Wat moeten wij antwoorden aan de getuigen van Jehova ïks™SIï";,nSi™:"!SÏ-SS, weekblad voor venray en omstreken Filmkeuring Voor de politierechter Tentoonstelling van Knnst-foto's. Film-agenda Hioob bracht Het Witte Schaap Zaterdag 6 November 1954 No. 45 VIJF EN ZEVENTIGSTE JAARGANG ondervindt 't kleding wint 't PEEL EN MAAS f CONFECTIE VAN Wé EEN RIJK BEZIT Dat wij de vorige keer de Jeho va-getuigen een pluim op de hoed hebben gestoken, wil natuurlijk nog niet zeggen, dat wij hen met open armen in huis moeten ontvangen om met hen over dat zogenaamde nieuwe geloof te spreken. Wij bewonderen hun ijver, hun koppige volharding, hun gebrek aan menselijk opzicht; wij moeten respect en liefde hebben voor hun persoon, maar slechts spot voor hun nonsens. Zij brengen ons trouwens niets nieuws, maar alléén een dwaze bijbel-uitleg. Zij verkondigen, dat Christus spoedig uit de hemel zal wederkomen en dat dan de wereld zal vergaan; hierna zal een nieuwe hemel en een nieuwe aarde hier voor in de plaats komen; de hemel is bestemd voor de 144.000 zoge naamde „uitverkorenen", de nieuwe aarde voor de overige grote schare van gelovigen, maar eerst zal Christus 1000 jaren met Zijn uit verkorenen op aarde regeren. Daarnaast verkondigen zij aller lei eigenaardige theoriën en dwa lingen. Zij verwerpen bijv. het be staan van de hel en van het vage vuur. Zij verwerpen ook het geheim van de H. Drievuldigheid en alle Kerkelijk gezag en de Paus van Home wordt als de Anti-Christ beschouwd. Zo is hun leer een mengelmoes van waarheid, dwaling en barre onzin, die ze putten uit hun dwaze bijbel-uitleg. In de loop der geschiedenis zijn meerdere malen zulke bewegingen van de Jehova-getuigen komen op duiken, waarbij alles draait om de wederkopist van Christus en wat daar onmiddellijk mee samenhangt. Reeds Sint Paulus ontdekte zulk een beweging bij de Christenen van Thessalonica, die ook meenden dat de wederkomst van Christus zeer nabij was. Door ingebeelde openbaringen werd die mening steeds meer ver sterkt en dreigde zelfs een ziekelijke overprikkeling te worden. Sommigen vonden het tengevolge daarvan niet meer de moeite waard, om nog aan de arbeid te gaan, en brachten liever hun tijd door met berekeningen en bespiegelingen over de aanstaande grote gebeurtenis van het einde der wereld en Chris tus wederkomst. Men kan dit lezen in de twee Brieven van Sint Paulus aan de Thessalonicenzen. Dergelijke be wegingen waren ook de Montanisten later de Hussieten, en in onze tijd de Wederdopers en de Adventisten, waartoe ook ce Jehova-getuigen be horen (Advent betekent komst, spe ciaal de wederkomst van Christus). De Jehova-getuigen leven geheel in een atmosfeer van onheil, oor deel, wereldondergang, triomf en overwinning, zoals deze zogenaamde „Ernstige Bijbelonderzoekers" zich dat alles op een zeer naïeve wijze hebben gedacht. Daarom ook die felle ijver om „de vijand", „de draak" en „het beest", waarover het Boek Daniël en de Openbaring van Sint Jan spreken, te ontdekken en aan te wijzen: alle georganiseerde Kerken, alle wereldlijk gezag moeten het zo ontgelden als zogenaamde duivelse oorzaken van ellende en bederf; Zij zijn de vijandige mach ten, waarover de Bijbelboeken spre ken, en zij zullen door Christus bij Zijn wederkomst vernietigd worden. Daarmee is bij deze beweging de deur opengezet voor mensen, die in opstand iijn gekomen tegen hun Kerk, waartoe zij behoorden, wegens, ruzie met pastoor dominee, of om dat zij zich verongelijkt voelen door rijkere leden van die Kerk, enz. Maar dikwijls ziet men ook gods dienstige maar geestelijk minder evenwichtige mensen naar deze be weging overlopen, omdat deze leer over de spoedige wederkomst van Christus en het naderend einde der wereld, waarbij een kleine kring van uitverkorenen en ingewijden het er goed af zullen brengen, een grote aantrekkingskracht op hen uitoefent. Ook om haar simpele ant woorden op vele vragen. Wat moeten we nu aan die Jehova getuigen antwoorden als ze ons met hun zogenaamde nieuwe geloof las tig komen vallen? Allereerst dat wij evengoed als zij geloven dat Christus eenmaal uit de hemel zal wederkomen om le venden en dooden te oordelen, maar dat niemand weet, ook de Jehova getuigen niet, wanneer dat precies zal gebeuren. Waarom zou God de juiste tijd van zijn wederkomst wel aan de Jehova-getuigen geopenbaard heb ben? Verder is het nutteloos met een Getuigen van Jehova te gaan redetwisten. Ze zitten zo star vast aan hun opvattingen, dat er niet met hen te praten valt. Zij blijven maar „getuigen" en luisteren niet naar wat anderen te zeggen hebben. En als men niet goed thuis is in de Bijbel, is het zelfs gevaarlijk om met hen in debat te treden. Men zou zich gemakkelijk van de wijs laten brengen en in zijn geloof gaan wankelen door de vele bijbelteksten waarmee ze komen aanslepen. Men kan dus beter maar niets antwoor den op hun beweringen, en hun dadelijk op een beleefde maar kor date manier aan het verstand bren gen dat ze met hun nieuwe geloof hier aan het verkeerde adres zijn. Als men beter onderlegd is, zou men die Jehova-getuigen 'eigenlijk moeten vragen naar hun (Christe lijke) geloofsbrieven. Het zou wel een nutteloos debat worden; ze zijn niet voor rede vatbaar; maar men zou hen toch kunnen vragen: Wie heeft U gezonden? Wie geeft U het recht zulke nieuwigheden wat be treft het geloof te verkondigen? Heeft Christus aan de Jehova getuigen soms de opdracht gegeven een nieuwe Christelijke boodschap over de wereld uit te dragen? Het Bijbelboek alleen kan U die op dracht niet geven, slechts Christus, de Gezondene, de levende Zoon van God kan daartoe opdracht geven, Hij, Die Zelf Zijn Apostelen heeft gezonden. Of hebben de opvolgers van de Apostelen, de Bisschoppen, U soms de opdracht gegeven om over hem te getuigen? Als vrouw Die en die of Mijnheer Zus en zo U misschien die zendings opdracht heeft gegeven, is die dan ook Bisschop? In ieder geval geen opvolger van de Apostelen. Gij kunt dus geen echt echte christelijke ge loofsbrieven tonen. Gij Getuigen van Jehova moest maar eens lezen wat Sint Paulus in zijn 2e Brief aan Timotheus, 4e Hoofdstuk, schrijft: Er komt een tijd, dat men de gezonde leer niet verdraagt, maar zich een massa leraars bijeen raapt naar eigen smaak; dat men zich de oren laat strelen, maar ze afkeert van de waarheid, om zich te houden aan fabels. P.D. In dit blad is al eens eerder de kwestie van de filmkeuring ter sprake gekomen, en vooral nu in Peel en Maas regelmatig een „film agenda" verschijnt, waarin de ka tholieke keuringsuitslagen worden vermeld, is enige toelichting wel gewenst. Er zijn in ons land twee keurings commissies; de Centrale Filmkeu ring of Rijkskeuring (C.F.K.) en de Katholieke Filmcentrale (K.F.C.) De Rijkskeuring duidt de keuringsuit slagen aan met de volgende letters: A: toelaatbaar voor alle leeftijden; B: toelaatbaar voor personen boven 14 jaar; C: toelaatbaar voor personen bo ven 18 jaar. t)e Katholieke filmkeuring heeft deze indeling ook, maar maakt in de C-groep nog onderscheid tussen: CI: toelaatbaar boven 18 jaar, zonder voorbehoud; CII: films met neutrale strek king, maar om enkele scènes voor behouden voor volwassenen; CIII: films, voorbehouden voor volwassenen met rijpe levenser varing, om meerdere précaire scènes of om de strekking. Omdat de Bioscoopwet geen hogere leeftijdsbegrenzing erkent dan die van 18 jaar, kan men wettelijk niet verhinderen, dat 18-jarigen naar C—III films gaan. De katholieke keuringsuitslagen zijn dus informa tief, d.w.z. geven de officiële katho lieke mening te kennen en het wordt aan ieders geweten overge laten er naar te handelen. Omdat de landelijk georganiseerde katholieke voorlichtingsdiensten een uitdrukkelijke opdracht van het Episcopaat vervullen, valt het niet te betwijfelen, dat deze keurings uitslagen als een officiële richtlijn dienen te worden beschouwd. Men heeft daarom de plicht van deze oordelen kennis te nemen en zijn gedrag daarnaar te bepalen. Om misverstand te voorkomen zij nog gezegd, dat de film-reclame zich aan de Bioscoopwet moet hou den. Zo kan het voorkomen, dat de keuringsuitslag onder die reclame vermeld, afwijkt van die in de „film agenda" genoemd wordt. Welk van de twee men als norm dient te nemen, behoeft geen betoog. Ook de waarderingsoordelen van deze „filmagenda" berusten op officiële katholieke gegevens. Ouders en opvoeders en anderen, die van de goede film houden, kun nen zich dus van te voren op de hoogte stellen van de inhoud, de waardering en de katholieke keu ringsuitslagen van de films, die in Venray worden vertoond. Namens de filmcommissie, p. SOLANUS JANSEN O.F.M. BEL OP BIJ BRAND No. 392 Vrijdag j.l. hield de politierechter weer eens een speciale zitting voor dronkemannen, die hem om heb bende niet kunnen nalaten het stalen ros, al of niet met plof- machine, te bestijgen en daarmede de wegen onveilig te maken. Het mag onderhand bekend ge acht zijn, dat veel Venlonaren aan deze kwaal lijden en, dat de remedie nog altijd f30 per keer bedraagt en komt men voor de tweede maal of meer, dat dan onherroepelijk de gevangenisdeuren opengaan. Bespaar ons dan verder de namen van deze zondaars. Tot in lengte van dagen zal hun wandaad van zelf geregistreerd zijn op hun justi tioneel gedragslijstje en als ze over twintig of dertig jaar .weer een keer voor de groene tafel moeten verschijnen en ze vertellen met het onschuldigste gezicht van de wereld, dat ze nog nooit met de Justitie in aanraking zijn gekomen, omdat ze dit karweitje al lang vergeten zijn, dan zal de dan zittende Officier hen toebulderen: „Je liegt, want dertig jaren ge leden heb je een bon gekregen we gens overtreding van het verkeers reglement oftewel ben je dronken op een fiets gekropen". Misschien weten ze dan niet eens meer wat een fiets is.... Maar ja, dat is van later zorg. Verder was er niet veel op de waslijst. Als de ene Venlose buur vrouw, de andere buurvrouw voor rotte beest" uitmaakt, dan hapert er iets in de opvoeding van de ene en moet een pleistertje van f 20 op de beledigde majesteit van de ander gelegd worden. Wat dan ook prompt gebeurde. Ja en dan schamen we ons soms uit Venray te komen, want daar hebben sommige jongelui de aardig heid met emmers gier te gaan gooien. Wat de aardigheid daarvan is, snapt ook de Officer niet en dus worden het f 15, waarbij later nog wel de rekening komt van een deur, die van deze gier behandeling zelfs een andere kleur kreeg. In Velden kwam een knaap van een mijnheer wonen. Primo Canero in zakformaat en hoe het komt, mag Joost weten, sinds die mijnheer in die buurt is neergestreken'is er strijk en zet mot bij de anders zo rustige mensen. Geregeld relletjes en de advocaten uit het arrondis sement weten al, dat er 'n nieuw goudmijntje bijgekomen is. Men mag schijnbaar deze Primo niet en toen dan ook een metselaar in opdracht van mijnheer een paar spijkers, die al meer dan 20 jaren in een muur gezeten hadden, er uit moest trekken, omdat die spijkers nu plotseling lekkages gingen ver oorzaken, werd een van de buren zo gif tig toen de metselaar daarvoor op zijn terrein kwam, dat hij een ijzeren staaf pakte en de argeloze metselaar daarmede bedreigde zijn „harses tot prak te slaan". Nu voelt U wel dat dat bedrei ging met moord en doodslag is, een akkevietje, waar toch altijd, tien twintig jaren op kunnen staan. Gelukkig gebruikt de rechtbank haar verstand en zo moest de politierechter, dat zaakje maar klaren. De Officier meende, dat het beste met voorwaardelijke straffen gedreigd kon worden. Maar de verdediging was het daar niet mee eens. De buurt was rustig, voordat deze menheer kwam en als die rustige buurt nu voorwaardelijke straffen krijgt, zit ten ze in de kortste keren in Roer mond, omdat provocaties niet uit blijven. En wie is daarmee gebaad? Het werd tenslotte f 40.En Primo Canero zullen we waarschijnlijk nog wel eens terug zien. Er zijn mensen, die rare hobbies hebben. Zo schijnen er de laatste tijd veel mensen te zijn, die menen wanneer ze een glaasje bier kopen, dat ze dan tevens het glas mee be talen, want keer op keer zijn die na bezoek van sommige gasten ver dwenen. In het huidige bestel ko pen we alleen het bier en blijft het glas eigendom van de kastelein. Om dat enkele jongelui aan hun verstand te brengen was er een boete nodig van f25.terwijl de glazeh terug gingen naar de gedu peerde kastelein. Als metselaars verliefd worden, doen ze evenals andere mensen, domme dingen, dan gappen ze bij hun baas tegeltjes, om de dame huns harten eens een nette goot steen te maken, met keurige tegel tjes en zo. Maar de wet kent nu eenmaal geen onderscheid tussen gappen uit boosheid des harten of verliefdheid des harten, dus zowel metselaar als zijn aanbedene gingen terzake van de clandestiene goot steen op de bon a raison van f 25. De heler is even erg als de steler. Dan was er tenslotte de werkman in Ysselsteyn, die eerst reisgeld kwam lenen en later plechtig ver klaarde het nooit gehad te hebben. Hij had echter buiten de getuigen gerekend en moest nu voor zijn be drog boeten met f30.- Het was 'n goede gedachte van de heer Peter Swenker, Paters- straat, om gedurende de beide Zon dagen eens 'n ruimere expositie te houden van kunst-foto's, dan die we van tijd tot tijd in de etalage ontmoeten tussen de (evenwel ook zeer goed) portret-foto's. Vooral waar het hier betrof een aantal foto's van en rondom een bekend onderwerp: het nieuwe Jerusalem. Helaas is in onze omgeving de gelegenheid zo schaars tot het zien van dergelijk werk, dat de volle belangstelling waard is, niet het minst van de vele foto-amateurs, al hebben zij misschien niet de pretentie iets meer voor den dag te brengen dan een „goede kiek". Deze kunnen er althans zien wat er „in het vak" inzit, hoeveel in zicht er nodig is om het juiste standpunt te kiezen, de juiste be lichting af te wachten en nog zo veel meer. Maar het werk van Swenker ging daar ver boven uit! Voor zulke foto's is het oog, de visie nodig van een kunstenaar. Was het al interessant zo op z'n gemak het nieuwe Jerusalem eens van binnen en van buiten te bekij ken door het oog van een, die weet te kijken en die het typische, het wezenlijke van ieder deel of onder deel aanvoelt, het was 'n genot telkens de mooie en juiste sfeer getroffen te zien. Of het mysterie volle van een hoekje der crypte kapel, het stemmige of opene en blije van refter en recreatie-zalen met hun bijzonder licht, het devote der kapel, of het kloosterlijke van een religieuse, die 'n trap bestijgt, overal precies de juiste belichting, het sfeervolle, dat bij ieder milieu past en het ineens opheft boven het alledaagse! Wat 'n geniale visie, die witte boerderij in de verte te plaatsen achter en tussen twee ragfijne bomen, oprijzend tegen zulk een lücht! Een exquis kunstwerkje, dat even deed herinneren aan 'n tonige ets! 'n Onderwerp van geen belang als zodanig, maar opgeheven tot 'n feest voor oog en hart. We zullen de verdere ontwikke ling van deze nog jonge kunstenaar in het oog dienen te houden en hopen spoedig weer eens werk van hem te zien in een min of meer afgesloten collectie. We feliciteren de Zusters van Jerusalem, die door een dergelijke royale opdracht in het bezit komen van een zeldzaam mooie verzame ling betreffende hun home, maar tevens omdat ze een jong en nog veelbelovend talent in de gelegen heid stelden zich zó te kunnen uiten. P.M.B. Botsende hartstochten. Een film over een driehoeksver houding, waarvan een weifelende vrouw het middelpunt is. Tenslotte ontdekt zij, dat zij werkelijk van haar man houdt en na enige con flicten verzoenen zij zich met el kaar. De regisseur is Fritz Lang en zijn vakmanschap komt in deze film op meerdere plaatsen tot uiting in prachtige beelden en beeldreeksen en in de schildering van 't milieu. Het spel van de hoofdpersonen is niet sterk. Vanwege de positieve strekking kan men deze film toelaatbaar achten voor 18-jarigen. De halfbloed Een Indianenverhaal, waarin de moeilijkheden van een goedwillend persoon van gemengd ras worden geromantiseerd. De film is alleen uiterlijk beter verzorgd dan de ge bruikelijke „Western"; overigens wordt ook hierin de goede vlot be loond en komt de slechte jammerlijk om. Geschikte ontspanning, vooral voor jongeren. Boven 14 jaar. We hebben met bijzonder veel plezier de voorstelling gezien, waar mede Hioob haar toneel-seizoen opende nl. het succes-stuk van Cor Ruys „Het Witte Schaap in de Familie". In dit stuk, waarin Mevr. Custers-Oudenhoven en Jan Jans sen, alsmede Mej. Waayenburg, de hoofdrollen vervullen, valt men van de ene dwaze situatie in de andere. En het draait allemaal om de jongeman, kind des huizes, die het slechte pad, waarop zijn familie zich al sinds generaties bevindt, definitief wil verlaten, terwllle van een meisje, dat als dochter van een commissaris van politie een dergelijke mentaliteit natuurlijk maar matig appreciëren kan. Als dan later blijkt, dat zelfs deze familie van die dochter nog wat leren kan, dan komt alles in kannen en kruiken en is er een vlot slot. Een stuk, waarbij men eens har telijk lachen kan en waarin de hoofdspelers werkelijk tonen, dat ook amateurstoneel op hoog plan kan staan. Een bewijs, dat nog eens onderstreept wordt door het spel van P. Vermeltfoort, de regisseur, J. Gerrits. J. Peeters en van A. Jeuken, die als vergeetachtige dominé een rol naar „het lyf ge schreven kreeg". Maar ook de nieuwelingen als Mej. van Gerven en Mej. Min mogen met voldoening terugzien op hun eerste optreden, dat aan een volle zaal verschillende genoegelijke uren heeft gebracht. Het is geen wonder, dat voor dit spel al verschillende avonden buiten Venray zijn gecontracteerd, maar Hioob geeft aan degenen, die Zon dag niet konden, nog eens de ge legenheid om dit werkelijk goed gespeelde stuk te zien. Dan zal ook het woord van de inleider, de heer Laurensse, in vervulling gaan, die bij zijn ope ningswoord meende te kunnen constateren, dat de belangstelling voor het werk van de verschillende Venrayse verenigingen gelukkig weer groeiende is, waardoor nieuwe toekomstmogelijkheden worden ge schapen. Land- en Tuinbouw De kalktoestand van onze cultuurgronden. Met grote zorg gaan de land- bouw-laboratoria voort de toestand van onze cultuurgronden nauwkeu rig te bepalen. Men vergelijkt de situaties van diverse jaren, bepaalt de voor- en achteruitgang en dient met de zo verkregen gegevens de voorlichting. Jaarlijks worden grondmonsters onderzocht op hun kalkgehalte. Voortdurend blijkt, dat de helft van onze zand-, dal- en veengron den niet voldoen aan de eisen, die men ten aanzien van het kalkge halte mag stellen. Tot welke grote productieverlie zen deze ongunstige toestand aan leiding moest geven tonen al te vaak de proefvelden aan. Een ander gebrek, dat zich gedurende de laatste 10 jaren voordoet is de be hoefte aan magnesia. Terecht kent men daarom bizon- dere waarde toe aan kalkmeststof- len, die magnesiumgehalte bezitten. De wijze waarop de aanwezige stoffen tot een meststof zijn gebon den, is ook van belang; zo kent men b.v. magnesia-poederkalk, waarin de kalk in twee bindingsvormen aanwezig is: als kalkhydraat en als koolzure kalk. Deze vorm van samenstelling is voor de kalktoestand van de grond hierom zo belangrijk, omdat zij een volledige werking verzekert en de meststof voor zware en lichtere gronden geschikt maakt; een fijne kalkmeststof zal de gewenste aan passing van de zuurgraad zeer be vorderen. Het duidelijkst zal men echter de verbetering in de opbrengst kunnen constateren.

Peel en Maas | 1954 | | pagina 1