Talg rtS iS iw m WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Venray dient paraat te zijn bij de huidige industrialisatie en ontsluiting FEUILLETON 'n Actrice zonder schoenen. Uit „Peel en Maas (mei één ronde voorsprong) LTV De beste waarén de laagste prijs Zaterdag 30 Januari 1954 No. 4 VIJF EN ZEVENTIGSTE JAARGANG f ONDERVINDT 'T W kleding WINT 'T PEEL EN MAAS f CONFECTIE VAN EEN RIJK BEZIT DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF In elk ontwikkelingsgebied vol trekt zich momenteel een maat schappelijke structuur-wijziging, welke ook de aandacht van de minister heeft gaande gemaakt. Zoals bekend werd gemaakt heeft de minister van Sociale Zaken zijn bezorgdheid geuit over de toe standen op sociaal-hygiënisch en maatschappelijk gebied in streken welke behoren tot de zgn. ont wikkelingsgebieden. Het is alles zins verheugend, dat men in Den Haag het inzicht kenbaar heeft gemaakt, dat een verbetering van het welvaait-ipeil door middel van industrialisatie geheel nieuwe pro blemen oproept, welke een direct gevolg zijn van industrie-vestiging maar die tegelijk ook zo belang rijk zijn, 3at zij ver boven de eigenlijke industrialisatie uitko men. Reeds vele gemeenten zijn tot het inzicht gekomen, dat men er met aantrekken van nieuwe werkgelegenheid nog lang niet is. De moeilijkheden beginnen eerst dan zich werkelijk op te hopen. Wie oppervlakkig de ontwikkeling rechtstreeks voortvloeiend uit fa- brieksvestiging nagaat, zou zichzelf in slaap kunnen sussen met de dood doener, dat men er is, wanneer men een zwembad bouwt of een concert zaal optrekt. Daarmee heeft men (hoe wenselijk deze instellingen ook mogen zijn) echter nog maar een zeer kleine bijdrage geleverd tot de grote slag, welke zich altijd en overal ontketent op een culturele of sociale basis zo gauw de maat schappelijke structuur van enig ge bied tot in zijn diepste wezen wordt veranderd. Een concertzaal en een zwembad zijn belangrijke dingen in een ge meente en ze staan dichter bij el kaar dan men uit bovengenoemde willekeurige samenvoeging wel zou menen, maar de belangstelling ook van een gemeentelijke overheid dient op de eerste plaats uit te gaan naar de mens en eerst dan naar de middelen. Er zijn manco's, ook in Venray. Men is er niet met nette fabrie ken of ateliers te bouwen, al of niet met radio etc. want geen van deze middelen dringt in feite door tot de psyche van de arbeider, die dikwijls een zeer jonge arbeider is en vaak vanuit landbouwkringen in die van de industrie is overgegaan. Op de laatste kringdag voor jonge boeren, is door de voorzitter hier over zeer ernstig gesproken en hij deed een beroep op geestelijke en wereldlijke overheid om die over gang van landbouw naar industrie zo soepel mogelijk te doen verlopen. Financiële handicap Het is mogelijk, dat een arbeider tevreden is met het vrij eenvoudige werk, dat hij verricht. Het is nu eenmaal zeker, dat vele mensen tevreden zijn met het dagelijks, dag in dag uit verrichten van een sim pele handbeweging, waardoor zij dan deelnemen aan het arbeids- productieproces. Veel werk kan gedachtenloos of nagenoeg gedachtenloos, volkomen of bijna volkomen worden gedaan op routine, maar waaraan denkt dan Een vlucht voor de Russen J. Vaszary. 36 Binnen een paar minuten waren wij klaar en haastten wij ons naar Keve-puszta. Wij vonden de gewezen vlieger officier aan tafel. Hij vertelde, dat hij de legitimatiepapieren voor ons mee gebracht had, uitgegeven door de Hoadquarters van het Engelse bezettings-leger. Wij konden deze papieren alleen in gebieden ge bruiken, waar de Engelsen zaten; in andere plaatsen waren zij waar deloos. Hij had hoop zonder ongelukken over de Hongaarse grens te komen, al waren ook overal de wachten verdubbeld. Hij en zijn vrienden meenden, dat de grens bij Szom- bathly het gemakkelijkst te passeren zou zijn. Vandaar dat zij deze route gekozen hadden. Wij moesten direct vertrekken, wilden wij de grens vannacht kun nen passeren. Het weer leende zich uitstekend voor deze onderneming. Het was bedekte lucht, regenachtig en geen maanlicht. Ons hart klopte ons in de keel bij het idee binnen een paar uur over de grens te kunnen zijn, Dat be tekende van de eeuwige angst van het onderduiken bevrijd te zijn; eindelijk verlicht adem te kunnen halen en uit de worgende greep van de rode vuist ontkomen te zijn! Wij hadden maar een paar mi nuten nodig voor het afscheid van onze familieleden, die ons zes maan deze „industrie-mens?" Wat is zijn vrije-tijds-besteding? Men begrijpe ons goed, het is niet onze bedoeling hier te gaan propageren, dat de Overheid zich zou moeten gaan bemoeien met de gedachten of hobbies van welke (jonge) arbeider dan ook. Maar hoever reiken momenteel de ad viezen van Overheid en verenigin gen met kans op goede resultaten en welke mogelijkheden heeft de arbeider om zich buiten zijn werk te ontwikkelen en te ontspannen? Voor Venray ligt de horizon van het mogelijke op dit gebied niet bijster ver. Hoe staat het met de bibliothe ken en de inventaris daarvan en welke middelen worden te baat ge- nomed. om belangstelling daarvoor te wekken? Voor velen is een bioscoopje de enige wijze van ontspanning en- ontwikkeling. Bij door de onlangs gegeven vrij stelling van vermakelijkheidsbelas ting de kosten zodanig werden ver laagd, dat nu films van groot formaat kunnen worden bekostigd moet worden betwijfeld. De bouw van een concertzaal, eertijds hebben hierover buiten Ve ray grootse plannen de ronde gedaan schijnt onmogelijk te zijn, aangezien men 'overweegt de her- bouwplicht van het oude patronaat te verkopen. Een redelijke kans blijft bestaan door de bouw van een gymnastiek zaal, dat tevens toneelzaal kan zijn. Maar al met al blijven het lap middelen, evenals nu het gebruik van de aula van het Gymnasium, hoe dankbaar men ook mag zijn voor het openstellen daarvan. Geen „percentage-element" Laten wij voorzichtig zijn met te beweren, dat het gros van de bij industrie werkende mensen derge lijke dingen niet zo zwaar tillen, want een nabije toekomst zou daar van wel eens de rekening kunnen presenteren. Een redelijke, materiële welvaart is voorwaarde voor een gezonde geestelijke en morele welvaart en daarom is het een eerste vereiste geweest, dat de levensomstandig heden op materieel gebied (dit voornamelijk door industrialisatie) zo gunstig mogelijk worden ge maakt, maar het is hoog tijd, dat thans eens volle aandacht wordt besteed aan de keerzijde van deze medaille. Indien men de werkende mens uitsluitend of overwegend ging zien als een factor, een cijfer, een percentage-element in een overigens interessant rapport of een urgent productie-proces, doen wij deze mens onrecht aan, omdat wij dan géén persoonlijke belangstelling opbrengen voor iemand, die aan zijn streek is gehecht en die de werkelijke waarde van zijn streek en zijn levensopvatting, welke er uiteraard een is op katholieke grondslag, ongeschonden wil zien. Met behoud van eigen waarden zal immers deze streek in steeds meerdere mate zijn eigen plaats moeten gaan innemen in maat schappelijk en cultureel Nederlend, den lang verborgen hadden ge houden. Wij omarmden elkander met tranen in de ogen. „Tot ziens!" Wie weet waar en wanneer? En de vrachtauto snelde met ons voort over de modderige wegen, in de regenachtige en mistige sche mering. Miklós ging met ons mee tot Szombathely. Hij wilde ons tot de grens begeleiden. Hij wilde met eigen ogen zien hoe wij over de grens kwamen. Wij konden hem daar niet vanaf houden. Onderweg overviel ons de ge dachte, hoe wij daar in den vreemde aan de kost zouden komen. Ons vermogen bestond uit één banknote van twintig dollar, het cadeau van Miklós. Mijn vrouw had het in de zoom van haar rok genaaid. Bagage konden wij niet meenemen, alleen wat levensmiddelen. Wij hadden een vijftig kilometer te voet af te leggen over het Russische gebied van .Oos tenrijk en dat liefst zo spoedig mogelijk. Wij hadden het land nog niet eens achter ons, toen wij reeds aan den lijve voelden, hoe moeilijk het is, zonder vermogen en vaderland, in den vreemde een banneling te zijn. Met een ontzettende klap sprong een der banden. Wij grepen elkaar om de hals vast. Het was een won der, dat wij geen letsel kregen. De wagen kantelde bijkans. Hij was op zij uit de sloot ingeschoten. Wij stapten allemaal uit om de wagen uit de greppel te duwen en de reserveband op te zetten. Dat was lang geen gemakkelijke zaak. Wij hadden er uren een zwaar karwei aan, ofschoon wij er nog hulp bijkregen in de vorm van een boerenjongen. Tot ons geluk, of tot ons ongeluk, waren we juist 'ndorp gepasseerd. Wij hadden wel hulp, zonder daarbij te vervallen in een star en onvruchtbaar regionalisme. Dat men juist bij deze belangrijke zaken voortdurend heeft te kampen met een nijpend tekort aan finan ciën maakt er de zaak niet een voudiger op. Wanneer men de indicaties voor Venray en omstreken bestudeert, kan men nog geen andere conclu sies trekken, dan dat deze streek, ook op industrieel gebied en on danks de vele resultaten, welke op dit gebied reeds zijn geboekt, in feite slechts aan het begin staat van een lange, lange weg, waarbij velerlei andere factoren een stem in het kapittel hebben. Het gaat er niet om „iets cultu reels" te doen. Het gaat om een bewust streven naar geestelijke en culturele ver heffing, volgens wegen en midde len, die tot essentiële (dus duur zame) resultaten leiden. De wegen zijn tot nu toe onvol doende bestudeerd. De middelen zijn tot nu toe on bereikbaar geweest. Een wending ten gunste is eerste noodzaak 30 Januari 1904 Op 27 Januari werd de akte van oprichting van de coöperatieve stoomzuivelfabriek „Venray" gepas seerd. Er traden 302 leden toe met samen 1036 koeien. Op 25 Januari overlped in de ouderdom van 92 jaren Wed. Jan Verbeek. Op 27 Januari stierf de algemeen bekende „Kuluuts Tom mes" (Thomas Janssen). De dorpsgenoot A. Verheugen verwierf 24 Januari bij de wedstrijd van komische voordrachten teVenlo de eerste prijs met 171/, van de 18 punten. Fanfare „Euterpe" bracht hem een serenade. Mej. Dina Olfers, werd be noemd tot vroedvrouw te Uden, op een jaarwedde van f 580, Er werd op het Vlak druk schaatsgereden. Het ijs bleek echter te zwak voor... vier paartjes, die door het ijs zakten. Het feest van de patroon Sint Sebastianus werd 24 Jan. door de schutterij „Diana" met een toneeluitvoering gevierd. 3 Februari 1900 27 Januari overleed de heer Jac. Smits, president van de Sint Vincentiusvereniging, 78 jaar oud. Hij was een vader van de armen. Vanwege het gemeentebestuur werd op 2 Februari een pracht exemplaar van een stier verkocht voor f 125 aan A. Arts, aan de Beek te Merselo. 4 Februari 1899 31 Januari begon in de Paters kerk noveen van 9 Dinsdagen ter ere van Sint Antonius. De gemeentesecretaris J. Stoot werd benoemd tot secretaris van de Kamer van Koophandel te Venlo. Op 2 Februari bracht het zan gerskoor een bezoek aan de zuster vereniging te Merselo. Op 2 Februari bezocht een Bisschop uit Indië, het pensionaat „Jerusalem". Th. Litjens vestigde zich als huisschilder. 5 Februari 1898 3 Februari werden 100 paarden maar waren maar bang, dat iemand mijn vrouw herkennen zou. En dat zou fataal geweest zijn. Eindelijk vertrokken wij weer. Van top tot teen zaten wij onder de modder. In Szombathely arriveerden wij zonder verdere ongelukken. Het slechte weer was oorzaak, dat de communisten er weinig voor voel den de wagens te gaan controleren. In de buitenwijken van Szom bathely werd voor een villa gestopt. De beide andere officieren stonden met ongeduld op ons te wachten. Onze begeleider was enkele dagen te laat en zij hadden in de tussen tijd alles gepakt en gezakt. Wij moesten nu afscheid nemen van Miklós. Het nuchtere verstand zij, dat het raadzaam was terstond met de wagen terug te gaan. Hij moest niet in onze nabijheid zijn als wij eens onverhoopt gevangen ge nomen zouden worden. De waar schijnlijkheid, dat ons dit zou over komen, was te groot, de razzia's waren te veelvuldig in de steden langs de grens. De opwinding, die de reis mee bracht alsmede de ondervonden panne, hadden ons vermoeid. Wij zouden gaarne een paar uur gerust hebben voor we verder waren ge gaan. De officieren zouden dit wel getolereerd hebben, als niet mijn vrouw door de bewoners van de villa herkend was. De mensen uit de omringende huizen drongen het huis in om met haar te kunnen praten en zich te overtuigen, dat zij werkelijk nog leefde. Dat de communisten haar niet de ogpn uitgestoken hadden, noch de tanden ingeslagen, noch de haren afgeknipt. Dat allemaal maakte het gevaar groot, dat het bericht zich in de stad zou verspreiden. Wij moesten onmiddellijk vertrekken. Wij hadden 3 weken nadat EDAH haar prijzen verlaagde, heett men „boven-de- Moerdijk" dit Zuidelijk voorbeeld gevolgd. Maarer is geen be drijf, waar dan ook, dat lager prijstdan Edabl EDAH was, is en BLIJFT: DE KAMPIOEN DER LAGE PRIJZEN I (en wéér een ronde voor) U houdt méér geld over als U bij Edah kooptI Zie deze 2e Edah-Prijsverlaging sinds de huurverhogingI! .^NNX\\\m\\\\\\\\VV\UHII//////A i GELDERSE ROOKWORST per stuk BRUINE BONEN 500 gram GEBROKEN RUST 500 gram PRUIMEN, Califomisehe 250 gram DADELS, zonder pit 300 gram EDAH SLAOLIE 1 ZELFRIJZEND BAKMEEL 34 grote fles (MEEL 500 gramspak EDAH BESCHUIT RUNDVET ONTBIJTSPEK ROOKVLEES LEVERPASTEI EDAH JAM per pot vanaf CHOCOLADE KOEKJES 200 gram KATJES DROP, knoopjesdrop 4C 10# grafti HUISHOUDZEEP 14 dubbel stuk grote rol 500 gram 100 gram 100 gram 200 gramsblik f geschat. De wielrijdersclub RAMOS verrees weer. Er traden reeds 15 leden toe. Bij de aanbesteding voor het maken van een achterbouw op 31 Januari voor de heer P. Laurensse aan de Langstraat. De laagste in schrijver was M. Jacobs voor f 390. v Bij de Ursulinen werden 2 Fe- bjAiari zes zusters geprofest. Plannen bestonden op de Smakt een (zevende) centrifuge op te richten. Frits de Haen werd president van de Bouwvakbond „Venray". Bij Th. van Leuven teTienray stond een kersenboom in bloei. zelfs geen tijd om iets te eten. Wij verlieten de stad in looppas en sloegen de richting naar de grens in. Het was een trieste regenachtige nacht. De maan ging schuil achter de wolken. Er was geen enkele ster aan de hemel. In het pikkedonker vorderden wij slechts langzaam over de modderige wegen. Wij kwamen de tuinen door, daar na op de akkers. Een poosje volg den wij de spoorlijn, verlieten daarna de weg om door heg en steg regel recht op de grens aan te gaan. Wij trokken door tarwe- en maïs velden, vertrappend de oogst, die aan het rijpen was. Wij kropen door afrasteringen. Wij waadden door beken. Mijn vrouw verloor de schoenen aan haar voeten. Toen waadde zij op blote voeten verder. Honderd meter voor ons uit liepen de twee officieren. Mochten we ont dekt worden dan zouden zij zich gevangen laten nemen en zouden wij tijd hebben om te vluchten. Hon derd meter achter ons kwam de derde officier, om te kunnen helpen als er onraad was. Ik kende deze jongens slechts enkele uren, maar het gezamenlijk gevaar en de lots- gemeenschap smeedde ons spoedig tot vrienden. Ik volgde hen blinde lings over de donkere we^en. Zij zetten er flink de pas in. Wij moes ten ons haasten om degevarenzöne zo snel mogelijk achter ons te laten. Ik zag hen nauwelijks in het duis ter en moest mijn ogen erg inspan nen om ze niet te verliezen. Een van de officieren had een lichtere jas aan. Dat was mijn wegwijzer. Hem volgde ik. Op eens was hij in de duisternis verdwenen. Ik versnelde miin pas, angstig, om niet alleen te blijven, verlaten en stuurloos in de nacht. Plotseling voelde ik geen grond meer onder mijn voeten. Ik gleed in een onbekende diepte. Onderin kwam ik met iets zachts in aan raking. Dat waren de twee jongen», die voor mij uit gelopen hadden. Wij waren In een drie meter diepe tank-val terecht gekomen. Nauwe lijks van de schrik bekomen, viel mijn vrouw boven op ons. En vlak daarop de derde officier. Die tank-val betekende, dat de grens op korte afstand was. Wij hadden alle reden om erg voorzich tig te zijn en ons te haasten. In mijn opwinding merkte ik niet eens, dat mijn knie door de val uit het lid was geraakt. Een tijd lang liepen wij dwars over de akkers, passeerden toen een wei. waarbij onze kleren danig door de struiken vernield werden. Tenslotte kwamen wij aan de rand van een bos. Links en rechts glinsterden lichten op de heuvels. De officieren deinsden een ogen blik terug, slopen toen voorzichtig naar het bos toe. De weg naar boven was tamelijk steil. Wij kon den onze begeleiders slechts met moeite en van inspanning hijgend, volgen. Op een open plek gekomen, gingen zij op de grond zitten om ons rust te gunnen. Uitgeput vielen wij naast de jongens in het gras neer. Een van de officieren fluisterde zachtjes in mijn oor: „Wij zijn op Oostenrijkse grond. Zo juist kwa men wij tussen twee wachtposten door". Merkwaardig, ik voelde generlei opluchting, de grens was nog steeds te dicht bij. Ofschoon zeer vermoeid, wilde ik alsmaar verder rennen, zo hard ik kon. Het stelde mij evenmin gerust, dat wij Hongarije uit waren. Het ene gevaar was weliswaar geweken, nu kwamen de andere: de Oosten rijkse grensposten; de onzekerheid van de Russische bezettingszóne. 8 Februari 1904 59 jongelingen uit Venray gaven zich aan voor de volgende lichting van de nationale Militie. Het postkantoor, ontworpen door architect H. Seelen te Venlo en uitgevoerd door de aannemer L. Wijnhoven naderde de voltooiing. Overal konden w(j een Russische soldaat ontmoeten, die on» zou uit schudden of neer schieten. Neen, neen Er zal geen rust ln on» zijn, tot wij uit de Russische zóne geraken. Tot zo lang kunnen wij ieder ogenblik 't gehate uniform tegenkomen, die voor ons knecht schap en gevangenis betekende. Ik zette de jongens tot spoed aan. Zij waren het niet met mij •en». Wij hadden vijftien kilometer lang vrijwel in de looppas afgelegd. Wij hadden eerst wat rust nodig. Toen wij dan toch op weg gingen en wij de grens meer en meer ach ter ons lieten, overviel mij een won derlijke triestheid. Ik heb dikwijls de grens achter mij gelaten. Maar dit was niet het zelfde. Toen wist ik steeds, dat ik er terug zou komen. Na een langere of kortere tijd zou ik weer ln station Budapest-Oost aankomen. Dan zou Ik een taxi nemen en door de be kende straten naar huls rijden. Naar huis naar mijn vrouw, mijn familie, vrienden, kennissen. Maar thans komt er geen station Budapest-Oost meer. Ook geen taxi. In puin liggen de bekende straten. Ik heb geen huis, geen familie. Misschien leven zij geen van allen meer. En wie weet, of ik er ooit terugkom. Zal het uur ooit nog komen, waar in het land weer opstaat? Dat wij de grens opnieuw kunnen over schrijden, om „naar huis te gaan?" Naar huis? Mochten wij dit uur beleven, zul len wij dan niet te moe zijn, te oud en te teleurgesteld? Misschien liggen we dan in vreemde bodem, ondereen vreemde hemel, verlaten en eenzaam,.. voor goed- Wordt vervolgd

Peel en Maas | 1954 | | pagina 1