Nieuwe kolenlagen in Limburg Tien punten waarin Australië van Nederland verschilt. QiteipeinZinqen Zaterdag 20 Maart 1954 No. 11 VIJF EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS 8rooteEnSTurI£TV28firTmEaLEvFans12EN SSoran WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN mjiRH^KWARTAJU.CflP2™mBa«fn°Vei^«yEfNlT45 MEN MOET ZEKER VAN ZICHZELF ZIJN. De heer H. Bakker, wonende des tijds te Rotterdam, Nobelstraat75a vertrok vorig jaar met vrouw en zoontje naar Australië. Hij is nu ruim 5 maanden daar en 't bevalt hem er best. De heer en mevrouw Bakker zijn echter wel een aantal belangrijke verschillen opgevallen tussen ons land en Australië. Zij hebben er in totaal tien geteld en met het over zicht daarvan is wellicht menigeen gediend, die op het punt staat de heer Bakker naar Australië te vol gen, of die in het algemeen nog emigratie overweegt. Man en vrouw één van wil. Als eerste punt, dat misschien het belangrijkste is, acht de heer Bakker, dat men als emigrant in Australië veel meer zeker van zich zelf moet zijn dan nodig was, toen men nog in het oude vaderland vertoefde. „Als man of vrouw niet ieder ten volle overtuigd zijn van zichzelf, laat de een dan niet doorzetten ter wille van de ander, want de kwade gevolgen blijven niet uit. Er zijn voorbeelden genoeg van gezinnen, die door een tekort aan zelfver trouwen van de man of van de vrouw zichzelf en soms ook an deren in ellende dompelen. Er kan niet genoeg op gewezen worden: Wees zeker van jezelf"! De Engelse taal. Vervolgens is er de taal! Punt twee. Met Nederlands komt men niet ver in Australië. Het advies van de heer Bakker is dan ook: Tracht zoveel mogelijk Engels te leren, vooral vaktermen, huishoud- termen en de eenvoudige spreek taal. Want de ondernemers hier kijken niet alleen of je een vak kent, maar tevens wel degelijk of je de taal spreekt. Weer en wind. Ook het klimaat is soms heel anders dan in Nederland. Want Australië dat geen land maar een werelddeel is heeft net zo veel klimaten als Europa. Weer en wind kunnen de emi grant dus ook parten spelen. In Orang Grove waar de heer Bak ker nu woont op ongeveer zestig mijl van Melbourne is het kli maat zeer afwisselend: 'smorgens kan het snikheet zijn, terwijl er 's middags een winterjas nodig is. Er bestaan hier net zulke gure dagen als in Holland. Van deze week hebben we een temperatuur gemeten van 108 en van 52 gra den. Warme kleding is dan ook gewenst. Hoe zyn de Australiërs? Dan is er de omgang met de be volking. De heer Bakker schrijft hierover: De Australiër is over het alge meen een zeer vriendelijk en be hulpzaam mens. Uitzonderingen zijn er overal, maar vriendelijkheid wordt hier betoond op een manier als nergens anders. De Australiër leeft vrij en onbe zorgd. Meestal bezitten zij een eigen huisje en een eigen auto of motor. Doch zij maken meer ge bruik van hun auto dan van hun huis. Het aankleden van de woning is meest zeer pover en onverschil lig gedaan. Niet dat het er arm uitziet. O nee, want zij bezitten bijna allen een electrisch fornuis, een ijskast, een radio met grama- foon en pompeuze meubelen. Maar alles is ongezellig aange kleed. Daarom zoeken de Austra liërs hun vertier ook veel buitens huis. Zij zijn liefhebbers van een goed glas bier, doch komen nooit in onbehoorlijke staat thuis. De café's zijn om 6 uur dicht en dan is het ook afgelopen. De be volking ziet de emigranten graag, want die helpen het land opbou wen. Vooral als je flink aanpakt en toont, dat je vooruit wilt, dan waarderen ze je het meeste. Het is dan ook nodig je in de clubs onder de Australiërs te mengen. Want daardoor leert men het snelste zich aanpassen. Afzon dering in eigen clubjes moet ten zeerste afgeraden worden. Werk en verdiensten Ook over het werk weet de heer Bakker al heel wat te vertellen: „Vergeet vooral niet, dat men hier even hard, soms harder zal moeten werken dan in Holland. En aanpak ken wat men krijgt. Beter is niet af te wachten, totdat men in zijn eigen vak terecht kan komen. Al is het aangeboden werk nog zo vuil of vies, daar moet men zich niks van aantrekken. Want de Aus traliërs doen het zelfde werk met plezier en zij vinden het vanzelf sprekend, dat iedereen dat werk doet. Ik ben zelf kantoorbediende, maar werk nu als ruiteninzetter bij Ford. Maar wat belangrijk is, ik verdien er goed. Ook wordt er tamelijk veel overwerk gemaakt, zodat ons gezin netje er royaal van kan komen, 's Zaterdags en 's Zondags zijn we vrij, maar dan werken we meestal bij de boeren en verdienen er een aardig centje bij. In 't begin is het hier werken en nog eens Werken. Maar over een paar jaar zullen we het kalmer aan kunnen doen. Dus als men emigreert, wees niet te lui, maar werk en pak aan wat je kan. Huis en huisinrichting De huisvesting: „Daar moet men zich helemaal niets van voorstellen. Wij wonen in een huisje van 4 bij 5 meter. Het huisje bestaat uit één kamer en we wonen, slapen en koken er in. Het is gemeubileerd, maar op zijn Australisch. Trouwens veel kan er niet in. Wij betalen 3 pond per week. De huren voor een normaal huis lig gen tussen de 2 en 5 pond per week en zijn dus hoog. Maar de Australiër redeneert aldus: Bouw een eigen huis, koop een stukje grond, zet er een garage op en bouw dan langzaam maar zeker je huis. Je moet dan maar zolang in de garage wonen. En het kan wel een paar jaar duren eer je dat huisje klaar hebt. Maar zeggen ze, wij hebben het ook gedaan. Dus waarom jullie niet? En het zijn werkelijk allemaal mooie huizen. Het lijkt erg moei lijk, maar het valt mee. Ja, emigreren lijkt wel mooi en het is heusch de moeite waard, maar men moet er wat voor over hebben. Een klein gezin kan, als ze aanpakken en zuinig zijn, hier heus iets bereiken in 5 jaar. De inwendige en uit wendige mens. Het eten en de kleding: De Australiërs zijn verzot op zoetigheid. Daarom hebben de meesten op twintigjarige leeftijd al een kunstgebit. Dat komt ook, omdat er geen kalk in het water zit. Behalve zoetigheden zijn hier vleesschotel ook erg in trek. Het voedsel komt in prijs onge veer overeen met Nederland. Vlees is goedkoop en ook fruit. Aardappelen en groenten weer duurder. Maar over het geheel is het nagenoeg gelijk. Ook kleding en schoeisel is hier niet duurder dan in Nederland. Alles is hier volop te koop. Doch voor een ding wil ik graag waar schuwen: omdat men hier werke- 'ijk goed verdient, is men gauw geneigd om méér uit te geven. Doch op zo'n manier komt er van sparen weinig. En daarmee moet men wel terdege uitkijken. Het is erg verleidelijk, maar ge bruik uw verstand. Geld en winkelen. Het hanteren van het vreemde geld en het doen van inkopen leveren ook hun moeilijkheden op: In het begin is het moeilijk met het geld, doch men is er gauw aan gewend. Het kopen wordt vooral gestimu leerd door de geweldige reclame, die er gemaakt wordt over de radio en in de kranten. Er zijn hier over de 150 radio-stations. Ook wordt het kopen erg bevor derd door het afbetalingssysteem. Men betaalt een zeker bedrag en men kan gelijk het artikel mee nemen. Huizen, auto's, alles gaat op af betaling en dat is hier de gewoon ste zaak van de wereld. Betalingen a contant bij flinke bedragen wor den doorgegeven aan de politie en die onderzoeken wel terdege, of men eerlijk aan het geld gekomen is. Dit afbetalingssysteem is ook weer erg gemakkelijk, maar tevens gevaarlijk. Want door de vele ver leidelijk uitgestalde artikelen gaat men gauw de eigen koopkracht te boven. Dus: koop gerust, maar doe het met overleg, anders komt men in de misère. Het verkeer liDks. Het verkeer: Hier moet men wel terdege op letten, want het is er links verkeer. Vooral in het begin is het erg vreemd en ik geef dan ook iedereen de raad liever één keer meer uit te kijken, dan een ongeluk te krijgen. Politie is hier weinig te zien, maar als men iets doet, wat niet in orde is, dan zijn ze erg kort aangebonden. Het tiende en laatste punt. Tenslotte het tiende punt, dat door de heer Bakker genoemd wordt en dat met de negen vooraf gaande door elke naar Australië emigrerende Nederlander terdege ter harte genomen moet worden: Toont dat ge Nederlander bent. Wees eerlijk, vlijtig en toont je van de beste kant. Nederlanders zijn hier graag gezien. Laat iedere nieuwe emigrant dan ook tonen, dat wij de naam, die wij hier dra gen, meer den ten volle waard is. Laat de reinheid van de Neder landse vrouwen en mannen niet in het vergeetboek raken. Toon wat je waard bent en Au stralië zal goed voor je zijn. Het is een prachtland! Zorg intussen ook voor 'n spaar cent, want ziekenfondsen kent men hier niet. Verzekeringen tegen ziekte enz. kan men wel afsluiten, doch raad ieder aan, eerst even de kat uit de boom te kijken en ter dege te informeren. Het aantal Nederlanders neemt hier gestadig toe, alleen in Orange Grove, waar de heer Bakker nu woont, zijn al 42 Nederlandse ge zinnen, die het nagenoeg allemaal best naar hun zin hebben, wel een bewijs, dat het leven in Australië goed is. Natuurlijk heeft ieder op zijn tijd en op zijn beurt wel eens heimwee maar als men zijn tanden op el kaar zet, komt men er ook wel weer overheen. En het recept tegen heimwee is weer de eerste raad van de heer Bakker terdege op te volgen: Voor alles zeker van je zelf zijn P. T. T. Zij, die telefoon hebben, zijn deze week weer verrast met een nieuwe telefoongids voor een deel onzer ge meente. We hebben weer gezocht naar Castenray, naar Oirlo, naar Ysselsteyn, maar tot onze spijt weer niets gevonden. Deze telefoonnum mers kan men vinden in de ver schillende delen van de grote tele foongids. Het zal allemaal wel kloppen, en volgens dienstorder zus of zo wel prima in orde zijn, maar feitelijk is het toch wel belachelijk dat men voor een telefoonnummer in zijn eigen gemeente ofwel een biblio theek van gidsen aan moet schaf fen ofwel K 08 moet draaien. Even belachelijk als het is, dat men 2 van de 4 loketten dichthoudt ondanks dat in sommige spitsuren de mensen dubbeldik voor de loket ten staan. Even belachelijk als het feit, dat men in de winter sleuven gaat graven in trottoirs, die prompt enkele weken open moeten blijven liggen. Mooswief en Nico v. Melo We waren in Maastricht en heb ben gestaan voor het laatste beeld wat die begaafde Limburgse kuns tenaar Charles Vos heeft gemaakt: het Mooswief. Midden op de Markt op een fon tein staat daar het beeld van die Maastrichtse marktvrouw, een en al uitbundigheid, een en al leven. En wandelend door Maastricht treft men overalbeelden. We zien er een S er vaas en een spelend jongetje, een Anthonius, wonder mooi, een fonteintje met wat stoeien de vissen, bijna iedere wijk heeft er zijn beeld, sommige zo echt vol leven en fleur, die aan de stad een sfeer geven, waarvan ook# een vreemdeling genieren kan. En onwillekeurig gaat men ver gelijkingen maken. En dan kunnen we met trots wijzen op onze weg- kruizen en kapellen, op een stand beeld van Dr. Poels, op een bevrij dingsmonument en enkele aardige beelden bij kloosters en inrichtiin- gen. En toch is men dan niet tevreden. Het is allemaal zo stijf en zo deftig. Waarom kan er in die plantsoen tjes nu eens niet een eenvoudig aardig dingetje komen, waarom nu hier niet eens een fonteintje. Och nee, dat is geen flauwekul, even min als dat het flauwekul is, dat op een speelplaats van een nieuwe school wat groen komt en bomen. De laatste tien jaren is ondanks de geweldige uitbreiding van Venray practisch geen enkele veldkapel er bij gekomen. Veldkapellen, die zou den kunnen vervangen worden door een beeld. Als men in Maastricht voor een marktvrouw een pracht fontein kan bouwen door een beroemd kunste naar, is het dan zo'n gek voorstel om door een of ander aardig beeldje of fonteintte bv. de gedachtenis van Nico van Melo levendig te hou den. Dit paard, dat tienduizende guldens voor deze streek heeft ver diend, Nooid-Limburg een naam op paardenfokgebied heeft gegeven, die tot ver in het buitenland bekend is, verdiend meer dan een opgezette kop in de een of andere gang. Een mens leeft niet van brood alleen en ook op dit terrein hebben we een taak te vervullen, moeten we wat aandurven. Het Mooswief geeft daar een voorbeeld van. Ned. Arbeidsdienst Onder de oorlog waren we in Venray gezegend met kampen van de Ned. Arbeidsdienst. En aange zien deze mensen in hun vieze groene pakjes werken en leven moesten werden links en rechts in het dorp bestellingen gedaan die ook prompt zijn betaald. In de moeilijke dagen van 1944 liepen de kampen leeg en bleven de rekeningen onbetaald. Na de be vrijding moesten de leveranciers hun rekeningen in triplo inleveren op het Gemeentehuis, later nog meedere formulieren invullen, zonder welke het in de Staat der Nederlanden nu eenmaal onmoge lijk schijnt iets te kunnen doen, nog De kolenvoortbrenging heeft in Limburg haar hoogtepunt bereikt, werd onlangs verklaard. Zij bedroeg voor het gehele verlopen jaar 12.296.646 ton. Dit betekent niet, dat zij onmid dellijk zal dalen, maar toch is men op verkenning uitgegaan om nauw keurig te weten wat de bodem ter zake nog kan bieden. De belangstelling van de deskun digen gaat vooral naar het Noorden van de provincie, waar de kolenlaag opnieuw op Nederlands grondgebied komt. Deze laag komt in Limburg in later onder ede komen bevestigen, dat de rekeningen juist waren. Nu, bijna 10 jaar na datum krijgt men de paperassen netjes retour met een gestencild briefje, dat de Staat niet aansprakelijk is voor deze vorderingen en dat men kan proberen om via Oorlosschade nog wat los te krijgen. Maar zo staat er uitdrukkelijk, als de vordering kleiner is dan f 50, dan wordt zulk een aanvraag niet eens in behan deling genomen. Nu maken vele kleintjes een groot en verdient Vadertje Staat alleen al door die laatste wille keurige bepaling al sommen gelds, terwijl de oorlogsschade behande ling ook nog wel enige jaren zal duren. Maar zorg a.u.b. met de belasting op tijd te zijn en stuur die geen briefje, dat vorderingen minder dan f 50.- niet in behandeling worden genomen, want dan wordt in naam de Koningin beslag gelegd. Meten met twee maten noemt men dat.... het Zuiden, langs de Belgisch-Ne derlandse grens en volgt de lijn Geleen-Heerlen, om over de Duitse grens ter hoogte vanKerkrade, het land te verlaten. Op Duitse bodem maakt deze laag een zwenking naar het Noorden om opnieuw in Nederland ter hoogte van Vlodrop Limburg te bereiken. Daar is een tweede onderbreking door het feit, dat de Nederlandse grens ten voordele van Duitsland een buiging maakt naar het Westen. Ten Noorden van Roermond strekt de kolenlaag zich vervolgens ver der uit naar de Peelhorst, dwars door de provincie, tot even voorbij de grens van Noord-Brabant. In dit gebied moet de Neder landse steenkolennijverheid zich verder ontwikkelen, indien de om standigheden gunstig zijn. Over tien jaar Het kolenveld aan de Duits-Ne derlandse grens nabij Vlodrop, is het eerste waaruit zal geput worden. Naar schatting is in de omgeving van Vlodrop, waar de Beatrixmijn ligt, die staatseigendom is, een voorraad van 100 millioen ton brand stof aanwezig. Hiervan is ongeveer de helft magere steenkool. Verleden jaar in Mei werd aldaar een verkenningsboring ingezet, wat op 18 November als eerste uitslag de ontdekking van een laag kolen op een diepte van 524 m had. De verkenning zal worden voortgezet tot een diepte van 1200 m. In het begin van December heb ben de deskundigen reeds een tweede laag aangeboord. Aan de hand van deze werkzaamheden wordt beslist waar de schachten zullen worden opgericht. Het centrum van deze nieuwe nijverheidsinstelling is op verschei dene kilometers van de bewoonde wijken gelegen, zodat onmiddellijk naar nieuwe woongelegenheid voor de personeelsleden moet worden uitgekeken. Om het nieuwe bedrijf in gebruik te nemen, zijn tenminste een tien tal jaar voorzien. De kosten worden geraamd op meer dan 103 millioen gulden. Op de laatste Staatsmijnenbe- groting voor 1954 komt onder meer een post voor, die naast het bedrag voor de aanlegwerken op de be staande mijnen, voor de Beatrix mijn nog 3 millioen gulden voorziet voor het aanschaffen van boortoe stellen, die gebezigd worden voor het aanleggen van de noodzakelijke wegen, de stroom- en de water voorziening, de bedrijfsgebouwen en de tijdelijke huisvesting van het personeel. Tenslotte wordt op de begroting ook een bedrag van 2 millioen gul den gevoegd aan de reserve van de Staatsmijnen Beatrix. Dit wat de begroting betref t in verband met de nieuw op te richten steenkolen mijn. De deskundigen nemen aan, dat deze nieuwe instelling aan ongeveer 3.500 personen werkgelegenheid kan verschaffen en dat haar voorraad na ongeveer 80 jaar zal uitgeput geraken. De jaarlijkse voortbren ging na 6 jaar wordt geschat op 1.200.000 ton steenkolen. De Peelmijnen Inzake de ontginning van de Peel- velden is men echter nog lang niet zo ver gevorderd als met de Beatrix mijn te Vlodrop. Het is een strook die ter hoogte van Helenaveen even wijdig loopt met de Noord-Brabant se grens en die meer naar het Zui den, te Swalmen en Beesel aan sluiting geeft op de Duitse grens. Helden vormt het middelpunt van vervolg zie pagina 4, eerste kolom Zeg! Je krijgt 10% korting op margarine bij De Gruyterl Reken eens uit wat je dat scheelt! Wat zeg je nou? Dat maakt een verschil van minstens 4 cent per pakje! Ik ga voortaan ook naar De Gruyter.

Peel en Maas | 1954 | | pagina 1