Zieken-Triduum. Jonas en de Broeders SPORT Hand- en Spandiensten ^^TEENsTU^QAr2E8F,\MElEVFANsl5EN^^S WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Gemeentelijke Belastingen Alle gezonden voor alle zieken De zaak Bevolkingsonderzoek voor T.B.C. De overgang van de school naar het werk. ORGELIIOEUE! Zaterdag 12 Juni 1954 No. 23 VIJF EN ZEVENTIGSTE JAARGANG f ONDERVINDT 'T kleding WINT 'T f CONFECTIE VAN EEN RIJK BEZIT Het zij me vergund nog enkele opmerkingen te maken naar aan leiding van de ingezonden stukken van vorige week. Ik kan me voorstellen, dat beide heren enigszins geschrokken zijn van de officiële en niet-officiële reacties op hun ingezonden stuk in Elseviers weekblad. Het enige voor deel, dat in deze publicatie zat, was de aanleiding tot verduidelijking en correctie van opvattingen over hand- spandiensten. Het grote na deel er van was echter, dat Venray in een belachelijk en achterlijk dag licht werd gesteld. En al zal dat zeker de bedoeling van deze heren niet geweest zijn, in feite is dit zo en dat is een van de redenen, dat hierop werd geageerd, zoals is ge beurd. Dergelijke opmerkingen kan men beter in eigen kring houden. Bovendien staan er pertinente on waarheden in. Als de heer Hoedemakers zegt, dat deze hand- en spandiensten in Venray waarschijnlijk een unicum zijn, dan had hij zich beter dienen te oriënteren. Want van de 111 Limburgse gemeenten, zijn er 51 die deze uit-de tijdse belasting nog heffen. Een van deze gemeenten is o.a. Hoensbroek met veel groter in wonertal en met een veel kleiner oppervlakte. Nu kan men deze belasting uit- de-tijd noemen en zo meer, maar dan zal men een belasting van deze-tijd moeten brengen, die dezelf de faciliteiten geeft enidezelfde mo gelijkheden. Dat hebben noch deze beide heren gedaan, noch Elseviers weekblad, noch iemand anders. Vindt men een oplossing hiervoor, dan is de hele kwestie hand- en spandiensten opgelost. Ja, zeggen sommigen, maar als de straatbelasting verhoogd wordt, dan vervalt deze eigenaardige be lasting en wordt een en ander toch ook gelijkelijk verdeeld, want dan worden de huren automatisch hoger. Het is dus maar een praatje, dat de verhoging van de straatbelasting alleen op bezitters zullen drukken. Afgezien van meer subtiele be denkingen, welke hier gemaaki. kunnen worden, is tegen deze op vatting het volgende aan te voeren: De huren zijn z.g. bevroren op peil 1940. Van Rijkswege worden be paalde verhogingen toegestaan. Ge meentelijke belastingen zijn echter geen term voor huurverhoging. Zo zullen dus de verhogingen van de straatbelasting, die in Venray al schrikbarend is, dus uitsluitend drukken op de bezitters. Wanneer de heer Hoedemakers beweert, dat ik bij het Gemeente bestuur kind aan huis ben, vergist hij zich voor de zoveelste maal, maar wel heb ik mij ter plaatse laten inlichten, voordat ik iets schreef. Dan loopt men ook niet zo gauw gevaar op de vingers getikt te worden of onwaarheden te schrijven. En zo heb ik mij daar laten in lichten over de normen, welke wor den aangelegd bij de aanslagen der hand- en spandiensten. Deze blijken niet in cijfers vastgelegd te kunnen worden, zoals b.v. bij inkomsten- belasiing of loonbelasting, maar afhankelijk te zijn van verschillende factoren. We kennen zo iets bij de grond belasting en personele belasting. Ik ben het met de heer Hoedemakers eens, dat deze normen beter om schreven kunnen zijn. Wat de oproep voor werken be treft, een aanmaning van de belas ting heeft slechts enkele dagen respijt, terwijl de oproep om te komen werken minstens 8 dagen van te voren wordt uitgereikt. Wil men immers werken voor deze be lasting dan treedt men bij liet ont vangen van de aanslag al in con tact met Gemeentewerken en heeft men ruimschoots de tijd te zorgen aanwezig te zijn, voordat de oproep verschijnt. Wat de rest van de heer Hoede makers betreft, vragen wij ons af of er in wezen verschil is tussen puin sorteren waar afval nog steeds niets te maken heeft en het graven van een zwembad? Als men voor puinsorteren te fijn gebouwd is, dan zeker voor grond werk. Zelfs de grootste zwem- enthousiast zal het met ons eens zijn, dat wegenverbetering nog al tijd de voorrang heeft, omdat hier iedereen van profiteert. En daar zijn de hand- en spandiensten ten slotte voor in het leven geroepen. Of de aanleg van speelvelden en zwemgelegenheid daarnaast via de ouderwetse en uit-de-tijd zijnde hand- en spandiensten kan worden bekostigd of worden gereed ge maakt, is ter competentie van de gemeenteraad. Dezelfde gemeenteraad, die ook als vertegenwoordigers van de den kende en cijferende middenstanders, intellectuelen en notabelen met al gemene stemmen de hand- en span diensten hebben goedgekeurd. Een van de 51 „uit-de-tijdsen" in Limburg. W.W. De kwestie gemeentelijke belas tingen is door de actie tegen de hand- en spandiensten en de reactie van B. en W. en andere weer eens op voorgrond gekomen. Onze leken- mening over deze gehele kwestie is, dat in feite de hand- en span diensten een onding is. Ieder jaar opnieuw brengen auto mobilisten schatten gelds op aan wegenbelasting, die in Rijkspotten verdwijnen, zgn. bestemd om het wegennet in orde te houden, maar de Gemeente, die een groot wegen net heeft, ziet daarvan wel zeer weinig en moet deze oude belasting van stal halen om iedere inwoner het zijne aan dit wegenonderhoud te doen bijdragen. Daar kan de Gemeente dan ook als zodanig weinig aan veranderen, al zou het gewenst zijn, dat op de eerste plaats een meer aan deze tijd aangepaste wijze van belasting innen wordt gezocht en op de tweede plaats, dat de normen, vol gens welke de aanslagen worden opgelegd beter omscheven en be kend gemaakt worden. Maar voor het overige verwijzen naar de in gezonden stukken en het antwoord van B. en W. Een ander gemeentebelasting, die ook nogal eens critiek ontmoet is de vermakelijkheidsbelasting. Een douceurtje voor dit jaar, dat de gemeente raamt op f 22.000. Maar we hebben de indruk, dat dit niet bepaald hoog geschat is. Dat is dan de belasting, die bin nenkomt van toneel en andere vermakelijkheden. Voor wat de kom betreft, zal de ontvangst van het toneel niet zo denderend zijn, zodat dus het overgrote deel van andere vermakelijkheden af moet komen. Daar is op de eerste plaats onder te verstaan de bioscoop, dan de voetbalsport en verder het dansen en dan zijn we al voor 95 pet door alle vermakelijkheden hier in Ven ray heen. Vermakelijkheden, die voor het grootste deel door allerlei verenigingen dus niet ten eigen bate georganiseerd worden. Evenmin als de hand- en span diensten, zal onze gemeente deze belasting kunnen missen! We zijn nu eenmaal noodlijdend, moeten dus al van Rijkswege alle mogelijke hulpmiddelen krijgen en „zitten dus in de boot". Maar van de andere kant mag men toch wel vragen, of deze be lastingdruk op de Venrayse ver makelijkheden, zo niet direct be paaldelijk het slachten, dan toch wel langzaam maar zeker, het verzwakken is van de kip, die de gouden eieren legt. Reeds vroeger is er in dit blad op gewezen, dat bijv. de voetbal sport een behoorlijke duit aan die belasting afdraagt. Zij ontvangt in de vorm van subsidie een kleinigheid terug, maar dat is dan ook alles wat de over heid, die in deze toch ook zeker een taak te vervullen heeft, bij draagt in de geweldige kosten en... risico's, die een voetbalclub op dit moment draagt. Want al mogen we vol trots wij zen op prachtige voetbalvelden, die in de kom liggen, ze zijn totstand gekomen, zonder dat de overheid hier ook maar iets aan bijgedragen heeft, zonder dat die overheid ook maar enig risico heeft gelopen. Wie de boekhouding van een voetbalclub ziet, staat verstomd over de cijfers en bedragen, welke deze clubs innen, maar ook moeten uitgeven. Nu is het zeker waar, dat het particulier initiatief nog altijd ver te verkiezen is boven overheidszorg, maar dan moet de overheid van de andere kant ook niet de room van de melk halen. Muziek- en zanggezelschappen die, als iedere andere Venrayse vereniging chronisch geldgebrek hebben, zijn gelukkig gemaakt met een bal- of dansavond. Iets, wat de overheid niets kost en waar ogen schijnlijk voor de verenigingen winst aan te behalen is. Maar van die winst wordt op de eerste plaats de gemeente beter, terwijl er altijd de mogelijkheid is, dat de gemeente wel eens de hele Winst inpikt! Dit zijn zo van die wrange punten welke onherroepelijk telkens ter sprake komen en die het meest gevoeld worden door de organi serende verenigingen. Nu heeft de vermakelijkheidsbe lasting geen bepaalde bestemming. De opbrengsten gaan in de grote pot en van daaruit worden subsi dies gegeven, werken uitgevoerd en wat dies meer zij. Er staat dus nergens bepaald, waarheen de opbrengst van de ver makelijkheidsbelasting heen moet. Het is ook niet zo, dat een ver eniging, die zoveel .inbrengt, dus ook zoveel terug moet hebben in Zoals U morgen van elke preekstoel in ons dekenaat zult kun nen horen, zal deze week rond gegaan worden om een geldelijke steun in te zamelen voor het Zieken-Triduum. Nu zult U misschien zeggen: „Daar heb je het weer, altijd de mensen hun centen uit de zak kloppen". Pardon, (o, nee „Sorry" zeggen we tegenwoordig) 'tgaat niet om centen, maar om dubbeltjes en kwartjes en zo mogelijk meer. Wees eerlijk, wie kan er iets met 'n cent beginnen? Trouwens, Wie geeft 'n cent? Dat doet men niet, een cent geven is laf en gierig. Het is een gebaar van menselijk opzicht om niet de schijn te hebben niets te geven. Overigens, het staat boven dit stuk.ie ,.Alle gezonden voor alle zieken". Boe U dat verstaan moet heeft U vorige week gelezen: De gezonden moeten zich bezinnen op de zegen die over hen komt door het lijden van zieken. Zo zal in de gezonden groeien een blijde offer geest en een bereidheid om mee te werken als er een beroep op hen wordt gedaan. Nu doen we dat beroep op U in naam van de zieken. Zou het geen schande zijn als alles neerkwam op de goede zusters van Sint Anna en enkele andere harde werkers... Stel de zieken niet teleur. Nu nog een vraag aan de gezonden en de zieken samen: Alle zieken van ons dekenaat moeten zo spoedig mogelijk worden opgege ven aan een van de volgende adressen: N. Nagelhout, Grotestraat 5 of Mej. E. Raedts, Maasheseweg. Zieken laat Uw naam en adres opgeven. Gezonden werkt mee. Vóór alles: Blijft allemaal bidden, af en toe een kort gebedje. Ons Zieken-Triduum zal BEST worden P. Beatus Wie menen mochten, dat er hier weer eens 'n schepje opgedaan zal worden tegen de Broeders van St. Servaas. laten dit maar ongelezen, ze komen deze keer niet aan hun trekken. Er moet toch ook eens een keer en eindelijk wat goeds gezegd wor den in het openbaar, tegenover laster, leugen, hetze en leedvermaak, niet bepaald christelijke deugden. Aanleiding hiertoe was het stukje in Peel en Maas d.d. 5 Juni, zonder commentaar overgenomen uit „de Bronk", waarin door 'n zekere heer Delvos weer eens „beweerd" wordt, dat de Broeders alsmaar bezig zijn de goede naam van ons krankzin nigenwezen in het buitenland in discrediet te brengen. Men ziet, „Delvos zegt het zelf, dat de hele wereld er zich mee gaat bemoeien". Ja, waarmee eigenlijk Laten we nu maar eens die „on noembare dramatiek" buiten be schouwing, die overleeft zichzelf wel; met de armoede der „arme weduwe" blijkt het nogal losgelo pen te zijn en meer voortgekomen uit de inspiraties van wijze raadgevers! Zijn diezelfde raadgevers mis schien ook de oorzaak, dat de we duwe, die bij 't begin van de ten toonstelling de inrichters alle succes toewenste, drie dagen later beslag liet leggen? Diezelfde raadgevers ook, die aanspoorden tot de 'tragi komische veiling? N.B. Die meneer Delvos beweert o.a. ook nog, dat tot deze liquida tie moest worden overgegaan om de proceskosten te betalen; hij is wel goed op de hoogte!) Zijn het diezelfde „raadgevers" achter de schermen, die zo'n haast hebben om het proces te forceren en nu „een broer van de schilder een voorstel tot minnelijke schikking lieten doen?" (De Tijd 21/5'54) 't Begint ietwat doorzichtig te worden! En de aardigheid van het schermen met het „drama" enz. begint er af te gaan. Maar waarom nu een minnelijke schikking? Die was indertijd vóór en zonder het overhaaste proces ook wel té bereiken geweest. Maar voorde Broeders is er méér aan gelegen: ze zullen nu uitge- de vorm van subsidie. De tegenzin ligt meer op psycho logisch terrein. De gemeente ziet men als een instelling, die met breed gebaar iets schenkt en geeft, wat haar zelf niets kost, zgn. als steun, maar zelf de grootste pro- venuen opstrijkt en zelf geen risico's loopt. Dat animeert niet en aan de geschonken steun zit altijd een vieze nasmaak. Zo klagen sport en andere verenigingen al weet men ook zo direct geen andere oplossing voor dit probleem te vinden. Maar o.i. moet het toch mogelijk zijn, dat verenigingen een dans- of toneelavond moeten kunnen geven per jaar, waarop geen vermakelijk heidsbelasting geheven wordt. Moet het toch mogelijk zijn, dat een voet balclub, die door een jaar hard werken en vele jaren van voor bereiding een kampioens- of pro motiewedstrijd vrij van belasting krijgt. Dan toont de Overheid ten minste, dat ze inderdaad steunen wil, zonder dat verdere bijbedoe lingen haar worden aangewreven en zou voor velen deze steen des aanstoots heel wat kleiner zijn. Dat het bedrag wat men voor deze faciliteiten minder ontvangt, van grote invloed is op de na de oorlog gemiddeld per jaar onvangen vermakelijkheidsbelasting kunnen we vooralsnog niet aannemen. Het zou ook om andere redenen, waard zijn, eens de proef op de som te nemen. maakt willen zien, wat voor hen van héél wat méér belang is dan het bezit van enkele schilderijen, al zijn ze van Jonas. Men heeft het gehele principe van de „arbeidstherapie', in het geding gebracht en belachelijk pro beren te maken, maar bovendien onwettelijk en etisch onaanvaard baar genoemd. Welnu, dan is het ook van het grootste belang, dat een questie van zo ingrijpende aard in het systeem der krankzinnigengestich ten, door de rechter wordt uitge maakt. Wat heeft men in de kranten gesold met dat woord „therapie" en er van alles wat dwaas en be lachelijk was aan vastgeknoopt! Wat heeft men een verwrongen beeld gegeven van de Wet op de Curatele! Zou de volgende tekst van B.W. art. 508 misschien op weg kunnen helpen: „De inkomsten van denge nen, die uithoofde van onnozelheid, krankzinnigheid of razernij, onder curatele gesteld is, moeten bijzon derlijk besteed worden om diens lot te verzachten en zijn genezing te bevorderen." En laat men nu eens ophouden met die leuke maar wankele ver gelijking van ,,'n Jonas" met'n clo setborstel (Van die matjes gewaagd men maar liever niet meer, daar liggen voetangels en klemmen 'n patiënt kon immers eens een „eigen" patroon verzinnen, en wat dan?) Wat is „geestes"-arbeid? waar liggen de grenzen? Hoe groot is de waarde van 'n bepaald geestes product op 'n bepaald ogenblik? Wanneer moet de intrinsieke waar de berekend worden, wanneer de extrinsieke? Wat kan een onder curatele gestelde (die ongeveer ge lijkgesteld wordt met een minder jarige) nog weggeven? Geen stuk papier zelfs met een vers voor een verjaardag erop? Geen sigaren- plankjemet 'n olieverfschetsjeerop? (Nog eens: waar ligt de grens?) En zou men misschien ook eens het volgende in acht willen nemen: „Het bezit is te goeder trouw, wanneer de bezitter de zaak bezit uit kracht ener wijze van eigen- domsverkrijging, waarvan de ge breken aan hem onbekend zijn" B.W. art. 587. De GOEDE TROUW van de be- zitterwordt STEEDS verondersteld, hij die kwade trouw BEWEERT, moet dezelfde bewijzen", art. 589. We hebben eens n paar woordjes onderstreept.... Laat men tenminste nu eejjï de „gevoels"-argumenten achterwege laten, die i.e. slechts stof ophopen voor een sentimentele roman en verder de zaak rustig overlaten aan de rechters en het „gezond" ver stand! Op 28 Juni zal in Venray begon nen worden met een algemeen bevolkingsonderzoek voor tuber culose. Laten wij daarbij allereerst de vraag beantwoorden waarom dit onderzoek nodig is. Tuberculose is een besmettelijke ziekte, en de besmetting brengt nog steeds voor de lijders zelf en niet minder voor de gezinnen een ellende, die moeilijk te beschrijven valt. Ofschoon er, dank zij o.a. het Groene Kruiswerk een enorme vooruitgang te bespeuren is, dienen wij ons toch te realiseren dat er op het ogenblik nog een honderd duizend landgenoten door de ver raderlijke ziekte gedwongen zijn in een sanatorium, een ziekenhuis of thuis te kuren. Ook liet aantal nieuwe ziektegevallen is nog steeds groot: 1?48: 18.000; 1949: 17.000; 1950: 16.000; 1951: 15.500. In verband met het besmettelijke karakter der ziekte, gaat het bij de bestrijding daarvan niet enkel om lijders aan deze ziekte te genezen, maar vooral om besmetting van gezonde mensen tegen te gaan. Dit laatste is o.a. een taak van de in het gehele land gevestigde consul- tatiebureaux. Wanneer nl. aan deze bureaux een nieuwe patiënt bekend wordt, dan worden alle maatregelen ge nomen om zonodig opname in een sanatorium te doen plaats hebben of om de besmettelijke lijder in elk geval zoveel mogelijk te isoleren, opdat besmetting van anderen voorkomen wordt. Maar, zal de oppervlakkige lezer denken, dan zijn we toch eigenlijk waar we zijn moeten Niets is minder waarWat is nl. het geval? De mensen, die op de consultatie- bureaux onderzocht worden, zijn in de regel zij, die via hun huisarts naar dit bureau verwezen zijn en betreffen dus veelal diegenen, die zich in verband met gezondheids klachten onder dokters-behandeling stelden. Het verraderlijke van de tuber culose zit echter in het feit, dat de meesten die aan deze ziekte lijden, daarvan in het begin in het geheel niets bemerken en zich gezond en wel voelen. Desondanks kan ook dan reeds het besmettingsgevaar voor anderen aanwezig zijn. Hieruit blijkt dus, dat het niet voldoende is om alleen de zich- reeds-ziek-voelende te onderzoeken, maar dat een onderzoek ook van de z.g. gezonde mens noodzakelijk is, wil men uiteindelijk van een uitroeiing der ziekte kunnen gaan spreken. Het bevolkingsonderzoek nu is hét middel om alle in de bevolking smeulende besmettingshaarden op te sporen en door zoveel mogelijke isolatie van de haarden de besmet ting van de anderen te voorkomen. Uit een en ander volgt logischer wijze dat degene, die niet deelneemt aan het onderzoek omdat hij zich zo gezond voelt, verkeerd redeneert. Al voelt hij zich zo gezond als een vis, dit betekent geen garantie dat hij niet besmet is. Voor degenen, die zich in verband met hun hoge leeftijd aan het onkerzoek trachten te onttrekken, zouden wij hier willen wijzen op het feit dat ook zij baccillendragers kunnen zijn. Hoe groot is juist bij hen. die zo graag met hun kleinkinderen om gaan, de verantwoordelijkheid om besmetting van jonge levens te voorkomen Een derde bij huisbezoek vaak gehoorde uitvlucht: „Ik zal wel gek zijn! Verbeeldt je, dat ik eens iets mankeerde!", is niets anders dan struisvogelpolitiek. Want laten wij nu eens veronder stellen, dat dit inderdaad zo zou zijn! dan zouden zij toch de meeste reden hebben om dankbaar gebruik te maken van de thans geboden ge legenheid. Door onderzoek nü wordt deze ziekte bij hen n.l. waarschijnlijk in haar begin-stadium ontdekt, waar door de genezing vanzelfsprekend veel vlotter zal verlopen dan wan neer zulks op latere leeftijd ontdekt zou worden (wat toch vroeg of laat zal gebeuren!) Bovendien: hoeveel anderen kun nen zij in de toekomst mogelijk gaan besmetten wanneer zij blijven rond lopen! Uit het voorgaande zal het U duidelijk zijn, dat dit onderzoek zo wel voor ieder persoonlijk, alsook voor de gehele Venrayse bevolking van uitermate groot belang is, en men hier met recht kan spreken van een gemeenschapswerk! Daaruit volgt, dat, ook al geven het bestuur van het plaatselijk Groene Kruis en alle andere daarbij betrokken instanties en personen hun uiterste krachten bij de orga nisatie en ook al is het toestel, waarmee het onderzoek verricht wordt, het modernste, dat er op dit gebied bestaat, dan nog is dit geen garantie voor het welslagen van het onderzoek. Juist omdat het een gemeen schapswerk is, vraagt het welslagen de medewerking van de gehele ge meenschap in de vorm van deel name aan het onderzoek. Laat bij dit onderzoek dus geen verstek gaan. Het kan noolottig zijn voor Uzelf en Uw medemens! De overgang van de school naar het werk is een van de grootste vraagstukken van onze werkende jeugd. Jongens van 14, 15 jaar worden opgenomen in een werkmidden, waar zij practisch met de volwas senen worden gelijk geschakeld. Dit is de verkrachting van het recht van de jeugd, om jeugd te zijn. Het nieuwe leven op fabriek, in werkplaats, of waar dan ook, is voor hem geheel tegenstrijdig met hetgeen hij kortgeleden nog leerde. Het kind van 14, 15 jaar, dat eerst leiding en toezicht had van Verantwoording: Vorig bedrag 1 18145.67 W.F.M.S. te Oss f 10.— Een kanarievriend, een orgelpijpje f 10.50 N.N. St. Jozef f 10.— N.N. St. Jozef f 10.— Bruidspaar f 10. Bruidspaar f 1.50 Totaal f 18197.67 Bouwt allen mee aan Uw Orgel Gironummer 576604 Orgelfonds Venray ouders, school en priesters, vindt na deze tijd niets meer. Het is aan eigen lot overgelaten. In veel gevallen worden jongens van 14, 15 jaar (zoalsook meisjes) door de ouderen op minderwaar dige wijze voorgelicht: priesters, geloof, huwelijk, politiek, vakbond, alles wordt er doorgehaald! Wie niet sterk in zijn schoenen staat, gaat gemakkelijk ten gronde. De Kajottersbeweging, die zich met grote ijver er toe gezet heeft om de jonge arbeiders op te vangen, staat voor een hopeloze taak, wan neer zij het alléén zou moeten doen. Op de school moeten de jongens meer voorlichting krijgen omtrent het arbeidsleven. De ouderen op het werk moeten zich meer verant woordelijk voelen ten opzichte van de jongeren. De opvoeding thuis mag niet op houden bij het verlaten van de school. De gezinnen zijn dikwijls te materialistisch ingesteld. Er is daar een groot gebrek aan idealisme. Als de jongens maar geld verdienen is voor de ouders alles voor elkaar. Wanneer hier Patronaat en K.A.J. aan deze jongens van 14, 15 en 16 jaar op een of twee avonden in de week, naast ontspanning, ook de nodige aangepaste levensvorming willen geven, zal dit slechts iets uithalen als de ouderen op 't werk en de ouders thuis zich hun grote verantwoordelijkheid ten opzichte van deze jongens meer bewust worden. S.V.V.-Budel Tweede Pinksterdag hebben we hier op het sportterrein aan de Oostsingel kunnen genieten van een harde, maar sportieve strijd tussen Venray en Budel. Enigszins gedeprimeerd door de 10 nederlaag in Budel, wist Venray, dat alleen een overwinning de mogelijkheid nog opende om de kansen te doen keren. En deze laatste kans heeft Venray terdege aangegrepen. Voor het eigen publiek, dat onge veer 3500 mensen groot was, dwong zij van het begin van de wedstrijd af Budel haar eigen tempo op, dat weliswaar voor haar zelf ook te hoog was, maar waar Budel zeker niet tegen op kon. Onze beide vleugels werden nu constant in het spel betrokken, in tegenstelling met Budel en we zagen beter combinatiespel, al werd het wat kort gehouden. Maar zoals gezegd de vleugels werden meer gebruikt en onze middenlinie was actiever als tevoren. En zo was het mogelijk, dat de Budelse achter hoede, die een zware middag kreeg, plotseling het hoofd moest buigen toen een van de vleugels komende voorzet het verband in die achter hoede verbrak en onze midvoor een kans bood, die werd aangenomen, en die de stand op 10 bracht. Ondanks een gering veldover- wicht lukte het Venray niet, om de stand hoger op te voeren in de eerste helft, ondanks het feit dat de Budelse keeper niet die kwali teiten bleek te bezitten, die men van een keeper in een dergelijke ploeg mocht verwachten. Onze achterhoede kon de Budelse voor hoede aan, die ons ook niet zo fel scheen als in de wedstrijd te Budel zelf. Zo kwam de rust, waarin de tal rijke supporters terecht vreesde op een herhaling van de Budelse ge schiedenis, waar na de rust een veel fellere ploeg aantrad. Dat gebeurde ook hier, maar nu was het Venray, die bleek over onge kende vechtlust en geestdrift te beschikken. Via de vleugels werd nog meer druk gezet op de Budelse achterhoede en langzaam maar zeker moest die wijken. Een dave rend schot van Kusters voltrok voor Budel het vonnis. Want deze goal scheen verlammend te werken. Nadien zag men slechts sporadisch een Budelse aanval. Ook de andere vleugel bewees herhaaldelijk zijn diensten, die ten slotte werd beloond met een prachtige goal van Kusters uit een beheerste voorzet van v. Opbergen. Ondanks het feit, dat Venray een bal in eigen goal deponeerde en daarmede de stand op 3—1 bracht, deed het aan het feit niets af dat Budel een geslagen ploeg was. Invaller Aarts wist uit een voor zet van Kronenberg, die zeker na de rust een van z'n beste wedstrij den heeft gespeeld, 4—1 te maken, maar Kronenberg mocht het niet gegeven zijn er 5—1 van te maken, hoewel iedereen hem al telde.

Peel en Maas | 1954 | | pagina 1