Een industriële macht WEEKBLAD VOOR VENRAY Halten? Verdelg ze! Ralten? Verdelg ze! Een harde of zachte winter FEUILLETON 'n Actrice zonder schoenen. Uit„Peel en Maas" Waarschuwing tegen Bazuin des Vredes BEL BIJ BRAND 3 9 2 ZATERDAG 12 DECEMBER 1953 No. 50 VEER EN ZEVENTIGSTE JAARGANG MAAS ia ¥J*T niUlCTUdfCN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct p. mm. ABONNEMENTS- E.rv UMo 1 TCtilVtilX prijs PER KWARTAAL f 1.25 Buiten Venrey f 1.45 ONDERVINDT 'I KLEDING WINT 'T PEEL EN DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652 ontwikkelt zich aan onze oostgrens Wanneer de Nederlandse economische wedergeboorte in de wereld wordt beschreven als een wonder, dan zijn er na de oorlog twee wonderen gebeurd in dit oude wereld deel. Het andere wonder heet Duitsland. Dit gedeelde land is als een worm, die men heeft gehalveerd, maar toch blijft leven. Het ene deel van die worm West-Duits- land heeft zich zo lang in allerlei bochten gewrongen, dat het als een zelfstandige staat in de wereld wordt erkend. De economische bloei van de laatste vijf jaar in het land van Adenauer is zo frappant, dat wij het, min of meer verbijsterd, als een realiteit moeten aanvaarden. De vraag moet bij ons opkomen, hoe dit mogelijk is geweest. Zeker, de bezettende mogendheden hebben het verslagen volk over onze oost grens met raad en daad de helpende hand geboden. Maar de hoofdoor zaak ligt toch wel in de ongebroken volkskracht van Duitsland zelf. Een kat in het nauw maakt rare sprongen, is een bekende zegswijze. De sprongen van de westduitse kat getuigen van economische geniali teit op slechts één nuchtere basis: arbeid. De Duitsers hebben hard gewerkt na de oorlog en de- nieuwe bewindhebbers hebben het door schone leuzen verdoofde volk ont- nucnterd met slechts één tegengif: een aantal, bijna vergeten, econo mische wetten, zoals loon naar werken, markteconomie, normale prijsvorming. Geen andere keus Er bestond een industriëel appa raat met vakkennis. Dit was lam gelegd. Het kwam op gang, omdat de arbeiders de keus hadden aan te pakken of te sterven tussen puinhopen. De keus was niet moei lijk. Aanvankelijk lagen de prijzen boven de lonen. De vraag naar goederen was enorm. De fabrikant kon vragen voor zijn product, wat hij wilde. De winsten waren zo hoog, dat ongeveer de helft van de herbouw en uitbreiding van de industrie is gefinancierd uit de winst, die men de duitse consument liet betalen. Er bleek werk genoeg te zijn. In enkele jaren tijds daalde de werk loosheid, die angstwekkend was, tot redelijke cijfers. Men vergete daarbij - niet, dat vluchtelingen uit het oosten steeds het leger dei- werklozen kwamen versterken. Toch daalde het werkloosheidscijfer van September 1951 tot September 1952 van 7.7 pet. tot 6.4 pet. der beroepsbevolking. In drie jaar tijds gaf men 17000.000 mensen werk terug. De productie nam in dit tijd vak met 50 pet. toe en overtrof de vooroorlogse met meer dan 10 pet. De overvloed van producten drukte de prijzen en de spaariust kon toen ook weer bevredigd worden. Pas toen dat punt bereikt was, moest de regering even in grijpen, om enkele scheef getrokken productieprocessen weer recht te trekken. Men stelde 'onder meer een minimum voor zeep vast. In October 1952 kon men bekend maken, dat West-Duitsland nog de helft van de werkloosheid uit 1949 had overgehouden. Het industriëel apparaat draaide weer volop. Hoe kon dat Crediet Voor de helft was dit mogelijk, omdat de duitse regering met soepele fiscale maatregelen het De structuur van de Duitse en Nederlandse economie moet nauwer op elkaar worden afgestemd. Wij kunnen niet alleen naar het zuiden (Benelux) kijken, wij hebben te zoeken naar een economische har monie, ookmet West-Duitsland. Het vergeten van deze noodzaak kost beide landen veel tranen door con currentiestrijd, veel kapitaal onvol doende overleg. Nu is het nog tijd. Onder het motto „Ratten Ver- de zijde V£ Als iedei „haar" ra er zeker ni dan zou i ieder kin< en dat fc kinderen r helemaal doden van een prettij Vele ger rattenbest: rekenen vrijwillige) een ratte porties ui De structuur van de Duitse en Nederlandse economie moet nauwer op elkaar worden afgestemd. Wij kunnen niet alleen naar het zuiden (Benelux) kijken, wij hebben te zoeken naar een economische har monie, ookmet West-Duitsland. Het vergeten van deze noodzaak kost beide landen veel tranen door con currentiestrijd, veel kapitaal onvol doende overleg. Nu is het nog tijd. Onder het motto „Ratten Ver delg zeorganiseert de Planten-; ziektenkundige Dienst in samen-* werking met de gemeente-besturen deze winter weer een landelijke actie ter bestrijding van de bruine rat, nl. in de week van 1219 December 1953. Niemand weet hoeveel ratten er in Nederland zijn. Naar schatting zijn er ongeveer tien millioen, het geen er op neerkomt, dat iedere Nederlander er een rat op na houdt. Ratten planten zich zeer snel voort. Na drie maanden is een rat vol wassen. Bij een dracht van 2126 dagen is het een rattenpaar moge lijk elke maand een nest jongen te hebben, varierende van 5 tot 9 stuks. In een jaar tijd kan dit rattenpaar onder gunstige omstan digheden circa 300 nakomelingen hebben. De schade, die de bruine rat ver oorzaakt, is aanzienlijk. Een rat moet zoals alle andere knaag dieren knagen wil hij zijn knaag tanden op juiste lengte houden. Zijn knaaglust viert hij bot op letterlijk alles: deuren, vloeren, dakbalken, waterleidingen, electri- citeitskabels, emballage enz. Daar naast gaat hij zich te buiten aan eieren en kuikens, ja zelfs biggen en jonge kalveren valt hij aan en wat nog erger is, jonge kinderen en zuigelingen in de wieg zijn niet veilig voor hem. Een rat eet pl.m. 25 gram voedsel per dag. Op een boerderij in Gro ningen werden ongeveer 300 ratten geteld. Een eenvoudig rekensom metje laat zien, dat deze ratten de opbrengst van één hectare in een jaar tijd opvraten. De totale schade door de ratten wordt op 35 millioen gulden per jaar getaxeerd. Naast deze materiële schade be staat er een nog groter gevaar, n.l. het overbrengen van besmette lijke ziekten zowel op mens als dier. De ziekte van Weil, paratyphus, trichynose, mond- en klauwzeer, varkenspest, pseudo-vogelpest vin den in de ratten zeer geschikte verspreiders. Er is derhalve veel aan gelegen, dat bij de komende bestrijdingsactie kan worden gerekend op de mede werking van de gemeentelijke autoriteiten en van de burgerij. Vele honderden gemeenten werken reeds mee in het kader van de landelijke acties of voeren het ge hele jaar door een systematische rattenbestrijding uit. Tegenover de uitstekende resul taten, in deze gemeenten verkregen, staan echter nog vele mislukte acties. Plet merendeel van deze mislukkingen moet volgens de antwoorden op een enquêteformu lier, dat de Plantenziektenkundige Dienst aan alle Nederlandse ge meenten toezond en dat betrekking had op de resultaten van de actie van 1952 worden geweten aan een gebrek aan medewerking van de zijde van de burgerij. Als iedere Nederlander „zijn" of „haar" rat opruimde dan zouden er zeker niet veel overblijven. Maar dan zou iedere vrouw of man en ieder kind op jacht moeten gaan en dat kan nu eenmaal niet. De kinderen moeten er bovendien maar helemaal buiten blijven, want dit doden van dieren is nu niet bepaald een prettig werk. Vele gemeenten hebben reeds een rattenbestrijdingsdienst of kunnen rekenen op de medewerking van vrijwilligers die onder leiding van een ratten-specialist de lokaas porties uitleggen. Teneinde zeker heid te hebben, dat het vergiftigde lokaas op de juiste plaats wordt uitgelegd, is het noodzakelijk, dat iedereen, in wiens omgeving ratten vertoeven, de burgemeester van zijn woonplaats hiervan in kennis stelt. De lokaas-porties zijn bereid op basis van Scilla-extract. Dit lokaas is practisch ongevaarlijk voor mens en huisdieren (behalve voor konijnen). Voorspellingen uit oude almanakken Men behoeft niet enkel in de almanak te bladeren, om te weten of men zijn schaatsen van zolder kan halen; de natuur spreekt ook een duidelijke taal, voor wie haar verstaan kan. Als er in de kraaiappels (gal noten) 'n wormpje zit, krijgt men een strenge winter, want dan kruipen we er door; zit er echter een vliegje in, dan wordt het een zwakke winter, want dan vliegen we er door. Als de zwaluwen vertrekken voor de noten rijp zijn en de wilde ganzen al vroeg overvliegen, als de hazen vet zijn en de katten een dichte vacht hebben, als de veldmuizen hun nesten in de heuvels bouwen en de veenmollen zich al vroeg in het najaar ingraven, moet men zich op een harde winter voorbe reiden Elzenhout vroeg in de knop Een strenge winter wacht ons op. Het vlieggat dicht op de stok (bijenstal) Kost ons vele maandjes blok (houtblokken) Dat is ook het geval, wanneer er veel steenvruchten en eikels zijn, veel hazelnoten en beukennootjes, wanneer de uien drie rokken hebben en de blaren lang aan de bomen blijven. Houden de bomen hun blaren lang, Wees voor een strenge winter bang. Elk ogenblik kan de vorst inval len, wanneer in de winter de sterren schitteren en de punten van de maan duidelijk te zien zijn, wanneer men de klokken uit 'n naburig dorp hoort luiden, de vlammen in de haard helder op lichten, bonte kraaien in de buurt van de huizen rondvliegen en de wilde ganzen trekken in de vorm van een V. Als de sneeuw valt in het slijk Staat de winter aan de dijk. Vorst met nieuwe maan, Dan kun je op schaatsen gaan. Als de dagen voor Kerstmis Een vlucht voor de Russen J. Vaszary. 31 Wij achter de Russen aan. Mis schien konden wij haar helpen op de een of andere manier. Vanaf de top van de heuvel werden wij onder vuur genomen, zodat wij genood zaakt waren ons languit neer te werpen en dekking te zoeken. Toen wij na minuten wachten het waagden weer op te staan ademloos naar boven renden was er niemand meer te zien. Het had er alle schijn van, dat de Russen mijn vrouw te pakken ge kregen en het bos ingesleept had den. Wij op zoek. Konden niets vin den. Wanhopig bereikten wij de dichtstbijzijnde hoeve en vroegen daar naar de Russen. Daar hoorden wij, dat er juist drie Russen gepasseerd waren. Een vrouw hadden ze niet bij zich ge had. Dat stelde ons enigszins gerust. Wij durfden ons niet in te denken, hoe zij er niettemin aan toe zou kunnen zijn. Wanhopig doorzochten wij de hele omgeving. Tevergeefs. Het was al laat in de avond toen wij in een sombere stemming naar huis terug keerden. Toch leefde er een waanzinnige hoop in me, dat zij zich in de om geving ophield en alleen niet te voorschijn kwam omdat zij niet wist dat alle gevaar geweken was. Wij begonnen luidkeels haar naam te roepen. ~En daar kwam ze voor de dag, boven op de heuvel. Lachend ver mogelijk maakte, de investeringen te financieren uit de winst. Dank zij amerikaanse hulp en de crediet- politiek van de duitse herstelbank, kwam ook de andere helft bijeen. De verbeterde positie van de duitse arbeiders werd niet bereikt door loonsverhoging, maar door prijs verlaging. Wat kunnen wij nu als Neder landers uit dit Duitse economische wonder voor lering trekken? In de eerste plaats dit: de terug komst van West-Duitsland op de wereldmarkt is een feit geworden. Daarnaast is de productie der Duitse industrie thans weer voldoende. Toch investeert men grote sommen en tracht men zelfs een crediet van de wereldbank te krijgen voor de Duitse industrie. Duitsland heeft een maximum aan hulp van't buitenland gekregen want het speelde de verslagene, de mach teloze. Intussen fokte het een flink overschot op de handelbalans in Europa. Met een nieuwe Ameri kaanse lening wil men thans de gehele industrie rationaliseren, dat de kostprijs van de Duitse pro ducten het laagste in Europa wordt. Dat is de tweede les, die we kunnen leren. De derde kunnen we vinden in de Duitse exportpolitiek. Het is bekend dat jonge landen graag willen im porteren, maar langdurige credieten nodig hebben. West-Duitsland geeft ze voor vijf of tien jaar. In Brazilië financiert men een invoer van machines en auto-onderdelen van tientallen millioenen guldens. In India bouwt Krupp een nieuwe staalfabriek, samen met Demag. Ongekende ontwikkeling Voor de investering van de bin nenlandse industrie stelde de west- Duitse regering 1 milliard D.M. be schikbaar. Driekwart daarvan wordt besteed aan machines en installa ties. Dit heeft tot gevolg, dat er in totaal ongeveer 4,5 milliard zal wor den geïnvesteerd. Een industriële ontwikkeling van ongekend formaat. Nederland kan deze ontwikkeling niet negeren. Wij willen zelf indus trialiseren enexporteren. Wij moeten onze industrie daarvoor minstens evenveel steun geven, als die in West-Duitsland, willen wij een kans hebben. Reeds worden wij op ver scheidene terreinen weer van de Duitse markt gedrongen: meubels, confectie, katoen, wol. Het is als een teken aan de wand. De voedselproductie van Duitsland vertoont een groot tekort. Dat wordt o.m. uit Nederland aangevuld. Nauwe economische betrekkingen tussen West-Duitsland en Nederland zijn in deze tijd niet alleen bittere nood zaak, ook economisch onvermijdelijk. Nodig is een nauwe samenwerking met de regering in Bonn. telde zij, dat z$ vanaf het eerste ogenblik geweten had, dat zij aan de andere zijde van de heuvel ver loren zou zijn. Toen had zij zoveel moed en koel bloedigheid weten op te brengen om eenvoudig om de heuvel heen te lopen en zo was zij achter de Rus sen terecht gekomen. Toen had zij zich in een bosje verstopt. Een wending die ons als een won der voorkwam. De volgende dag bracht echter nog groter ontzetting. Het was zo omstreeks de middag en wij waren met ons drieën in de keuken bezig, toen wij in de hof stemmen hoorden. Peter keek door het raam en draaide zich met een ontsteld ge zicht naar ons toe. „De rode politie!" Er was geen tijd meer het huis uit te vluchten. Zelfs niet uit de keuken. Peter ging de politie tegemoet en wij iets anders was er niet verborgen ons achter de open deur. De politie had bericht ontvangen dat er zich twee vreemdelingen op de hoeve bevonden. Zij kwamen huiszoeking doen. Toen wij dit hoorden, wisten wij dat het met ons gedaan was. Zij doorzochten het hele huis. Van de zolder tot de kelder. Zij braken de vloeren in de kamers op. Zij keken de keuken in, waar de bonen soep op het fornuis stond te prut telen. Maar zij keurden dit vertrekje geen blik waardig. Wij stonden in dodelijke angst een paar centimeter van hen af, achter de deur. Ons hart hamerde dermate, dat ik bang was dat wij door het geluid daarvan verraden zouden worden. Tenslotte raakte de agenten er van overtuigd, dat er verder nie mand meer in het huis was. Zij gingen op de galerij met Peter zit ten pimpelen. Een paar meter van de keuken af. De keukendeur stond bovendien half open. Het duurde wel drie uur eer zij besloten om weg te gaan. Al die tijd moesten wij onbewegelijk blijven staan, opdat wij toch maar geen lawaai zouden maken. Ondertussen verkeerden wij in voortdurende angst. Want de agenten stuurden Peter telkens de keuken in om in de bonensoep te roeren. Peter ging dan naar de keuken en roerde rustig in de soep. Hij keek 'niet eens naar ons. Toen de politie eindelijk vertrok, was mijn vrouw een flauwte nabij. Ook ik knikte in mijn knieën. Deze en dergelijke avonturen zorg den er in elk geval voor, dat wij ons geen ogenblik verveelden. Langzaam aan werd 't herfst... In de lucht werd het koeler. Het regen de vaker. De bladeren vielen van de bomen. Het bos bood geen zekere schuilplaats meer, want de blader loze bomen en struiken gaven wei nig dekking. Ook de heuveltop werd kaal. Wij moesten daar boven een kuil graven om ongezien te kunnen uitkijken. Hoe langer hoe meer verbleven wij binnenshuis of op de zolder. Het slechte weer maakte ons on verschillig voor het gevaar. Wij begonnen in te zien, dat wij het hier in de naderende winter wel niet zouden kunnen bolwerken. Op een late herfstige middag, wij waren bezig paddestoelen te zoeken aan de bosrand, vonden wij het lijk van Bogér. Hij lag onder een struik. Zijn kop was verbrijzeld. Het lijk was in verre staat van ontbinding. Alle tekenen wezen erop, dat het niet de Russen waren, die hem ge dood hadden. Bogér liet een Rus nooit dichtbij komen. Zijn lijk lag in de nabijheid van de ingegraven wijnvaten. Wij con cludeerden daaruit, dat een van de buren hem gedood had, toen hij op stelen uit was. Met een stokje onderzochten wij de inhoud van de wijnvaten. Er was veel meer uit, dan wij hadden kun nen opdrinken. Bogar was al een hele tijd weg en wij hadden steeds het vermoeden gehad, dat hem iets overkomen was. Maar nu wij de zekerheid hadden, greej!) het ons toch nog aan. Hij was een trouwe makker ge weest en een hulp in vele moeilijke dagen van onze onderduikperiode. Wij lieten wat tranen en be groeven hem op de heuvel, waar hij zo vaak aan onze zijde gelegen had met een trouwe overgave let tend op ieder klein geluidje, dat voor ons gevaar zou kunnen op leveren. XX Een onverwachte gebeurtenis drong tot snel handelen. De winter deed zijn intrede. Onze situatie werd steeds moei lijker. Wij leden vreselijk van de plotselinge ongemeen strenge koude. In het huis stoken konden wij niet, de Russen hadden immers alle kachels kapotgeslagen. Alleen in de keuken konden wij ons verwarmen, maar daar was het niet raadzaam ons op te houden. Het keukenraam opende op het erf en de keuken deur was naast de voordeur. Het was de moeilijkste plek om uit weg te vluchten, als er eens wat te doen mocht zijn. Ook de sneeuwval veroorzaakte niet voorziene moeilijkheden. Iedere morgen moesten wij hof en omgeving sneeuwvrij maken, als wij niet wilden, dat onze schuil plaatsen door voetsporen verraden zouden worden. Wij stonden niet alleen in onze donker zijn met sneeuw en regen, dan behoeft men z'n schaatsen nog niet te slijpen. December, veranderlijk en zacht, Geeft een winter, waar men mee lacht Na Kerstmis kan het weer echter omslaan. Als de dagen lengen Gaat de winter strengen. Geeft Kerstmis warme zonne schijn, Dan zal er te Pasen nog hout vuur zijn Vliegen op Kerstmis de muggen rond, Dan dekt op Pasen het ijs de grond. Met Januari wordt het menens. „De Driekoningen hebben harde koppen." St. An toon en St. Sebastiaan (17 en 20 Jan.) Komen met het hardste van de winter aan. Op St. Paulus Bekering stijgt de winter te paard. (25 Jan.) Of hij breekt zijn nek met reuzenvaart. Schaatsenrijders kunnen hun hart nog ophalen in Februari. Februari is nooit zo goed, Of 't vriest een voet, En 't sneeuwt een voet. Als op Lichtmis (2 Februari) de zon door de galmgaten van de toren schijnt, krijgen we nog eens zo veel winter, als we tevoren hebben gehad. Lichtmis, helder en klaar Twee winters in een jaar. Geen wonder, dat de boeren in Februari liever een wolf in het veld zagen dan een ploeg. Toch begint de zon aan kracht te winnen en blijven de tekenen van het voorjaar niet uit. Februari is nooit zo fel, Of hij levert zijn drie zomerse dagen wel. Flip (Februari) zei: als ik de macht had van Jan Liet ik de struif bevriezen in de pan. Sint Mathijs (24 Februari) staat ook als een „koud heer" bekend: hij maakt of hij breekt het ijs. Als Sint Mathijs Geeft sneeuw en ijs, Dan kan men verwachten, Dat het zal vriezen nog veertig nachten. Wanneer Mathijs zijn naam eer aandoet, behoeven de schaatsers hun hoop nog niet te laten varen: Maart kan zijn staart nog roeren. Met Sinte Mathijs Was er nog geen ijs; Maar met half Maart Reed men met kar en paard Over de Dordtse Waard. van 12 December 1891 De heer B. de Ponti, hoofd van de school te Oirlo, zou binnenkort 40 jaren in functie zijn. De heer J. Rutten slaagde te 's Gravenhage als klein-directeur van de posterijen. 12 December 1903 Op 7 December werd het zilveren professorsfeest van P. Dionysius Hageraats onder zeer grote belang stelling gevierd. Na een plechtige Hoogmis had een matineé plaats met talrijke toespraken. De studen ten voerden een feestcantate uit, vervaardigd door Pater Apollonius van der Mazen O.F.M. Op de sigarenfabriek van G. Aerts en Zonen alhier werd op 7 Decem ber een Sint Nicolaasavond ge houden. Op 7 December vierden de gilden Sint Nicolaas, Sint Eligius en Sint Ambrosius het jaarfeest. Te Zenderen vierde P. Michael Smits O. Carm. zijn zilveren pries terfeest. Bij het H. Misoffer werd hij geassisteerd door zijn broer Pater Telesphorus Smits, Pater Athanasius van Rijswijk en zijn neef, frater Cronen. De Venrayer Benvenutus Boom O.F.M. Cap. zou 19 December te 's Hertogenbosch de heilige Priester wijding ontvangen. Zijn ouders waren verhuisd naar Arnhem. In het Vlakwater schoot de hout zager Gerard Maassen een prachtige vos. De Handboogschutterij „Sint Hubertus" te Merselo gaf op 6 December de jaarlijkse toneel uitvoering. Het zangkoor onder leiding van J. M. Michels deed zijn best. Opgevoerd werd o.a. „Weg met de emancipatie". De politie te Venlo, verzoekt ons onderstaande waarschuwing ken baar te maken. Gedurende de laatste maanden wordt te 's Gravenhage, Delft, Schie dam, in het We tland en elders door vrouwen, gekleed in een costuum, dat enige overeenkomst toont met dé klederdracht van een Diacones, en door mannen, die dan een uni formpet dragen met het opschrift in gouden letters „Vrije Evangeli satie-arbeid: God is Liefde", gecol porteerd met een blaadje, „De Bazuin des Vredes" genaamd. Tegen een vrije gave wordt dit blaadje huis aan huis te koop aan geboden. Op het drukwerkje staat geen prijs aangegeven. De opbrengst van de verkoop dezer blaadjes zou ten goede komen aan evangelisatie- arbeid en gratis gezinshulp. Gebleken is, dat deze arbeid niet als serieus kan worden aanvaard. Onder het mom van weldadigheids- arbeid worden in hoofdzaak eigen belangen nagestreefd. Het eventuele sociale doel wordt als 'n bijkomstig heid beschouwd. In verband hier mede wordt ontraden deze bewe ging op enigerlei wijze te steunen. De kortelings gedane waarschu wing ten aanzien van de vereniging „Hulp in Nood", gevestigd te Rot terdam, Hooidrift 53, heeft geenszins betrekking op de sedert 1871 te Den Haag gevestigde Koninklijk gekeurde Joodse weldadigheidsver eniging „Hulp in Nood". ellende. De bevolking van alle hof steden verkeerde in dezelfde situatie. De verbittering werd groot. De dorpshoofden liepen dagelijks naar de kommandantura met klachten over de soldaten. Die moesten be teugeld worden en verhinderd in hun strooptochten naar de dorpen, in hun plunderingen en verkrach tingen, eindigend veelal in moord. De Russische kommandantura loste het probleem op een geestige wijze op. Overal werd aangeplakt, dat het de bevolking op straffe des doods verboden was Russische soldaten in huizen binnen te laten. Met de ze maatregel werd bereikt, dat de arme boeren niet eens meer durfden klagen, als dronken en on tuchtige soldaten de deur van een klein huisje forceerden en alles meenamen wat er nog te roven was. Aan deze verbittering, die dag op dag aangroeide, moesten wij den ken, toen op eens onze toestand critiek werd. Op een nacht kwam er een kar naar de hoeve gereden. Wij vlucht ten door het raam. De hele nacht bleven we buiten, in het ijzige bos. Des morgens stond nog steeds de kar op het erf. De paarden trap pelden van koude en ongeduld in de sneeuw, maar op de kar lagen de drie Russen, onbewegelijk. Het scheen, dat zij stomdronken waren en sliepen. Toen dat zo tot de middag voort duurde, wandelde Peter de hof in. Na een korte tijd kwam hij terug met de mededeling, dat de drie Russen dood waren. Zij waren af gemaakt, hun ogen uitgestoken, hun neuzen en oren afgesneden. De rillingen liepen ons over de rug. Het was allereerst zaak ons on- middelijk te ontdoen van deze doden die, wie weet waar vandaan, door deze uitgeputte paarden hierheen waren gebracht. Maar hoe Peter koos de eenvoudigste weg, Hij ging op de kar zitten en dreef de paarden over velden en wegen en weiden kilometers verder weg. Op een open plek in het bos liet hij ze staan. Tot ons geluk sneeuwde het die hele nacht, waardoor alle sporen uitgewist werden. Het heeft ons weinig gebaat. De Russen organiseerden een grootscheepse jacht op de daders. Een afdeling van de G.P.U., dertig man sterk, met de rode politie plus tolken, hield razzia's op alle boeren- behuizingen in de omgeving. Nu eens doken zij hier op dan eens daar. Zij omsingelden de alleen staande huizen en hielden rigoureuze huiszoekingen. Alle verdachte of twijfelachtige elementen werden ge arresteerd. De gevangenen, een paar honderd mannen, werden naar de G.P.U.-kelders is Kiskünhalas over gebracht. Dat was een dodelijke slag voor ons. Geen ogenblik twijfelden wij er aan, dat deze razzia onze hoeve eveneens bereiken zou. In dat geval waren wij reddeloos verloren. Alles leek hopeloos. Het was niet mogelijk te vluchten, wij hadden geen plaats waar wij heen konden gaan. En waarheen wij ook gingen, het gevaar was overal even groot. De waarschijnlijkheid was zelfs groter, dat wij al onder weg gevangen genomen zouden worden. In het huis konden wij niet blij ven. Aan het bos konden we even min denken, vanwege de sneeuw en de koude. Peter vond, dat er maar één op lossing was. Schuilen op de zolder van de ingevallen stal. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1953 | | pagina 1