Over Piet de Smid en Sjanne Martien Voor de Politierechter Onder ons gezegd: toch maar liever Zo zacht, zo zuiver Steunt uw orgelfonds m/~/^Frr L vmoArmmfN, AfMl/KKf/V f/V V£RCfiOT£N AAAAfi: Veulenkeuring te Horst Nederland wordt oud F. W. HENDRIKS al uw drukwerk en al uw artikelen voor kantoor lféé£ faZeti! Bijzondere regeling huis aan huis bestelling Figuren uit het Venrayse Land in het Verleden door HERMAN H.J. MA AS (1ste vervolg van Piet de Smid en 't Smidsklötje) De glorie van het Piet de Smids- bestaan was het op gezette tijden weerkerend en altijd nieuw en span nend radbeslaan. Dat was een feest voor groot en klein. Het gebeurde vanouds altijd op dezelfde plek, daar, waar tussen de grote boomgaard van de boerderij Loonen (in de volksmond Jennis- kens) en de Stenenbrug de beek met een bocht aan de grintweg kwam en vandaar weer met een bocht terugdraaide om dan even verder onder de Stenenbrug door te stro men naar de Eikenhof. Toentertijd ging een zijweg da delijk over die brug rechtsaf naar het'Broek. Daar stond de schut- boom van het Schuttersgilde van Onze Lieve Vrouw. Naderhand is daar de Calvarieberg met het kerk hof Trans Cedron aangelegd. Het Broek lag tussen het terrein van het tegenwoordige Trans Cedron en het Witteven in. Het Broek was een grote rietpias, vol biezen, gele lisch, gele plompen en witte plom pen, lischdodden, eendekroos, arons kelk, kalmoes, de zwaar giftige waterscheerling, tromslaeger (een hoogstammige waterkaarde met lange zwarte pluim) en allerlei andere waterplanten als waterkers, munt, enz. en op de rand langs de plas kattestaarten en een weelderige groei van orchideeën. We haalden de planten van de orchideeën uit de vochtige grond, met wortel en al, omdat sommige exemplaren in de wortel twee tegen elkaar aanliggende handjes ver toonden. Dat verschijnsel speelde nog enige rol in de folklore. Dat Broek was een laagveen- vorming. Er huisden in het riet en andere hoogopschietende water planten (als de kaarden, de trom- slaegers) een menigte van wilde eenden. Ook veel waterhoentjes en otters. Daarvandaan was het een jachtgebied, eerst van Michel-ome (Jenniskens) en Sjanne Martien en daarna (sedert de plotselinge dood door een beroerte van Michelome tegenover ons huis in 1890 van Sjanne Martien alléén. Die Sjanne Martien, de jaeger, was ook een typische figuur. Hij had gediend bij Jonkheer Verheyen in Den Bosch en vond een middeltje van bestaan in het jagen en in het dresseren -van jachthonden. Van zijn dienst bij adellijke familie uit had hij deftige allures bewaard. Door zijn air, alsof hij via dat ge slacht nog altijd relaties onderhield met machtige personen en vooral met het gerechtshof in Den Bosch hoger beroep na de rechtbank in Roermond) boezemde hij bij som migen vrees in. Hij kon meer dan een ander! Dat was niets anders dan schijn, die hij te bewaren wist door heel weinig onder de mensen te komen en zich dus niet bloot te geven. Hij praatte op een deftige toon met hier en daar een soms glad ver keerd gebruikt stadhuiswoord en overblufte daarmee menigeen. Aan zijn huisje gebeurden ook nooit bal dadigheden, want er hingen geladen jachtgeweren en hij kende de wetten! In hoeverre hij zijn kostje ver dienen kon met jagen en africhten van jachthonden voor adellijke heren weet ik niet. In ieder geval had hij het niet breed, hij bewoonde maar een schamel huisje, naast Tommes en Tommesen Angenees en uitgaan („een glas bier drinken" heette dat) zat er niet aan. Zo mengde hij zich niet „onder het volk" en omdat hij zichzelf met een air te omhangen wist, werd hij beschouwd als staande „boven het volk" Zijn oudste dochter, Marie, een flinke meid, is jaren lang bij mijn moeder werkster geweest. Het was in ieder geval een te goeder naam en faam bekend staande familie. In mijn Venrayse tijd liep hij al gebogen, vol rheumatiek (jicht zei men toen) en ik heb hem wel eens in het Broek gezien, stijf steunend met zijn ene hand op een knuppel in de drassige grond en met de andere hand zijn geweer richtend en aftrekkend. Behalve hijzelf (zijn eigen figuur als jaeger) trokken ook zijn jachthonden (zijn „leer lingen", soms wel vier bij elkaar) mijn aandacht. In mijn jeugdjaren was het Smids klötje een jaar koning en het daar op volgende jaar keizer. Met dikke platen om zijn hals en een hoge hoed met een krans van bloemen eromheen. Twee jaren op een rij had hij, nadat uren lang de schut ters gaten in de lucht geknald hadden de keiharde vogel eindelijk in de vallende schemer van de half omlaag gedraaide schutboom afge schoten. Van dat Broek gaan we terug naar de plek aan de beek voor het radbeslaan. Bij dat werk was water nodig. Het begin was al hogelijk fees telijk. Stel U maar voor! Tegen het staketsel van het kerk hof, tegenover de smis, stonden de houten .karraderen en de ijzeren banden, kerels van een vinger dik ijzer. Alles even zwaar. De kar raderen ook: de dikke naven, de spaken en de velgen van dik mas sief eikenhout. Die raderen en banden moesten van daar af naar de plek aan de beek gerold worden. Op een draf een man er naast lopend. Een kunst waar veel oefening voor nodig was. De smid voorop, de knecht achter hem. Gevaarlijke toeren! Als zo'n rollend wiel of band op hen neer kwam, kon dat arm- of beenbreuk of nog veel erger tengevolge hebben. Mij is maar een ongeluk bekend en dat liep nogal goed af. Kusters Jan, een beetje maar een haantje de voorste, probeerde ook eens, zo'n zwaar houten wiel aan het draaien te krijgen. Maar hij kreeg het tegen zijn hoofd, en doordat Pietome en de knecht de val konden tegen houden, kwam Jan er met een snee boven het oog en een litteken voor zijn verder leven af. Als de raderen en de banden ter plaatse gerold waren, moesten de zware hamers en de zware tangen er met kruiwagens heen gevoerd worden, benevens een grote hoe veelheid hout, turven, kolengruis, wat aanmaak en een kan petro leum. In het midden van een kring, die ik daar gezien heb van mijn klein kinderjaren af, was een rond gat in de grond. Daar paste de naaf in. Zo kwam de rand van de velg op de grond te rusten. Daarnaast was een tweede ring in de grond geprent. Daar paste de ijzeren band in. Met veel zorg werd die ijzeren band bedolven met hout, turven en kolengruis. Op vier punten van de cirkel werd de met petroleum begoten aanmaak in brand gestookt. Zo laaide weldra een cirkel van vlammen op, die allengs neerzakte tot een cirkel van rood gloeiend vuur. Dat diende met kennis onderhouden en gevoed te worden. De ijzeren band moest ge lijkmatig aan het gloeien raken. De band smeden, feilloos rond en van een vinger dik ijzer, en het houten rad timmeren, de naaf, de spaken en de velgen, eveneens feil loos rond en zo, dat de band precies op het uiterste randje van het houten rad bleef rusten zonder daarover heen te zakken, eiste veel vakman schap van smid en timmerman. Denkt U eens in de werkelijke toestand in. Ik weet, dat smid en timmerman beiden niet lezen konden,- slechts met de grootste moeite hun naam zowat in hanepoten konden neer gekrabbeld krijgen, van meetkunde precies zoveel wisten als een koe van saffraan vreten, enz. Zij "wisten" door onthouden uit hun leertijd bij hun vader of bij een anderen baas de voor eens en voor altijd aangeschafte mallen te ge bruiken, zonder het miniemste greintje van de theorie te kennen. Zo „wisten" zij ook, dat ijzeren band door de hitte groter werd en door afkoeling weer inkromp, maar zij wisten er hoegenaamd niets van! En als die ijzeren band rondom gelijkmatig gloeide, dan moesten de smid en de knecht hem ijlings met hun zware tangen uit het vuur op tillen en hem vliegensvlug met de nauwkeurigste handigheid op het houten rad leggen, zo, dat ver schuiven niet meer nodig was. Want verschuiven ging onmogelijk zonder tijdverlies, dus niet zonder afkoeling en inkrimping. Mislukte die onder neming, o, wat kon Piet de Smid dan uitbarsten in woede met een stortvloed vloeken! Dan moest de band weer in het vuur gelegd worden. Maar lukte het werk, dan begon het verwoed hameren met de zware hamers, in gebukte houding, razend vlug, op de maat, gelijk van slag en kracht, zodat in een minimum van tijd de band de precieze breedte van houten velgen was afgezakt. Men zag de spleten tussen de velgen verdwijnen tot een naad. En dan siste het water uit de twee gieters de damp uit het hete ijzer omhoog. En de smid en zijn knecht lieten zich neervallen in het gras, met druipende zwarte gezichten, waarin als vonken hun ogen gloei den. Twee „duivels" van de sme derij! Het water van de beek had mee gewerkt in de industrie. Als 's zomers tegen de avond de koeien uit de weiden naar de stal terugkeerden, dan gingen zij op de zelfde plek aan die beek haar dorst lessen. In de volgende vertelling over Piet de Smid verder. Opzettelijk met doodslag, althans zware mishandeling bedreigd, door opzettelijk dreigend, terwijl hij een dolkmes uit de zak had genomen en dit in de hand hield, de zeer krijgshaftige woorden uit te spre ken: „Ik zal je zo onder handen nemen, dat ze je buik met een ritssluiting open en dicht kunnen doen". Dit bloeddorstig citaat uit de dagvaarding riep een verschrom peld manneke voor de groene tafel, van een postuur, waarvoor zelf een vlieg geen eindje opzij gaat. Hoog boven hem uit turende het aspirant-slachtoffer, een kloek en grof persoon met maat 53 van schoenen en een vierkant hoofd, dat middels een stierennek beves tigd was op de breedste schouders, die wij ooit hebben gezien, zo breed dat zelfs een waanzinnige kleerma ker ze niet van paardenhaar en watten zou durven te constru eren. Deze heren waren buren. De grote was die Zaterdagavond aan het wormen zoeken, want hij wilde gaan vissen. De kleine hielp zijn vrouw de vaat wassen. Nu moeten wij er tot goed begrip er bij vertellen, dat de kleine bovendien een dochter en een hondje bezat. Het hondje, geen inzicht bezit tend in grenskwesties, dacht in 'n soort van Verenigd Europa te leven en overschreed de grens met buur- mans tuin en snuffelde daar wat rond. Net toen de buurman zijn hengel onder de dakgoot weghaalde, deed het iets in en over het potje meh pieren. De grote buurman ontstak hier over in een afschuwelijke toorn. Zijn spieren vormden zich tot koorden, zoals men bij sommige beelden van Michelangelo wel ziet. Met enorme stappen beende hij naar zijn pierenpotje, als om buur- mans hondje met zijn grote teen te verpletteren. Het dier zocht al jankend een goed heenkomen. Thans echter verscheen de doch ter van de kleine buurman op het strijdtoneel. Zij begaf zich tot de scheiding tussen beide tuintjes, nam het angstig bibberend hondje op haar arm en schreeuwde in de richting van de grote buurman enkele vol zinnen, die ten doel hadden hem duidelijk te maken, dat het ver moorden van vissen onder bepaal de omstandigheden weliswaar door de wet wordt toegestaan, doch dat het verpletteren van hondjes een afkeurenswaardig misdrijf is. Tot het hondje daarentegen wen de zij zich in termen als m'n lieve snoekepoeki en lekkere pompel moes. De grote buurman riep terug: Schiet op, afgekeurde Doris Day" nam zijn potje met wormen en ging het onder de pomp afspoelen. Deze term was echter voor de kleine buurman aanleiding om zijn vaatdoek met kracht terzijde te werpen, het zakmes te trekken en naar buiten te snellen met de dui delijk. uitgesproken belofte van bo venvermeld chirurgisch ingrijpen. De grote buurman keek om, deed zijn wormen weg en waarschuwde de politie met de mededeling, dat zijn buurman onbevoegd enige chirurgische ingrepen wenste te doen. Zodoende kwamen beiden nu voor de groene tafel, de grote als getuige, de kleine als verdachte. ,Was u nou werkelijk bang voor die man?', vroeg de rechter, met zijn ogen de maten der mannen opnemend. „Bang zei de grote, voor nog geen vijf van die springers ga ik aan de -haal". „Maar als u niet bang bent, dan hebt u zich ook niet bedreigd ge voeld", legde de rechter voorzich tig uit. „Kan wel zijn, zei de grote, maar als hij mijn tuin ingekomen was, dan had ik hem in de dubbele Nel son genomen, dat zijn vrouw hem 'savonds als leverpastei op haar brood had kunnen smeren." Vrijspraak" eiste de officier on der deze omstandigheden. „Hoe minder hij krijgt, hoe liever zei de grotè, want hij heeft totaal geen schuld. Hij werd ook maar gestuurd door zijn vrouw. Hij heeft net zo min wat in te brengen als ik zelf. Zo werd het vrijspraak. De ge tuige stapte huiswaarts, met de verdachte op een sukkeldrafje er naast lopend. Foto Hoedemaekers Henseniusplein 6 Inmaakglazen alle maten in voorraad, alsmede dikke en platte ringen, vultrechters, geslepen deksel enz. Alles wordt thuisbezorgd. Aanbevelend, F. W. HENDRIKS, Langstraat 46 Tel. 713 Beleefd aanbevelend Te Horst had op het bekende terrein nabij de Oude Lind de jaar lijkse Noord-Limburgse veulen keuring plaats. De belangstelling voor deze veulenshow was zeer bevredigend en er veranderden dan ook verschillende dieren van eige naar. Ook deze keuring stond nog voor een belangrijk deel in het teken van de beroemde fokhengst Nico van Melo, alhoewel ook de invloed van Costaud de Marche als van Honved reeds merkbaar begint te worden. Het is echter nog te vroeg om nu reeds een vergelijking te maken tussen de afstammelingen van deze beroemde vaderdieren. Ook was het merkbaar dat in tegenstelling met het Zuiden onzer provincie in Noord-Limburg de topveulens sneller worden verkocht naar andere delen van Nederland. Zo kon het voorkomen dat in categorie zeven van de hengst veulens geen eerste prijzen konden worden toegekend. De besten deze categorie verhuisden reeds eerder naar Zeeland, Gelderland enz. De kampioenstitels dezer keuring kwamen terecht bij Nicolien van Rozendaal, eig. Jan de Ruyter, Meerlo, voor wat de een jarigen betreft. Dit is een dochter van Nico van Melo. De uitslagen voor de Venrayse deelnemers waren als volgt: Cat. 1. Merrieveulens, geb. tot 23 April 1953: lb Antonetta van Jans- lust, L. v. Osch, Weverslo; 3a Flora van Hube, A. Achten, Leunen; 3c Doortje van de Nieuwenhof, P. Hendrix, Geijsteren. Cat. 2. Merrieveulens, geb. 24-4 tot 28-5-53: 2a Germania, W. Thie- len, Castenray; 2c Nicolina van de Steeg, Gebr. Loonen, Leunen; 3b Nicolina van Kempkesberg, L. Jans sen, Ysselsteyn; 3hHonny v. Smakt, M. Geurts, Smakt. Cat. 3. Merrieveulens, geb. vanaf 30-5-53: lb Costaulina, P. Duykers, Castenray; ld Mia van Johanna- hoeve, A. Bovee, Veulen; 2b Irma van Veldzicht, W. v. Dijck, Oostrum; 2d Tinie .van Leendershof. J. Gielen, Wanssum; 3a Pauline v. Thielenshof W. Thielen, Castenray; 3b Roos van Zandhoek, H. Rutten, Wanssum; 3d Honny van Nicora, W. Jennis kens, Leunen. Cat. 4. Merrieveulens, geb. in '52, Grote maat. la Nicolien v. Smakt. Jan van de Winkel, Smakt; lc Nicolien van Hovershof, J. Geurts, Heijde; 31c Gerrie v. Daland, A. v. Rijswijck, Merselo; 3d Nicolina van Volen, G. Michels, Volen. Kleine maat: 2e Nellie, J. van Dijck, Heide; 3b H. Diriks, Scheide; 3h Mien van Beek, H. van Osch, Merselo. Cat. 5. Merries, geboren in 1951. Grote Maat. 2c Annie van Nico, A. Camps, Oostrum; 2e Nicolien, P. Philipsen, Ysselsteyn; 3e Tinie van de Nieuwenhof P. Hendrix, Geijste ren. Kleine maat: 2a Nicoline van Molenzicht, J. Derikx, Heijde; 3a Astrid van Leendershof, J. Gielei Wanssum; 3f Marga van Daland, A. van Rijswijk, Merselo. Cat. 6. Hengstveulens, geb. in '53 voor 20 Mei: 3c W. Gielen, B 112 Wanssum; 3d L. van Asten, Yssel steyn. Cat. 7. Hengstveulens, geb. in 1953 vanaf 20 Mei: 2a Nico van Molen- zicht, J. Derikx, Heide; 2b Costaud v. Neptuneshof, J. v. Osch, Merselo; 2d Costaud van Dekkershof, H. van Veghel, Merselo; 3b Honved van Leendershof, J. Gielen, Wanssum; 3e Costaud van Smakt, J. van den Winkel, Smakt. bakpoeder H Va n i I I e-s u i k e r en Aroma's volgens één van de beproef de Dr Oetker-recepten. Pro beer het ook. Leer de vreugde kennen van he» zèlfbakken. Stort dan fl 1.75 op onze girorekening nr. 110190 of maak dit bedrag per postwis sel over aan N.V. INHAMA, Omval 11Amsterdam onder vermelding van letter G en het nieuwe royale Dr Oetker bakboek„BAK MET PLEZIER", wordt U omgaand franco toe zonden. Ken» U de Dr Oetker puddingen al Ze zijn ver- krijgbaar in de smaken Vanille, Room. Amandel en Gala Chocolade. Iets lijns: Dr Oetker Flan dessert pudding in de smaken vanille en chocolade. helpt bakken I Wij leven steeds langer. Het staat onomstotelijk vast, dat de babies, die thans het levenslicht zien een veel langere levensduur kunnen ver wachten dan de babies uit 1870. Hun levenskansen liggen door de verbeterde hygiënische toestanden veel gunstiger dan hun prille voor gangers. De baby uit 1870 had toen een gemiddelde levensduur te ver wachten van bijna 40 jaar. Thans kunnen zij ruim 70 jaar verwachten. Met deze 70 jaar staat de Neder landse baby aan de top van de levensduur in de wereld. Het zijn echter heus niet alleen de babies die zulke gunstige voor uitzichten mogen koesteren, ook de ouderen onder ons kunnen statis tisch bezien een veel langere'.levens- duur verwachten dan vroeger. Kon een 65-jarige honderd jaar geleden nog een goede 6 levensjaren ver wachten, thans is deze verwachting meer dan verdubbeld, nl. 14 jaar. Ook de levensduur van de ge middelde Nederlander is stijgende. Zo omstreeks 1900 was de levens duur voor de mannen 43 jaar en voor de vrouwen 45 jaar. Momen teel kunnen de mannen 65 jaar verwachten en de vrouwen 66 jaar. Een baby kan ruim 70 jaar ver wachten. De stijging van onze levensduur gaat nog steeds voort. Het gevolg hiervan is, dat het aantal bejaarden in ons land dan ook met sprongen vermeerdert. Telt de groep bejaarden (65 jaar en ouder) thans circa 8 pet van onze gehele bevolking, zo omstreeks 1980 zal deze groep ruim 11 pet van onze bevolking uitmaken. Wilt U nog meer staaltjes van het ouder worden van ons volk? Een goede vijftig jaar geleden was iemand die 85 jaar oud werd een opmerkzaamheid. Thans hebben wij niet minder dan 32.000 personen die ouder zijn dan 85 jaar. Dat komt overeen met een stad als Roosen daal. Borstelwerk leerkoppen, bokkepoten of silolak kwasten, radiatorkwasten, verf- borstels en penselen alle maten in voorraad blokwitters, wit-luiwagens, kamer- en straatbezems, pracht heibezems 35 ct. Langstraat 46 Tel. 713 In verband met de te verwachten bijzonder grote toevloed van post stukken in de week van 28 Decem ber t.m. 2 Januari a.s., zal in die week in het algemeen geen gelegen heid worden gegeven tot het doen verspreiden van ongeadresseerde stukken door de postdienst. De aanneming van ongeadres seerde stukken, die in de tijdvak ken van 16 November t.m. 24 De cember en 4 t.m. 9 Januari a.s. moeten worden besteld, zal slechts geschieden voor zoveel daartegen op de kantoren der posterijen in welker bestelkring de stukken moe ten worden uitgereikt geen bezwaar bestaat. In verband hiermede behoren zij, die in genoemde tijdvakken onge adresseerde stukken willen laten verspreiden zich tenminste 3 weken vóór het tijdvak, waarin de ver spreiding wordt gewenst te wenden tot de postinrichting, waar de stuk ken zullen worden ter post bezorgd, teneinde omtrent alle bijzonder heden verband houdende met de bijzondere regeling te kunnen wor den ingelicht.

Peel en Maas | 1953 | | pagina 2