Moderne Bejaardenzorg.
Onze terugkomst van evacuatie.
yinkóteien...
Waar is het voor?
&eens»v2e8F1^ WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Sïïg'Sg'BBSS
Zaterdag 28 Mei 1955 No"21
:ZES 'EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
CONFECTIE VAN
-EEN RIJK BEZIT
Even groot als Pasen is voor de
Kerk het feest van Pinksteren,
waarop de Stichting van de Kerk
als bovennatuurlijke gemeenschap
wordt herdacht.
Omdat het weer in de regel mooi
is en wij gaarne van de korte
zomer in onze noordelijke streken
genieten, zijn vele katholieken ge
neigd het Pinksterfeest maar gauw
af te doen en het met de kerke
lijke viering wat makkelijker te
nemen.
Misschien ligt daarin de reden,
dat voor velen dit feest niet het
hoogfeest is, dat het in werkelijk
heid behoort te zijn.
Pinksteren toch is de herdenking
van de uitstorting der .genaden
over de mensen, die stroom van
bovennatuurlijk leven, welke de
nieuwe mensheid vormt.
De genade was ons zeer nabij
gekomen door de geboorte van
Christus, zij was in feite verdiend
op de Calvarieberg aan het Kruis,
zij was als geloofsfeit bekrachtigd
door de Verrijzenis van Christus
op de Paasmorgen. Maar zij trad
eerst ten volle in werking op de
dag van Pinksteren.
Want van het moment af, dat
de H. Geest was neergedaald over
de Apostelen, die met Maria ver
gaderd waren, trad Petrus naar
buiten en begon de prediking van
het Heil en het dopen van de
eerste Volgelingen van Jezus.
In de Evangeliën vinden wij de
rijkdom en verscheidenheid van de
genaden op verstrooide plaatsen
genoemd: in de onvolprezen hymne
van Pinksteren vinden wij ze als
een summum van troost bijeenge
gaard, een schrijn van de prach
tigste juwelen.
Welke dan zijn de rijkdommen
der genade, die wij door de Kerk
ontvangen: Licht voor onze harten,
troost voor onze zielen, de zeven
voudige gaven als wijsheid, weten
schap, voorzichtigheid, beheersing,
vreze des Heren, raad en vrede
der ziel.
Voorts schenkt de H. Geest ons
zoveel intimiteit in onze verhouding
tot God, dat Hij voor ons alles doet
wat maar nodig kan zijn om ons
in het leven te steunen.
De Geest wordt voor ons een
Vader, een Vertrooster, een Heler
van wonden en een zoete Gast.
Het feest van Pinksteren is tege
lijkertijd de start, waarbij de ziel
wordt opgeheven tot de intieme
gemeenschap met het leven in God,
dat het leven van de H. Drievul
digheid is.
Maar van de andere kant is het
ook het ontstaan van die grote
gemeenschap, die in God hetzelfde
leven beleeft als geheel, met elkaar
en door de hulp van elkaar.
Het is de enting van iedere rank
op de wijnstok en tegelijkertijd de
opbloei van de wijnstok als de ene
grote plant, die God met de men
sen vormt.
En juist omdat de diepte van
het Mysterie der menselijke en
goddelijke vereniging in de Kerk
juist op Pinksteren tot volle be
leving komt, moeten wij het be
treuren, dat de haastige mens zich
zo weinig tijd gunt het feest als
een echt hoogfeest te vieren.
Men behoeft het daarom niet als
een vorm van noordelijk calvinisme
te beschouwen, indien iemand er
toe kon besluiten de aanlokkelijke
Eerste Pinksterdag met wat min
der fiets- en wandeltochten en des
noods zonder luidruchtige sport
wedstrijden door te brengen en
zich die dag wat meer dan gewoon
op het uitzonderlijke karakter van
het feest en dus van het wezen
van het christelijke leven te bezin
nen.
Voor wie dit doet, is, naar onze
mening, Pinksteren 1955 beslist
een mijlpaal in zijn leven.
Wanneer we de moderne bejaar
denzorg bespreken, dienen we ons
eerst voor ogen te stellen, wat we
onder bejaarden verstaan.
In het R.K. Artsenblad vonden
we van de hand van Dr van den
Hombergh, de volgende definitie:
Een man of vrouw, die door
onteigening van de werkgelegen
heid in zijn beroep op een voor
dit beroep vastgestelde of gebrui
kelijke leeftijd uit de actieve sector
van het dagelijks leven wordt ver
wijderd. Men zegt dan, dat hij of
zij rustend is.
In vroeger jaren bleven deze
mensen op hun eigen of bij hun
kinderen of kwamen ten laste van
de gemeenschap (armenzorg).
Maar het Nederlandse volk wordt
ouder. Dat wil zeggen, dat de ge
middelde leeftijd van de Neder
landse man en vrouw door allerlei
oorzaken hoger is dan bijv. dertig,
veertig jaren geleden en nog steeds
stijgende is. Er komen dus méér
rustende mensen.
Dit ouder worden van de mensen
heeft bepaalde gevolgen.
Op de eerste plaats voor de man
en vrouw zelf, maar vervolgens
ook voor de omgeving, waarin hij
of zij leeft en voor de gehele ge
meenschap.
Die gevolgen waren ook reeds
vroeger kenbaar, maar vroegen
omdat het aantal bejaarden betrek
kelijk klein bleef niet die aan
dacht, die ze heden ten dage ver
gen.
De psychologische aspecten van
de ouderdom hebben nu echter de
volle aandacht en mede hierdoor
de bejaardenzorg van heden, de
zorg om het bejaard zijn zelf.
Bovendien wordt die zorg nog
geaccentueerd door de woning
nood.
Als in een dorp in 3 woningen
beneden een kamer moet ingericht
worden, omdat de oudjes zo moei
lijk meer de trap op kunnen, dan
is dit zeker in de oudere en gro
tere woningen nog te doen. Maar
moet datzelfde gebeuren in vele
woningen en zijn bovendien die
woningen kleiner, dan komen de
oudjes in verdrukking.
Oudere mensen hebben andere
behoeften, andere levenswijze zelfs
als jongere. Zij hebben andere in
teressen, dikwijls een andere men
taliteit en hoe meer oudere mensen
er komen, zoveel te meer botsingen
komen er tussen oud en jong. Ze
worden .voor hen zelf een last en
voor anderen.
Een oplossing voor bejaarden
zorg en tevens voor de woningnood
is o.a. gevonden in het
Bejaarden-centrum.
In een dergelijk centrum worden
huisjes gebouwd, die aangepast zijn
aan de behoeften van bejaarden.
Die huizen zijn niet groot, men
kan ze zelf onderhouden en schoon
houden in een tijd, nu hulp zo
moeilijk te krijgen is. Het buiten
werk wordt door anderen gedaan.
Ze zijn handig ingericht, zonder
trappen etc.
In die huizen zijn de bejaarden
volkomen vrij en zelfstandig. Ze
zorgen voor hun eigen potje, even
tueel voor hun tuintje, staan op
zo vroeg en zo laat ze willen en
kunnen naar bed gaan als ze er
zin in hebben. Ze kunnen bezoek
ontvangen, kortom ze kunnen net
doen, waar ze lust in hebben.
In dat complex komt dan een
verzorgingshuis te liggen, waar
een gezamelijke recreatie is, een
werkplaats, waar men kan prutsen
etc. en waarin een bibliotheek aan
hun wensen aangepast. Verder -een
verpleeginrichting voor lichte ver
pleging, voor die oudjes, die door
invaliditeit of ouderdomsgebreken,
niet meer geheel zelfstandig wonen
kunnen.
In dat verzorgingshuis is vak
kundig personeel, speciaal opgeleid
voor verzorging en verpleging van
medemensen.
De oudere mensen, die in een
dergelijk complex wonen, zijn dus
niet meer afhankelijk van plaats
ruimten in woningen van hun kin
deren, waar ze zich op hun oude
dag nog aan moeten passen aan
al het nieuws, wat daar komt of
is, of ze behoeven niet meer te
blijven tobben in die veel te grote
woning, waaruit al hun kinderen
zijn vertrokken.
Ze vinden in dit complex de wo
ning aangepast aan hun eigen be
hoeften en vinden naast en rondom
hen mensen van dezelfde leeftijd
en dezelfde geestesgesteldheid als
de hunne.
Zij zijn niemand tot last en kun
nen hun eigen leven leiden zoals
ze graag willen. Moeten zij verzorgd
of verpleegd worden, dan is die
verzorging aangepast aan de spe
ciale eisen. Zij blijven daar rustig
tot hun dood. behalve natuurlijkbij
zware verpleging, waarbij dan het
ziekenhuis wordt ingeschakeld.
Een dergelijk complex kost na
tuurlijk geld.
Daar behoeft geen winst in ge
maakt te worden, maar de exploi
tatiekosten moeten betaald worden.
Betaald door de mensen die er ge
bruik van maken. Men zal daar dus
een zekere prijs moeten betalen.
Sommigen zullen dat kunnen,
anderen daarentegen niet. Voor deze
laatsten zal dan de gemeenschap
op dienen te komen, als een sociale
of geneeskundige indicatie opname
of vestiging in een dergelijk com
plex nodig oordeelt. Daar zal dan
Overheid, particulier initiatief en
familie bij moeten dragen in de
kosten.
Gestichten
Naast bovengenoemde moderne
oplossing kennen we ook nog de
gestichten, welke gewoonlijk worden
Met het begin van de zomer
verschijnen ook de zomerze-
gels. „Waar is het voor"? hoor
ik u al vragen. Een volledig
antwoord op deze plaats zou
te veel plaatsruimte vergen.
Zo talrijk zijn de verenigingen
die er profijt van trekken.
Om slechts enkele te noe
men: de N.C.V. tot bestrijding
van de tuberculose, de N.V.
tot Rheumatiekbestrijding, het
N.F. voor bijz. noden enz. enz.
Kortom het doel is;
Uw medemensen die in nood
zijn te helpen.
En als het daarom gaat, doet
men nooit tevergeefs een be
roep op het Venrays volk.
Wist u b.v., dat verleden
jaar alleen op het postkantoor
de opbrengst van de actie
der schoolgaande jeugd dus
niet meegerekend voor
meer dan f 1000 aan kinder
postzegels werd gekocht en
aan zomerzegels voor f 500.?
Werkt u mee om dit jaar
ook de zomerzegel-verkoop
tot f 1000 op te voeren?
Het pl. Comité voor de
verkoop v. zomerzegels
en prentbriefkaarten.
MEI 1945
beheerd door een religieuse orde,
al of niet met daarnaast een in
richting van onderwijs.
Deze hebben het grote voordeel,
dat hier gewoonlijk gebruik ge
maakt kan worden van bestaande
keukens en een bestaande kapel,
zodat dus de kosten geringer zullen
zijn.
Maar daarnaast moet ook ge
wezen werden op het feit, dat de
verzorging in dergelijke inrichtingen
CENTRAAL geschied, men dus ge
bonden is aan bepaalde regels.
Regels die de bestuurders van een
inrichting uitmaken en niet be
jaarden, die hier niet ZELFSTAN
DIG zijn, maar pensiongasten.
Een deel hunner zelfstandigheid
en vrijheid raken de oudere mensen
hierin dus kwijt.
En bovendien mag er op gewezen
worden, dat een psychologische
factor zeker voor deze generatie ook
telt, namelijk, dat aan het gesticht
nog teveel het idee kleeft van
armenzorg.
Vroeger kwamen daar immers zij
in, die oud geworden, niet meer
door familie of anderen konden op
genomen worden en ten laste der
gemeenschap in een gesticht ge
plaatst werden. Hoe goed ook in
vroeger dagen, thans past het niet
meer in deze tijd, maar het idee
zal nog wel enige tijd blijven be
staan.
Wat nu in Venray
Het bejaardenprobleem speelt
ook in onze eigen gemeente. Ook
hier groeit het aantal bejaardenen
daarmede de moeilijkheden, o.a. op
het woning-terrein.
Het is al weer enkele jaren ge
leden, dat dit probleem hier in
studie genomen is en men heeft
intussen eens gekeken hoe in de
andere gemeenten een oplossing
gezocht en nog wordt.
Een destijds gehouden enquête
over de vraag, of hier inderdaad
behoefte bestaat aan aparte bejaar
denzorg, in de zin als hierboven
omschreven, heeft niet de resul
taten te zien gegeven, die de over
heid er van verwachtte.
Wat ook te verwachten was, aan
gezien van de betrokkenen niemand
wist, wat nu feitelijk de bedoeling
en opzet is van de moderne be
jaardenzorg.
Nadien is men opnieuw begonnen
en via het Sociaal Charitatief Cen
trum, is een Comité Bejaardenzorg
opgericht, dat dit hele probleem in
studie heeft.
Dat toont wel aan, dat men de
behoefte als bestaand aanneemt en
dat men van het idee afgestapt is,
dat een eventueel complex in Horst
of Overloon, mede voldoende zou
zijn voor Venray.
Een der grote vraagstukken,
waarvoor dit comité zich geplaatst
zal zien is, wat te kiezen: Bejaar
dencomplex of Gesticht.
Het eerste zal grotere financiële
offers vragen als het tweede, maar
méér vrijheid geven!
Het vraagstuk der verzorging en
verpleging zal bij beide een ge
wicht in de weegschaal leggen,
Misschien dat beide gecombineerd
kunnen worden, waarbij dan het
gesticht de verpleging op zich
neemt, maar daarnaast het bejaar
dencentrum vrij en zelfstandig de
woongelegenheid, verzorging etc.
biedt.
Het is een moeilijk probleem
Een probleem niet alléén voor
de oudjes, waarvan nu sommigen
onder de meest beroerde omstan
digheden leven, maar ook voor ons
allen.
Want eenmaal komt ook voor
ons de tijd, dat wij bejaard worden
genoemd en wat dan?
Het is ons eigen welbegrepen
eigenbelang, als we nu reeds gaan
zorgen, dat we dan vrij en onaf
hankelijk onze oude dag kunnen
„vieren"
In het belang van de bejaarden
Hebben we vorige week de „ver
overing" van Venray herdacht, deze
week willen we even teruggaan
naar Mei 1945, toen Nederland in
zijn geheel werd bevrijd en de
laatste Venrayenaars uit hun eva
cuatieplaatsen eindelijk weer terug
konden komen.
Over de bevrijding van ons land
is veel, lang en breed geschreven,
over de terugkomst uit evacuatie
nog niets. Dit artikel wil dan nog
even een terugblik werpen op die,
voor Venray zo vreemde tijd, waar
aan zovelen van ons prettige en ook
minder prettige herinneringen heb
ben.
EVACUEREN.
Op die gedenkwaardige morgen
van 12 October 1944 werden we
dan bevrijd. „We", dat waren de
mensen, die dagen lang al in de
kelders gezeten, een moderne oor
log over zich heen hoorden en
dikwijls ook zagen gaan.
Die in die kelders aten, sliepen,
en baden. Over dat leven van die
dagen zouden boeken te schrijven
zijn, daar ieder gezin, ieder mens
toch zijn persoonlijke belevenissen
en ondervindingen had.
Verstoken van gas, electriciteit,
dikwijls ook van water, hokten we
daar tezamen. Drie, vier tot vijf
familie's soms, met nog evacué's
uit Overloon.
Levensmiddelen en kruideniers
waren waren niet meer te krijgen,
brood werd nog zelden gebakken,
bovendien was het levensgevaarlijk
dit bij een bakker te gaan halen.
Men was aangewezen op weckfles
sen en wat links en rechts nog te
krijgen viel.
Toch realiseerden wij ons dat
niet op die morgen van de bevrij
dingsdag....
Toen in de straten geroepen
werd, dat de eerste Engelsen er
waren en zij weldra in levende lijve
in de kelder stonden, toen meenden
de meesten, dat nu het leed was
geleden.
Dat er honderden huizen totaal
waren verwoest, dat anderen zo
zwaar beschadigd waren, dat aan
bewoning niet te denken was, daar
dacht niemand aan. De Engelsen
waren er immers en de oorlog zou
nu spoedig voorbij zijn.
Wij hebben de Engelsen er kwaad
om aangekeken, dat al spoedig het
bevel kwam: Evacueren
Waarvoor immers...?
Naderhand moesten we toegeven,
dat ze moeilijk anders konden.
Honderden mensen in de kelders
samengepakt, onder de meest pri
mitieve omstandigheden, verstoken
van practisch alle levensbehoeften,
zonder enige hygiëne, met een zeer
groot gebrek aan woon- en slaap-
ruimten, dat moest mislopen.
Temeer, daar niemand kon zeggen
of het front inderdaad spoedig en
ver verplaatst zou worden.
Zo kwam dan het evacuatie-be
vel. Twee dekens en een verscho
ning en de rest laten liggen...
Om zo en zo laat bij het Zieken
huis verzamelen...
VRAAGTEKEN
We hebben ze tientallen malen
gezien, de foto's van oorlogsvluch
telingen. Er is echter geen fotograaf
geweest die in die dagen op de
Merseloseweg foto's heeft gemaakt
van die trieste rij Venrayse mensen,
die daar met een pungel of krui
wagen voorts jouwden naar het
Ziekenhuis, waar de Engelse vracht
wagens gereed stonden voor vertrek
met onbekende bestemming. We
ervoeren toen wat het is oorlogs-
vluchteling te zijn.
Wat er toen in veel mensen is
omgegaan is niet te beschrijven.
Vaders en moeders, gelukkig dat
hun gezin nog bijeen was, maar vol
zorg voor alles wat zij daar achter
lieten. Ouden van dagen, dieerjaan
dachten, dat zij misschien het oude
en vertrouwde beeld van Venray niet
meer terug zouden zien. Allen zich
afvragend: waarheen, hoelang en
wat vinden we terug?
Daar aan hef Ziekenhuis stonden
de wagens, hoge Engelse kisten,
die als kenmerk heel toepasselijk
een vraagteken in hun embleem
voerden. De ene vrachtwagen na de
andere werd volgeladen met mensen.
En terwijl daarbuiten het aantal
kruiwagens groter en groter werd,
liep Venray leeg. De handigen waren
al naar Merselo doorgelopen en
hadden daar maar hun evacuatie
bestemming op eigen houtje ge
maakt. Anderen waren op een oude
fiets maar de wijde wereld inge
trokken, maar het overgrote deel
stapte in de bruine Engelse vracht
wagens, die langzaam de grote poort
uitzwaaiden, Merselo waarts.
Langs de weg naar Merselo zagen
we dreigende kanonnen staan. En
in de weiden zagen we het vee dood
liggen. Het ging naar Deurne, waar
van heden en van de toekomst, zij
dit Comité een vruchtbare studie,
een oplossing van het probleem en
de verwezenlijking daarvan van
harte toegewenst 1
in het kamp Zeilberg de honderden
tesamen kwamen, om daar soms
soep, maar altjjd D.D.T.-poeder te
krijgen.
Papieren werden onderzocht, per
soonsbewijzen bekeken door Engelse
en Nederlandse militairen, maar
aangezien de Duitser niet ver van
de Zijlberg af zat moest het verder.
Dezelfde militairen hadden in
tussen uitgemaakt, waarheen de
tocht zou gaan, maar toen de mensen
weer in de wagens zaten, wist nie
mand waar ze terecht zouden komen.
De meesten hadden zich al in het
onvermijdelijke geschikt en de stem
ming werd allengs beter. Er was
toch niets aan te doen en we moes
ten maar afwachten.
Helmond, Eindhoven, Weert, later
zelfs België, waren de uiteindelijke
plaatsen van bestemming. Soms
laat in de avond reed de wagen
voor het gemeentehuis, of een kloos
ter in die plaats en dan stond men
daar... Bekeken en aangegaapt door
nieuwsgierigen, geholpen door En
gelsen en Rode Kruis.
Dan ging het naar het evacuatie
adres, dat soms zeer goed, soms
zeer slecht was.
LOOTING....
Laten we de evacuatie-adressen
even rusten. Sommigen hebben
daar de meest prettige herinner
ingen aan, hebben daar werkelijk
alle hulp, steun en sympathie ge
vonden, anderen daarentegen kun
nen hierover stukken vertellen,
waarover men heden ten dage nog
kwaad wordt. Ook hier heeft ieder
mens zijn eigen herinneringen aan,
evenals aan de kwestie van de
evacuatie-vergoedingen, gaarkeu
ken enz. enz.
Venray bleef leeg achter...
Dat wil zeggen: de Engelsen richt
ten in verschillende huizen hun
verblijfplaats in, met alle gevolgen
van dien. De O.D. had de bewaking
van Venray op zich genomen.
Links en rechts in het dorp waren
de grote platen komen hangen,
waarop vermeld stond „Looting is a
serious crime", dat gappen en plun
deren een ernstig misdrijf is.
Dat er onder de toenmalige tijde
lijke bewoners bij waren, die dat
niet begrepen hadden, kan men
gerust aannemen. Velen hebben dit
zelfs ondervonden.
Niemand mocht in het dorp ko
men, die daar geen bewijs voorhad
en die bewijzen werden, zeker in 't
begin, alléén aan vaklui verstrekt,
die dan de eerste pogingen doen
om de huizen weer wat bewoonbaar
te maken.
De liefde tot zijn land is echter
eenieder aangeboren en als men
bovendien slechts twee dekens en
één stel ondergoed heeft mee mogen
nemen, terwijl in Venray nog vele
bruikbare spullen lagen, dan is het
wel zeer verklaarbaar, dat men na
een klein beetje ingeburgerd te
zijn op het evacuatie-adres, weer
eens gauw een poging waagde om
Venray binnen te komen.
Maar daar stond de O.D., op post,
vervaarlijk en geducht en die kende
geen pardon. Menigeen is dan ook
in het gevang terecht gekomen, in
de kelders van Servatius en heeft
daar moeten boeten voor de clan
destiene insluiping in ons dierbaar
oord.
Maar er waren nu eenmaal méér
evacueé's als O.D.'ers en zo gelukte
de clandestiene insluiping nog al
eens een keer.
Als we denken aan de regeling
van die dagen, dan kunnen we nu
soms wel eens lachen. Er werd af
gebroken en beslist en de eigenaar
had al geluk als hij nog vooraf een
seintje kreeg, dat zijn pand nog
verder werd gesloopt.
Het is ook vóórgekomen, dat het
al gebeurd was, voordat hij er erg
in had. Men kreeg pannen-bonnen,
stenen-bonnen en dat betekende dan,
dat men die elders kon gaan halen.
Dat men het ook wel eens deed
zonder bonnen, ligt schijnbaar in
's mensen aard en zo kon het wel
eens gebeuren, dat een huiseigenaar,
die zijn dak aan het „herbepannen"
was, merkte, dat aan de andere
kant van het dak ze er even netjes
weer werden afgehaald.
Verhalen zijn te vertellen over
het wild-west leven van de eerste
opruimtroepen, die in kelders, bij
walmende benzinepitjes, tussen het
drogend wasgoed en textiel de duis
tere avonden sleten, met bully-beaf
en corned-beaf.
Wild West.... inderdaad tot zelfs
de kippen toe, die huizenhoog vlo
gen en langzaam maar zeker in
wilde toestand geraakten.
Verhalen over herstel en weder
opbouw van die dagen zijn er
boekenvol. Er waren geen hamers,
geen spijkers, geen zagen, geen glas
en maak dan maar een venster
dicht, probeer dan maar eens een
dak dicht te maken enz.
Toen eerst kwam de chaos voor
de dag en het is nog steeds het
grote wonder dat toch in enkele
maanden tijd een dorp, dat zo ver
nield, verwoest en geschonden was,
weer bewoonbaar gemaakt is.
Dat heeft de Venrayse mensen
vele persoonlijke offers gekost,
maar toch verdienen de mannen
van het eerste uur een eresaluut.
Zij hebben gezorgd voor electrici
teit, voor het functioneren van de
openbare diensten, voor herstel van
riolering, huizen en werkplaatsen
en zij waren het die de terugkeer
der evacuees mogelijk maakten.
Er zijn vele foto's genomen in de
eerste maanden en het is wel eens
goed om die zo nu en dan nog eens
te bekijken. We hadden en hebben
misschien veel critiek op wat in die
dagen allemaal verordenerd, bevo
len en van hogerhand uit gedaan
is, maar als men deze foto's nu
eens heel nuchter bekijkt, dan was
de taak, waarvoor men toen stond
practisch onmogelijk, zeker onder
de toenmalige'omstandigheden.
Dan begrijpt men niet dat de
Venrayse mensen in zulk een be
trekkelijk korte tijd toch weer terug
konden, na eerst een stempeltje op
hun persoonsbewijs gehaald te heb
ben.
Toen we Mei 1945 schreven was
het overgrote deel al weer terug
en is het begin gemaakt van de
definitieve wederopbouw van Ven
ray.
Tien' jaren is een hele tijd, maar
als we het verschil zien in velerlei
opzichten tussen het Venray dat
we achterlieten bij onze evacuatie,
dat we terugvonden in 1945 en het
Venray van heden, dan mogen we
in menig opzicht heel tevreden
zijn.
Nieuws uit
Venray en Omgeving
Openbare bekendmaking
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Venray brengen ter open
bare kennis, dat de bij hun besluit
van 29 December 1954, no. 801, aan
P..G.H. Bom verleende vergunning
voor het vervoer van personen met
twee huurauto's in dier voege is ge
wijzigd, dat de vergunning voortaan
staat ten name van de wed.
C.G.M. BomHendriks, wonende te
Venray, Minister Charles Ruys-
straat 14.
Venray, 11 Mei 1955.
DRANKWET
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen ter openbare ken
nis, dat is ingekomen een verzoek
om een verlof A van Hendrikus
Hubertus Kuijpers, zaakvoerder
wonende te Venray, Castenray
G 32b, voor de zaal, groot 153 m2
van het patronaatsgebouw, gelegen
te Castenray G 4c.
Binnen twee weken na de dag
tekening dezer bekendmaking kan
eenieder tegen het verlenen van het
verlof A schriftelijk bezwaren bij
het gemeentebestuur indienen.
Venray, 20 Mei 1955.
Burgemeester en Wethouders voorn.
AH.M. Janssen, Burgemeester.
Benoemiog
Tot ambtenaar ter secretarie in
Heemstede is benoemd de heer V.
Janssen, tot heden werkzaam op het
Venrayse Gemeentehuis.
Broeder Hubertus Mulder o.f.m
naar Rome
Broeder Hubertus Mulder O.F.M.,
die de laatste jaren bekendheid
verwierf door zijn lezingen over
het broederleven in een Francis-
kanerklooster, werd door de pro
vinciaal »der Minderbroeders Fran
ciscanen overgeplaatst naar Rome.
Hier zal broeder Hubertus de be
langen van de Nederlandse provin
cie gaan behartigen.
Verkeersactie Venray
In het kader van de Veilig Ver
keer Actie welke in Limburg in
samenwerking met de Rijkspolitie
allerwege wordt gehouden zal op
21 22 en 23 Septa.s.in Venray een
grote actiè worden georganiseerd.
Bond voor het Gezin
Onder leiding van dhr. Fr. van
Opbergen vergaderde Dinsdag in
Lunchroom Verheugen de Venrayse
afdeling van de Bond voor het
Gezin.
Dhr. G. Egging hield daarin een
interessante lezing over het gezin
en de zedelijke gevaren.
Ook Kapelaan van Leipsig sprak
een kort woord.
De heren Fr. v. Opbergen en
Wijnhoven stelden zich bij de be
stuursverkiezing niet meer herkies
baar. Als nieuw bestuur werd ge
kozen Dr. Stijns, Kruyzen-Meesters,
Dijkman Oostrum en H. Houba.
Bijna verdronken
Zondag miste E. aan de Endepoel
zijn 3 jarig kind, dat in het water
gevallen was van het daar lopende
kanaal. De vader wist het kind op
het droge te brengen en Dr. Ver-
cauteren, die in record-tijd aanwe
zig was, \yist de levensgeesten
weer op te wekken.
BEL OP BIJ BRAND
No. 392