SPORT Figuren uit het Venrayse Land in het verleden Uit „Peel en Maas" Schoolonderwijzer- Koster Joannes Deenen SiMket j demonstratie Grondonderzoek en bemesting Lezers schrijven... BEL BIJ BRAND 3 9 2 door HERMAN II. J. MAAS De houtzagers De duvel kwam in de taal van deze streken al heel licht te pas. Je hoorde zijn naam bij haast elke gelegenheid noemen. Alsof hij wel heel wat in dit landleven in de melk had te brokkelen. Men zou het zo zeggen. De mensen vermaan den immers zichzelf en anderen voortdurend, dat: zij wel gedwongen waren, om het leven te kunnen houden, grote en dikke kaarsen voor den duvel te laten branden. Dat heb Ik in mijn Venrayse tijd honderden malen gehoord. Daarmee bedoelden zij dan, dat er voor hen nu eenmaal niets anders opzat dan de „hoge pieten" maar stroop om de mond te smeren, al deden zij het ook tegen beter weten in en misschien wel met een vuist in de zak. Daar had je de jonge Klompers, die wilde gaan trouwen. Dat ver haal kon de oude pastoor L. zo smakelijk vertellen Hij zat erbij te schudden van het schorre lachen. Na het middageten zat de oude pastoor L. in zijn huiskamer diep weggezakt in een dutje in zijn grote rieten leunstoel. De bril was afge gleden tot op het puntje van zijn neus, de krant lag naast hem op de vloer gevallen. Opeens werd hij wakker gemaakt door een klop op de deur en meteen ook het opengaan van de deur en de luide stem van Siska: „Heerome, bezuuk Siska was een jong nichtje van pastoor L., een knap duvelskiend Nog in de doezel, over de brille- glazen héén, zag hij daar, onduide lijk, twee gestalten voor zich staan, 'ne jong en en megje, klein van stuk allebei nogal ook, en hij be groette die twee vriendelijk, want hij was 'ne vriendelijke mens: „Zowe, dag kienderkes, en wat koomde gillie doen?" Ja. nou, zeg, ze kwamen maar eventjes om te gaan trouwen Hij net negentien en zij achttien. En zo klein van postuur, dat de oude pastoor hen voor kinderen had aangezien met zijn doezelogen. De oude pastoor had gauw in de gaten, waar de schoen kneep. Zij waren de eersten niet en de laatsten zouden zij ook wel niet zijn, een ongeluk zit in een klein hoekje. „Zo'n klooikelkelachte de oude pastoor L. met zijn daverende schorre oude lach, „net 'n voest grotier as 'nen turf, en nog nie goed dreug achter z'n ore, zeuj me gedocht hebbe, en den haaj al de watermeule en de wiendmeule beej mekaar willen hebbe!" Ik geef precies de woorden van de pastoor zelf, zoals hij 't vertelde. Toen alles voor het trouwen be klonken was, ging Klompers met zijn aanstaande naar het dorp. Om te winkelen. Hij had er eigenlijk wel den duvel over in, maar hij moest van haar, en hij deed zijn best om zich goed te houden. Nou al ruzie stond zo gek, hé Zijn i aanstaande wilde ook een kruis-1 beeld in een stolp hebben, dat hoorde er toch bij, niet In de winkel werden er hun verschillende voorgezet, naar keuze, er waren er genoeg Ja, dit was schoon... maar dat ook... en dan dat, dat wasse... Zij wist het niet meer. Door veel te veel keuze. Zij werd er door overstelpt. Zoveel keus had zij in haar leven nog nooit gehad behalve van jongens. Maar ook al weer niet in een stolp. En de jonge Klompers dan Nou, dat volwassen man spelen, die over een paar weken getrouwd zou zijn, en dan ook al gauw huisvader zou worden, dat wilde hem nog hele maal niet afgaan. In zijn werkelijke binnenste voelde hij zich nog een echte blaag, en verlegen tegenover dit grote mensen-winkelgedoe met beelden in glazen stolpen. Maar zijn aanstaande echtgenote had ook nü zijn hulp nodig. Wat wij natuurlijk best begrijpen, er komen in het leven ook dingen voor, die de vrouw alleen niet kan. Net zo min als de man alles alleen kan. En hij bleef daar nu maar wat staan lummelen, voor die toonbank vol stolpen met een kruisbeeld, en voor de kwansuis liet hij zijn blik ken maar dwalen langs heel andere zaken in de winkel, waar hij op het moment toch niets mee te maken had. Dat maakte haar ongeduldig en korzelig. Had hij dan helemaal geen verstand Nou; waren dat geen schone stolpen Wat dacht hij er dan van Dat hij zijn mond dan ook eens open deed- in plaats van hèèr voor schut te laten staan Toen moest hij wel doen als een volwassen kerel, die zich met zo'n onnozel gesnor van vrouwen en snotapen niet meer bemoeien kon En daarom deed hij maar, met onverschillig gebaar van gezicht en schouders: ,,Bê jao, vat er mer enne, 't is ummers allemaol énen duvel Ja, dat was zo het gëzegde. In heel Peelland. In heel Limburg. Daar vertel ik nog wel meer over. Niemand dacht daarbij aan spot met heilige zaken- In deze vertelling zou het niet goed passen, als ik ei nu een ver haal bijvoegde, waarin de duivel onheilen stichtte. Ik heb het nu over de Peellandse duvel. Fn niet over de helse duivel. En die duvel was werkelijk zo boosaardig niet. Neen, meer een grappenmaker, een belhamel. Hij haalde wel eens echte kwajongens streken uit om de mensen een grote dienst te bewijzen. De duvel wist ook wel, wie hij voorhad, slechte mensen of goed moedige. Een goedmoedig slag van mensen waren immers de oude houtzagers. Die de streek door trokken om een zuur stuk brood te verdienen, waar een boom tot planken of balken te zagen viel. Ik zie ze nog voor mijn ogen staan zwoegen. Ook zie ik in mijn herinneringen Latten Driek nog bezig. Hij zaagde latten uit slieten, daarom heette hij Latten Driek, zijn familienaam heb ik nooit gekend. Hij had een horrelvoet, daar kon hij de sliet fijn mee vast houden, en daarom ook was hij lattenzager geworden voor zijn kostje. Een mager kostje wel Maar nu heb ik het over de houtzagers. Die stonden een eind hoger. In de lucht, bedoel ik. Ten minste de baas. Die verdienden ook maar een mager kostje. Met het kost verdienen zag het er toen triestig uit. De besten, die, waar wat inzat, trokken de grens over. De rest bleef hier. Wie tegen woordig geen verklaring weet te vinden van de onrustbarend hoge criminaliteit, kent de geschiedenis niet, dat is alles. Ik kan de verkla ring wel geven. Die houtzagers. Eerst moesten zij de boom beslaan, met een bijl de stam een beetje effen kappen. Dan met een roetwaterkoord over de stam lijnen maken. Zo vielen van elke stam twee schaal (schil) stukken af. De boom werd op een hoge schraag gelegd. De baas ging er bovenop staan, op zijn sokken, en bestuurde de zaag. De knecht stond beneden om de zaag te trek ken, en die kreeg aanhoudend de ogen vol zaagmeel. In vroegere tijd, nog langer ge leden, hoe lang wel, dat weet ik ook niet precies, was die zaag nog een blad zonder tanden. Welk een moeizame arbeid moes ten de zagers dus verrichten voor hun schamel stukje broodGeen wonder dan ook, dat eens een paar doodvermoeide houtzagers zuchtend van hun schaftuurtje gingen profi teren. Maar het waren erg goed moedige mensen. Zeker klaagden zij wel eens over hun hard lot, maar zonder opstandigheid of bittere gedachten. Men diende zich maar te schikken, van de bomen moesten toch planken en balken gezaagd worden voor het algmeen welzijn. Zij strekten zich languit op de grond neer om wat te slapen, zo afgemat waren zij, en uitgeput van krachten. Alvorens zijn ogen te sluiten, zuchtte de baas: „Me zeuj 't dén duvel nog nie gunne, zowe de kost te motte ver- diene „Neje", zuchtte de knecht, „daor is terduvel nog veul te goed vur!" Zij dachten van iedereen goed, zelfs van den duvel. Dat was zo hun gewoonte. En zo sliepen zij in. Natuurlijk vond de duvel dat beestig vriendelijk van die hout zagers. En daarom ging hij hen helpen. Uit dankbaarheid. Want zij hadden een kaarsje voor den duvel laten branden. Gedurende hun slaap maakte hij van boven tot onder kerven in het zaagblad. Maar toen zij hun werk wilden hervatten, dachten zij dodelijk ver schrikt, dat hun zaag totaal ver nield was En zo'n zaag kostte veel geld, en dat had de baas niet. Zij zagen het spook van de honger al grijnzen Maar hun goedmoedigheid won het toch alweer. Zo waren zij. ,,Zo'n duvelskiend van 'ne kwa- jong hit oos 'n lellike poets ge- bakke Zo luidde hun verklaring. En zij moesten er zelf nog om lachen ook, nu de slaap hun nieuwe kracht had geschonken. Want zij dachten aan hun eigen vlegeljaren, toen zij ook voor duvelskiender werden uitgescholden, en hard verdiend ook Niets aan te doen, maar weer aan de slag, nu dan maar eens proberen met die kapotte zaag, met dat getand zaagblad. En hoe groot was hun verbazing dat het daarmee duizendmaal beter ging Zij zaagden voor hun ple zier. Er was hun een geheim ge openbaard. De duvel had hun zijn dankbaarheid getoond door hen te belonen met zijn duivelskunst. Zo werd in het Venrayse land de getande zaag uitgevonden, daar mocht de hele wereld dankbaar voor zijn. Maar ja, voor de houtzagers, waarvan ik begon te vertellen, was het nieuws van de getande zaag ook al weer lang af. In andere streken verrezen al houtzaagmo lens van 15 Augustus 1903 In 1902 werd te Oirlo een school postspaarbank opgericht door de onderwijzers Ruim 250 gulden of gemiddeld ruim f 2 per kind werden ingelegd. Naar aanleiding van de plech tige kroning van Paus Pius X hield Pastoor Pascal Schmeits op 9 Aug. een overschone predikatie. In de ouderdom van 86 jaren overleed de heer Piet Pelzer, meer bekend onder de naam van „Krujers Pietje". Hij had kort geleden zijn 55-jarige bruiloft gevierd met zijn tweede echtgenote, die nog in leven was. 9 Augustus sloeg de bliksem in de woning van de Wed. L. Kersten te Wanssum. Het huis met geheel de boedel werd een prooi van de vlammen. 14 Augustus 1891 Op 9 Augustus vierde Broeder Andreas, een van de twee eersten, VI Johannes Henricus van der Palm (17631840), Agent v. d. Nationale Opvoeding, bewerker van de School wet 1806 onder Raadpensionaris Schimmelpenninck, professor in de Oosterse talen en in de Welspre kendheid, was geboren in een onderwijskring. Zijn vader was schoolmeester in Rotterdam. Hij stelde veel belang in letter kunde. Onder de letterkundige schrijvers wordt hij tegenwoordig niet meer genoemd. In 1816 werd van hem uitgegeven„Geschied en Redekunstig Gedenkschrift van Nederlands Herstelling in dén jare 1813". Het is maar een klein ge schrift. een brochure. Maar hij kreeg er de aanzienlijke som van 700 gulden ^voor. In 1863 werd dat jaar 1813 fees telijk herdacht. (Vijftig jaren). Ook liet gemeentebestuur van Venray deed daaraan mee. De grote vraag was natuurlijk, op welke wijze dat zou kunnen gebeuren." Het wendde zich tot schoolonderwijzer Joannes Deenen, man van boeken en ont wikkeling, om advies. Of het zich ook tot andere per sonen om voorlichting had gewend, weten wij niet. Maar dat is toch wel mogelijk. In ieder geval, het voorstel van Joannes Deenen werd aangenomen. Dat voorstel luidde: een exemplaar van het Gedenk schrift van J. H. van der Palm aan daarvoor in aanmerking komende ingezetenen aan te bieden. De uit voering werd opgedragen aan de firma Roelants te Schiedam. (46 bladz. druks). „Niet in den handel. Uitgereikt door het Gemeente Bestuur van Venray". Of er nog Venrayse families zijn, die een exemplaar bezitten, is ons niet bekend. Wij hebben nooit een ander exemplaar gezien dan het goed bewaarde uit de nalatenschap van Joannes Deenen, dat via Jacobus Deenen overgegaan is op Herman H. J. Maas. Welke loopbaan zou Joannes Deenen kiezen ua zijn opleiding aan de „School der talen" Onder den boog Een moeilijke vraag! Veelbewogen tijden: de val van Napoleon. Door het dansend en fuivend Congres van Weenen onder leiding van Von Metternich werd uitgepolitiekt, dat Noord-Nederland met België samen het Verenigd Koninkrijk zouden vormen onder koning Willem I als bolwerk tegen de heerszucht van Frankrijk. Maar van het begin af tot mislukkig gedoemd. Het Oranje huis was van Willem de Zwijger af protestant, België was katholiek, het wilde helemaal niet boteren. Zo rommelde het aan alle kanten, zoals dat na grote oorlogen ge woonlijk het geval is. Elk land wil voor zich zelf aan het langste eind trekken. Het ideaal van Napoleon, één Europa te vormen onder zijn bestuur, was al evenmin vervuld als dat van Karei de Grote en van Karei V. En evenmin als dat van Hitier. Dat kan alleen gebeuren door geweld, maar de regering van elk land verzet zich daar tegen uit zucht naar zelfbehoud. Dan over heersen de grote mogendheden, de kleine raken lelijk in de knel, zoals wij dat ook in onze dagen beleven. In het voetspoor van zijn vader Andries Deenen treden Dat kon niet wegens de tijdsomstandigheden. Aan het volk werd niets gevraagd, alles werd door „Hogerhand" beslist. Bovendien was zijn stijf been ook een belemmering voor reizen en trekken. En daarbij, het deed ook niets geen haast. Voor zijn kostwinning drong de beslissing niet. Zijn moeder was niet onbemiddeld ach tergebleven na de tamelijk plotse linge dood van haar man in Den Briel. Waarbij nog de erfenissen kwamen van zijn grootouders en zijn oom en tante. Hij las en studeerde bij moeder thuis maar rustig door. -En daar kwam in Mei 1823 het sterfgeval van Lindert Lemmen Het gemeentebestuur van Venray moest de vacature van het school onderwijzerschap in Oostrum aan vullen ingevolge de Schoolwet van 1806. Maar dat kon alleen door de benoeming van een geëxamineerde, en zo iemand bestond in wijd en zijd niet. En een nieuwe koster moest er ook zijn voor het Oostrumse kerk bestuur. Wie kon daar anders voor in aanmerking komen dan de nieuwe schoolonderwijzer Zo was die op 19 Augustus 1844 voet op Venray's grond zetten, om het oud klooster te betrekken, zijn gouden jubilé als Minderbroeder. De Offerblok van het S t Oda- kapelletje nabij Merselo, werd door onbevoegden geledigd. 12 Augustus 1893 De Fanfare Euterpe gaf met de Kermisdagen een mooie uitvoering. De heer P.J. Rutten, hoofd van de school te Wanssum, die te 's-Gravenhage slaagde voor akte Engels, was daartoe opgeleid door P. Dorotheus Cornelisse O.F.M., leraar van het Gymnasium. 19 Augustus 1893 Als onbezoldigd Rijksveld wachter werd aangesteld Th. Voer- mans, Hoogriebroek, Oirlo. 28 Juli overleed te Aleppo in Syrië P. Palus Boerkamp, die van 18741888 professor was aan het Gymnasium, alhier. het immers al een paar honderd jaren geweest. Dus sprak het wel vanzelf, dat gemeentebestuur en kerkbestuur de handen in elkaar sloegen. 1-Iun gezamenlijk overleg vond een oplossing. Joannes Deenen zou hen kunnen redden uit de moeilijk heid Als hij maar zou willen Ook hij had geen onderwijzers examen afgelegd, maar dat zou voor hem niets betekenen. Een andere vraag was: Joannes was wel een stille jongen, maar het zelfstandige onafhankelijk karakter van vader Andries bezat hij toch wel. Dal hij niet onbemiddeld was, bood ook een voordeel. Zo iemand, en dan nog pas eenentwintig jaren oud en als enige zoon bij moeder thuis zou immers aan tractementen ook al niet het onderste uit de kan eisen Ja, de heren bestuurders wisten het wel uit te kienen Joannes Deenen moest „bewerkt" worden. En hij werd bewerkt. Vol gens oud recept: Veel beloven en weinig geven Doet de gekken in vreugde leven! En Joannes Deenen liet zicii om halen. Éénmaal zover, ging het begin vlug. De mondeling gegeven toestemming moest onverwijld vast gelegd worden. Een mens kan im mers soms gauw van gedachten veranderen Reeds per brief van 5 Juli 1823, kreeg hij van pastoor L. van Els- bergh van Venray de benoeming als koster in Oostrum: dat de Kerkenraad van Venray met overeenstemming der Kapellen- meesters van Oostrum met een parige stemmen der Kandidat tot het Kusterampt der Capelle Oos trum Joannes Deenen provisioneel tot de bediening van het amptvan Kuster had verkozen, voor onver wijlde indiensttreding, maar onder verplichting, zich dadelijk aan de op handen zijnde schoolonderwijzer examens te onderwerpen. De kerkbesturen waren dus in zó verre gered, Joannes Deenen moest onmiddellijk beginnen met kosteren. En zij hadden meteen ook gezorgd voor het gemeentebestuur. Zou de inkleding van die brief Joannes Deenen niet ietwat ver wonderd hebben Och, het was nou eenmaal een „officieel" schrijven, nietwaar? En als een verzoek ingewilligd is, moet men zich niet eigen gaan maken en vooral niet van dank baarheid reppen Een koetsier dient de teugels in de hand te houden. En het is moei lijk te verwachten, dat pastoor L. van Asselbergh schrijven zou: „Met- dankbetuiging voor Uw welwillend heid om ons in onze nood bij te staan..." Joannes Deenen had toege stemd, dus was hij „candidaat", daar ging niets van af. En dat hij met „eenparige" stemmen door twee kerkbesturen was uitverkoren, was dat ook al niet mooi Bovendien had Joannes Deenen iets anders aan het hoofd. Hij moest halsoverkop naar Maastricht examen gaan afleggen. En twaalf dagen later, 17 Juli 1823, had hij al de officiële schoolonderwijzersactie van de „Provinciale Kommissie van Onderwijs Limburg" (in het lak zegel) „in den zak Gauwer ging het al niet. En kort daarna haalde hij nog een tweede, een nog hogere, acte daarbij in Hasselt. Dat ging in de Franse taal. Hij wilde zich niet laten kennen En dacht er in het minst niet aan, dat hij er bitter weinig mee zou opschieten, en dat hij genoodzaakt zou worden de inkomsten van beide baantjes maar als een „bijvallertje" te beschouwen en de erfenissen in te teren De officiële documenten, die ons gediend hebben bij onze artikelen over „Een gemeentelijk huishouden van honderd jaren geleden" zijn uit de nalatenschap van Joannes Deenen afkomstig en via Jacobus Deenen overgegaan op Herman H. J. Maas. Joannes Deenen wist dus wel van wanten, wat het gemeentebeleid met al die zonderlinge posten en batige saldi betrof En Jan van Houtum naderhand wist precies, hoe de vroede vaderen Veldheim bestuurden Wordt vervolgd. LAND- EN TUINBOUW Herinnert U zich nog 7 dat U op de ook de smakelijke Dr Oetker puddingen hebt gezien? Kinderen zijn dol op een toetje van Dr Oetker. Tracteer ze op Dr Oetker Vanille-, Room-, Amandel- ol Gala Chocolade-pudding. Wilt U eens iets heel fijns? Geef ze dan Dr Oetker FLAN, de nieuwe dessertpudding in de smaken Vanille en Chocolade. e B 9 8 8 i o 8 9 9 8 i 8 8 8 8 8 8 8 8 8 O I 8 8 8 8 9 O 9 S Qr Oelke» eïonden- vorig jaar aanzienlijk in prijs is gedaald, wordt verkocht op fosfor - zuurgehalte. De hoeveelheid werk zame kalk (40 kg per 100 kg product) hebt U er dus gratis bij. Boer en Tuinder, raadpleeg Uw land- en (of) tuinbouwconsulent en assistenten. Het is in de eerste plaats Uw eigen voordeel. P.D.V. DE ZWALUW Uitslag Java Jonge duiven: 1 8 A. de Riet, 2 J. Verstegen, 3 E. Oudenhoven, 4 24 H. Derks, 5 J. Boom. 5 29 P. Swachover, 7 M. Tonen, 9 Jac Verstegen, 10 11 Joh. Janssen, 12 E. Vermeulen, 13 J. Gommans, 14 P. en J. Hendriks, 15 19 21 23 Servatius, 16 A. Smits, 17 J. Derks, 18 P. Dinghs, 20 P. Kers ten, 22 H- Crooymans, 25 M. v.Rooy 26 M. Hendriks, 27 E. Vermeulen, 28 P. Janssen en Zn. 30 Lemmen. Uitslag Jemeppe: I A. Smits, 2 H. Camps, 3 10 20 27 G. Janssen H. 4 J. Kusters, 5 P. Strijbosch, 6 F. van Zwamen, 7 P. Lemmen, 8 Servio, 9 A. van Loon, II P. en J. Hendriks, 12P.Janssen en Zn. 13 24 29 M. Tonen, 14 Gebr. Hendriks, 15 P. Kersten, 16 W. Pe ters, 17 18 25 P. Dinghs, 19 H. Ver- cauteren, 21 Fr. Vermeulen, 22 Ser vatius, 23 Jaap Janssen, 26 J. Derks, 28 G. Philipsen, 30 J. van Leuken. We verzoeken de leden om als nog te proberen hun resterende loten aan de man te brengen. WIELRENNEN Zondag j.l. gingen onze renners te Boekoul van start. Theunissen wist het bij de Junioren niet verder te brengen dan de 5e plaats. Een plaats, die hij volgens z'n fietsen niet verdiende, daar hij het was, die de meeste strijdlust toonde. Bij de Senioren bracht Willems het er beter af, en ging met de 2e plaats strijken. Dit had echter even goed de le kunnen zijn als hij iets beter had opgelet. Vandaag starten onze renners in de 3 daagse van Echt. Aan een voorspelling durven wij ons niet te wagen, maar als onze renners rijden voor wat ze waard zijn mogen wij toch wel op een paar goede plaat sen rekenen. Veel succes. Oriëntatie-rit te Wanssum Zondag 23 Aug. a.s. organiseert de Motor- en Autoclub St Michael te Wanssum een oriëntatie-rit voor auto's, motoren en- bromfietsen. Er zal gereden worden over een af stand van 60 tot 70 Km. Prachtige prijzen zijn inmiddels beschikbaar gesteld en ongetwijfeld zal de be langstelling groot zijn, temeer om dat deze tak van sport steeds meer in zwang komt. Inschrijving staat reeds open bij het Secretariaat B 19 te Wanssum. Hoewel reeds veel gepubliceerd is over de betekenis van liet grond onderzoek en de hierop gebaseerde bemesting, lijkt het ons toch wense lijk in het kort de grote betekenis hiervan weer te geven. Nu van vele percelen bouwland de stoppel weer geploegd moet worden, is het de tijd aan grond onderzoek en bemesting de nodige aandacht te schenken. Deze twee begrippen zijn niet van elkaar te scheiden. Bemesten zonder dat men iets weet van de voedingstoestand van de grond, is dikwijls paarlen voor de zwijnen werpen. De analyse van het grondonderzoek leert hoe in vele gevallen bezuinigd had kunnen worden, terwijl er andere percelen grond zijn die jaar op jaar te kort komen. Voor. een organische bemesting is het thans de meest gunstige tijd om stalmest te strooien, terwijl daarnaast en in niet mindere mate de kalktoestand van de grond de nodige aandacht verdient. Van de kalkmeststoffen staan verschillende goede soorten ons ten dienste. Ook is de tijd om Thomasmeel te strooien weer aangebroken. Deze meststof die in vergelijking met Men is tot op tienden vjrn pro centen de consequenties van de verschillende regeringsplannen aan het narekenen, doch nu zou hier plotseling een nieuwe factor bij komen. Dit betekent o.m. een wijzi ging in de voorstelling, welke men zich gemaakt had van de loonsver hoging. De verhoging van de melk en eventueel ook van de broodprijs komt bepaald als een onaangename verrassing. Het schijnt nog wel niet zeker te zijn, dat de bedoelde afschaffing van de subsidies tegelijk met. het gehele .complex van regeringsmaat regelen op 1 Januari zou worden doorgevoerd, maar zeker is wel, dat de regering speelt met deze ge dachte. Melk en brood duurder door vermindering van subsidies? Naar te Den Haag vernomen wordt, moet er rekening mee wor den gehouden, dat de regering bij de doorvoering van het complex van maatregelen terzake van huurver hoging, looncompensaties en belas tingfaciliteiten tevens beoogt op 1 Januari a.s. een verandering aan te brengen in de subsidie op melk, hetgeen zou kunnen resulteren in een prijsverhoging met drie cent per liter. Ook bij brood zou iets dergelijks in de pen zijn; de subsidie behoort hier echter practisch tot het ver leden, zodat de prijsverhoging ver moedelijk minder dan een cent zou bedragen. Deze maatregelen passen in de eerder gevoerde politiek om het subsidiestelsel te liquideren. Op zichzelf genomen is het zeker niet onlogisch nu het gehele prijzen- niveau in beweging komt deze kwestie meteen „mee te nemen", maar het merkwaardige is, dat de diverse organisaties, welke het ge hele complex van regeringsmaat» regelen in bespreking hebben, voor zover ons bekend, van het voornemen der regering nog niet op de hoogte zijn. HERKAVELING In het nummer van Zaterdag 1 Aug. stond een artikel over le Ruilverkaveling in Noord Limburg. Daarin heeft mij iets getroffen en verontrust. Er stond: „Wanssüm is voor de helft uitgevoerd, de andere helft is niet zo urgent; als ze nog ooit wordt uitgevoerd zal dit gebeuren met die van Blitters- wijk samen. Feit is, dat bij de stemmingsver- gadering voor de uitvoering van ruilverkaveling Blitterswijk-Wa <- sum, het grootste bezwaar wasu.it de gemeente Wanssüm maar voor de helft werd ingeschakeld. De ge meente Wanssum is namelijk door het beekdal doorsneden en door vererving, verkoop- enz. hebben Oostelijke landbouwers, in het Wes telijk gedeelte landerijen en ook omgekeerd ligt het zo. Bij de aanvraag door de Gemeen teraad is destijds ook uitdrukkelijk voor de gehele gemeente gevraagd. Om tegemoet te komen aan de be zwaren aangevoerd op de stemmings vergadering is toen door de leiding beloofd, om direct stappen te doen om de andere helft er bij te trek ken, nog voor dat de eerste helft beëindigd was, dan kbn met de kavelindeling rekening gehoude worden. En NU is het op eenmaal niet meer urgent, en zou het uitgevoerd worden, dan met die van Blitters- wijk samen. Blitterswijk is voor zover ik weet geheel in de verkaveling betrokken, die ongeveer beëindigd is. In de meeste gevallen is in de streken waar veel oud bouw- en weiland ligt verkaveling urgent, afgezien nog van de percelen waar door waterafvoer of anderszins grote verbetering kan worden aan gebracht. Bedoelt wordt gronden die door deling, verkoop of splitsing te klein of geen economische indeling hebben Daarbij komen dan nog de grens scheidingen en de onduidelijkheden van het kadaster. Uit dit alles blijkt dat men toch maar ook zo niet kan zeggen Castenray en Broekhuizen zijn niet urgent, want die bevatten voor het merendeel oude gronden. Ook de drang van de grondgebruikers om verkaveling mag niet over het hoofd worden gezien. Dat het Staatsbosbeheer hier een woord meespreekt is maar al te waar, maar zou hier niet wat min der scherp kunnen worden gehandeld Naar men mij gezegd heeft, werd in andere verkavelingen minder bezwaar gemaakt bij herindeling en rooien van houtopstand, b.v. in de grote verkaveling van Nieuw Leusen. Daar is ook nog meer groot grondbezit dan in Noord Limburg, en zou het kleine grondbezit niet voor soepelheid in aanmerking komen tegenover het Staatsbosbe heer Op de eerste plaats zou dit de lasten van de kleine boer verlichten en de inkomsten van het Rijk niet schaden. En volgens mijne mening komt toch weer beplanting vroeg of laat waar die urgent is. Met dank voor de plaatsruimte. H. B. Rutten. Wanssum.

Peel en Maas | 1953 | | pagina 2