Zieken-Triduum.
Jonas en de Broeders
SPORT
Hand- en Spandiensten
^^TEENsTU^QAr2E8F,\MElEVFANsl5EN^^S WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
Gemeentelijke Belastingen
Alle gezonden voor alle zieken
De zaak
Bevolkingsonderzoek
voor T.B.C.
De overgang van de school
naar het werk.
ORGELIIOEUE!
Zaterdag 12 Juni 1954 No. 23
VIJF EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
f ONDERVINDT 'T
kleding WINT 'T
f CONFECTIE VAN
EEN RIJK BEZIT
Het zij me vergund nog enkele
opmerkingen te maken naar aan
leiding van de ingezonden stukken
van vorige week.
Ik kan me voorstellen, dat beide
heren enigszins geschrokken zijn
van de officiële en niet-officiële
reacties op hun ingezonden stuk in
Elseviers weekblad. Het enige voor
deel, dat in deze publicatie zat, was
de aanleiding tot verduidelijking en
correctie van opvattingen over
hand- spandiensten. Het grote na
deel er van was echter, dat Venray
in een belachelijk en achterlijk dag
licht werd gesteld. En al zal dat
zeker de bedoeling van deze heren
niet geweest zijn, in feite is dit zo
en dat is een van de redenen, dat
hierop werd geageerd, zoals is ge
beurd. Dergelijke opmerkingen kan
men beter in eigen kring houden.
Bovendien staan er pertinente on
waarheden in.
Als de heer Hoedemakers zegt,
dat deze hand- en spandiensten in
Venray waarschijnlijk een unicum
zijn, dan had hij zich beter dienen
te oriënteren. Want van de 111
Limburgse gemeenten, zijn er 51
die deze uit-de tijdse belasting nog
heffen.
Een van deze gemeenten is o.a.
Hoensbroek met veel groter in
wonertal en met een veel kleiner
oppervlakte.
Nu kan men deze belasting uit-
de-tijd noemen en zo meer, maar
dan zal men een belasting van
deze-tijd moeten brengen, die dezelf
de faciliteiten geeft enidezelfde mo
gelijkheden. Dat hebben noch deze
beide heren gedaan, noch Elseviers
weekblad, noch iemand anders.
Vindt men een oplossing hiervoor,
dan is de hele kwestie hand- en
spandiensten opgelost.
Ja, zeggen sommigen, maar als
de straatbelasting verhoogd wordt,
dan vervalt deze eigenaardige be
lasting en wordt een en ander toch
ook gelijkelijk verdeeld, want dan
worden de huren automatisch hoger.
Het is dus maar een praatje, dat
de verhoging van de straatbelasting
alleen op bezitters zullen drukken.
Afgezien van meer subtiele be
denkingen, welke hier gemaaki.
kunnen worden, is tegen deze op
vatting het volgende aan te voeren:
De huren zijn z.g. bevroren op peil
1940. Van Rijkswege worden be
paalde verhogingen toegestaan. Ge
meentelijke belastingen zijn echter
geen term voor huurverhoging. Zo
zullen dus de verhogingen van de
straatbelasting, die in Venray al
schrikbarend is, dus uitsluitend
drukken op de bezitters.
Wanneer de heer Hoedemakers
beweert, dat ik bij het Gemeente
bestuur kind aan huis ben, vergist
hij zich voor de zoveelste maal,
maar wel heb ik mij ter plaatse
laten inlichten, voordat ik iets
schreef. Dan loopt men ook niet zo
gauw gevaar op de vingers getikt
te worden of onwaarheden te
schrijven.
En zo heb ik mij daar laten in
lichten over de normen, welke wor
den aangelegd bij de aanslagen der
hand- en spandiensten. Deze blijken
niet in cijfers vastgelegd te kunnen
worden, zoals b.v. bij inkomsten-
belasiing of loonbelasting, maar
afhankelijk te zijn van verschillende
factoren.
We kennen zo iets bij de grond
belasting en personele belasting. Ik
ben het met de heer Hoedemakers
eens, dat deze normen beter om
schreven kunnen zijn.
Wat de oproep voor werken be
treft, een aanmaning van de belas
ting heeft slechts enkele dagen
respijt, terwijl de oproep om te
komen werken minstens 8 dagen
van te voren wordt uitgereikt. Wil
men immers werken voor deze be
lasting dan treedt men bij liet ont
vangen van de aanslag al in con
tact met Gemeentewerken en heeft
men ruimschoots de tijd te zorgen
aanwezig te zijn, voordat de oproep
verschijnt.
Wat de rest van de heer Hoede
makers betreft, vragen wij ons af
of er in wezen verschil is tussen
puin sorteren waar afval nog
steeds niets te maken heeft en
het graven van een zwembad?
Als men voor puinsorteren te fijn
gebouwd is, dan zeker voor grond
werk. Zelfs de grootste zwem-
enthousiast zal het met ons eens
zijn, dat wegenverbetering nog al
tijd de voorrang heeft, omdat hier
iedereen van profiteert. En daar
zijn de hand- en spandiensten ten
slotte voor in het leven geroepen.
Of de aanleg van speelvelden en
zwemgelegenheid daarnaast via de
ouderwetse en uit-de-tijd zijnde
hand- en spandiensten kan worden
bekostigd of worden gereed ge
maakt, is ter competentie van de
gemeenteraad.
Dezelfde gemeenteraad, die ook
als vertegenwoordigers van de den
kende en cijferende middenstanders,
intellectuelen en notabelen met al
gemene stemmen de hand- en span
diensten hebben goedgekeurd. Een
van de 51 „uit-de-tijdsen" in Limburg.
W.W.
De kwestie gemeentelijke belas
tingen is door de actie tegen de
hand- en spandiensten en de reactie
van B. en W. en andere weer eens
op voorgrond gekomen. Onze leken-
mening over deze gehele kwestie
is, dat in feite de hand- en span
diensten een onding is.
Ieder jaar opnieuw brengen auto
mobilisten schatten gelds op aan
wegenbelasting, die in Rijkspotten
verdwijnen, zgn. bestemd om het
wegennet in orde te houden, maar
de Gemeente, die een groot wegen
net heeft, ziet daarvan wel zeer
weinig en moet deze oude belasting
van stal halen om iedere inwoner
het zijne aan dit wegenonderhoud
te doen bijdragen.
Daar kan de Gemeente dan ook
als zodanig weinig aan veranderen,
al zou het gewenst zijn, dat op de
eerste plaats een meer aan deze
tijd aangepaste wijze van belasting
innen wordt gezocht en op de
tweede plaats, dat de normen, vol
gens welke de aanslagen worden
opgelegd beter omscheven en be
kend gemaakt worden. Maar voor
het overige verwijzen naar de in
gezonden stukken en het antwoord
van B. en W.
Een ander gemeentebelasting, die
ook nogal eens critiek ontmoet is
de vermakelijkheidsbelasting. Een
douceurtje voor dit jaar, dat de
gemeente raamt op f 22.000.
Maar we hebben de indruk, dat
dit niet bepaald hoog geschat is.
Dat is dan de belasting, die bin
nenkomt van toneel en andere
vermakelijkheden. Voor wat de kom
betreft, zal de ontvangst van het
toneel niet zo denderend zijn, zodat
dus het overgrote deel van andere
vermakelijkheden af moet komen.
Daar is op de eerste plaats onder
te verstaan de bioscoop, dan de
voetbalsport en verder het dansen
en dan zijn we al voor 95 pet door
alle vermakelijkheden hier in Ven
ray heen. Vermakelijkheden, die
voor het grootste deel door allerlei
verenigingen dus niet ten eigen
bate georganiseerd worden.
Evenmin als de hand- en span
diensten, zal onze gemeente deze
belasting kunnen missen!
We zijn nu eenmaal noodlijdend,
moeten dus al van Rijkswege alle
mogelijke hulpmiddelen krijgen en
„zitten dus in de boot".
Maar van de andere kant mag
men toch wel vragen, of deze be
lastingdruk op de Venrayse ver
makelijkheden, zo niet direct be
paaldelijk het slachten, dan toch
wel langzaam maar zeker, het
verzwakken is van de kip, die de
gouden eieren legt.
Reeds vroeger is er in dit blad
op gewezen, dat bijv. de voetbal
sport een behoorlijke duit aan die
belasting afdraagt.
Zij ontvangt in de vorm van
subsidie een kleinigheid terug, maar
dat is dan ook alles wat de over
heid, die in deze toch ook zeker
een taak te vervullen heeft, bij
draagt in de geweldige kosten en...
risico's, die een voetbalclub op dit
moment draagt.
Want al mogen we vol trots wij
zen op prachtige voetbalvelden, die
in de kom liggen, ze zijn totstand
gekomen, zonder dat de overheid
hier ook maar iets aan bijgedragen
heeft, zonder dat die overheid ook
maar enig risico heeft gelopen.
Wie de boekhouding van een
voetbalclub ziet, staat verstomd
over de cijfers en bedragen, welke
deze clubs innen, maar ook moeten
uitgeven.
Nu is het zeker waar, dat het
particulier initiatief nog altijd ver
te verkiezen is boven overheidszorg,
maar dan moet de overheid van de
andere kant ook niet de room van
de melk halen.
Muziek- en zanggezelschappen
die, als iedere andere Venrayse
vereniging chronisch geldgebrek
hebben, zijn gelukkig gemaakt met
een bal- of dansavond. Iets, wat de
overheid niets kost en waar ogen
schijnlijk voor de verenigingen
winst aan te behalen is.
Maar van die winst wordt op de
eerste plaats de gemeente beter,
terwijl er altijd de mogelijkheid is,
dat de gemeente wel eens de hele
Winst inpikt!
Dit zijn zo van die wrange punten
welke onherroepelijk telkens ter
sprake komen en die het meest
gevoeld worden door de organi
serende verenigingen.
Nu heeft de vermakelijkheidsbe
lasting geen bepaalde bestemming.
De opbrengsten gaan in de grote
pot en van daaruit worden subsi
dies gegeven, werken uitgevoerd
en wat dies meer zij.
Er staat dus nergens bepaald,
waarheen de opbrengst van de ver
makelijkheidsbelasting heen moet.
Het is ook niet zo, dat een ver
eniging, die zoveel .inbrengt, dus
ook zoveel terug moet hebben in
Zoals U morgen van elke preekstoel in ons dekenaat zult kun
nen horen, zal deze week rond gegaan worden om een geldelijke steun
in te zamelen voor het Zieken-Triduum.
Nu zult U misschien zeggen: „Daar heb je het weer, altijd de
mensen hun centen uit de zak kloppen". Pardon, (o, nee „Sorry"
zeggen we tegenwoordig) 'tgaat niet om centen, maar om dubbeltjes
en kwartjes en zo mogelijk meer. Wees eerlijk, wie kan er iets
met 'n cent beginnen? Trouwens, Wie geeft 'n cent? Dat doet men
niet, een cent geven is laf en gierig. Het is een gebaar van menselijk
opzicht om niet de schijn te hebben niets te geven.
Overigens, het staat boven dit stuk.ie ,.Alle gezonden voor alle
zieken". Boe U dat verstaan moet heeft U vorige week gelezen: De
gezonden moeten zich bezinnen op de zegen die over hen komt door
het lijden van zieken. Zo zal in de gezonden groeien een blijde offer
geest en een bereidheid om mee te werken als er een beroep op hen
wordt gedaan. Nu doen we dat beroep op U in naam van de zieken.
Zou het geen schande zijn als alles neerkwam op de goede zusters
van Sint Anna en enkele andere harde werkers... Stel de zieken niet
teleur.
Nu nog een vraag aan de gezonden en de zieken samen: Alle
zieken van ons dekenaat moeten zo spoedig mogelijk worden opgege
ven aan een van de volgende adressen: N. Nagelhout, Grotestraat 5 of
Mej. E. Raedts, Maasheseweg.
Zieken laat Uw naam en adres opgeven. Gezonden werkt mee.
Vóór alles: Blijft allemaal bidden, af en toe een kort gebedje.
Ons Zieken-Triduum zal BEST worden
P. Beatus
Wie menen mochten, dat er hier
weer eens 'n schepje opgedaan zal
worden tegen de Broeders van St.
Servaas. laten dit maar ongelezen,
ze komen deze keer niet aan hun
trekken.
Er moet toch ook eens een keer
en eindelijk wat goeds gezegd wor
den in het openbaar, tegenover
laster, leugen, hetze en leedvermaak,
niet bepaald christelijke deugden.
Aanleiding hiertoe was het stukje
in Peel en Maas d.d. 5 Juni, zonder
commentaar overgenomen uit „de
Bronk", waarin door 'n zekere heer
Delvos weer eens „beweerd" wordt,
dat de Broeders alsmaar bezig zijn
de goede naam van ons krankzin
nigenwezen in het buitenland in
discrediet te brengen.
Men ziet, „Delvos zegt het zelf,
dat de hele wereld er zich mee
gaat bemoeien".
Ja, waarmee eigenlijk
Laten we nu maar eens die „on
noembare dramatiek" buiten be
schouwing, die overleeft zichzelf
wel; met de armoede der „arme
weduwe" blijkt het nogal losgelo
pen te zijn en meer voortgekomen
uit de inspiraties van wijze
raadgevers!
Zijn diezelfde raadgevers mis
schien ook de oorzaak, dat de we
duwe, die bij 't begin van de ten
toonstelling de inrichters alle succes
toewenste, drie dagen later beslag
liet leggen? Diezelfde raadgevers
ook, die aanspoorden tot de 'tragi
komische veiling?
N.B. Die meneer Delvos beweert
o.a. ook nog, dat tot deze liquida
tie moest worden overgegaan om
de proceskosten te betalen; hij is
wel goed op de hoogte!)
Zijn het diezelfde „raadgevers"
achter de schermen, die zo'n haast
hebben om het proces te forceren
en nu „een broer van de schilder
een voorstel tot minnelijke schikking
lieten doen?" (De Tijd 21/5'54)
't Begint ietwat doorzichtig te
worden! En de aardigheid van het
schermen met het „drama" enz.
begint er af te gaan.
Maar waarom nu een minnelijke
schikking?
Die was indertijd vóór en zonder
het overhaaste proces ook wel té
bereiken geweest.
Maar voorde Broeders is er méér
aan gelegen: ze zullen nu uitge-
de vorm van subsidie.
De tegenzin ligt meer op psycho
logisch terrein. De gemeente ziet
men als een instelling, die met
breed gebaar iets schenkt en geeft,
wat haar zelf niets kost, zgn. als
steun, maar zelf de grootste pro-
venuen opstrijkt en zelf geen risico's
loopt. Dat animeert niet en aan de
geschonken steun zit altijd een
vieze nasmaak. Zo klagen sport
en andere verenigingen al weet men
ook zo direct geen andere oplossing
voor dit probleem te vinden.
Maar o.i. moet het toch mogelijk
zijn, dat verenigingen een dans- of
toneelavond moeten kunnen geven
per jaar, waarop geen vermakelijk
heidsbelasting geheven wordt. Moet
het toch mogelijk zijn, dat een voet
balclub, die door een jaar hard
werken en vele jaren van voor
bereiding een kampioens- of pro
motiewedstrijd vrij van belasting
krijgt. Dan toont de Overheid ten
minste, dat ze inderdaad steunen
wil, zonder dat verdere bijbedoe
lingen haar worden aangewreven
en zou voor velen deze steen des
aanstoots heel wat kleiner zijn.
Dat het bedrag wat men voor
deze faciliteiten minder ontvangt,
van grote invloed is op de na de
oorlog gemiddeld per jaar onvangen
vermakelijkheidsbelasting kunnen
we vooralsnog niet aannemen.
Het zou ook om andere redenen,
waard zijn, eens de proef op de som
te nemen.
maakt willen zien, wat voor hen
van héél wat méér belang is dan
het bezit van enkele schilderijen, al
zijn ze van Jonas.
Men heeft het gehele principe
van de „arbeidstherapie', in het
geding gebracht en belachelijk pro
beren te maken, maar bovendien
onwettelijk en etisch onaanvaard
baar genoemd.
Welnu, dan is het ook van het
grootste belang, dat een questie
van zo ingrijpende aard in het
systeem der krankzinnigengestich
ten, door de rechter wordt uitge
maakt.
Wat heeft men in de kranten
gesold met dat woord „therapie"
en er van alles wat dwaas en be
lachelijk was aan vastgeknoopt!
Wat heeft men een verwrongen
beeld gegeven van de Wet op de
Curatele!
Zou de volgende tekst van B.W.
art. 508 misschien op weg kunnen
helpen: „De inkomsten van denge
nen, die uithoofde van onnozelheid,
krankzinnigheid of razernij, onder
curatele gesteld is, moeten bijzon
derlijk besteed worden om diens
lot te verzachten en zijn genezing
te bevorderen."
En laat men nu eens ophouden
met die leuke maar wankele ver
gelijking van ,,'n Jonas" met'n clo
setborstel (Van die matjes gewaagd
men maar liever niet meer, daar
liggen voetangels en klemmen 'n
patiënt kon immers eens een „eigen"
patroon verzinnen, en wat dan?)
Wat is „geestes"-arbeid? waar
liggen de grenzen? Hoe groot is
de waarde van 'n bepaald geestes
product op 'n bepaald ogenblik?
Wanneer moet de intrinsieke waar
de berekend worden, wanneer de
extrinsieke? Wat kan een onder
curatele gestelde (die ongeveer ge
lijkgesteld wordt met een minder
jarige) nog weggeven? Geen stuk
papier zelfs met een vers voor een
verjaardag erop? Geen sigaren-
plankjemet 'n olieverfschetsjeerop?
(Nog eens: waar ligt de grens?)
En zou men misschien ook eens
het volgende in acht willen nemen:
„Het bezit is te goeder trouw,
wanneer de bezitter de zaak bezit
uit kracht ener wijze van eigen-
domsverkrijging, waarvan de ge
breken aan hem onbekend zijn"
B.W. art. 587.
De GOEDE TROUW van de be-
zitterwordt STEEDS verondersteld,
hij die kwade trouw BEWEERT,
moet dezelfde bewijzen", art. 589.
We hebben eens n paar woordjes
onderstreept....
Laat men tenminste nu eejjï de
„gevoels"-argumenten achterwege
laten, die i.e. slechts stof ophopen
voor een sentimentele roman en
verder de zaak rustig overlaten aan
de rechters en het „gezond" ver
stand!
Op 28 Juni zal in Venray begon
nen worden met een algemeen
bevolkingsonderzoek voor tuber
culose.
Laten wij daarbij allereerst de
vraag beantwoorden waarom dit
onderzoek nodig is.
Tuberculose is een besmettelijke
ziekte, en de besmetting brengt
nog steeds voor de lijders zelf en
niet minder voor de gezinnen een
ellende, die moeilijk te beschrijven
valt. Ofschoon er, dank zij o.a. het
Groene Kruiswerk een enorme
vooruitgang te bespeuren is, dienen
wij ons toch te realiseren dat er
op het ogenblik nog een honderd
duizend landgenoten door de ver
raderlijke ziekte gedwongen zijn in
een sanatorium, een ziekenhuis of
thuis te kuren. Ook liet aantal
nieuwe ziektegevallen is nog steeds
groot: 1?48: 18.000; 1949: 17.000;
1950: 16.000; 1951: 15.500.
In verband met het besmettelijke
karakter der ziekte, gaat het bij de
bestrijding daarvan niet enkel om
lijders aan deze ziekte te genezen,
maar vooral om besmetting van
gezonde mensen tegen te gaan. Dit
laatste is o.a. een taak van de in
het gehele land gevestigde consul-
tatiebureaux.
Wanneer nl. aan deze bureaux
een nieuwe patiënt bekend wordt,
dan worden alle maatregelen ge
nomen om zonodig opname in een
sanatorium te doen plaats hebben of
om de besmettelijke lijder in elk
geval zoveel mogelijk te isoleren,
opdat besmetting van anderen
voorkomen wordt.
Maar, zal de oppervlakkige lezer
denken, dan zijn we toch eigenlijk
waar we zijn moeten
Niets is minder waarWat is nl.
het geval?
De mensen, die op de consultatie-
bureaux onderzocht worden, zijn in
de regel zij, die via hun huisarts
naar dit bureau verwezen zijn en
betreffen dus veelal diegenen, die
zich in verband met gezondheids
klachten onder dokters-behandeling
stelden.
Het verraderlijke van de tuber
culose zit echter in het feit, dat de
meesten die aan deze ziekte lijden,
daarvan in het begin in het geheel
niets bemerken en zich gezond en
wel voelen. Desondanks kan ook
dan reeds het besmettingsgevaar
voor anderen aanwezig zijn.
Hieruit blijkt dus, dat het niet
voldoende is om alleen de zich-
reeds-ziek-voelende te onderzoeken,
maar dat een onderzoek ook van
de z.g. gezonde mens noodzakelijk
is, wil men uiteindelijk van een
uitroeiing der ziekte kunnen gaan
spreken.
Het bevolkingsonderzoek nu is
hét middel om alle in de bevolking
smeulende besmettingshaarden op
te sporen en door zoveel mogelijke
isolatie van de haarden de besmet
ting van de anderen te voorkomen.
Uit een en ander volgt logischer
wijze dat degene, die niet deelneemt
aan het onderzoek omdat hij zich
zo gezond voelt, verkeerd redeneert.
Al voelt hij zich zo gezond als een
vis, dit betekent geen garantie dat
hij niet besmet is. Voor degenen,
die zich in verband met hun hoge
leeftijd aan het onkerzoek trachten
te onttrekken, zouden wij hier
willen wijzen op het feit dat ook
zij baccillendragers kunnen zijn.
Hoe groot is juist bij hen. die zo
graag met hun kleinkinderen om
gaan, de verantwoordelijkheid om
besmetting van jonge levens te
voorkomen
Een derde bij huisbezoek vaak
gehoorde uitvlucht: „Ik zal wel gek
zijn! Verbeeldt je, dat ik eens iets
mankeerde!", is niets anders dan
struisvogelpolitiek.
Want laten wij nu eens veronder
stellen, dat dit inderdaad zo zou
zijn! dan zouden zij toch de meeste
reden hebben om dankbaar gebruik
te maken van de thans geboden ge
legenheid.
Door onderzoek nü wordt deze
ziekte bij hen n.l. waarschijnlijk in
haar begin-stadium ontdekt, waar
door de genezing vanzelfsprekend
veel vlotter zal verlopen dan wan
neer zulks op latere leeftijd ontdekt
zou worden (wat toch vroeg of laat
zal gebeuren!)
Bovendien: hoeveel anderen kun
nen zij in de toekomst mogelijk gaan
besmetten wanneer zij blijven rond
lopen!
Uit het voorgaande zal het U
duidelijk zijn, dat dit onderzoek zo
wel voor ieder persoonlijk, alsook
voor de gehele Venrayse bevolking
van uitermate groot belang is, en
men hier met recht kan spreken
van een gemeenschapswerk!
Daaruit volgt, dat, ook al geven
het bestuur van het plaatselijk
Groene Kruis en alle andere daarbij
betrokken instanties en personen
hun uiterste krachten bij de orga
nisatie en ook al is het toestel,
waarmee het onderzoek verricht
wordt, het modernste, dat er op dit
gebied bestaat, dan nog is dit geen
garantie voor het welslagen van
het onderzoek.
Juist omdat het een gemeen
schapswerk is, vraagt het welslagen
de medewerking van de gehele ge
meenschap in de vorm van deel
name aan het onderzoek.
Laat bij dit onderzoek dus geen
verstek gaan. Het kan noolottig zijn
voor Uzelf en Uw medemens!
De overgang van de school naar
het werk is een van de grootste
vraagstukken van onze werkende
jeugd.
Jongens van 14, 15 jaar worden
opgenomen in een werkmidden,
waar zij practisch met de volwas
senen worden gelijk geschakeld.
Dit is de verkrachting van het
recht van de jeugd, om jeugd te
zijn. Het nieuwe leven op fabriek,
in werkplaats, of waar dan ook,
is voor hem geheel tegenstrijdig
met hetgeen hij kortgeleden nog
leerde.
Het kind van 14, 15 jaar, dat
eerst leiding en toezicht had van
Verantwoording:
Vorig bedrag 1 18145.67
W.F.M.S. te Oss f 10.—
Een kanarievriend,
een orgelpijpje f 10.50
N.N. St. Jozef f 10.—
N.N. St. Jozef f 10.—
Bruidspaar f 10.
Bruidspaar f 1.50
Totaal f 18197.67
Bouwt allen mee aan Uw Orgel
Gironummer 576604
Orgelfonds Venray
ouders, school en priesters, vindt
na deze tijd niets meer. Het is aan
eigen lot overgelaten.
In veel gevallen worden jongens
van 14, 15 jaar (zoalsook meisjes)
door de ouderen op minderwaar
dige wijze voorgelicht: priesters,
geloof, huwelijk, politiek, vakbond,
alles wordt er doorgehaald!
Wie niet sterk in zijn schoenen
staat, gaat gemakkelijk ten gronde.
De Kajottersbeweging, die zich
met grote ijver er toe gezet heeft
om de jonge arbeiders op te vangen,
staat voor een hopeloze taak, wan
neer zij het alléén zou moeten
doen.
Op de school moeten de jongens
meer voorlichting krijgen omtrent
het arbeidsleven. De ouderen op
het werk moeten zich meer verant
woordelijk voelen ten opzichte van
de jongeren.
De opvoeding thuis mag niet op
houden bij het verlaten van de
school. De gezinnen zijn dikwijls te
materialistisch ingesteld. Er is daar
een groot gebrek aan idealisme.
Als de jongens maar geld verdienen
is voor de ouders alles voor elkaar.
Wanneer hier Patronaat en K.A.J.
aan deze jongens van 14, 15 en 16
jaar op een of twee avonden in de
week, naast ontspanning, ook de
nodige aangepaste levensvorming
willen geven, zal dit slechts iets
uithalen als de ouderen op 't werk
en de ouders thuis zich hun grote
verantwoordelijkheid ten opzichte
van deze jongens meer bewust
worden.
S.V.V.-Budel
Tweede Pinksterdag hebben we
hier op het sportterrein aan de
Oostsingel kunnen genieten van een
harde, maar sportieve strijd tussen
Venray en Budel.
Enigszins gedeprimeerd door de
10 nederlaag in Budel, wist
Venray, dat alleen een overwinning
de mogelijkheid nog opende om de
kansen te doen keren. En deze
laatste kans heeft Venray terdege
aangegrepen.
Voor het eigen publiek, dat onge
veer 3500 mensen groot was, dwong
zij van het begin van de wedstrijd
af Budel haar eigen tempo op, dat
weliswaar voor haar zelf ook te
hoog was, maar waar Budel zeker
niet tegen op kon.
Onze beide vleugels werden nu
constant in het spel betrokken, in
tegenstelling met Budel en we
zagen beter combinatiespel, al werd
het wat kort gehouden. Maar zoals
gezegd de vleugels werden meer
gebruikt en onze middenlinie was
actiever als tevoren. En zo was het
mogelijk, dat de Budelse achter
hoede, die een zware middag kreeg,
plotseling het hoofd moest buigen
toen een van de vleugels komende
voorzet het verband in die achter
hoede verbrak en onze midvoor een
kans bood, die werd aangenomen,
en die de stand op 10 bracht.
Ondanks een gering veldover-
wicht lukte het Venray niet, om
de stand hoger op te voeren in de
eerste helft, ondanks het feit dat
de Budelse keeper niet die kwali
teiten bleek te bezitten, die men
van een keeper in een dergelijke
ploeg mocht verwachten. Onze
achterhoede kon de Budelse voor
hoede aan, die ons ook niet zo fel
scheen als in de wedstrijd te Budel
zelf.
Zo kwam de rust, waarin de tal
rijke supporters terecht vreesde op
een herhaling van de Budelse ge
schiedenis, waar na de rust een
veel fellere ploeg aantrad. Dat
gebeurde ook hier, maar nu was
het Venray, die bleek over onge
kende vechtlust en geestdrift te
beschikken. Via de vleugels werd
nog meer druk gezet op de Budelse
achterhoede en langzaam maar
zeker moest die wijken. Een dave
rend schot van Kusters voltrok
voor Budel het vonnis. Want deze
goal scheen verlammend te werken.
Nadien zag men slechts sporadisch
een Budelse aanval.
Ook de andere vleugel bewees
herhaaldelijk zijn diensten, die ten
slotte werd beloond met een
prachtige goal van Kusters uit een
beheerste voorzet van v. Opbergen.
Ondanks het feit, dat Venray een
bal in eigen goal deponeerde en
daarmede de stand op 3—1 bracht,
deed het aan het feit niets af dat
Budel een geslagen ploeg was.
Invaller Aarts wist uit een voor
zet van Kronenberg, die zeker na
de rust een van z'n beste wedstrij
den heeft gespeeld, 4—1 te maken,
maar Kronenberg mocht het niet
gegeven zijn er 5—1 van te maken,
hoewel iedereen hem al telde.