varkensvlees, die
afgezet moet worden, er door toe
neemt. maar bovendien en vooral
omdat het op de reuzel- en spek
markt een grotere toevoer brengt
En helaas is het zo, dat in Neder
land spek en reuzel practisch niets
waard zijn. De consument belieft
eenvoudig geen vet.
Daarom moet de voortbrenging
van spek en reuzel tot het uiterste
worden beperkt en moet gestreefd
worden naar productie van vlees
varkens.
In dit licht moet ook de ingestel
de subsidie van 7 cent per kg op
lichte varkens worden gezien. (7 ct.
per kg koud geslacht gewicht in de
gewichtsklasse van 63 t/m 77 kg).
AMERIKA.
Naar dit land exporteren we
grote hoeveelheden hammen in
blik. Dank zij het uitstekende vak
manschap in onze vleeswarenfa-
brieken en onze gunstige lonen
kunnen wij in Amerika met een
prima product tegen concurrerende
prijs werken.
Nederland is op dit moment nog
wel de voornaamste exporteur,
maar andere landen zoals West-
Duitsland, Denemarken en Polen
hebben over 1954 in verhouding
meer van de verhoogde export
mogelijkheden geprofiteerd dan ons
landDe concurrentie van deze
landen wordt steeds sterker en
bovendien is de varkensvleespro
ductie in Amerika zelf sterk ge
stegen en de prijzen zijn er ge
daald
Ook hier dus een bedreiging van
onze afzetmogelijkheden. Nu zou
men kunnen vragen: kan de Neder
landse regering niet (tijdelijk) een
subsidie op de ge-exporteerde ham
men geven, net zoals dit op de
bacon naar Engeland gebeurt Dit
zou voor de hand liggen, maar...
zeer terecht hebben de Amerikanen
hiertegen bezwaar.
Wat is immers het geval? Dit
land heeft ons, door de Marshall
hulp, een enorme steun bij onze
wederopbouw gegeven. Het zou dus
ietwat onbillijk zijn als wij het nu
als het ware met hun „eigen geld"
gingen beconcurreren. Daarbij komt
nog dat Amerika een enorm over
schot van allerlei andere agrarische
producten heeft (zowel oude- als
nieuwe voorraden). Als deze voor
raden tegen lage prijzen geruimd
zouden worden (iets waar vele
Amerikaanse groepen sterk op
aandringen) dan zou ook de Neder
landse boerenstand en daarmede
het hele economische bestel van
ons land een zeer gevoelige klap
krijgen, zo niet in een crisis worden
gestort.
In dit verband herinneren wij de
lezer aan de met succes bekroonde
onderhandelingen die Minister
Mansholt enige jaren geleden hier
over in Amerika heeft gevoerd.
Het resultaat is geweest, dat de
Amerikanen niet de Europese en/of
wereldmarkt hebben bedorven door
tegen af braakprijzen hun producten
te ruimen. Zij zien natuurlijk ook
wel in, dat zij daarmede in Europa
een groot deel van het resultaat
van de Marshall-hulp weer zouden
hebben teniet gedaan en de koop
kracht van de Europese markt
voor andere Amerikaanse produc
ten ook bedorven zou zijn, maar
West-Europa zelf zou toch de
grootste terugslag van een derge
lijke opruiming ondervinden (of
hebben ondervonden).
Vanuit deze gezichtshoek bezien
is het dus billijk, dat men ons niet
toestaat exportgoederen naar Ame
rika te subsidiëren, Ook hier weer
een voorbeeld van de zeer ingewik
kelde zaken, die mede de prijs
bepalen die de Nederlandse varkens-
mester voor zijn product krijgt. M
Al met al blijkt hieruit dus dat
de varkensfokkerij en -mesterij op
het ogenblik voor zeer moeilijke
opgaven staat. Het zal veel goede
wil en overleg eisen, alsmede een
stimulering van de binnenlandse
markt om tot een oplossing van
de moeilijkheden te geraken.
LET OP HOOIBROEI
Nu een zeer groot deel van de
hooioogst van de voorzomer binnen
is, blijkt het dat velen te haastig
zijn geweest,
Het aantal broeigevallen is zeer
groot, veel te groot. De laatste
dagen hoorden we verschillende
gevallen van hevige broei, zo erg,
dat men er niet af was met het
steken van een gat, maar zelfs
alles uit het vak moest verwijderen
Een aantal gevallen van brand is
reeds vermeld in de dagbladen.
Een beetje broei is wel goed, zo
hoort men vaak, de koeien eten
het hooi dan f beter, er zit meer
smaak en reuk aan.
Men bedenke echter, dat dit al
leen geldt voor licht gebroeid hooi,
niet boven 50 gr. C. Bij hogere
temperaturen gaat de smakelijk
heid achteruit, terwijl veel voeder-
waarde verloren gaat, vooral ei
wit.
Door zware hooibroei inde zo
mer zal de krachtvoerrekening in
de winter dan ook aanzienlijk ver
hoogd worden. Regelmatig tempe
raturen bij broeiende hooivakken
is voor de boer van bijna even
veel belang als bij zich zelf, indien
hij ziek is.