Overbevolking
ALBERTHEIJN
De brede stroom der Maas
wordt steeds breder
Meisjes,
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
FEUILLETON
'n Actrice zonder
schoenen.
Schoolonderwijzer-Koster
Joannes Deenen
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1953 No. 35
VIER BN ZEVENTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF
GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652
ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. p. mm. ABONNEMENTS
PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 Buiten Venray f 1.45
Wanneer we foto's zien van de
„kabbelende Maas", treft het ons
steeds weer, dat we onder de sug
gestie komen van het rustige om
niet te zeggen rustieke beeld, dat
ze ons biedt. Vacantiegangers, die
in het drukke Westen hun domi
cilie hebben, schrijven opgewekte
brieven naar huis over de vrede,
welke in Noord-Limburg over de
Maas ligt en misschien herinneren
ze zich het „Maaslied" van H.
Knippenberg, waarin de Maas „die
ons Limburg besproeit" met veel
toewijding wordt bezongen. Doch...
er is nog een andere Maas, n.l.
die, welke de grondeigenaren of
directer gezegd de eigenaren van
de oevers zorgen baart. Zij immers
zien hun grond jaarlijks minder
worden. De gekanaliseerde Maas
immers vreet gestaag aan de hoge
overs en in de wintermaanden
doet ze er nog een schepje op om
haar domein groter te maken. En
niemand stgekt een hand er naar
uit om dit te beletten.
De oevers worden nog
steeds door de sterke
golfslag afgevreten
Het is een vraagstuk, dat waard
is onder de ogen gezien te worden,
al vernemen we, dat de eigenaren
daar vooreerst weinig vertrouwen
in hebben.
Want vóór de kanalisatie van de
rivier hebben de grondeigenaren
het zijn nagenoeg alle weilanden,
welke aan de Maas grenzen een
verklaring getekend, waarbij zij zich
ermee accoord verklaarden, dat de
grens van water en land de schei
ding van het eigendom is. Deze
mensen hebben in goed vertrouwen
hun handtekening gegeven, omdat
zij er geen vermoeden van hadden
welke boze streken de klotsende
Maas nog allemaal zou uithalen.
Na de kanalisatie, toen de stuwen
in werking werden gezet en het
normale peil van de waterstand van
de Maas aanmerkelijk hoger werd,
is de kabbelende rivier aan de oevers
gaan kabbelen. Met het drukker
worden van het scheepvaartverkeer
werd dat proces intensiever ge
staag kalfde de oever af, de ene
brok leem met z'n brok groen gras
erop na de andere stortte in het
water. Er is geen einde aan te zien.
Natuurlijk hebben de eigenaren
de betreffende instanties erop op
merkzaam gemaakt, maar... dan
werd hun vriendelijk herinnerd aan
de handtekening, welke zij eenmaal
gezet hadden en dan paste hun een
zwijgen.
Moeilijk verweer
Enkele grondeigenaren hebben1
geprobeerd zich tegen de vretende
Maas teweer te stellen, aldus de
veerman te Afferden, met wie we
een kijkje aan de Maas gaan nemen.
Eén heeft zijn heil gezocht in een
dure bekleding van de oever met
rijsthout, doch de rivier nam deze
„hindernis" met gemak. De boer
moest constateren dat het geen zier
geholpen had en dat hij alleen
maar enkele duizenden guldens
kwijt geworden was.
Aan de stuw tussen Afferden en
Sambeek heeft men wel geweten
wat er op het spel stond, want de
beide oevers zijn met zware basalt
blokken versterkt. Daar heeft de
Een vlucht voor de Russen
J. Vaszary.
16
Het begon te sneeuwen.
Van links en van rechts hoorde
men schieten. Machinegeweren ra
telden, handgranaten ontploften. De
veldslag was nog niet ten einde
gebracht.
Laten we opschieten! Maar waar
heen? Op de weg kon je enkele
meters vooruit zien. Overal lagen
plassen van gesmolten sneeuw. Voor
de rest ging alles in mist verloren
In die mist woedde een oorlog.
Onbekende gevaren wachtten op
ons. Blijven kunnen we hier niet.
Wij moeten hier van daan.
Wij besloten terug te gaan naar
Hidegküt. Een goede tien Km. Na
twee uur lopen kunnen we er zijn.
Wij zullen de kortste weg nemen,
door het bos van Hüvösvölgy.
Als we toen geweten hadden.dat
dit bos vol was met Duitse solda
ten, die uit de Burcht van Buda
gebroken waren, dat er talloze
Russische patrouilles uitgestuurd
waren, om het bos te zuiveren, dat
het aan de burgerbevolking verbo
den was, hun woonplaatsen te ver
laten, op straffe des doods, dan
hadden we deze tocht zeker niet
aangedurfd.
Wij wisten echter van niets.
Nauwelijks waren we in het bos,
of wij struikelden over lijken, Van
alle kanten klonk er geschreeuw en
geschiet in de mist.
Maas dan ook geen vat op. Trekt
men een rechte lijn daarlangs dan
ziet men pas voor goed hoeveel
grond reeds afgekalfd is. Het zijn
verschillende meters, aan beide
kanten.
Die oeverlijn is een grillige lijn
als een kronkelende slang. Er zijn
havenhoofden, pieren en schier
eiland j es in te bekennen. Recht is
ze nergens of het moest zijn op
plaatsen waar die andere Afferdse
boer een oplossing vond. Deze
stortte na de bevrijding de oever
vol met puin, dat in het dorp ruim
schoots voorhanden was. Het kostte
hem heel wat moeite, maar nu is
hij dubbel en dwars tevreden over
zijn werk. Ook de Afferdse aanleg
plaats, welke intussen in verval
raakt, deelt dit gelukkige lot, al
vraagt men zich af waarom deze
aanlegplaats, welke hoogstens 200
meter van de Rijksweg Venlo
Nijmegen af ligt, niet opgeknapt
wordt. De gemeente Bergen had
een los- en laadplaats nodig, terwijl
men er hiér voor betrekkelijk
civiele prijs een bij de hand had.
Ook gevaren
De uitholling van de oever levert
ook gevaren op. Men weet immers
nooit op welk tijdstip een deel er
van zal instorten.
Op een „eilandje" zitten een paar
jongetjes te vissen. Kijkt men goed
en buigt men zich wat over de
oever heen dan ziet men dat deze
knapen op een gevaarlijke plek hun
sport bedrijven. Want het ganse
eiland staat op hangen en vallen.
„Als het nu deze zomer niet instort
dan gebeurt het zeker in de komende
winter wanneer het water de wei
landen overstroomt" zegt de veer
man.
En zo gaat het maar door. Men
vraagt zich af in welke lijn de
Maas tegen gehouden wordt. Het
water is hier niet zo ver van de
grote weg vandaan. Tóch zal een
maal de grens bereikt moeten zijn,
want de Maasweiden, waarin nu
het vee graast, zullen toch behou
den moeten blijven, Er is in deze
contreien al zoveel gebrek aan goede
gronden.
Vernielende S-boeht
Ook tussen Gennep en Boxmeer
zit men met het afkavelingsproces
van de Maas in de maag. Tussen
beide stadjes rechts en links van
de Maas maakt de Maas een S-
bocht van wel een paar kilometer.
In Brabant fronst men de wenk
brauwen omdat de rivier grote
stukken oever verzwolgen heeft en
men er steeds meer grond mist.
Daarom heeft men een suggestie
gedaan van die grote natte S een
rechte lijn te maken, waardoor èn
Limburg èn Noord-Brabant een
stuk grond moeten missen en... er
een stuk bij krijgen. Als de stroom
niet zo sterk op de oever staat, zegt
men daar, zal men er minder last
van ondervinden.
Doch,., is de betrekkelijk rechte
oever te Afferden niet een duidelijke
aanwijzing dat er nóg andere
middelen nodig zijn om het gestage
afkalven te voorkomen De scheep
vaart in de Maas is immers zo
druk. De golfslag, welke bijna
constant de oevers geselt ook
wanneer de baan recht is is er
Er werd tegen ons geschreeuwd,
op ons geschoten. Er was geen
terugweg meer mogelijk. Aarzelen,
of blijven staan kon je niet. Wij
renden vooruit. Wij raakten de weg
kwijt. Wij botsten tegen bomen op,
takken van struiken scheurden de
kleren en sloegen in ons gezicht.
Wij verloren ieder oriënteringsver-
mogen.
Wij hielden elkander bij de hand
vast en renden voort. Kogels floten
langs ons heen.
Op een open plek gleed ik uit in
het bloed. Bijna waren we beiden
gevallen.
Lijken van Duitse soldaten lagen
er door elkaar, in de wonderlijke,
bizarre, verstijfde pose van de
dood.
Wij bleven even staan uitblazen.
Mijn vrouw kreeg een vreemde
inval, toen ze naar de doden keek.
Zij knielde naast een lijk neer en
begon in zijn zakken te voelen.
Ik dacht dat zij krankzinnig was.
„Wat wil je Wat zoek je in de
zakken van die dode
Ik pakte haar bij de arm en
trok haar omhoog.
„Zijn indentiteitskaart. Je moet
toch weten, hoe zij heten, om hun
ouders te berichten."
„Komdaar is nu geen tijd voor."
We renden weer verder.
Het gekraak van takken verried
onze aanwezigheid. Iemand riep
iets tegen ons, machinegeweren
werden op ons gericht.
„Stoj
Hijgend en wel deed ik pogingen
hen uit te leggen, waar wij van
daan kwamen. Dat zij ons vrij ge
laten, dat wij naar huis gingen,
naar Hidegküt. Maar klaarblijkelijk
begrepen zij er niets van.
Zij doorzochten ons, vonden ech
ter niets.
Niet alleen wij hier in Nederland
kennen het probleem van de over
bevolking. Men kan gerust zeggen,
dat het een algemeen Europees
probleem is.
Sinds 1920 heeft dit probleem
een belangrijke rol gespeeld in de
internationale betrekkingen. In toe
nemende mate heeft het een ver
ontrustend karakter gekregen. Maar
om slechts een paar factoren te
noemen:
de overzeese emigratie vanuit
Europa, in hoofdzaak naar Noord-
Amerika, was sinds de eerste wereld
oorlog bijna tot stilstand gekomen
en daarmee was de traditionele
uitlaat voor Europa's bevolkings
druk afgesloten geraakt.
In de tweede plaats is daar het
verlies van koloniën in verschillende
delen van de wereld met als resul
taat de terugkeer van vele duizenden
Europeanen naar hun vaderland en
het verlies van natuurlijke hulp
bronnen, die de stijgende bevolkings
druk in het eigen land hadden
helpen verlichten.
Dan: het reusachtige probleem
van de „displaced persons", die in
de verschrikkelijkste aller oorlogen
van huis en hof zijn verjaagd en
nu bij millioenen wachten op een
oplossing.
En dit laatste probleem wordt
nog dagelijks groter door de mas
sale uittocht van vluchtelingen uit
de Sovjet-zóne.
In aantal is het bevolkingspro
bleem in Italië het meest omvattend.
Italië heeft een bevolking van meer
dan 47 millioen op een gebied van
311.000 vierkante kilometer.
Volgens een kort geleden gepu
bliceerde officiële Italiaanse schat
ting waren er niet minder dan 4
millioen Italianen in verhouding tot
de economische mogelijkheden, die
het land bezit. Daarbij moet men
nog rekening bouden met een jaar
lijkse toeneming van 400.000 zielen.
Een ander Europees land met
ernstige moeilijkheden is Grieken
land, dat een schrijnend tekort aan
werkgelegenheid heeft. De Grieken
kampen met een teveel van bijna
een millioen mensen in de produc
tieve leeftijds-groepen.
De normale bevolking van West-
Duitsland is ongeveer 38 millioen.
Daarbij is nu gekomen een groep
van meer dan 10 millioen vluch
telingen, een aantal groter dan de
hele bevolking van Oostenrijk.
Ook Oostenrijk zelf staat voor het
probleem van de aanwezigheid van
een kwart millioen Volksduitse
vluchtelingen en Nederland tenslotte
om na deze trieste reis weer in
eigen land terug te keren, staat
voor de moeilijkheid, dat het geen
ruimte heeft voor de helft van de
jaarlijkse aanwas van zijn manne
lijke beroepsbevolking, dat wil zeg
gen, dat voor ongeveer 50.000 Ne
derlanders jaarlijks in andere delen
van de wereld een emplooi moet
worden gevonden.
Maar iedere medaille heeft haar
keerzijde. Het zou er voor Europa
wel heel somber uitzien, wanneer
er niet elders op deze aardbol ge
bieden bestonden, die te kampen
hebben juist met het tegendeel, nl.
met een groot tekort aan arbeids
krachten.
Het probleem van de overbevol
king is nl. maar één aspect van 't
oorzaak van dat 'n „dure oever"
gemaakt moet worden, wil men
helemaal safe zijn. M. en N.
Zij waren zachtjes aan het be
raadslagen in het Russisch. Daarna
trokken zich twee soldaten in een
greppel terug, de derde bleef bij
ons. Hij keek ons lang en oplet
tend aan.
Ik begreep, dat hij overlegde, wat
hij met ons doen moest. Ons lot
werd beslist.
En ik kon niet eens praten met
hem, ik kon hem niet duidelijk
maken, hoe wij in deze situatie
geraakt waren.
De Rus bleef ons onbewogen
aankijken. Toen draaide hij zich
langzaam om en kroop eveneens
in de greppel.
Ik wist niet wat wij doen moes
ten.
Zou het betekenen, dat wij gaan
konden Of blijven Is 't moge
lijk dat zij ons doodschieten
„Laten we gaan", zei mijn vrouw.
En we gingen.
Ik verwachtte een kogel in mijn
rug, maar er gebeurde niets.
Na een paar stappen waren we in
veiligheid bedekt door de witte
mist.
We renden opnieuw.
We moesten thuis zien te komen
voor het donker werd.
We vermoedden vaag hoe wij
gaan moesten.
Het geschiet en geschreeuw was
dan weer dichtbij dan weer verder
af.
Wij bereikten de grote weg.
„Deze leidt naar Hidegküt", zei
mijn vrouw. „Zo moeten wij gaan".
Na een paar honderd meter bleef
ik angstig staan. Er bewoog zich
voor ons op de weg. Het kwam
naar ons toe.
Het was een klein meisje.
Op dit ongewone uur, op deze
plaats leek het een visioen.
Het was een kind uit een arm
veel gecompliceerder probleem van
de onjuiste verdeling der menselijke
energie. Tekort aan arbeidskrach
ten is evenzeer een bron van eco
nomische en sociale moeilijkheden.
Daar kunnen landen als Australië
en Canada en veie staten van La
tijns Amerika van meepraten.
Het behoeft geen verwondering
te wekken, dat in een wereld,
waarin het internationale overleg
tussen vrije landen van dag tot dag
aan betekenis wint, ook dit buiten
gewoon vitale probleem van over-
en onderbevolking voorwerp is
geworden van samenwerking tussen
de belanghebbende regeringen.
In Genève zetelt het Intergouver
nementele Comité voor Europese
Migratie, dat is het Internationale
lichaam, dat zich met deze proble
men bezig houdt.
Oorspronkelijk zou dit comité
zich voornamelijk met vervoers
problemen bezig houden, maar tij
dens de proefperiode is uitbreiding
van de werkzaamheden noodzake
lijk gebleken.
Daarom streeft het comité er nu
ook naar technische bijstand te
verlenen aan diverselanden, zowel
wat betreft de voorbereiding van
emigranten en selectie als plaatsing
in 't land van ontvangst. O.a. zijn
onderzoekingen gaande naar de
mogelijkheid van plannen voor de
vestiging van emigranten in kolo-
nieverband.
Zo heeft het voor 1953 als doel
gesteld de emigratie van 120.000
West-Europeanen naar andere delen
van de wereld.
Bijna 40.000 uit West-Duitsland,
eenzelfde aantal uit Italië, ruim
10.000 uit Oostenrijk, 9000 uit ons
land, 5000 uit Griekenland, 5000 uit
Triést en nog ruim 12.000 uit an
dere streken.
Deze emigranten zijn bestemd
voor de republieken van Zuid-Ame-
rika. Andere belangrijke landen van
ontvangst zijn Australië, Canada
en de Verenigde Staten.
De werkzaamheden, die 't comité
ten behoeve van Nederland ver
richt, bestaan in de eerste plaats
in een bijdrage in de vervoerskos
ten van emigranten naar verschil
lende landen, bijv. wordt verzorgd
het transport naar Castro in Bra
zilië, waarbij Nederlandse boeren
families met hun heel hebben en
houden vee incluis worden
vervoerd.
Verder ligt het in de bedoeling
een bijdrage te leveren ten behoeve
van de technische scholing van
aspirant-emigranten, juist ook voor
Brazilië en ook steun aan de Ne
derlandse onderzoekingen naar de
nieuwe emigratie-mogelijkheden,
b.v. in Chili.
Bij moeilijk
heden ofwel
voor raad en
inlichtingen is de R.K. Vereniging
tot Bescherming van Meisjes:
Mevr. W. v.d. Munckhof-S angers
Grote Straat 28, Tel. 581;
Mevr. M. v.d. Hombergh-Bot,
Oostsingel 6, Tel. 393;
Mevr. A. Pijls-Drenth,
Grote Straat 14;
Mej. T. Coenen, Patersstraat 30,
Tel. 588; Mej. T. Paping, Paters
straat 30; Mej. M. Pijls, Grote str.
14a, Tel. 673; Mevr. Baronesse de
Weichs de Wenne, Geijsteren, Tel.
250; Mevr. vd. Haar, Blitterswijck,
D 67, Tel. 263.
millieu, van een jaar of acht, in
versleten kleren en cun gekleed.
Zij was mager en bleek. Toen zij
ons zag, holde zij naar ons toe.
„Mag ik een stukje brood
Ook deze vraag was een verras
sing.
Dat kind bedelt in de bossen,
waar in de winter en dan nog in
de avond, nooit iemand loopt. En
bovendien woedt er een oorlog. Het
bos is vol met Russische soldaten.
Links en rechts wordt er geschoten.
„Wij hebben geen brood, meiske."
„Waar gaat u heen?"
„Naar Hidegküt."
„Ik ga met u mee. Daar krijg ik
misschien brood."
Zij kwam naast ons rennen.
De situatie was niet geschikt
voor een gesprek. Terwijl we voort
holden, heb ik haar toch nog ge
vraagd, hoe zij hier verzeild raakte.
Zij vertelde, dat zij tijdens het
beleg in Buda was met haar ouders.
Sedert weken hadden zij geen eten
meer in de kelder. Toen de Duitse
troepen de uitvalpoging deden,
waren zij er achteraan gegaan, in
de hoop wat voedsel te krijgen. Zij
kwamen echter in een veldslag
terecht. Haar vader werd door de
Russen doodgeschoten. Haar moeder
heeft zij in het bos verloren. Zij
was erg hongerig. Zou erg graag
wat willen eten. Zij vertelde dit
verhaal rustig, zonder enige be
wogenheid, haar gezichtje veran
derde enkel, toen zij het over eten
had.
„Zeg eens oom, is het zeker, dat
er in Hidegküt brood is
„Ja dat is zeker. Maar schiet nu
op."
„Waar gaat u heen Is er brood,
waar u heen gaat
„Ja, ja Maar blijf niet achter
Zij rende hijgend naast ons voort.
Tof en met Woensdag 2 September
100 gram Z0MERDRUPS (verpakt) óf
100 gram ZOMERTOFFEE'S óf
100 gram VRUCHTENKOEKJES óf
100 gram SINAASAPPELSCHIJFJES 61
100 gram DRUPS (diverse soorten) óf
1 blikje ENGELSE TOFFEE'S
Nu exira voordelig
een heerlijke iractatie
•MAAKT U HET LEVEN GOEDKOPER!
IX
De feestgave in 1863 („Geschied
en Redekunstig Gedenkschrift" van
J.H. van der Falm) door het Ge
meente-Bestuur van Venray eist
historische toelichting. (Zie hoofd
stuk VI). Zo beknopt mogelijk.
Eeuwen lang was Noord- en
Midden-Limburg Overkwartier Gel
der geweest. Hoofdstad het Pruisi
sche Geldern.
Na de in veel opzichten mislukte
Tachtigjarige oorlog met Spanje
(1648) bleef dat gebied Spaans,
later Oostenrijks land tot de op
komst van Napoleon. Maar ook als
zodanig werd het Pruisisch gebied
genoemd. De Brabantse historie
schrijver Ds Hanewinkel verhaalt
zijn wandelingen door de Peel tot
aan de Crayenhut, aan de grens van
„het Pruisische dorp Venrooy". Dat
was tegen 1800.
In 1815 werden Nederland en
België door het Congres van Wenen
samengevoegd tot het verenigde
koninkrijk der Nederlanden. Dat
deden de grote Mogendheden, na
tuurlijk zonder Frankrijk.
Tijdperk van 1815 tot 1839: onder
koning Willem I tijd van opstand in
België en ruzies. In Wenen werd
ook opgericht: de Duitse Bond, één
bondsstaat van alle Duitse vorsten
dommen in de plaats van 't vroegere
Duitse keizerrijk.
Willem I was liever koning over
de zeventien gewesten van Noord
en Zuid dan over het kleine noor
delijke deel alleen en hield koppig
vol.
Frankrijk was op de hand van
België voor afscheiding van het
noorden. Dezelfde grote mogend
heden van het Congres van Wenen
gingen maar weer Conferenties
houden, nu in Londen. (Prettige
bezigheden, met veel gefuif op
andermans kosten). Dat heeft jaren
Haar gezichtje was zo mager, haar
huid doorzichtig. Haar dunne been
tjes knikten van zwakte. Ik pakte
haar hand, dat zij niet zou vallen.
Toen deed zij haar ogen dicht en
rende zo met ons mee. Zij rende
achter het brood aan.
Toen wij het eerste huis in
Hidegküt bereikten, trok zij haar
hand los uit de mijne en rende het
huis in.
Wij gingen verder.
De straten van het dorp waren
verlaten. Het werd helemaal donker.
Een Russische patrouille kwam
ons tegemoet.
Wij scholen angstig achter een
omheining.
En hadden geluk. Zij bemerkten
ons niet.
Doodop en hijgend kwamen wij
aan. De bewoners van bet huis
staarden ons verschrikt aan. In-
plaats van vreugde was er eerder
verwarring op hun gezichten.
Onze gastheer vertelde, dat wij
gisteren nog door de G.P.U. waren
gezocht. Het zou niet raadzaam zijn
er te blijven. Dit adres kenden zij
reeds. Zij zelf konden ook nog
onaangenaamheden krijgen. „De
mensen zijn slecht. Iedereen wordt
aangegeven".
Wij keken moedeloos voor ons
uit.
Ook deze schuilplaats hadden we
dus al verloren.
„Waar zullen we heen gaan
Waarheen
Onze gastheer verzekerde ons,
deze nacht konden we nog rustig
bij hem doorbrengen. „Morgen
zullen we wel overleggen, wat we
moeten doen."
Het avondeten hebben we niet
aangenomen. Wij waren niet bij
machte ook maar een hap te eten.
Onze slaapplaatsen waren reeds
geduurd. Eindelijk, in 1839, beslis
ten ze maarten voordele van België.
Limburg werd Hertogdom en lid
van de Duitse Bond. Holland wilde
Limburg ook hebben. Dat gaf nogal
wrijving.
De verhouding van Maastricht en
Venlo tot Holland was weer anders
dan die van het overige deel van
Limburg, dat van Holland niet weten
wilde. Politieke klommelarijen
Tussen Oostenrijk en de Duitse
Bond heerste ook langdurige span
ning, die in 1866 tot oorlog leidde,
waarin in korte tijd Oostenrijk totaal
verslagen werd. Daarop volgde op
lossing van de Duitse Bond in een
nieuwe Duitse staat onder Wilhelm I
en Bismarck: het begin^van Duits-
lands ontwikkeling op elk gebied
(staatkundig, wetenschap, kunst,
alg. cultuur) tot welvaart en macht.
Zo raakte het Hertogdom Lim
burg ook uit de Duitse Bond. De
Limburgse bevolking |had zich een
paar tientallen jaren met hand en
tand tegen afscheiding van Duits
land en vereniging met Holland
verzet. Toen was het woord'„demo-
cratie", evenals tegenwoordig nog,
een woord, meer niet. Een paai-
middel. Praktisch nonsens.
De grote waardevolle bibliotheek
van Joannes Deenen is in 1889 ver
loren gegaan door brand in het huis
van zijn schoonzoon Gerardus Maas.
Dat er nog iets gered werd, was
daaraan te danken, dat zijn klein
zoon wel eens een en ander van
boven meenam om het in „zijn eigen
kast" op te bergen, beneden. In
diens kinderjaren, dus niet de grote
massa en niet de belangrijkste
boeken, b.v. van antieke waarde.
Joannes Deenen heeft belang ge
steld in het verloop van de politieke
strijd. Tot zijn bewaarde nalaten
schap behoort alleszins begrijpelijk
Vervolg zie achterpagina
door anderen ingenomen. Zij hadden
er niet op gerekend, dat wij ooit
terug zouden komen.
Wij wilden niemand tot last zijn.
Gingen op een tapijt op de grond
liggen en vielen dadelijk in een
loodzware slaap.
IX.
De andere morgen hielden wij
raad. Iedereen was het er mee eens,
dat wij hier weg moesten. Niemand
kon echter zeggen, waarheen.
De Russen ondertussen hadden
weer iets nieuws bedacht om ons
het vluchten moeilijker te maken.
Zij waren bezig barricades over
de wegen te bouwen.
Zij sleepten de nog overgebleven
meubels uit de huizen en stapelden
deze op enkele plaatsen op.
Tafels, stoelen, bedden, piano's,
kasten, werden op elkaar gegooid.
Zij lieten de bevolking geen tijd,
het goed uit de kasten te halen.
De buffetten werden eveneens er
uit gesleept, met de borden en
couverts er nog in.
Dat wil zeggen, zij commandeer
den alleen. De ongelukkige mensen
moesten zelf alles naar buiten
dragen, hun laatste kostbare bezit,
en tussen de andere meubels
werpen.
Het huis van onze gastheer was
ook binnen enkele minuten leeg
gehaald. De kale muren staarden
ons aan.
Toen arriveerde meneer Wolf, als
de reddende engel.
Hij had de nacht in Méria-Kemete
doorgebracht, waar hij heen getogen
was, om voedsel te halen. Daar
werd hij door de uitbraak van de
Duitsers verrast en daar het aan
de bevolking verboden was de
Vervolg zie achterpagina.