De K.V.P. in Limburg vertoont
een somber beeld
Katnurboter tegen f 1.- per kilo?
Ons gevangeniswezen
een eeuw geleden
Neisies.heden °Tei
FEUILLETON
'n Actrice zonder
schoenen.
BEL BIJ BRAND
3 9 2
„Boerenstand
ongerust"
ZATERDAG 7 NOVEMBER 1953 No. 45
VIER EN ZEVENTIGSTB JAARGANG
W PEEL EN MAAS W
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WPPKRT HH VOOR VPNP1Y PM OM^ITRPIfPlV ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. p. mm. ABONNEMENTS-
GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652 VVCDIVDLflU VOUIV V DIlIVrt I E.i> WiVlO 1 IMJIVEilX PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 Bulten Venray f 1.45
Houding van „duiventil-leden" gegispt.
De activiteit der K.V.P. in het
Tuiden vertoont een weinig roos
kleurig beeld. Daarvan getuigden
zowel de redevoeringen van voor
zitter Joosten van de Kring Lim
burg en van de nationaal penning
meester Alberts, als het jaarver
slag van kringsecretaris Dolmans,
tijdens de Zaterdag te Roermond
gehouden jaarvergadering van de
Kring LimLurg.
„Er heerst in brede kringen apa
thie" verklaarde de Limb, voorzit
ter en hij illustreerde deze consta
tering met enige sprekende cijfers:
In 1946 telde de partij in Lim
burg 80—90.000 leden, welk aan
tal dit voorjaar gezakt was tot
ruim 48.000 en op het ogenblik
is men nog niet aan de 30.000.
Een hele rij afdelingen hebben
nog niet afgerekend en de begro
ting wijst een tekort van f 9.400
aan. Het aantal Limburgse leden
in de partijraad, reeds gezakt van
14 op 11, zal als gevolg van deze
laksheid wellicht dalen tot 7. „Zo
kan het niet langer doorgaan",
verzuchtte de Voorzitter.
Te veel meent men, dat vorming
en voorlichting achterwege kunnen
blijven, als er geen verkiezingen in
het vooruitziil.t zijn. De verkie
zingen in Juli '52 moesten toch een
teken aan de wand zijn geweest.
Een Maasnielse afgevaardigde,
Joosten, wns van oordeel, dat er
maar eens rigoureuze maatrege
len moesten genomen worden
tegen de lakse afdelingsbesturen.
Ï.Ic-n moet de knuppel maar eens
in het hoenderhok gooien en niet
bang zijn sommige mensen van
invloed tegen het hoofd te stoten.
De vergadering beklemtoonde
deze zienswijze met applaus.
Uit het jaarverslag van secretaris
Dolmans bleek, dat de wat activi
teit betreft „dorre rayons" in ver
schillende delen van Limburg
gevonden worden. Limburg telt
momenteel 36 werkgroepen, vrij
regelmatig over het gewest ver
spreid en tezamen 468 leden omvat
tend, Enige uitzonderingen daar
gelaten vindt hun activiteit nog te
weinig weerslag in studierapporten.
Van het instituut der Stootroepen
telt Limburg 11 groepen. Per 14 Oc
tober telde de Kring Limburg 27.624
leden.
„Waar is onze strijdbare
offervaardigheid
Uit de uiteenzetting van de heer
Alberts bleek, dat het Zuiden in
verhouding tot het gehele land een
extra slecht figuur slaat.
Vroeger waren boven de Moerdijk
55 pet der katholieke kiezers lid der
K.V.P. en leverden Brabant en Lim
burg de resterende 45 pet. Thans is
de verhouding 70 30 geworden.
Sinds 1948 liep de partij terug
van 430.000 op 280.000 leden. Men
is blijkbaar bang voor die twee on
nozele guldens contributie. En dat
terwijl de communisten f 15, de
P. vd. A. f 7 en de andere politieke
partijen gemiddeld f 5 contributie
betalen. Waar is onze strijdbare
offervaardigheid gebleven?
De heer Alberts gispte de houding
van de „duiventil-leden", die slechts
in beweging komen als het de ge
meenteraadsvergaderingen betreft
en geen oog hebben voor het grote
geheel.
Op voorstel van het Tweede
Kamerlid J. Peters werd besloten,
dat de Kring Limburg zal pro
testeren tegen de gevangenneming
van de Poolse kardinaal Vyszynski.
Aan de afgetreden partij-voorzitter
Andriessen en aan prof. Romme
werden telegrammen met goede
wensen gezonden.
De Linie schrijft hierover:
Een lawine Amerikaanse natuur
boter hangt boven onze Europese
hoofden. Zij bezorgt minister Mans-
holt, die ons zo braaf margarine
liet eten om andere landen te kun
nen volstoppen met roomboter,
meer hoofdpijn, dan hij ooit sedert
de bevrijding heeft gehad.
De Amerikaanse boeren immers
zijn niet voor de poes en wisten
onder Truman een vernuftig sy
steem van staatssteun doorgevoerd
te krijgen, waardoor in de Ver
enigde Staten nu voorraden agra
rische producten, ter waarde van
milliarden guldens, zijn opgesta
peld
Deze hangen nu als een „donkere
wolk" boven de wereldmarkt, alle
agrarische prijsstelsels ondermij
nend. Zorgwekkend vooral is, dat
deze staatsvoorraden elke dag blij
ven toenemen. Er moet dus wor-
Een vlucht voor de Russen
J. Vaszary.
26
Met 'n beetje inspanning werkte
ik me op zolder. Om me heen alles
stil en duister. Toen mijn ogen wat
gewend waren, kon ik de omtrek
ken van de voorwerpen onderschei
den.
In een hoek, op een matras, zag
ik mijn vrouw. Ze sliep rustig.
Ik herademde.
Voorlopig wilde ik haar slaap
niet storen. Ik overlegde bij mezelf
wat me doen stond. Het was niet
raadzaam naar het huis terug te
gaan. Het verstandigste was voor
lopig op deze zolder te blijven,
De nacht leek geen einde te
nemen. Het wachten duurde een
eeuwigheid. Eindelijk begon het te
schemeren.
Ergens, heel dichtbij, vielen enige
schoten.
Mijn vrouw schrok wakker. Ze
keek mij verbaasd aan.
„Jij hier? Wat is er gebeurd?
Ik vertelde in een paar woorden
wat er voorgevallen was.
Haar eerste gedachte was, wat
ook mij door 't hoofd was gegaan.
„En wij dachten, dat we hier
veilig waren! Het is verschrikkelijk
en wat komt er nog, als de eerste
dag zo inzet En wat kunnen wij
hier alleen? Zonder Peter gaat het
niet."
Ik trachtte haar gerust te stellen
al ging het me niet te best af. Tot
den gespuid, ook al omdat opslag
ruimte niet in voldoende mate ter
beschikking staat. Dit spuien kan
evenwel niet binnen de Amerikaanse
rijksgrenzen geschieden en daarom
is de regering der Verenigde Staten
bij de wet gemachtigd, haar voor
raden boter, katoen en graan tot
spotprijzen over te doen aan be
vriende naties.
De natuurboter, zo werd in Fran-
rijk vernomen, zal geleverd worden
tegen de prijs van tachtig francs
per kilogram, franco Europese
haven. Nog geen gulden per kilo
gram dus. Het gaat hierbij niet om
een incidenteel aanbod van een
restant, doch om kwantiteiten van
millioenen ton, die tegen afbraak-
prijzen verkrijgbaar worden gesteld.
De Franse regering verklaarde
aanstonds, interesse te hebben voor
deze aanlokkelijke aanbiedingen van
over de Atlantische Oceaan, ondanks
de bezwaren van het ministerie van
de middag zaten wij op de zolder.
De honger verleidde ons naar be
neden te gaan.
Alles wat mij meegebracht had
den, was gisteren bij de bosrand
begraven. In een van de pakken
zat brood en spek. Wij gingen er
heen, om dat er uit te halen.
De hof, het huis, alles was stil
en verlaten.
Wij slopen onder dekking van de
struiken in de richting van het bos,
Na iedere tien meter bleven wij
staan, keken links en rechts of wij
geen beweging zagen en geen ge
luid hoorden.
Het herinnerde mij aan mijn In
dianen-boeken uit mijn kinderjaren
en ik moest glimlachen.
Wij kwamen aan de rand van
het bos en vonden de etenswaren.
Nu hadden we nog geen mes om
het brood en spek te snijden. De
struik, waaronder de begraven cou
verts lagen, was enige honderden
meters van ons af, onder aan de
heuvel. Ik wilde daarheen gaan en
mes halen.
Mijn vrouw beweerde echter, dat
zij voorzichtiger was en meer ver
stand had van dergelijke dingen.
Zij zou het wel doen.
Zo bleef ik onder de struik en
keek naar haar gemanoeuvreer.
Dermate geruisloos sloop zij voor
uit tussen de struiken, dat zij een
Sioux-Indiaan beschaamd had doen
staan.
Zij kroop tegen de heuvel op,
bleef soms minutenlang op de grond
liggen wachten, bewegingloos, alsof
zij gevaar geroken had. Het duurde
wel een half uur, tot zij bij de
struik was.
Toen woelde zij met haar hand
door de grond en al gauw glins-
sterde er een mes. Zij stond op en
keek zorgvuldig om zich heen.
Landbouw, dat de belangen der
inheemse boterboeren beschermen
wil. Het Franse ministerie van
Economische Zaken daarentegen
komt op voor de consumenten en
zoekt naar een egalisatie-mogelijk
heid van de prijs der geïmporteerde
boter, die de verbruikers een lagere
boterprijs verschaffen zou, zonder
de Franse producenten een ruïneuze
concurrentie aan te doen. Het
Amerikaanse aanbod is evenwel zo
enorm groot, dat zelfs deze oplos
sing een moordend effect dreigt te
hebben voor de Franse zuivel.
Te Berlijn gingen de Amerikanen
zelf over tot het gratis distribueren
van een millioen pond natuurboter
onder de behoeftige bevolking.
Voor Nederland (enDenemarken)
wordt daardoor een ernstige situatie
geschapen, omdat wanneer de Ame
rikanen „mir nichts, dir niehts" te
werk gaan, de Nederlandse natuur
boter belangrijke exportmarkten
verliezen moet.
Er zijn natuurlijk vele Nederlandse
huisvrouwen, die ook van de Ame
rikaanse boter a een gulden per
kilogram zouden willen profiteren.
De kans daartoe krijgen zij zeker
niet, omdat deze dumping-boter
ongetwijfeld buiten de landsgrenzen
gehouden wordt. Het is al erg ge
noeg, dat onze export gevaar loopt.
De binnenlandse markt voorzo
ver die er nog is dient althans
voor de Nederlandse zuivelboer be
houden te blijven. Voor één keer
zullen wij het genoegen kunnen
beleven, Unilever met onze land
bouwers solidair te zien, want a
raison van één gulden per kilogram
zuu zelfs Blue Band het afleggen
tegen de Amerikaanse natuurboter.
In het belang van de export heb
ben wij ons niet alleen de natuur
boter uit de mond gespaard, maar
ook onze melk laten afromen tot
een gestandaardiseerd product met
slechts 2,5 percent vetgehalte, waar
door de reputatie van Nederland
in zijn voornaamste zuivelproduct
aanzienlijke schade leed.
Bij de wending, die de wereld-
zuivelmarkt thans neemt, moge
althans worden besloten aan de
doelloos geworden afroming een
eind te maken, opdat onze kinderen
na ruim acht jaar bevrijding einde
lijk weer eens echte, volle melk,
die goed smaakt, genieten kunnen.
K A Bij moeilijk-
w 1 w J w w J voor raad en
inlichtingen is de R.K. Vereniging
tot Bescherming van Meisjes:
Mevr. W. v.d. Munckhof-S angers
Grote Straat 28, Tel. 581;
Mevr. M. v.d. Hombergh-Bot,
Oostsingel 6, Tel. 393;
Mevr. A. Pijls-Drenth,
Grote Straat 14;
Mej. T. Coenen, Patersstraat 30,
Tel. 588; Mej. T. Paping, Paters
straat 30; Mej. M. Pijls, Grote str.
14a, Tel. 673; Mevr. Baronesse de
Weichs de Wenne, Geijsteren, Tel.
250; Mevr. vd. Haar, Blitterswijck,
D 67, Tel. 263.
Daarna keerde zij zich naar mij en
riep:
„Hallo! Kom eens hier
„Wat is er gebeurd? Is er iets?"
„Niets. Ik zie niemand. Alles is
stil en verlaten. Het is dus hele
maal niet nodig, zo voorzichtig te
zijn. Ik dacht naar de top van deze
heuvel te gaan. Dat is veiliger dan
het bos. Van daaruit kun je naar
alle leanten uitzien. Dan merken
we direct als er iemand aankomt.
En we kunnen ook het huis beter
overzien."
Zij had gelijk.
We beklommen de heuvel. Daar,
verborgen tussen de struiken, had
den wij zicht naar alle kanten.
Wij aten het brood en het spek
op en wachtten.
Gelukkig was het een warme
voorjaarsdag, het was prettig in
de zon te zitten.
Wij overlegden wat ons te doen
stond als Peter niet meer mocht
komen opdagen. Zonder hem zou
den we het niet kunnen bolwerken.
Morgen is het weer Zondag en
komt de oude vrouw met 't brood.
We kunnen ons niet aan haar ver
tonen. Wie zal het brood van haar
overnemen? Op de een of andere
manier komt zij er achter, dat Peter
gearresteerd is. Dan zal zij niet
meer terug komen en zouden wij
geheel van de wereld afgesloten
zijn."
„Onder dergelijke omstandigheden
kan ik niet koken", zei mijn vrouw
„Nog minder brood bakken. En we
hebben net ons laatste stuk brood
opgegeten!"
„Maar waar moeten wij dan heen
en wat moeten wij dan doen?
Het viel ons in dat wij niet eens
wisten waar wij waren. Wij waren
in de nacht aangekomen onder de
leiding van Peter. Pirto zouden we
Merkwaardige dingen
speelden zich vroeger af
Het is wellicht niet onaardig juist
nu eens iets te vertellen van de
toestanden zoals de zoon van de
bekende staatsman Gijsbert Karei
van Hogendorp die aantrof op een
door hem in het jaar 1823 tezamen
met de later bekend geworden
schrijver en historicus Jacob van
I.ennep gemaakte voetreis door het
Koninkrijk der Nederlanden.
De oude van Hogendorp had blijk
baar 'n speciale belangstelling voor
de toestanden in de strafgestichten,
want zijn zoon heeft er op zijn rond
reis heel wat bezocht. Van Lennep
was van die bezoeken zelfs danig
onder de indruk, zoals blijkt uit zijn
brieven, welke hij regelmatig naar
huis schreef en welke enige jaren
geleden gepubliceerd werden.
Blijkbaar had de oude van Hogen
dorp gegevens, welke hem deden
vermoeden, dat de toestanden verre
van fraai waren en dat verbetering
hoog nodig was. Wij laten gaarne
van Lennep aan het woord en het
oordeel aan onze lezers.
De „Krententuin"
Te Hoorn bezochten de beide
jongelui 't „Bedelaarshuis", de te
genwoordige gevangenis of „rijks
werkinrichting" die in de vollcsmond
„Krententuin" genoemd wordt.
Er verbleven mannen en vrouwen,
die aldaar tewerk gesteld waren.
Echtparen mochten ééns per week
elkaar op een afstandje zien, doch
niet met elkaar converseren. Er
was een school in 't gesticht waar
de „ondermeester" 13 jaar en som
mige leerlingen 20 waren!
Een bedelaar werd de eerste
keer gevateen half jaar te Hoorn
opgesloten. Bij de eerste herhaling
een jaar en zo vervolgens steeds
een verhoging van 6 maanden, tenzij
hij in die tussentijd niet naar het
beruchte Ommersehans was opge
stuurd. Daarvoor golden n.l. géén
grenzen en eenmaal daar aange
land was „hun lot niet te berekenen"
zoals de kroniekschrijver zeide.
v«n ge
sticht te Ommersehans, onder lei
ding van een officier van het leger
en bewaakt door een 25-tal soldaten,
v/as: „Wie niet werkt zal ook niet
eten" en dit werd letterlijk in prac-
tijk gebracht. Hij die half werkte
kreeg een half rantsoen en hij die
in het geheel niet werkte kreeg
niets te eten.
Er waren ook vrouwen opgesloten
en zelfs kinderen. De vrouwen moes
ten breien en spinnen, doch mochten
niet meer dan een bepaald bedrag
verdienen, zodat zij nooit aan enige
oververdiensten toekwamen en dus
gedoemd waren ten eeuwigen dage
in dit spinhuis opgesloten te blijven.
Van Lennep vertelde dat hem het
ochtend- en avondeten der kinderen
getoond werd, bestaande uit totaal
een half kommiesbrood (kuch, zou
den wij zeggen, niet meer dan twee
kadetjes) en op dit rantsoen moes
ten twee kinderen een ganse week
teren....
Het „geneeskundig" toezicht was
opgedragen aan 'n uit Duitsland ge
bannen kwakzalver, welke voor 't
lichamelijk heil der 996 zielen van
Ommersehans moest zorgen en
ergens aan de Dedemsvaart in een
hol woonde en „van alle kruiden
alleen de kropsalade bij naam kende".
Het tuchthuis te Leeuwarden be
vatte in die tijd 389 veroordeelden,
terwijl het slechts plaats bood aan
150 man! Men weefde en maakte
pijpedopjes, welke vroeger op de
stenen pijpen gebruikt werden om
het weg vliegen der vonken te voor
komen. Hard werd er niet gewerkt
want 'n gedetineerde kon hoogstens
per jaar 12 gulden overhouden.
De zelfde woningtoestanden kwa
men ook elders voor. Zo te Gronin
gen in een gevangenis voor „zware
jongens" waar er 70 huisden op een
ruimte bestemd voor 24.
Kanarievogels te koop
Een kleine gevangenis was Vol-
lenhove rijk. De 48 gevangenen
waren ondergebracht in een verval
len kasteel, waarvan de meeste
gebouwen in puin lagen. De be
zoekers werden door de gevange
nen pijpedoppen en... kanarievogels
te koop aangeboden!!
Het „huis van arrest" te[Zutphen
bleek de verdoolden dezer maat
schappij beter voedsel te verstrek
ken dan te Ommersehans het ge
val was. De gevangenen verrichtten
echter geen arbeid en waren der
halve te duur Bezienswaardig en
aan de vergetelheid ontrukt werd
het beeld van een booswicht met
een keten aan het been.... De lokalen
waren echter goed en luchtig.
Gebrek aan arbeid bleek in
meerdere gevangenissen de kosten
onnodig op te voeren en zo kostte
in Vlissingen in die dagen een ge
vangene aan kleding en voedsel
niet minder dan 24,5 cent per week,
hetgeen blijkbaar te veel was. De
inkomsten uit arbeid verkregen
werden ook hier blijkbaar ge
bruikelijk over het gehele rijk der
Nederlanden in drieën gesplitst.
Nabij Vlissingen ligt nog het een
eeuw geleden echter sterk in verval
verkerende Veere waar 't bedelaars
huis zich in de... kerk bevond. Daar
toe was 't schip invakken verdeeld
door schotwerk, op welke wijze
„heerlijke lokalen" waren ontstaan.
geweest zijn in die jaren, want het
beviel de reizigers van al de huizen,
wqlke zij gezien hadden, het best.
Vooral omdat de gedetineerden er
goed werden behandeld. De ge
meente vanwaar een gedetineerde
afkomstig was betaalde aan het ge
sticht f 91, voor die tijd een belang
rijk bedrag. Er was zelfs een ge
neesheer, die alleen voor het Huis
was aangesteld, doch op dat mo
ment geen patiënten had, „dan al
leen die aan schurft laboreren".
Zo was het dus precies 130 jaar
geleden met het gevangeniswezen
in ons landje gesteld. Het was hoog
tijd, dat er verandering in kwam
en thans staan we aan de vooravond
van een nieuwe herziening.
In Den Haag heeft het Kon. Ned.
Landbouwcomité zijn jaarvergade
ring gehouden. Tijdens zijn jaarrede
zei ir. Knottnerus, de voorzitter o.a.,
dat in de Nederlandse boerenstand
zeer ernstige ongerustheid bestaat
over de landbouwpolitiek van de
regering, omdat men vreest, dat
deze haar toezegging van 'n redelijk
bestaan op een goed geleid sociaal-
economisch verantwoord bedrijf,
niet zal nakomen.
Men vreest, dat de garanties, ge
geven op grond van een systeem
van „basisproducten" niet zullen
worden gehonoreerd. De positie
van het basisproduct lijkt spr. aan
getast, indien de minister thans
stelt, dat maatregelen dan pas nodig
zijn. indien het bedrijf als geheel
geen behoorlijk rendement meer zal
opleveren.
Het renderend houden van de be
drijven zal moeten worden nage
streefd door verlaging van produc
tiekosten en niet door verlaging van
de post arbeidsloon. Prijsverlaging
van grond- en hulpstoffen heeft de
landbouw echter niet in de hand.
Ook de mogelijkheden ten aanzien
van verbetering van de afzet zijn
voor het ogenblik gering.
Met de grootst mogelijke rationa
lisatie zal het volgend jaar de kost
prijs van voergranen toch beneden
de wereldmarktprijs liggen, wan
neer de Ver. Staten hun overschot
ten op de markt gaan gooien. Dit
inziende, heeft de minister van
Landbouw monopolieheffingen op
gerst, haver en rogge in het voor
uitzicht gesteld. Voor gerst en haver
zijn die aan de krappe kant, voor
rogge beslist onvoldoende, aldus
spreker.
Hij achtte een aanvulling van de
roggeregeling nodig, omdat rogge
voor vele bedrijven een basisproduct
is.
Door de bestaande regeling krijgt
de boer het gevoel, dat hem geen
recht wordt gedaan in een maat
schappij, die de arbeider een week-
inkomen garandeert, doch hem een
inkomen onthoudt voor arbeid, die
voor ons land noodzakelijk is.
Indien, zo zeide ir. Knottnerus,
de nationaal noodzakelijke doel
matigheid van arbeid en productie
wordt betracht en desondanks geen
afzet kan worden verkregen tegen
een lonende prijs, dan is dit een
nationale zaak, die niet op de rug
gen van boeren en landarbeiders
mag worden afgewenteld.
Da cfaltijd n«ai> 't van
Nu het tijdstip is aangebroken,
waarop het vee in de stal wordt
geplaatst, willen wij op een moge
lijkheid wijzen, om onze dieren en
de stal zindelijker te houden.
Verschillende veehouders maken
reeds gebruik van de zogenaamde
staartbinder in de vorm van een
touw, dat aan een looplijn is be
vestigd. Dit lijkt een goede manier
maar er zijn enkele opvallende na
delen aan te wijzen.
Een touw, op zichzelf al moeilijk
te bevestigen, knelt spoedig en
door het schuren en trekken van
de dieren is het zeer wel mogelijk,
dat wondjes ontstaan. Ook een
combinatie van touw en leer is niet
ideaal.
Toch wil men in ieder geval
voorkomen, dat het vuil door .de
zwiepende staart overal heen wordt
geslagen, tot op de uiers toe.
Het is ons verschillende malen
gebleken, dat de rubber staartbin
der in dit geval een eenvoudige
oplossing is.
De grote elasticiteit van rubber
geeft al direct een voorsprong op
touw, dat rekbaarheid volkomen
mist. Deze staartbinder heeft een
niet eens kunnen vinden. Het zou
de grootste waanzin zijn blindelings
de wereld in te trekken en ieders
aandacht op ons te vestigen. Wij
konden noch blijven, maar ook niet
gaan.
„Dit kan ook alleen ons over
komen, zuchtte mijn vrouw. We
hebben geen geluk... Waarom heeft
Onze Lieve Heer zo weinig met
ons op?
Wij zaten zwijgend en peinzend
boven op de heuvel.
Opeens hoorde ik geluiden. Nu
en dan kraakte een tak, alsof er
iemand nader kwam... Wij zagen
echter niets....
Gespannen zaten wij te luisteren.
Plotseling dook er iets zwarts uit
de struiken uit te voorschijn.
Bogar stond voor ons.
Hij kwispelstaartte vrolijk. Daar
na ging hij op zijn buik liggen en
keek ons vragend met zijn ver
standige ogen aan. Alsof hij van
ons wilde weten. Wat gaat er nu
gebeuren? We zijn ook mooi te
recht gekomen.
Die hond, we hadden hem ver
geten.
Waar was hij die nacht geweest
en waarom had hij het gevaar niet
gemeld, zoals zijn baas vertrouwd
had?
De hond alleen kon er antwoord
op geven. Maar hij kon niet spreken.
Hij keek ons aan en sloeg maar
met zijn staart.
Er lag toch iets geruststellends
in, dat dat de hond bij ons was.
Wij voelden ons niet meer zo ver
laten.
In de namiddag begonnen wij
dorst te krijgen.
Een tijdlang oefenden wij nog
geduld, maar gelijdelijk werd de
dorst zo ondragelijk, dat ik besloot
ergens water te halen.
Er was een ingevallen put niet
ver van het huis. Ik besloot de
tocht daarheen te wagen.
De hond ging met me mee, liep
een paar meter vooruit. Zo nu en
dan bleef hij staan en keek me be
moedigend aan. Alsof hij wilde
zeggen, dat er geen gevaar was en
hij, Bogér, wel op alles zou letten.
Bij de put vond ik echter geen
emmer. De wijnvaten, schoot mij
te binnen. Inplaats van water zou
wijn ook wel lekker zijn. Ik wist
echter niet waar Peter de hevel
verstopt had en waarmee hij de
vaten haalde. Het was bovendien
niet geraden lang te zoeken.
Mijn vrouw was al erg zenuw
achtig geworden.
„Zie je wel, de ellende begint al.
Eerst honger dan dorst. Het was
een vervloekt idee hiernaar toe te
gaan".
Ik stelde haar gerust. „De zaak is
zo erg niet. Wij zullen ons wel op
de een of andere manier helpen. Ik
zal een pan opzoeken van onder de
houtstapel. In onze bagage hebben
we ook nog wel iets waar ik een
koord van kan maken, om bij het
water te komen. Ik kan b.v. een
paar ceintuurs aan elkander binden.
Zij verzette zich daar tegen.
„Wel zeker! En alles vernielen.
Maak een koord van jouw dassen".
Terwijl wij zo over en weer zaten
te twisten, bleef de hond waakzaam.
Hij staarde in de verte, alsof hij
iets gewaar werd. Plotseling rende
hij weg. We zagen hem de heuvel
afsnellen, de weide door ën in het
bos verdwijnen.
Wij begrepen er niets van. Ge
spannen keken we in de richting
waar de hond verdwenen was.
Na enkele minuten kwam er een
menselijke gedaante uit de bosrand.
Bogar sprong vrolijk tegen hem op.
Het was Peter.
Een steen viel ons van het hart.
Opgelucht rende we hem tegemoet.
Hij was gauw klaar met het ver
slag van zijn avontuur. Dat hij -die
nacht gevangen werd genomen, had
hij enkel aan zijn onvoorzichtigheid
te wijten. De hond was komen wek
ken en had gevaar gemeld. Hij was
naar de hof gegaan en had in de
nacht staan luisteren. Heel in de
verte hoorde hoorde hij het gezoem
van een vrachtauto.
Hij had gemeend, dat de hond
hem op die vrachtwagen attent had
willen maken. Dat had hem gerust
gesteld, wetende, dat geen auto bij
zijn huis kon komen. Toch was hij
nieuwsgierig geworden naar die
wagen. Hij was in de richting van
het geluid gegaan.
Een duizend meters verder had
hij geconstateerd, dat het op de
rijksstraatweg was. Dat kon geen
gevaar. Hij was gerustgesteld terug
gekeerd. Toen hij dicht bij huis
kwam, zag hij drie Russen de hof
ingaan rechtstreeks op het huis af.
Hij was bang geweest, dat zij het
huis zouden ingaan en mij daar ont
dekken. Om ze tot staan te bren
gen had hij hen aangeroepen.
Zij waren van de G.P.U.
De ontploffing, die wij in de na
middag gehoord hadden, was een
aanslag geweest. Onbekende daders
hadden een kleine brug de lucht in
laten vliegen, vijf kilometers van
ons af.
De mannen van de G.P.U. kregen
opdracht elke boerderij te door
zoeken. De vrachtwagen op de weg
wachtte op hun buit.
Peter zag direct, dat geen uit
vlucht mogelijk was.
De Russen gingen naar binnen
om huiszoeking te houden. Zij door
liepen alle kamers. Maar het kleine