De K.V.P. in Limburg vertoont een somber beeld Katnurboter tegen f 1.- per kilo? Ons gevangeniswezen een eeuw geleden Neisies.heden °Tei FEUILLETON 'n Actrice zonder schoenen. BEL BIJ BRAND 3 9 2 „Boerenstand ongerust" ZATERDAG 7 NOVEMBER 1953 No. 45 VIER EN ZEVENTIGSTB JAARGANG W PEEL EN MAAS W DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WPPKRT HH VOOR VPNP1Y PM OM^ITRPIfPlV ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. p. mm. ABONNEMENTS- GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652 VVCDIVDLflU VOUIV V DIlIVrt I E.i> WiVlO 1 IMJIVEilX PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 Bulten Venray f 1.45 Houding van „duiventil-leden" gegispt. De activiteit der K.V.P. in het Tuiden vertoont een weinig roos kleurig beeld. Daarvan getuigden zowel de redevoeringen van voor zitter Joosten van de Kring Lim burg en van de nationaal penning meester Alberts, als het jaarver slag van kringsecretaris Dolmans, tijdens de Zaterdag te Roermond gehouden jaarvergadering van de Kring LimLurg. „Er heerst in brede kringen apa thie" verklaarde de Limb, voorzit ter en hij illustreerde deze consta tering met enige sprekende cijfers: In 1946 telde de partij in Lim burg 80—90.000 leden, welk aan tal dit voorjaar gezakt was tot ruim 48.000 en op het ogenblik is men nog niet aan de 30.000. Een hele rij afdelingen hebben nog niet afgerekend en de begro ting wijst een tekort van f 9.400 aan. Het aantal Limburgse leden in de partijraad, reeds gezakt van 14 op 11, zal als gevolg van deze laksheid wellicht dalen tot 7. „Zo kan het niet langer doorgaan", verzuchtte de Voorzitter. Te veel meent men, dat vorming en voorlichting achterwege kunnen blijven, als er geen verkiezingen in het vooruitziil.t zijn. De verkie zingen in Juli '52 moesten toch een teken aan de wand zijn geweest. Een Maasnielse afgevaardigde, Joosten, wns van oordeel, dat er maar eens rigoureuze maatrege len moesten genomen worden tegen de lakse afdelingsbesturen. Ï.Ic-n moet de knuppel maar eens in het hoenderhok gooien en niet bang zijn sommige mensen van invloed tegen het hoofd te stoten. De vergadering beklemtoonde deze zienswijze met applaus. Uit het jaarverslag van secretaris Dolmans bleek, dat de wat activi teit betreft „dorre rayons" in ver schillende delen van Limburg gevonden worden. Limburg telt momenteel 36 werkgroepen, vrij regelmatig over het gewest ver spreid en tezamen 468 leden omvat tend, Enige uitzonderingen daar gelaten vindt hun activiteit nog te weinig weerslag in studierapporten. Van het instituut der Stootroepen telt Limburg 11 groepen. Per 14 Oc tober telde de Kring Limburg 27.624 leden. „Waar is onze strijdbare offervaardigheid Uit de uiteenzetting van de heer Alberts bleek, dat het Zuiden in verhouding tot het gehele land een extra slecht figuur slaat. Vroeger waren boven de Moerdijk 55 pet der katholieke kiezers lid der K.V.P. en leverden Brabant en Lim burg de resterende 45 pet. Thans is de verhouding 70 30 geworden. Sinds 1948 liep de partij terug van 430.000 op 280.000 leden. Men is blijkbaar bang voor die twee on nozele guldens contributie. En dat terwijl de communisten f 15, de P. vd. A. f 7 en de andere politieke partijen gemiddeld f 5 contributie betalen. Waar is onze strijdbare offervaardigheid gebleven? De heer Alberts gispte de houding van de „duiventil-leden", die slechts in beweging komen als het de ge meenteraadsvergaderingen betreft en geen oog hebben voor het grote geheel. Op voorstel van het Tweede Kamerlid J. Peters werd besloten, dat de Kring Limburg zal pro testeren tegen de gevangenneming van de Poolse kardinaal Vyszynski. Aan de afgetreden partij-voorzitter Andriessen en aan prof. Romme werden telegrammen met goede wensen gezonden. De Linie schrijft hierover: Een lawine Amerikaanse natuur boter hangt boven onze Europese hoofden. Zij bezorgt minister Mans- holt, die ons zo braaf margarine liet eten om andere landen te kun nen volstoppen met roomboter, meer hoofdpijn, dan hij ooit sedert de bevrijding heeft gehad. De Amerikaanse boeren immers zijn niet voor de poes en wisten onder Truman een vernuftig sy steem van staatssteun doorgevoerd te krijgen, waardoor in de Ver enigde Staten nu voorraden agra rische producten, ter waarde van milliarden guldens, zijn opgesta peld Deze hangen nu als een „donkere wolk" boven de wereldmarkt, alle agrarische prijsstelsels ondermij nend. Zorgwekkend vooral is, dat deze staatsvoorraden elke dag blij ven toenemen. Er moet dus wor- Een vlucht voor de Russen J. Vaszary. 26 Met 'n beetje inspanning werkte ik me op zolder. Om me heen alles stil en duister. Toen mijn ogen wat gewend waren, kon ik de omtrek ken van de voorwerpen onderschei den. In een hoek, op een matras, zag ik mijn vrouw. Ze sliep rustig. Ik herademde. Voorlopig wilde ik haar slaap niet storen. Ik overlegde bij mezelf wat me doen stond. Het was niet raadzaam naar het huis terug te gaan. Het verstandigste was voor lopig op deze zolder te blijven, De nacht leek geen einde te nemen. Het wachten duurde een eeuwigheid. Eindelijk begon het te schemeren. Ergens, heel dichtbij, vielen enige schoten. Mijn vrouw schrok wakker. Ze keek mij verbaasd aan. „Jij hier? Wat is er gebeurd? Ik vertelde in een paar woorden wat er voorgevallen was. Haar eerste gedachte was, wat ook mij door 't hoofd was gegaan. „En wij dachten, dat we hier veilig waren! Het is verschrikkelijk en wat komt er nog, als de eerste dag zo inzet En wat kunnen wij hier alleen? Zonder Peter gaat het niet." Ik trachtte haar gerust te stellen al ging het me niet te best af. Tot den gespuid, ook al omdat opslag ruimte niet in voldoende mate ter beschikking staat. Dit spuien kan evenwel niet binnen de Amerikaanse rijksgrenzen geschieden en daarom is de regering der Verenigde Staten bij de wet gemachtigd, haar voor raden boter, katoen en graan tot spotprijzen over te doen aan be vriende naties. De natuurboter, zo werd in Fran- rijk vernomen, zal geleverd worden tegen de prijs van tachtig francs per kilogram, franco Europese haven. Nog geen gulden per kilo gram dus. Het gaat hierbij niet om een incidenteel aanbod van een restant, doch om kwantiteiten van millioenen ton, die tegen afbraak- prijzen verkrijgbaar worden gesteld. De Franse regering verklaarde aanstonds, interesse te hebben voor deze aanlokkelijke aanbiedingen van over de Atlantische Oceaan, ondanks de bezwaren van het ministerie van de middag zaten wij op de zolder. De honger verleidde ons naar be neden te gaan. Alles wat mij meegebracht had den, was gisteren bij de bosrand begraven. In een van de pakken zat brood en spek. Wij gingen er heen, om dat er uit te halen. De hof, het huis, alles was stil en verlaten. Wij slopen onder dekking van de struiken in de richting van het bos, Na iedere tien meter bleven wij staan, keken links en rechts of wij geen beweging zagen en geen ge luid hoorden. Het herinnerde mij aan mijn In dianen-boeken uit mijn kinderjaren en ik moest glimlachen. Wij kwamen aan de rand van het bos en vonden de etenswaren. Nu hadden we nog geen mes om het brood en spek te snijden. De struik, waaronder de begraven cou verts lagen, was enige honderden meters van ons af, onder aan de heuvel. Ik wilde daarheen gaan en mes halen. Mijn vrouw beweerde echter, dat zij voorzichtiger was en meer ver stand had van dergelijke dingen. Zij zou het wel doen. Zo bleef ik onder de struik en keek naar haar gemanoeuvreer. Dermate geruisloos sloop zij voor uit tussen de struiken, dat zij een Sioux-Indiaan beschaamd had doen staan. Zij kroop tegen de heuvel op, bleef soms minutenlang op de grond liggen wachten, bewegingloos, alsof zij gevaar geroken had. Het duurde wel een half uur, tot zij bij de struik was. Toen woelde zij met haar hand door de grond en al gauw glins- sterde er een mes. Zij stond op en keek zorgvuldig om zich heen. Landbouw, dat de belangen der inheemse boterboeren beschermen wil. Het Franse ministerie van Economische Zaken daarentegen komt op voor de consumenten en zoekt naar een egalisatie-mogelijk heid van de prijs der geïmporteerde boter, die de verbruikers een lagere boterprijs verschaffen zou, zonder de Franse producenten een ruïneuze concurrentie aan te doen. Het Amerikaanse aanbod is evenwel zo enorm groot, dat zelfs deze oplos sing een moordend effect dreigt te hebben voor de Franse zuivel. Te Berlijn gingen de Amerikanen zelf over tot het gratis distribueren van een millioen pond natuurboter onder de behoeftige bevolking. Voor Nederland (enDenemarken) wordt daardoor een ernstige situatie geschapen, omdat wanneer de Ame rikanen „mir nichts, dir niehts" te werk gaan, de Nederlandse natuur boter belangrijke exportmarkten verliezen moet. Er zijn natuurlijk vele Nederlandse huisvrouwen, die ook van de Ame rikaanse boter a een gulden per kilogram zouden willen profiteren. De kans daartoe krijgen zij zeker niet, omdat deze dumping-boter ongetwijfeld buiten de landsgrenzen gehouden wordt. Het is al erg ge noeg, dat onze export gevaar loopt. De binnenlandse markt voorzo ver die er nog is dient althans voor de Nederlandse zuivelboer be houden te blijven. Voor één keer zullen wij het genoegen kunnen beleven, Unilever met onze land bouwers solidair te zien, want a raison van één gulden per kilogram zuu zelfs Blue Band het afleggen tegen de Amerikaanse natuurboter. In het belang van de export heb ben wij ons niet alleen de natuur boter uit de mond gespaard, maar ook onze melk laten afromen tot een gestandaardiseerd product met slechts 2,5 percent vetgehalte, waar door de reputatie van Nederland in zijn voornaamste zuivelproduct aanzienlijke schade leed. Bij de wending, die de wereld- zuivelmarkt thans neemt, moge althans worden besloten aan de doelloos geworden afroming een eind te maken, opdat onze kinderen na ruim acht jaar bevrijding einde lijk weer eens echte, volle melk, die goed smaakt, genieten kunnen. K A Bij moeilijk- w 1 w J w w J voor raad en inlichtingen is de R.K. Vereniging tot Bescherming van Meisjes: Mevr. W. v.d. Munckhof-S angers Grote Straat 28, Tel. 581; Mevr. M. v.d. Hombergh-Bot, Oostsingel 6, Tel. 393; Mevr. A. Pijls-Drenth, Grote Straat 14; Mej. T. Coenen, Patersstraat 30, Tel. 588; Mej. T. Paping, Paters straat 30; Mej. M. Pijls, Grote str. 14a, Tel. 673; Mevr. Baronesse de Weichs de Wenne, Geijsteren, Tel. 250; Mevr. vd. Haar, Blitterswijck, D 67, Tel. 263. Daarna keerde zij zich naar mij en riep: „Hallo! Kom eens hier „Wat is er gebeurd? Is er iets?" „Niets. Ik zie niemand. Alles is stil en verlaten. Het is dus hele maal niet nodig, zo voorzichtig te zijn. Ik dacht naar de top van deze heuvel te gaan. Dat is veiliger dan het bos. Van daaruit kun je naar alle leanten uitzien. Dan merken we direct als er iemand aankomt. En we kunnen ook het huis beter overzien." Zij had gelijk. We beklommen de heuvel. Daar, verborgen tussen de struiken, had den wij zicht naar alle kanten. Wij aten het brood en het spek op en wachtten. Gelukkig was het een warme voorjaarsdag, het was prettig in de zon te zitten. Wij overlegden wat ons te doen stond als Peter niet meer mocht komen opdagen. Zonder hem zou den we het niet kunnen bolwerken. Morgen is het weer Zondag en komt de oude vrouw met 't brood. We kunnen ons niet aan haar ver tonen. Wie zal het brood van haar overnemen? Op de een of andere manier komt zij er achter, dat Peter gearresteerd is. Dan zal zij niet meer terug komen en zouden wij geheel van de wereld afgesloten zijn." „Onder dergelijke omstandigheden kan ik niet koken", zei mijn vrouw „Nog minder brood bakken. En we hebben net ons laatste stuk brood opgegeten!" „Maar waar moeten wij dan heen en wat moeten wij dan doen? Het viel ons in dat wij niet eens wisten waar wij waren. Wij waren in de nacht aangekomen onder de leiding van Peter. Pirto zouden we Merkwaardige dingen speelden zich vroeger af Het is wellicht niet onaardig juist nu eens iets te vertellen van de toestanden zoals de zoon van de bekende staatsman Gijsbert Karei van Hogendorp die aantrof op een door hem in het jaar 1823 tezamen met de later bekend geworden schrijver en historicus Jacob van I.ennep gemaakte voetreis door het Koninkrijk der Nederlanden. De oude van Hogendorp had blijk baar 'n speciale belangstelling voor de toestanden in de strafgestichten, want zijn zoon heeft er op zijn rond reis heel wat bezocht. Van Lennep was van die bezoeken zelfs danig onder de indruk, zoals blijkt uit zijn brieven, welke hij regelmatig naar huis schreef en welke enige jaren geleden gepubliceerd werden. Blijkbaar had de oude van Hogen dorp gegevens, welke hem deden vermoeden, dat de toestanden verre van fraai waren en dat verbetering hoog nodig was. Wij laten gaarne van Lennep aan het woord en het oordeel aan onze lezers. De „Krententuin" Te Hoorn bezochten de beide jongelui 't „Bedelaarshuis", de te genwoordige gevangenis of „rijks werkinrichting" die in de vollcsmond „Krententuin" genoemd wordt. Er verbleven mannen en vrouwen, die aldaar tewerk gesteld waren. Echtparen mochten ééns per week elkaar op een afstandje zien, doch niet met elkaar converseren. Er was een school in 't gesticht waar de „ondermeester" 13 jaar en som mige leerlingen 20 waren! Een bedelaar werd de eerste keer gevateen half jaar te Hoorn opgesloten. Bij de eerste herhaling een jaar en zo vervolgens steeds een verhoging van 6 maanden, tenzij hij in die tussentijd niet naar het beruchte Ommersehans was opge stuurd. Daarvoor golden n.l. géén grenzen en eenmaal daar aange land was „hun lot niet te berekenen" zoals de kroniekschrijver zeide. v«n ge sticht te Ommersehans, onder lei ding van een officier van het leger en bewaakt door een 25-tal soldaten, v/as: „Wie niet werkt zal ook niet eten" en dit werd letterlijk in prac- tijk gebracht. Hij die half werkte kreeg een half rantsoen en hij die in het geheel niet werkte kreeg niets te eten. Er waren ook vrouwen opgesloten en zelfs kinderen. De vrouwen moes ten breien en spinnen, doch mochten niet meer dan een bepaald bedrag verdienen, zodat zij nooit aan enige oververdiensten toekwamen en dus gedoemd waren ten eeuwigen dage in dit spinhuis opgesloten te blijven. Van Lennep vertelde dat hem het ochtend- en avondeten der kinderen getoond werd, bestaande uit totaal een half kommiesbrood (kuch, zou den wij zeggen, niet meer dan twee kadetjes) en op dit rantsoen moes ten twee kinderen een ganse week teren.... Het „geneeskundig" toezicht was opgedragen aan 'n uit Duitsland ge bannen kwakzalver, welke voor 't lichamelijk heil der 996 zielen van Ommersehans moest zorgen en ergens aan de Dedemsvaart in een hol woonde en „van alle kruiden alleen de kropsalade bij naam kende". Het tuchthuis te Leeuwarden be vatte in die tijd 389 veroordeelden, terwijl het slechts plaats bood aan 150 man! Men weefde en maakte pijpedopjes, welke vroeger op de stenen pijpen gebruikt werden om het weg vliegen der vonken te voor komen. Hard werd er niet gewerkt want 'n gedetineerde kon hoogstens per jaar 12 gulden overhouden. De zelfde woningtoestanden kwa men ook elders voor. Zo te Gronin gen in een gevangenis voor „zware jongens" waar er 70 huisden op een ruimte bestemd voor 24. Kanarievogels te koop Een kleine gevangenis was Vol- lenhove rijk. De 48 gevangenen waren ondergebracht in een verval len kasteel, waarvan de meeste gebouwen in puin lagen. De be zoekers werden door de gevange nen pijpedoppen en... kanarievogels te koop aangeboden!! Het „huis van arrest" te[Zutphen bleek de verdoolden dezer maat schappij beter voedsel te verstrek ken dan te Ommersehans het ge val was. De gevangenen verrichtten echter geen arbeid en waren der halve te duur Bezienswaardig en aan de vergetelheid ontrukt werd het beeld van een booswicht met een keten aan het been.... De lokalen waren echter goed en luchtig. Gebrek aan arbeid bleek in meerdere gevangenissen de kosten onnodig op te voeren en zo kostte in Vlissingen in die dagen een ge vangene aan kleding en voedsel niet minder dan 24,5 cent per week, hetgeen blijkbaar te veel was. De inkomsten uit arbeid verkregen werden ook hier blijkbaar ge bruikelijk over het gehele rijk der Nederlanden in drieën gesplitst. Nabij Vlissingen ligt nog het een eeuw geleden echter sterk in verval verkerende Veere waar 't bedelaars huis zich in de... kerk bevond. Daar toe was 't schip invakken verdeeld door schotwerk, op welke wijze „heerlijke lokalen" waren ontstaan. geweest zijn in die jaren, want het beviel de reizigers van al de huizen, wqlke zij gezien hadden, het best. Vooral omdat de gedetineerden er goed werden behandeld. De ge meente vanwaar een gedetineerde afkomstig was betaalde aan het ge sticht f 91, voor die tijd een belang rijk bedrag. Er was zelfs een ge neesheer, die alleen voor het Huis was aangesteld, doch op dat mo ment geen patiënten had, „dan al leen die aan schurft laboreren". Zo was het dus precies 130 jaar geleden met het gevangeniswezen in ons landje gesteld. Het was hoog tijd, dat er verandering in kwam en thans staan we aan de vooravond van een nieuwe herziening. In Den Haag heeft het Kon. Ned. Landbouwcomité zijn jaarvergade ring gehouden. Tijdens zijn jaarrede zei ir. Knottnerus, de voorzitter o.a., dat in de Nederlandse boerenstand zeer ernstige ongerustheid bestaat over de landbouwpolitiek van de regering, omdat men vreest, dat deze haar toezegging van 'n redelijk bestaan op een goed geleid sociaal- economisch verantwoord bedrijf, niet zal nakomen. Men vreest, dat de garanties, ge geven op grond van een systeem van „basisproducten" niet zullen worden gehonoreerd. De positie van het basisproduct lijkt spr. aan getast, indien de minister thans stelt, dat maatregelen dan pas nodig zijn. indien het bedrijf als geheel geen behoorlijk rendement meer zal opleveren. Het renderend houden van de be drijven zal moeten worden nage streefd door verlaging van produc tiekosten en niet door verlaging van de post arbeidsloon. Prijsverlaging van grond- en hulpstoffen heeft de landbouw echter niet in de hand. Ook de mogelijkheden ten aanzien van verbetering van de afzet zijn voor het ogenblik gering. Met de grootst mogelijke rationa lisatie zal het volgend jaar de kost prijs van voergranen toch beneden de wereldmarktprijs liggen, wan neer de Ver. Staten hun overschot ten op de markt gaan gooien. Dit inziende, heeft de minister van Landbouw monopolieheffingen op gerst, haver en rogge in het voor uitzicht gesteld. Voor gerst en haver zijn die aan de krappe kant, voor rogge beslist onvoldoende, aldus spreker. Hij achtte een aanvulling van de roggeregeling nodig, omdat rogge voor vele bedrijven een basisproduct is. Door de bestaande regeling krijgt de boer het gevoel, dat hem geen recht wordt gedaan in een maat schappij, die de arbeider een week- inkomen garandeert, doch hem een inkomen onthoudt voor arbeid, die voor ons land noodzakelijk is. Indien, zo zeide ir. Knottnerus, de nationaal noodzakelijke doel matigheid van arbeid en productie wordt betracht en desondanks geen afzet kan worden verkregen tegen een lonende prijs, dan is dit een nationale zaak, die niet op de rug gen van boeren en landarbeiders mag worden afgewenteld. Da cfaltijd n«ai> 't van Nu het tijdstip is aangebroken, waarop het vee in de stal wordt geplaatst, willen wij op een moge lijkheid wijzen, om onze dieren en de stal zindelijker te houden. Verschillende veehouders maken reeds gebruik van de zogenaamde staartbinder in de vorm van een touw, dat aan een looplijn is be vestigd. Dit lijkt een goede manier maar er zijn enkele opvallende na delen aan te wijzen. Een touw, op zichzelf al moeilijk te bevestigen, knelt spoedig en door het schuren en trekken van de dieren is het zeer wel mogelijk, dat wondjes ontstaan. Ook een combinatie van touw en leer is niet ideaal. Toch wil men in ieder geval voorkomen, dat het vuil door .de zwiepende staart overal heen wordt geslagen, tot op de uiers toe. Het is ons verschillende malen gebleken, dat de rubber staartbin der in dit geval een eenvoudige oplossing is. De grote elasticiteit van rubber geeft al direct een voorsprong op touw, dat rekbaarheid volkomen mist. Deze staartbinder heeft een niet eens kunnen vinden. Het zou de grootste waanzin zijn blindelings de wereld in te trekken en ieders aandacht op ons te vestigen. Wij konden noch blijven, maar ook niet gaan. „Dit kan ook alleen ons over komen, zuchtte mijn vrouw. We hebben geen geluk... Waarom heeft Onze Lieve Heer zo weinig met ons op? Wij zaten zwijgend en peinzend boven op de heuvel. Opeens hoorde ik geluiden. Nu en dan kraakte een tak, alsof er iemand nader kwam... Wij zagen echter niets.... Gespannen zaten wij te luisteren. Plotseling dook er iets zwarts uit de struiken uit te voorschijn. Bogar stond voor ons. Hij kwispelstaartte vrolijk. Daar na ging hij op zijn buik liggen en keek ons vragend met zijn ver standige ogen aan. Alsof hij van ons wilde weten. Wat gaat er nu gebeuren? We zijn ook mooi te recht gekomen. Die hond, we hadden hem ver geten. Waar was hij die nacht geweest en waarom had hij het gevaar niet gemeld, zoals zijn baas vertrouwd had? De hond alleen kon er antwoord op geven. Maar hij kon niet spreken. Hij keek ons aan en sloeg maar met zijn staart. Er lag toch iets geruststellends in, dat dat de hond bij ons was. Wij voelden ons niet meer zo ver laten. In de namiddag begonnen wij dorst te krijgen. Een tijdlang oefenden wij nog geduld, maar gelijdelijk werd de dorst zo ondragelijk, dat ik besloot ergens water te halen. Er was een ingevallen put niet ver van het huis. Ik besloot de tocht daarheen te wagen. De hond ging met me mee, liep een paar meter vooruit. Zo nu en dan bleef hij staan en keek me be moedigend aan. Alsof hij wilde zeggen, dat er geen gevaar was en hij, Bogér, wel op alles zou letten. Bij de put vond ik echter geen emmer. De wijnvaten, schoot mij te binnen. Inplaats van water zou wijn ook wel lekker zijn. Ik wist echter niet waar Peter de hevel verstopt had en waarmee hij de vaten haalde. Het was bovendien niet geraden lang te zoeken. Mijn vrouw was al erg zenuw achtig geworden. „Zie je wel, de ellende begint al. Eerst honger dan dorst. Het was een vervloekt idee hiernaar toe te gaan". Ik stelde haar gerust. „De zaak is zo erg niet. Wij zullen ons wel op de een of andere manier helpen. Ik zal een pan opzoeken van onder de houtstapel. In onze bagage hebben we ook nog wel iets waar ik een koord van kan maken, om bij het water te komen. Ik kan b.v. een paar ceintuurs aan elkander binden. Zij verzette zich daar tegen. „Wel zeker! En alles vernielen. Maak een koord van jouw dassen". Terwijl wij zo over en weer zaten te twisten, bleef de hond waakzaam. Hij staarde in de verte, alsof hij iets gewaar werd. Plotseling rende hij weg. We zagen hem de heuvel afsnellen, de weide door ën in het bos verdwijnen. Wij begrepen er niets van. Ge spannen keken we in de richting waar de hond verdwenen was. Na enkele minuten kwam er een menselijke gedaante uit de bosrand. Bogar sprong vrolijk tegen hem op. Het was Peter. Een steen viel ons van het hart. Opgelucht rende we hem tegemoet. Hij was gauw klaar met het ver slag van zijn avontuur. Dat hij -die nacht gevangen werd genomen, had hij enkel aan zijn onvoorzichtigheid te wijten. De hond was komen wek ken en had gevaar gemeld. Hij was naar de hof gegaan en had in de nacht staan luisteren. Heel in de verte hoorde hoorde hij het gezoem van een vrachtauto. Hij had gemeend, dat de hond hem op die vrachtwagen attent had willen maken. Dat had hem gerust gesteld, wetende, dat geen auto bij zijn huis kon komen. Toch was hij nieuwsgierig geworden naar die wagen. Hij was in de richting van het geluid gegaan. Een duizend meters verder had hij geconstateerd, dat het op de rijksstraatweg was. Dat kon geen gevaar. Hij was gerustgesteld terug gekeerd. Toen hij dicht bij huis kwam, zag hij drie Russen de hof ingaan rechtstreeks op het huis af. Hij was bang geweest, dat zij het huis zouden ingaan en mij daar ont dekken. Om ze tot staan te bren gen had hij hen aangeroepen. Zij waren van de G.P.U. De ontploffing, die wij in de na middag gehoord hadden, was een aanslag geweest. Onbekende daders hadden een kleine brug de lucht in laten vliegen, vijf kilometers van ons af. De mannen van de G.P.U. kregen opdracht elke boerderij te door zoeken. De vrachtwagen op de weg wachtte op hun buit. Peter zag direct, dat geen uit vlucht mogelijk was. De Russen gingen naar binnen om huiszoeking te houden. Zij door liepen alle kamers. Maar het kleine

Peel en Maas | 1953 | | pagina 1