ALBERT HEIJN Daar leven Venrayers in Canada 90 procent van de emigranten is katholiek Uit„Peelen Maas" Ook op weg naar ALBERT HEIJN? Ja hoor... er is geen beter adres voor mijn boodschappen FONDANT V! BORSTPLAAT 29 25 39 39 55 44 29 i*aa6t t( ket teve Zaterdag 18 September 1954 No. 38 VIJF EN ZEVENTIGSTE JAARGANG f ONDERVINDT PEEL EN MAAS f CONFECTIE VAI m DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WFFlfRI AH VflflR VFNR1Y KM OWsTPFFFN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. p. mm. ABONNEMENTS- GROOTESTRAAT 28 TELEF. SI2 GIRO 150652 *V ECIVDLAU V UUK V JCANKA I JCrIY VjIVlO 1 KtAtlM PRIJS PER KWARTAAL f 1 25 Bulten Venrny f 1.45 Meer dan driehonderd experts in migratiezaken uit schier alle delen van de wereld waren bijeen bij de opening van het inter nationale katholieke congres voor migratievraagstukken, dat Zondag in Breda begonnen is en tot Donderdag duurde. Nadat de bisschop van Breda, mgr. Baeten, in de kapel van kasteel Bouvigne de plechtige H. Mis had opgedragen, kwamen de afgevaardigden bijeen voor het aanhoren van de begroeting, die werd uitgesproken door de voor zitter, mr. James Norris, voorzitter van de Internationale Katholieke Migratie Commissie te Genève. Daarna las mgr. Hanssen een brief voor van mgr. J. B. Montini, pro-secretaris van het Pauselijke Staatssecretariaat, gericht aan Kardinaal de Jong. In dit schrijven herinnert de staatssecretaris aan de pogingen, door het Vaticaan ondernomen, om de problemen van de migratie nader te bestuderen. Bij gelegenheid van dit congres wil de H. Vader nogmaals bena drukken hoezeer de Kerk belang heeft bij de oplossing van de vraag stukken van overbevolking en vluch telingen. Reeds in 1941 heeft de Paus er op gewezen, aldus het schrijven, dat het gezin recht heeft op levensruimte. In de na-oorlogse jaren heeft Hij herhaaldelijk op het geweten van de katholieken en van andersdenkenden een beroep gedaan om de problemen tot een goede oplossing te brengen. Zelf heeft hij bestaande organisaties gesteund. In het vervolg van de brief roept mgr. Montini in de gedachten terug de toespraak van de H. Vader, ge houden tot de leden van het migratie congres van 1951 te Napels. Hij zei daarin, dat de Kerk diep bewogen is door de ontzettende behoeften, die sommige volkeren aan ruimte hebben, terwijl het vaderland geen middelen meer heeft ouders en kinderen te voeden. Ook leeft de Kerk diep mee met allen, die ver dreven zijn uit hun geboorteland en op zoek zijn naar een nieuw vaderland. Met het oog op de vele moeilijkheden, die nog op te lossen zijn, geeft de H. Vader tenslotte Zijn bijzondere zegen, opdat de studies met succes bekroond wor den. In zijn toespraak wees ook de Pauselijke vertegenwoordiger, mgr. E. Forni nogmaals op de vele moeite, die de H. Vader zich ge troost om de oplossing der vele migratie-moeilijkheden dichter bij te brengen. Integatie Namens de Kardinaal en de andere bisschoppen van Nederland uitte vervolgens mgr. Hanssen,*bisschop coadjutor van Roermond, zijn grote waardering voor dit congres. De bisschoppen wensen, dat emigratie zal leiden tot integratie, opdat de Nederlandse groepen componenten worden van de nieuwe landen. De ontvangende landen van de andere kant moeten alles in het werk stellen om de immigranten te hel pen, te begrijpen en hen op te nemen. Dit congres moet er toe bijdragen, aldus mgr. Hanssen, dat de wegen der migratie worden ver beterd. De belangstelling der Nederland se regering kwam tot uitdrukking in de aanwezigheid van minister Suurhoff. Hij noemde de emigratie na het huwelijk de belangrijkste stap in 's mensen leven. Hij had grote waardering voor de particu liere organisaties, die de voorbe reidingen der emigranten verzorgen. Talrijke problemen zijn echter nog niet opgelost, zo zei hij, hetgeen blijkt uit de materie van dit con gres. Het belangrijkste echter is het probleem van de geest. Hij die emigreert, neemt zijn karakter, levensinstelling en idealen mede. Op dit terrein juist kunnen de particuliere organisaties zeer veel goed doen. Mgr. Ed. Swanstrom uit New York, die directeur is van de Hulp actie der Catholic Welfare Confe rence in de Ver. Staten en door zijn organisatie reeds 150.000 men sen opnieuw een plaats in de wereld heeft gegeven, noemde in zijn toespraak de taak van de katholieken jegens de migratie „actieve caritas". Ondanks alle in spanning, welke men zich van katholieke zijde heeft getroost om aan de oproep van de encycliek Exul Familiae gehoor te geven, heeft het bij de katholieken nog te veel ontbroken de voorbereidingen goed ter hand te nemen. Ook Amerika gaat daarbij niet vrij uit, zei hij. Hij verwacht daarom, dat het congres te Breda een belangrijke stap vooruit zou betekenen door de zedenleer dichter bij de mense lijke behoeften te brengen. Zedelyke normen Welke zijn nu de zedelijke normen, die bij de emigratie vooral in acht moeten worden genomen: Deze normen zijn: 1. het recht van de mens te blijven waar hij is, 2. het recht om te emigreren en 3. uit punt 2 voortvloeiend het recht van de emigrant op de naastenliefde van anderen. Immers van katholiek standpunt uit bezien is het helpen van emigranten een werk van caritas. Om nu te beoordelen of immigratie geslaagd is of niet, noemde mgr. Swanstrom wederom drie normen: 1. ten eerste beoor deling of de godsdienstige band bi; de gevestigde immigranten bewaard is gebleven, 2. of ook de gezinsband in orde gebleven is, 3. culturele integratie van de immigrant in zijn nieuwe vaderland. In de namiddag sprak de direc teur van het intergouvernementele comité voor Europese migratie, mr. Hugh Gibson, die erop wees, dat de immigratie van Europa uit niet slechts ten voordele is van het economische en sociale leven der overbevolkte landen, maar ook van die gebieden ter wereld, die nog goed mensen voor hun nationale ontwikkeling kunnen gebruiken. En bovendien is zij van groot belang voor de emigranten zelf. Eind September zo verklaarde hij zal onze organisatie de 250.000ste emigrant op weg hebben geholpen. Onder hen bevinden zich 100.000 ontheemden. Grote lof uitte hij voor de organisaties uit het parti culiere initiatief ontstaan. Hij stemde in met de uitspraak van de H. Vader, dat de migratie van Europa's overtollige bevolking es sentieel is voor de christelijke be schaving. Het is duidelijk, aldus prof. Zeegers, dat de katholieken niet onverschillig kunnen blijven voor de demografische verschijnselen, die zich op deze wereld voordoen en die problemen opwerpen. Vooral in landen of streken met overwe gend katholieke bevolking is een hoge bevolkingsdruk merkbaar. Meer dan waar ook in Europa. Daarvoor zijn twee oplossingen mogelijk: ofwel enerzijds de econo mische heroriëntatie, anderzijds de emigratie. Daarom zullen de katho lieken in de komende jaren zich sterker voor de migratie gaan interesseren, juist omdat 90 pet. van de emigranten katholiek zal zijn. Frankrijk zou een groot deel hiervan kunnen opnemen. Maar dit geeft politieke moeilijkheden. Zon der bezwaren zou dit wel kunnen geschieden in de Ver. Staten, in Zuid-Amerika en in Oceanië. Als voorbeelden noemde prof. Zeegers, dat Australië gemakkelijk per jaar 100.000 immigranten zou kunnen opnemen, evenals Canada. Rem door politieke oorzaken Maar er doet zich een grote rem voor op de stroom van emigranten door politieke oorzaken. De vak bonden vrezen een economische crisis. De ontvangende landen heb ben speciale verlangens ten aanzien van de nieuwkomers. Hierdoor acht prof. Zeegers de kans op uitgebrei der emigratie naar de Ver. Staten niet zeer groot. Verder zijn moeilijkheden in andere landen ten aanzien van discriminatie, al geldt deze factor niet zo voor Nederland. Wel is dit het geval voor de Latijn se landen. Bij de demografische analyse van de Westerse wereld zouden wij hier twee grote bevolkingsproblemen kunnen constateren, namelijk West- Europa en Latijns Amerika. De oplossing voor Europa is gemakke ker dan voor Zuid-Amerika. In welke richting moet nu de oplossing worden gezocht, vroeg prof. Zeegers. Vooreerst door een gedurfde ontwikkeling van de economische structuur in de over bevolkte streken zelf, een verande ring van landbouwbeleid en in dustrialisatie. Vervolgens door een interne Europese migratie. Ten derde door gebruik te maken van de bestaande emigratie-mogelijk heden naar overzeese gebieden. Maar men moet bedenken, dat deze beperkt worden door de economi sche bevolkingsproblemen, die zeer moeilijk worden geacht. Tenslotte stipte prof. Zeegers nogmaals het probleem Zuid- Amerika aan, waar niet voldoende leiders zijn om een sociale en economische hervorming tot stand te brengen. Omdat in de landen van het Westen de jaarlijkse toe name 7 millioen mensen is, van wie 70 pet. katholiek, is de bevol- kings- en emigratie-moeilijkheid der katholieken het belangrijkste. van 14 September 1895 9 September was een zeer leven dige handel op de jaarmarkt. van 15 September 1900 Op 25 September zou de Com missaris van de Koningin een be zoek brengen aan Venray. J. Derksen, hoofd van de school te Oostrum, vroeg tegen 1 Januari eervol ontslag. De vlekziekte vertoonde zich onder de Venrayse varkens. De oud-professor Medandus Siegfried O.F.M. slaagde te Leuven met de hoogste lof voor licentiaat in de Theologie. Gedurende 8 en 9 September passeerden 1500 Meijerijers of zoge naamde „Pajers" Venray op bede vaart naar Kevelaer. Broeder Servatius Jaspers timmerman in het Patersklooster, vertrok 11 September uit Venray voor de tweede keer als missionaris naar het heilig Land. De dorpsgenoot Henri Tho massen, conducteur aan de Staats spoorwegen, werd in rang verhoogd en daarom verplaatst van Boxtel naar Vlissingen. Er waren in Venray 34 ver gunningen voor de verkoop van sterke drank, in Wanssum 5, Meerlo 6, Broekhuizen 5, in heel Limburg 1432. De heer Leonard J. M. C. Esser van Venray, candidaat-notaris te Venlo, werd benoemd tot notaris te Horst. De heer Gerard Hoeijmakers, Mr. Kleermaker, voorheen coupeur bij M. van Aarssen, was voortaan werkzaam aan zijn huis in de Schoolstraat. 16 September 1899 Een noodweer woedde 10 Sept. boven onze gemeente. De heer Jacob Buggems te Leunen werd op de landbouwten toonstelling te Maastricht bekroond voor zijn inzendingen bijenteelt. De heer J. M. Fillekes, vee arts zou zijn praktijk op 3 October beginnen. 17 September 1898 De wielrijdersclub sloot de reeks van haar clubtochten op 11 Sept. met een bedevaart naar Kevelaer. Op 10 September werd een brutale inbraak gepleegd bij wed. J. Willems te Oostrum. Bij de gehouden Kronings feesten te Den Haag was ook Venray vertegenwoordigd door een Venray's paartje 17 September 1904 11 September had de propagan- distenvergadering tot oprichting van een afdeling R.K. Volksbond plaats. „Ruim een uur hingen de toe schouwers als het ware aan de lippen van de spreker Henri Her mans". Dr. H. Poels vertrok 10 Sept. per schip uit Rotterdam om aan de Universiteit van Boston het ambt van professor in de gewijde geschiedenis te aanvaarden. De onderwijzers in het arron dissement Gennep vergaderden 14 September in de muziekzaal te Venray. - 16 September brandde het huis af van de Heer H. Esser, be woond door H. Willemsen en J. vd. Heuvel. 63 personen lieten zich in schrijven voor de R.K. Volksbond. DE BARRE ZOMER VAN 1954. Er is in de laatste jaren veel geklaagd over ^de zomers, die we hier in ons lage landje gehad heb ben, maar deze zomer heeft wel de deur dicht gedaan. Vorige jaren moest er dan aan het eind van de zomer op gewezen worden, dat de temperaturen voor Nederland vrij normaal geweest waren, maar dat de zomers in ons land nu eenmaal gewoonlijk niet zo heel mooi zijn. Dit jaar echter blijkt ook uit de cijfers, dat de zomer belangrijk onder de maat is gebleven. Maar dezelfde cijfers laten ook duidelijk zien, dat dergelijke zomers wel eens meer zijn voorgekomen en dat er dus geen reden is om zo maar de straalvliegtuigen of de atoombom de schuld van de verregende va- canties te geven. In de BUt zijn er in de drie zo mermaanden van dit jaar zegge en schrijve twee echte warme dagen geweest, namelijk 19 Juni en 3 Au gustus, normaal 18 dagen. In Den Helder was het zoals ge woonlijk nog kouder, daar kwam dit jaar geen enkele zomerse dag voor. In Zuid-Limburg komen de mees te zomerse dagen voor, dit jaar maar 6, gemiddeld 21. Er zijn in deze eeuw vier zomers geweest die nog kouder waren dan deze en een die even koud was. Even koud was 1919 en de vier koudere zomers waren in 1907, 1909, 1913 en 1916. In tien jaren tijds heeft men toen dus 4 zomers gehad die kouder waren dan de zogenaamde barre zomer van dit jaar. BEL OP BIJ BRAND No. 392 Neem b.v. nu eens die borstplaatjes. 'n Gezellig gezicht,- die 10 kleurtjes. 10 kleuren, die elk een aparte, zuivere smaak hebben. Lekker! Je begrijpt gewoon niet, hoe Albert Heijn dat kan leveren voor 45 ct per 200 gram. 200 gram 45 Choc. Pralines Zaanse Beschuit grote rol 14 stuks Grote Snijkoek Boterhamkorrels Chocolade Pasta Fijne Snijworst Huishoudzeep 100 gram per stuk 250 gram per glas 100 gram 2 dubbele stukken Sporlinstructeur J. Vlurjh Tien tot twaalf train ingsuren op één dag is vooral In de zo mer geen uit zondering. Na een dergelijke geestelijke en lichamelijke inspanning komt er een ogenblik dat je werkelijk óp bent.D&t Is dan het moment voor zo'n heerlijk verkwikkend kopje Boffie koffie. VOOR KWALITEIT- Halfweg Canada en Europa, Donderdag 15 Juli. Dit schrijven is het laatste, dat U krijgt. Het is dus een soort af scheidsbrief, vlak voor mijn aan komst. We zitten nu midden op de grote Oceaan en nog 3 of 4 dagen varen scheiden ons van het vader land. Het is een eigenaardige ge waarwording te weten, dat zo'n trip van twee maanden gaat eindigen. Woensdag 30 Juni stond ik des morgens vanuit Sud- burg op het station in Pembroke. In de hoop, dat zij het telegram hadden ontvangen, keek ik uit naar iemand van de familie Hubers uit Barrys Bay. Ik keek natuurlijk de verkeerde kant uit en naar de ver keerde auto, toen plotseling Antoon Hubers voor mij stond. In de vroege morgen reden wij door een van de schoonste delen van Ontario: bossen, meren, heuvels en dalen. Het was alle schoonheid bij elkaar, die een mens genieten kan. De rit was ongeveer 90 km. en om 8 uur waren wij er. De ontmoeting was hartelijk en ondanks dat het kleine woninkje er van buiten erg eenvoudig uitzag, was het van binnen zeer geriefelijk. Antoon bracht mij voor de H. Mis naar de kerk en daar ontmoette ik zowaar een bruine pater, die kape laan was in deze veelal Poolse parochie. Ik kon onmiddelijk de H. Mis opdragen en daarna bij de pastoor ontbijten. Zelf bracht hij mij per auto naar het huis, waar Harry Hubers en Anneke van Berlo wo nen. Vader Hubers uit Ysselsteyn was er op vacantie en werkte wat mee op de boerderij. Het is hier erg mooi en nog niet bezet door te veel Nederlanders. Donderdag 1 Juli ging ik weer terug naar Zuid-On- tario. Gaarne was ik nog naar de far West gegaan, maar voor zo'n korte tijd was de reis te kostbaar. Die middag heb ik de bus genomen tot Pickering, nabij Toronto, waar ik in de avond aankwam bij de familie Verschuuren-Beelen. Van wege de Nationale feestdag was er niet veel thuis. Later op de avond heb ik ze allen toch nog gesproken. Ze hadden weer even grote zorg voor mij als de vorige keer. Vrtfdag 2 Juli. t Was echter een doorreis. Ik ging de volgende dag al voor 7 uur op weg naar Toronto, waar ik de H. Mis las in de St Michel Cathedral. Een zeer interessante en jonge Reisbelevenissen door P. Aegidius Versluys Canadees nam mij mee en bezorg de mij 'n breakfast op 't station. Tenslotte bracht hij mij naar de trein. Je voelt je hier altijd beter op je gemak als je bij een ver trouwd iemand bent. Het is hier zo machtig groot. De trein bracht mij naar London, waar ik mijn be scheiden voor de terugreis moest gaan halen. In London bezocht ik nogmaals Mia Odenhoven en de fam. Bontje. Ik dacht wel met de bus in de Paddingtonstreet 51 te kunnen ko men, maar was weer blij, toen een taxi mij op de goede weg bracht. In de avond ben ik teruggekeerd op het punt van uitgang: de fam. Jenniskens, die mij in Wyoming van de trein afhaalde. Daar lag heerlijk veel post uit Holland en ik had een hele dag nodig om de brieven te beantwoor den. Het was nu mijn laatste ver blijf hier. De Hollandse kapper zelfs kwam er bij te pas. Hij moest me weer netjes maken. Zondag 4 Juli leek het wel een reünie van Ven rayers. De familie Flinsenberg (7 man sterk), Ant. Claessens en Wim van Well waren allen in de morgen gekomen en 's avonds kwam de jeugd afzakken. 't Was 'n heerlijke dag, ofschoon mijn maag daar niet van kon mee spreken. Ik heb die dag geen ge braden haantje gegeten, ofschoon ze lekker zijn. Maandag 5 Juli. Ik voel het einde naderen. Sarnia moest van souvenirs verlicht wor den en in de avond gingen we afscheid nemen van onze goede vriend van G effen. Dinsdag 6 Juli moest de dokter erbij te pas komen, want voor de aanstaande grote reis was mijn maag nog lang niet in orde. In Canada roept men erg over de dokters. Niet alleen omdat ze zo duur zijn, doch ook omdat ze zo goed zijn. Ze hebben samen één office in de plaats. Ze onderzoeken je terdege en mij, vreemdeling, meer dan pelgrim, behandelde hij geheel gratis. Hij schreef two tea spoons per uur voor van een be paald chocolade-kleurig dikachtig vocht. Die tea-spoons bleken Ca nadese te zijn, zo groot als dessert lepels. Daar kwam ik de volgende dag pas achter en toen was ik beter ook. Wat 'n dokter hè Woensdag 7 Juli De dag van het afscheid. Alles wees er op. In de avond vertrokken we naar Windsor om nog 'n fam. Puklicz op te zoeken, die verhuisd bleek te zijn naar Tilbury. Wel be zochten we de familie Verkoeijen in hun mooi nieuw huis en staken per ongeluk nog een kaart uit Hol land in onze zak. Om half twaalf 's nachts waren we in Tilbury en daar bleef ik bij de Pools-Utrechtse familie slapen. Alleen mijn brevier bleef achter in de wagen en is tot op de dag van vandaag nog in rust. Misschien zwalkt hij nu ook over de Oceaan temidden van vele profane en alledaagse brieven en papieren. Donderdag 8 Juli ging de reis weer verder. In de avond werd ik door de familie weggebracht. We hadden die dag verschillende foto's gemaakt en de Canadese familie bij wie deze men sen uit Holland inwoonden bleken zeer gastvrije en behulpzame men sen te zijn. Als ik nog eens in de buurt kwam, moest ik zeker aan komen. Je weet nooit, de wereld is klein. De trein bracht me een 1000 km verder over Toronto naar Montreal. Daar woonde in de buurt nog een fam. Michels-Hubers. Het was het plaatsje St. Basil-le-Grand. Ik vroeg aan de treinconducteur vriendelijk in het Engels hoe ik daar het best kon komen en het enigst antwoord was een verbeten: „I don 't speak French". Het informatie-bureau gaf antwoord op mijn vraag. 8.20 uur met de Grey-hound bus. Half tien stond ik met heel mijn bagage op de weg; koffer, reistas en regenjas. Een vriendelijke heer zag me al gauw zwoegen en bood zijn wagen aan om me verder te brengen naar de pastorie, want ik zou nog graag de H. Mis lezen. Na het ontbijt heeft de pastoor mij naar Michels gebracht en daar heb ik mijn laat ste van de vele bezoeken in Canada afgelegd. De volg volgende dag (Zaterdag 10 Juli) hebben ze mij met de wagen naar de boot gebracht. Ik las die laatste morgen de H. Mis bij de paters van de Allerheiligste Drieëen- heid. Bij gebrek aan 'n toog, werd ik met hun ordenskleed bekleed. Zij wilden me ook scapulier en rozenkrans aantrekken, maar op mijn dringend verzoek hebben ztf dat toch niet gedaan. De tocht was prachtig ea lang (pl.m. 300 km.). We gingen om 9 uur weg en waren om half twee in Quibec-City. Daar was het zoeken naar mijn grote koffer, die al vooruitgestuurd was, maar op geen enkel station te vinden was. De volgende dag, toen we lang en breed aan het varen waren vonden wij ze temidden van alle grote kisten in het bagage-ruim. Een Katholieke dame heeft ons in die grote stad de weg gewezen, want ik voor mij geloof, dat we anders daar nu nog gezeten hadden. Nu ben ik behouden teruggekeerd met de grote „Johan van Olden- bamevelt", die ons Dinsdag 20 Juli veilig in Rotterdam bracht.

Peel en Maas | 1954 | | pagina 1