Een industriële macht
WEEKBLAD VOOR VENRAY
Halten? Verdelg ze!
Ralten? Verdelg ze!
Een harde of zachte
winter
FEUILLETON
'n Actrice zonder
schoenen.
Uit„Peel en Maas"
Waarschuwing tegen
Bazuin des Vredes
BEL BIJ BRAND
3 9 2
ZATERDAG 12 DECEMBER 1953 No. 50
VEER EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
MAAS ia
¥J*T niUlCTUdfCN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct p. mm. ABONNEMENTS-
E.rv UMo 1 TCtilVtilX prijs PER KWARTAAL f 1.25 Buiten Venrey f 1.45
ONDERVINDT 'I
KLEDING WINT 'T
PEEL EN
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF
GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652
ontwikkelt zich aan onze oostgrens
Wanneer de Nederlandse economische wedergeboorte in
de wereld wordt beschreven als een wonder, dan zijn er
na de oorlog twee wonderen gebeurd in dit oude wereld
deel. Het andere wonder heet Duitsland. Dit gedeelde land
is als een worm, die men heeft gehalveerd, maar toch
blijft leven. Het ene deel van die worm West-Duits-
land heeft zich zo lang in allerlei bochten gewrongen,
dat het als een zelfstandige staat in de wereld wordt
erkend. De economische bloei van de laatste vijf jaar in
het land van Adenauer is zo frappant, dat wij het, min
of meer verbijsterd, als een realiteit moeten aanvaarden.
De vraag moet bij ons opkomen,
hoe dit mogelijk is geweest. Zeker,
de bezettende mogendheden hebben
het verslagen volk over onze oost
grens met raad en daad de helpende
hand geboden. Maar de hoofdoor
zaak ligt toch wel in de ongebroken
volkskracht van Duitsland zelf.
Een kat in het nauw maakt rare
sprongen, is een bekende zegswijze.
De sprongen van de westduitse kat
getuigen van economische geniali
teit op slechts één nuchtere basis:
arbeid. De Duitsers hebben hard
gewerkt na de oorlog en de- nieuwe
bewindhebbers hebben het door
schone leuzen verdoofde volk ont-
nucnterd met slechts één tegengif:
een aantal, bijna vergeten, econo
mische wetten, zoals loon naar
werken, markteconomie, normale
prijsvorming.
Geen andere keus
Er bestond een industriëel appa
raat met vakkennis. Dit was lam
gelegd. Het kwam op gang, omdat
de arbeiders de keus hadden aan
te pakken of te sterven tussen
puinhopen. De keus was niet moei
lijk.
Aanvankelijk lagen de prijzen
boven de lonen. De vraag naar
goederen was enorm. De fabrikant
kon vragen voor zijn product, wat
hij wilde. De winsten waren zo
hoog, dat ongeveer de helft van de
herbouw en uitbreiding van de
industrie is gefinancierd uit de
winst, die men de duitse consument
liet betalen.
Er bleek werk genoeg te zijn. In
enkele jaren tijds daalde de werk
loosheid, die angstwekkend was,
tot redelijke cijfers. Men vergete
daarbij - niet, dat vluchtelingen uit
het oosten steeds het leger dei-
werklozen kwamen versterken. Toch
daalde het werkloosheidscijfer van
September 1951 tot September
1952 van 7.7 pet. tot 6.4 pet. der
beroepsbevolking. In drie jaar tijds
gaf men 17000.000 mensen werk
terug. De productie nam in dit tijd
vak met 50 pet. toe en overtrof de
vooroorlogse met meer dan 10 pet.
De overvloed van producten
drukte de prijzen en de spaariust
kon toen ook weer bevredigd
worden. Pas toen dat punt bereikt
was, moest de regering even in
grijpen, om enkele scheef getrokken
productieprocessen weer recht te
trekken. Men stelde 'onder meer
een minimum voor zeep vast.
In October 1952 kon men bekend
maken, dat West-Duitsland nog de
helft van de werkloosheid uit 1949
had overgehouden. Het industriëel
apparaat draaide weer volop. Hoe
kon dat
Crediet
Voor de helft was dit mogelijk,
omdat de duitse regering met
soepele fiscale maatregelen het
De structuur van de Duitse en
Nederlandse economie moet nauwer
op elkaar worden afgestemd. Wij
kunnen niet alleen naar het zuiden
(Benelux) kijken, wij hebben te
zoeken naar een economische har
monie, ookmet West-Duitsland. Het
vergeten van deze noodzaak kost
beide landen veel tranen door con
currentiestrijd, veel kapitaal onvol
doende overleg. Nu is het nog tijd.
Onder het motto „Ratten Ver-
de zijde V£
Als iedei
„haar" ra
er zeker ni
dan zou i
ieder kin<
en dat fc
kinderen r
helemaal
doden van
een prettij
Vele ger
rattenbest:
rekenen
vrijwillige)
een ratte
porties ui
De structuur van de Duitse en
Nederlandse economie moet nauwer
op elkaar worden afgestemd. Wij
kunnen niet alleen naar het zuiden
(Benelux) kijken, wij hebben te
zoeken naar een economische har
monie, ookmet West-Duitsland. Het
vergeten van deze noodzaak kost
beide landen veel tranen door con
currentiestrijd, veel kapitaal onvol
doende overleg. Nu is het nog tijd.
Onder het motto „Ratten Ver
delg zeorganiseert de Planten-;
ziektenkundige Dienst in samen-*
werking met de gemeente-besturen
deze winter weer een landelijke
actie ter bestrijding van de bruine
rat, nl. in de week van 1219
December 1953.
Niemand weet hoeveel ratten er
in Nederland zijn. Naar schatting
zijn er ongeveer tien millioen, het
geen er op neerkomt, dat iedere
Nederlander er een rat op na houdt.
Ratten planten zich zeer snel voort.
Na drie maanden is een rat vol
wassen. Bij een dracht van 2126
dagen is het een rattenpaar moge
lijk elke maand een nest jongen te
hebben, varierende van 5 tot 9
stuks. In een jaar tijd kan dit
rattenpaar onder gunstige omstan
digheden circa 300 nakomelingen
hebben.
De schade, die de bruine rat ver
oorzaakt, is aanzienlijk. Een rat
moet zoals alle andere knaag
dieren knagen wil hij zijn knaag
tanden op juiste lengte houden.
Zijn knaaglust viert hij bot op
letterlijk alles: deuren, vloeren,
dakbalken, waterleidingen, electri-
citeitskabels, emballage enz. Daar
naast gaat hij zich te buiten aan
eieren en kuikens, ja zelfs biggen
en jonge kalveren valt hij aan en
wat nog erger is, jonge kinderen
en zuigelingen in de wieg zijn niet
veilig voor hem.
Een rat eet pl.m. 25 gram voedsel
per dag. Op een boerderij in Gro
ningen werden ongeveer 300 ratten
geteld. Een eenvoudig rekensom
metje laat zien, dat deze ratten de
opbrengst van één hectare in een
jaar tijd opvraten. De totale schade
door de ratten wordt op 35 millioen
gulden per jaar getaxeerd.
Naast deze materiële schade be
staat er een nog groter gevaar,
n.l. het overbrengen van besmette
lijke ziekten zowel op mens als
dier. De ziekte van Weil, paratyphus,
trichynose, mond- en klauwzeer,
varkenspest, pseudo-vogelpest vin
den in de ratten zeer geschikte
verspreiders.
Er is derhalve veel aan gelegen,
dat bij de komende bestrijdingsactie
kan worden gerekend op de mede
werking van de gemeentelijke
autoriteiten en van de burgerij.
Vele honderden gemeenten werken
reeds mee in het kader van de
landelijke acties of voeren het ge
hele jaar door een systematische
rattenbestrijding uit.
Tegenover de uitstekende resul
taten, in deze gemeenten verkregen,
staan echter nog vele mislukte
acties. Plet merendeel van deze
mislukkingen moet volgens de
antwoorden op een enquêteformu
lier, dat de Plantenziektenkundige
Dienst aan alle Nederlandse ge
meenten toezond en dat betrekking
had op de resultaten van de actie
van 1952 worden geweten aan
een gebrek aan medewerking van
de zijde van de burgerij.
Als iedere Nederlander „zijn" of
„haar" rat opruimde dan zouden
er zeker niet veel overblijven. Maar
dan zou iedere vrouw of man en
ieder kind op jacht moeten gaan
en dat kan nu eenmaal niet. De
kinderen moeten er bovendien maar
helemaal buiten blijven, want dit
doden van dieren is nu niet bepaald
een prettig werk.
Vele gemeenten hebben reeds een
rattenbestrijdingsdienst of kunnen
rekenen op de medewerking van
vrijwilligers die onder leiding van
een ratten-specialist de lokaas
porties uitleggen. Teneinde zeker
heid te hebben, dat het vergiftigde
lokaas op de juiste plaats wordt
uitgelegd, is het noodzakelijk, dat
iedereen, in wiens omgeving ratten
vertoeven, de burgemeester van
zijn woonplaats hiervan in kennis
stelt. De lokaas-porties zijn bereid
op basis van Scilla-extract. Dit
lokaas is practisch ongevaarlijk
voor mens en huisdieren (behalve
voor konijnen).
Voorspellingen uit oude
almanakken
Men behoeft niet enkel in de
almanak te bladeren, om te weten
of men zijn schaatsen van zolder
kan halen; de natuur spreekt ook
een duidelijke taal, voor wie haar
verstaan kan.
Als er in de kraaiappels (gal
noten) 'n wormpje zit, krijgt men
een strenge winter, want dan
kruipen we er door; zit er echter
een vliegje in, dan wordt het een
zwakke winter, want dan vliegen
we er door.
Als de zwaluwen vertrekken voor
de noten rijp zijn en de wilde ganzen
al vroeg overvliegen, als de hazen
vet zijn en de katten een dichte
vacht hebben, als de veldmuizen
hun nesten in de heuvels bouwen
en de veenmollen zich al vroeg in
het najaar ingraven, moet men
zich op een harde winter voorbe
reiden
Elzenhout vroeg in de knop
Een strenge winter wacht ons op.
Het vlieggat dicht op de stok
(bijenstal)
Kost ons vele maandjes blok
(houtblokken)
Dat is ook het geval, wanneer er
veel steenvruchten en eikels zijn,
veel hazelnoten en beukennootjes,
wanneer de uien drie rokken hebben
en de blaren lang aan de bomen
blijven.
Houden de bomen hun blaren lang,
Wees voor een strenge winter bang.
Elk ogenblik kan de vorst inval
len, wanneer in de winter de
sterren schitteren en de punten
van de maan duidelijk te zien zijn,
wanneer men de klokken uit 'n
naburig dorp hoort luiden, de
vlammen in de haard helder op
lichten, bonte kraaien in de buurt
van de huizen rondvliegen en de
wilde ganzen trekken in de vorm
van een V.
Als de sneeuw valt in het slijk
Staat de winter aan de dijk.
Vorst met nieuwe maan,
Dan kun je op schaatsen gaan.
Als de dagen voor Kerstmis
Een vlucht voor de Russen
J. Vaszary.
31
Wij achter de Russen aan. Mis
schien konden wij haar helpen op
de een of andere manier. Vanaf de
top van de heuvel werden wij onder
vuur genomen, zodat wij genood
zaakt waren ons languit neer te
werpen en dekking te zoeken.
Toen wij na minuten wachten het
waagden weer op te staan ademloos
naar boven renden was er niemand
meer te zien.
Het had er alle schijn van, dat de
Russen mijn vrouw te pakken ge
kregen en het bos ingesleept had
den. Wij op zoek. Konden niets vin
den. Wanhopig bereikten wij de
dichtstbijzijnde hoeve en vroegen
daar naar de Russen.
Daar hoorden wij, dat er juist drie
Russen gepasseerd waren. Een
vrouw hadden ze niet bij zich ge
had. Dat stelde ons enigszins gerust.
Wij durfden ons niet in te denken,
hoe zij er niettemin aan toe zou
kunnen zijn.
Wanhopig doorzochten wij de hele
omgeving. Tevergeefs.
Het was al laat in de avond toen
wij in een sombere stemming naar
huis terug keerden.
Toch leefde er een waanzinnige
hoop in me, dat zij zich in de om
geving ophield en alleen niet te
voorschijn kwam omdat zij niet wist
dat alle gevaar geweken was.
Wij begonnen luidkeels haar naam
te roepen.
~En daar kwam ze voor de dag,
boven op de heuvel. Lachend ver
mogelijk maakte, de investeringen
te financieren uit de winst. Dank
zij amerikaanse hulp en de crediet-
politiek van de duitse herstelbank,
kwam ook de andere helft bijeen.
De verbeterde positie van de duitse
arbeiders werd niet bereikt door
loonsverhoging, maar door prijs
verlaging.
Wat kunnen wij nu als Neder
landers uit dit Duitse economische
wonder voor lering trekken?
In de eerste plaats dit: de terug
komst van West-Duitsland op de
wereldmarkt is een feit geworden.
Daarnaast is de productie der Duitse
industrie thans weer voldoende.
Toch investeert men grote sommen
en tracht men zelfs een crediet van
de wereldbank te krijgen voor de
Duitse industrie.
Duitsland heeft een maximum aan
hulp van't buitenland gekregen want
het speelde de verslagene, de mach
teloze. Intussen fokte het een flink
overschot op de handelbalans in
Europa. Met een nieuwe Ameri
kaanse lening wil men thans de
gehele industrie rationaliseren, dat
de kostprijs van de Duitse pro
ducten het laagste in Europa wordt.
Dat is de tweede les, die we kunnen
leren.
De derde kunnen we vinden in de
Duitse exportpolitiek. Het is bekend
dat jonge landen graag willen im
porteren, maar langdurige credieten
nodig hebben. West-Duitsland geeft
ze voor vijf of tien jaar. In Brazilië
financiert men een invoer van
machines en auto-onderdelen van
tientallen millioenen guldens.
In India bouwt Krupp een nieuwe
staalfabriek, samen met Demag.
Ongekende ontwikkeling
Voor de investering van de bin
nenlandse industrie stelde de west-
Duitse regering 1 milliard D.M. be
schikbaar. Driekwart daarvan wordt
besteed aan machines en installa
ties. Dit heeft tot gevolg, dat er in
totaal ongeveer 4,5 milliard zal wor
den geïnvesteerd. Een industriële
ontwikkeling van ongekend formaat.
Nederland kan deze ontwikkeling
niet negeren. Wij willen zelf indus
trialiseren enexporteren. Wij moeten
onze industrie daarvoor minstens
evenveel steun geven, als die in
West-Duitsland, willen wij een kans
hebben. Reeds worden wij op ver
scheidene terreinen weer van de
Duitse markt gedrongen: meubels,
confectie, katoen, wol.
Het is als een teken aan de wand.
De voedselproductie van Duitsland
vertoont een groot tekort. Dat wordt
o.m. uit Nederland aangevuld. Nauwe
economische betrekkingen tussen
West-Duitsland en Nederland zijn
in deze tijd niet alleen bittere nood
zaak, ook economisch onvermijdelijk.
Nodig is een nauwe samenwerking
met de regering in Bonn.
telde zij, dat z$ vanaf het eerste
ogenblik geweten had, dat zij aan
de andere zijde van de heuvel ver
loren zou zijn.
Toen had zij zoveel moed en koel
bloedigheid weten op te brengen om
eenvoudig om de heuvel heen te
lopen en zo was zij achter de Rus
sen terecht gekomen. Toen had zij
zich in een bosje verstopt.
Een wending die ons als een won
der voorkwam.
De volgende dag bracht echter
nog groter ontzetting.
Het was zo omstreeks de middag
en wij waren met ons drieën in de
keuken bezig, toen wij in de hof
stemmen hoorden.
Peter keek door het raam en
draaide zich met een ontsteld ge
zicht naar ons toe.
„De rode politie!"
Er was geen tijd meer het huis
uit te vluchten. Zelfs niet uit de
keuken.
Peter ging de politie tegemoet en
wij iets anders was er niet
verborgen ons achter de open deur.
De politie had bericht ontvangen
dat er zich twee vreemdelingen op
de hoeve bevonden. Zij kwamen
huiszoeking doen.
Toen wij dit hoorden, wisten wij
dat het met ons gedaan was.
Zij doorzochten het hele huis. Van
de zolder tot de kelder. Zij braken
de vloeren in de kamers op. Zij
keken de keuken in, waar de bonen
soep op het fornuis stond te prut
telen. Maar zij keurden dit vertrekje
geen blik waardig.
Wij stonden in dodelijke angst een
paar centimeter van hen af, achter
de deur.
Ons hart hamerde dermate, dat
ik bang was dat wij door het geluid
daarvan verraden zouden worden.
Tenslotte raakte de agenten er
van overtuigd, dat er verder nie
mand meer in het huis was. Zij
gingen op de galerij met Peter zit
ten pimpelen. Een paar meter van
de keuken af. De keukendeur stond
bovendien half open.
Het duurde wel drie uur eer zij
besloten om weg te gaan. Al die
tijd moesten wij onbewegelijk blijven
staan, opdat wij toch maar geen
lawaai zouden maken.
Ondertussen verkeerden wij in
voortdurende angst. Want de
agenten stuurden Peter telkens de
keuken in om in de bonensoep te
roeren.
Peter ging dan naar de keuken
en roerde rustig in de soep. Hij
keek 'niet eens naar ons.
Toen de politie eindelijk vertrok,
was mijn vrouw een flauwte nabij.
Ook ik knikte in mijn knieën.
Deze en dergelijke avonturen zorg
den er in elk geval voor, dat wij
ons geen ogenblik verveelden.
Langzaam aan werd 't herfst... In
de lucht werd het koeler. Het regen
de vaker. De bladeren vielen van
de bomen. Het bos bood geen zekere
schuilplaats meer, want de blader
loze bomen en struiken gaven wei
nig dekking. Ook de heuveltop werd
kaal. Wij moesten daar boven een
kuil graven om ongezien te kunnen
uitkijken.
Hoe langer hoe meer verbleven
wij binnenshuis of op de zolder.
Het slechte weer maakte ons on
verschillig voor het gevaar.
Wij begonnen in te zien, dat wij
het hier in de naderende winter wel
niet zouden kunnen bolwerken.
Op een late herfstige middag, wij
waren bezig paddestoelen te zoeken
aan de bosrand, vonden wij het lijk
van Bogér.
Hij lag onder een struik. Zijn kop
was verbrijzeld. Het lijk was in
verre staat van ontbinding.
Alle tekenen wezen erop, dat het
niet de Russen waren, die hem ge
dood hadden. Bogér liet een Rus
nooit dichtbij komen.
Zijn lijk lag in de nabijheid van
de ingegraven wijnvaten. Wij con
cludeerden daaruit, dat een van de
buren hem gedood had, toen hij op
stelen uit was.
Met een stokje onderzochten wij
de inhoud van de wijnvaten. Er was
veel meer uit, dan wij hadden kun
nen opdrinken.
Bogar was al een hele tijd weg
en wij hadden steeds het vermoeden
gehad, dat hem iets overkomen was.
Maar nu wij de zekerheid hadden,
greej!) het ons toch nog aan.
Hij was een trouwe makker ge
weest en een hulp in vele moeilijke
dagen van onze onderduikperiode.
Wij lieten wat tranen en be
groeven hem op de heuvel, waar
hij zo vaak aan onze zijde gelegen
had met een trouwe overgave let
tend op ieder klein geluidje, dat
voor ons gevaar zou kunnen op
leveren.
XX
Een onverwachte gebeurtenis
drong tot snel handelen.
De winter deed zijn intrede.
Onze situatie werd steeds moei
lijker. Wij leden vreselijk van de
plotselinge ongemeen strenge koude.
In het huis stoken konden wij
niet, de Russen hadden immers alle
kachels kapotgeslagen. Alleen in de
keuken konden wij ons verwarmen,
maar daar was het niet raadzaam
ons op te houden. Het keukenraam
opende op het erf en de keuken
deur was naast de voordeur. Het
was de moeilijkste plek om uit
weg te vluchten, als er eens wat te
doen mocht zijn.
Ook de sneeuwval veroorzaakte
niet voorziene moeilijkheden.
Iedere morgen moesten wij hof
en omgeving sneeuwvrij maken, als
wij niet wilden, dat onze schuil
plaatsen door voetsporen verraden
zouden worden.
Wij stonden niet alleen in onze
donker zijn met sneeuw en regen,
dan behoeft men z'n schaatsen nog
niet te slijpen.
December, veranderlijk en zacht,
Geeft een winter, waar men
mee lacht
Na Kerstmis kan het weer echter
omslaan.
Als de dagen lengen
Gaat de winter strengen.
Geeft Kerstmis warme zonne
schijn,
Dan zal er te Pasen nog hout
vuur zijn
Vliegen op Kerstmis de muggen
rond,
Dan dekt op Pasen het ijs de
grond.
Met Januari wordt het menens.
„De Driekoningen hebben harde
koppen."
St. An toon en St. Sebastiaan
(17 en 20 Jan.)
Komen met het hardste van de
winter aan.
Op St. Paulus Bekering stijgt
de winter te paard. (25 Jan.)
Of hij breekt zijn nek met
reuzenvaart.
Schaatsenrijders kunnen hun hart
nog ophalen in Februari.
Februari is nooit zo goed,
Of 't vriest een voet,
En 't sneeuwt een voet.
Als op Lichtmis (2 Februari) de
zon door de galmgaten van de toren
schijnt, krijgen we nog eens zo
veel winter, als we tevoren hebben
gehad.
Lichtmis, helder en klaar
Twee winters in een jaar.
Geen wonder, dat de boeren in
Februari liever een wolf in het veld
zagen dan een ploeg.
Toch begint de zon aan kracht
te winnen en blijven de tekenen
van het voorjaar niet uit.
Februari is nooit zo fel,
Of hij levert zijn drie zomerse
dagen wel.
Flip (Februari) zei: als ik de
macht had van Jan
Liet ik de struif bevriezen in
de pan.
Sint Mathijs (24 Februari) staat
ook als een „koud heer" bekend:
hij maakt of hij breekt het ijs.
Als Sint Mathijs
Geeft sneeuw en ijs,
Dan kan men verwachten,
Dat het zal vriezen nog veertig
nachten.
Wanneer Mathijs zijn naam eer
aandoet, behoeven de schaatsers
hun hoop nog niet te laten varen:
Maart kan zijn staart nog roeren.
Met Sinte Mathijs
Was er nog geen ijs;
Maar met half Maart
Reed men met kar en paard
Over de Dordtse Waard.
van 12 December 1891
De heer B. de Ponti, hoofd van
de school te Oirlo, zou binnenkort
40 jaren in functie zijn.
De heer J. Rutten slaagde te
's Gravenhage als klein-directeur
van de posterijen.
12 December 1903
Op 7 December werd het zilveren
professorsfeest van P. Dionysius
Hageraats onder zeer grote belang
stelling gevierd. Na een plechtige
Hoogmis had een matineé plaats
met talrijke toespraken. De studen
ten voerden een feestcantate uit,
vervaardigd door Pater Apollonius
van der Mazen O.F.M.
Op de sigarenfabriek van G. Aerts
en Zonen alhier werd op 7 Decem
ber een Sint Nicolaasavond ge
houden.
Op 7 December vierden de gilden
Sint Nicolaas, Sint Eligius en Sint
Ambrosius het jaarfeest.
Te Zenderen vierde P. Michael
Smits O. Carm. zijn zilveren pries
terfeest. Bij het H. Misoffer werd
hij geassisteerd door zijn broer
Pater Telesphorus Smits, Pater
Athanasius van Rijswijk en zijn
neef, frater Cronen.
De Venrayer Benvenutus Boom
O.F.M. Cap. zou 19 December te
's Hertogenbosch de heilige Priester
wijding ontvangen. Zijn ouders
waren verhuisd naar Arnhem.
In het Vlakwater schoot de hout
zager Gerard Maassen een prachtige
vos.
De Handboogschutterij „Sint
Hubertus" te Merselo gaf op 6
December de jaarlijkse toneel
uitvoering. Het zangkoor onder
leiding van J. M. Michels deed zijn
best. Opgevoerd werd o.a. „Weg
met de emancipatie".
De politie te Venlo, verzoekt ons
onderstaande waarschuwing ken
baar te maken.
Gedurende de laatste maanden
wordt te 's Gravenhage, Delft, Schie
dam, in het We tland en elders door
vrouwen, gekleed in een costuum,
dat enige overeenkomst toont met
dé klederdracht van een Diacones,
en door mannen, die dan een uni
formpet dragen met het opschrift
in gouden letters „Vrije Evangeli
satie-arbeid: God is Liefde", gecol
porteerd met een blaadje, „De
Bazuin des Vredes" genaamd.
Tegen een vrije gave wordt dit
blaadje huis aan huis te koop aan
geboden. Op het drukwerkje staat
geen prijs aangegeven. De opbrengst
van de verkoop dezer blaadjes zou
ten goede komen aan evangelisatie-
arbeid en gratis gezinshulp.
Gebleken is, dat deze arbeid niet
als serieus kan worden aanvaard.
Onder het mom van weldadigheids-
arbeid worden in hoofdzaak eigen
belangen nagestreefd. Het eventuele
sociale doel wordt als 'n bijkomstig
heid beschouwd. In verband hier
mede wordt ontraden deze bewe
ging op enigerlei wijze te steunen.
De kortelings gedane waarschu
wing ten aanzien van de vereniging
„Hulp in Nood", gevestigd te Rot
terdam, Hooidrift 53, heeft geenszins
betrekking op de sedert 1871 te
Den Haag gevestigde Koninklijk
gekeurde Joodse weldadigheidsver
eniging „Hulp in Nood".
ellende. De bevolking van alle hof
steden verkeerde in dezelfde situatie.
De verbittering werd groot. De
dorpshoofden liepen dagelijks naar
de kommandantura met klachten
over de soldaten. Die moesten be
teugeld worden en verhinderd in
hun strooptochten naar de dorpen,
in hun plunderingen en verkrach
tingen, eindigend veelal in moord.
De Russische kommandantura
loste het probleem op een geestige
wijze op.
Overal werd aangeplakt, dat het
de bevolking op straffe des doods
verboden was Russische soldaten in
huizen binnen te laten.
Met de ze maatregel werd bereikt,
dat de arme boeren niet eens meer
durfden klagen, als dronken en on
tuchtige soldaten de deur van een
klein huisje forceerden en alles
meenamen wat er nog te roven
was.
Aan deze verbittering, die dag op
dag aangroeide, moesten wij den
ken, toen op eens onze toestand
critiek werd.
Op een nacht kwam er een kar
naar de hoeve gereden. Wij vlucht
ten door het raam. De hele nacht
bleven we buiten, in het ijzige bos.
Des morgens stond nog steeds de
kar op het erf. De paarden trap
pelden van koude en ongeduld in
de sneeuw, maar op de kar lagen
de drie Russen, onbewegelijk. Het
scheen, dat zij stomdronken waren
en sliepen.
Toen dat zo tot de middag voort
duurde, wandelde Peter de hof in.
Na een korte tijd kwam hij terug
met de mededeling, dat de drie
Russen dood waren. Zij waren af
gemaakt, hun ogen uitgestoken, hun
neuzen en oren afgesneden.
De rillingen liepen ons over de
rug.
Het was allereerst zaak ons on-
middelijk te ontdoen van deze doden
die, wie weet waar vandaan, door
deze uitgeputte paarden hierheen
waren gebracht.
Maar hoe
Peter koos de eenvoudigste weg,
Hij ging op de kar zitten en dreef
de paarden over velden en wegen
en weiden kilometers verder weg.
Op een open plek in het bos liet hij
ze staan.
Tot ons geluk sneeuwde het die
hele nacht, waardoor alle sporen
uitgewist werden.
Het heeft ons weinig gebaat.
De Russen organiseerden een
grootscheepse jacht op de daders.
Een afdeling van de G.P.U., dertig
man sterk, met de rode politie plus
tolken, hield razzia's op alle boeren-
behuizingen in de omgeving. Nu
eens doken zij hier op dan eens
daar. Zij omsingelden de alleen
staande huizen en hielden rigoureuze
huiszoekingen. Alle verdachte of
twijfelachtige elementen werden ge
arresteerd. De gevangenen, een paar
honderd mannen, werden naar de
G.P.U.-kelders is Kiskünhalas over
gebracht.
Dat was een dodelijke slag voor
ons.
Geen ogenblik twijfelden wij er
aan, dat deze razzia onze hoeve
eveneens bereiken zou. In dat geval
waren wij reddeloos verloren. Alles
leek hopeloos.
Het was niet mogelijk te vluchten,
wij hadden geen plaats waar wij
heen konden gaan. En waarheen wij
ook gingen, het gevaar was overal
even groot. De waarschijnlijkheid
was zelfs groter, dat wij al onder
weg gevangen genomen zouden
worden.
In het huis konden wij niet blij
ven. Aan het bos konden we even
min denken, vanwege de sneeuw en
de koude.
Peter vond, dat er maar één op
lossing was. Schuilen op de zolder
van de ingevallen stal.
Wordt vervolgd.