SPORT
Figuren uit het Venrayse
Land in het verleden
Uit „Peel en Maas"
Schoolonderwijzer- Koster
Joannes Deenen
SiMket j
demonstratie
Grondonderzoek en bemesting
Lezers schrijven...
BEL BIJ BRAND
3 9 2
door HERMAN II. J. MAAS
De houtzagers
De duvel kwam in de taal van
deze streken al heel licht te pas.
Je hoorde zijn naam bij haast elke
gelegenheid noemen. Alsof hij wel
heel wat in dit landleven in de
melk had te brokkelen. Men zou
het zo zeggen. De mensen vermaan
den immers zichzelf en anderen
voortdurend, dat: zij wel gedwongen
waren, om het leven te kunnen
houden, grote en dikke kaarsen
voor den duvel te laten branden.
Dat heb Ik in mijn Venrayse tijd
honderden malen gehoord. Daarmee
bedoelden zij dan, dat er voor hen
nu eenmaal niets anders opzat dan
de „hoge pieten" maar stroop om
de mond te smeren, al deden zij
het ook tegen beter weten in en
misschien wel met een vuist in de
zak.
Daar had je de jonge Klompers,
die wilde gaan trouwen. Dat ver
haal kon de oude pastoor L. zo
smakelijk vertellen Hij zat erbij te
schudden van het schorre lachen.
Na het middageten zat de oude
pastoor L. in zijn huiskamer diep
weggezakt in een dutje in zijn grote
rieten leunstoel. De bril was afge
gleden tot op het puntje van zijn
neus, de krant lag naast hem op
de vloer gevallen.
Opeens werd hij wakker gemaakt
door een klop op de deur en meteen
ook het opengaan van de deur en
de luide stem van Siska:
„Heerome, bezuuk
Siska was een jong nichtje van
pastoor L., een knap duvelskiend
Nog in de doezel, over de brille-
glazen héén, zag hij daar, onduide
lijk, twee gestalten voor zich staan,
'ne jong en en megje, klein van
stuk allebei nogal ook, en hij be
groette die twee vriendelijk, want
hij was 'ne vriendelijke mens:
„Zowe, dag kienderkes, en wat
koomde gillie doen?"
Ja. nou, zeg, ze kwamen maar
eventjes om te gaan trouwen Hij
net negentien en zij achttien. En
zo klein van postuur, dat de oude
pastoor hen voor kinderen had
aangezien met zijn doezelogen. De
oude pastoor had gauw in de gaten,
waar de schoen kneep. Zij waren
de eersten niet en de laatsten
zouden zij ook wel niet zijn, een
ongeluk zit in een klein hoekje.
„Zo'n klooikelkelachte de oude
pastoor L. met zijn daverende
schorre oude lach, „net 'n voest
grotier as 'nen turf, en nog nie
goed dreug achter z'n ore, zeuj me
gedocht hebbe, en den haaj al de
watermeule en de wiendmeule beej
mekaar willen hebbe!"
Ik geef precies de woorden van
de pastoor zelf, zoals hij 't vertelde.
Toen alles voor het trouwen be
klonken was, ging Klompers met
zijn aanstaande naar het dorp. Om
te winkelen. Hij had er eigenlijk
wel den duvel over in, maar hij
moest van haar, en hij deed zijn
best om zich goed te houden. Nou
al ruzie stond zo gek, hé Zijn i
aanstaande wilde ook een kruis-1
beeld in een stolp hebben, dat
hoorde er toch bij, niet In de
winkel werden er hun verschillende
voorgezet, naar keuze, er waren er
genoeg Ja, dit was schoon... maar
dat ook... en dan dat, dat wasse...
Zij wist het niet meer. Door veel
te veel keuze. Zij werd er door
overstelpt. Zoveel keus had zij in
haar leven nog nooit gehad behalve
van jongens. Maar ook al weer
niet in een stolp.
En de jonge Klompers dan Nou,
dat volwassen man spelen, die over
een paar weken getrouwd zou zijn,
en dan ook al gauw huisvader zou
worden, dat wilde hem nog hele
maal niet afgaan.
In zijn werkelijke binnenste
voelde hij zich nog een echte blaag,
en verlegen tegenover dit grote
mensen-winkelgedoe met beelden
in glazen stolpen.
Maar zijn aanstaande echtgenote
had ook nü zijn hulp nodig. Wat
wij natuurlijk best begrijpen, er
komen in het leven ook dingen
voor, die de vrouw alleen niet kan.
Net zo min als de man alles alleen
kan.
En hij bleef daar nu maar wat
staan lummelen, voor die toonbank
vol stolpen met een kruisbeeld, en
voor de kwansuis liet hij zijn blik
ken maar dwalen langs heel andere
zaken in de winkel, waar hij op
het moment toch niets mee te
maken had. Dat maakte haar
ongeduldig en korzelig. Had hij dan
helemaal geen verstand Nou;
waren dat geen schone stolpen
Wat dacht hij er dan van Dat
hij zijn mond dan ook eens open
deed- in plaats van hèèr voor schut
te laten staan
Toen moest hij wel doen als een
volwassen kerel, die zich met zo'n
onnozel gesnor van vrouwen en
snotapen niet meer bemoeien kon
En daarom deed hij maar, met
onverschillig gebaar van gezicht en
schouders:
,,Bê jao, vat er mer enne, 't is
ummers allemaol énen duvel
Ja, dat was zo het gëzegde. In
heel Peelland. In heel Limburg.
Daar vertel ik nog wel meer over.
Niemand dacht daarbij aan spot
met heilige zaken-
In deze vertelling zou het niet
goed passen, als ik ei nu een ver
haal bijvoegde, waarin de duivel
onheilen stichtte. Ik heb het nu
over de Peellandse duvel. Fn niet
over de helse duivel.
En die duvel was werkelijk zo
boosaardig niet. Neen, meer een
grappenmaker, een belhamel. Hij
haalde wel eens echte kwajongens
streken uit om de mensen een
grote dienst te bewijzen.
De duvel wist ook wel, wie hij
voorhad, slechte mensen of goed
moedige. Een goedmoedig slag van
mensen waren immers de oude
houtzagers. Die de streek door
trokken om een zuur stuk brood
te verdienen, waar een boom tot
planken of balken te zagen viel.
Ik zie ze nog voor mijn ogen
staan zwoegen. Ook zie ik in mijn
herinneringen Latten Driek nog
bezig. Hij zaagde latten uit slieten,
daarom heette hij Latten Driek,
zijn familienaam heb ik nooit
gekend. Hij had een horrelvoet,
daar kon hij de sliet fijn mee vast
houden, en daarom ook was hij
lattenzager geworden voor zijn
kostje. Een mager kostje wel
Maar nu heb ik het over de
houtzagers. Die stonden een eind
hoger. In de lucht, bedoel ik. Ten
minste de baas. Die verdienden
ook maar een mager kostje.
Met het kost verdienen zag het
er toen triestig uit. De besten, die,
waar wat inzat, trokken de grens
over. De rest bleef hier. Wie tegen
woordig geen verklaring weet te
vinden van de onrustbarend hoge
criminaliteit, kent de geschiedenis
niet, dat is alles. Ik kan de verkla
ring wel geven.
Die houtzagers. Eerst moesten
zij de boom beslaan, met een bijl
de stam een beetje effen kappen.
Dan met een roetwaterkoord over
de stam lijnen maken. Zo vielen
van elke stam twee schaal (schil)
stukken af. De boom werd op een
hoge schraag gelegd. De baas ging
er bovenop staan, op zijn sokken,
en bestuurde de zaag. De knecht
stond beneden om de zaag te trek
ken, en die kreeg aanhoudend de
ogen vol zaagmeel.
In vroegere tijd, nog langer ge
leden, hoe lang wel, dat weet ik
ook niet precies, was die zaag nog
een blad zonder tanden.
Welk een moeizame arbeid moes
ten de zagers dus verrichten voor
hun schamel stukje broodGeen
wonder dan ook, dat eens een paar
doodvermoeide houtzagers zuchtend
van hun schaftuurtje gingen profi
teren. Maar het waren erg goed
moedige mensen. Zeker klaagden
zij wel eens over hun hard lot,
maar zonder opstandigheid of
bittere gedachten. Men diende zich
maar te schikken, van de bomen
moesten toch planken en balken
gezaagd worden voor het algmeen
welzijn.
Zij strekten zich languit op de
grond neer om wat te slapen, zo
afgemat waren zij, en uitgeput van
krachten.
Alvorens zijn ogen te sluiten,
zuchtte de baas:
„Me zeuj 't dén duvel nog nie
gunne, zowe de kost te motte ver-
diene
„Neje", zuchtte de knecht, „daor
is terduvel nog veul te goed vur!"
Zij dachten van iedereen goed,
zelfs van den duvel. Dat was zo
hun gewoonte. En zo sliepen zij in.
Natuurlijk vond de duvel dat
beestig vriendelijk van die hout
zagers. En daarom ging hij hen
helpen. Uit dankbaarheid. Want zij
hadden een kaarsje voor den duvel
laten branden.
Gedurende hun slaap maakte hij
van boven tot onder kerven in het
zaagblad.
Maar toen zij hun werk wilden
hervatten, dachten zij dodelijk ver
schrikt, dat hun zaag totaal ver
nield was En zo'n zaag kostte
veel geld, en dat had de baas niet.
Zij zagen het spook van de honger
al grijnzen
Maar hun goedmoedigheid won
het toch alweer. Zo waren zij.
,,Zo'n duvelskiend van 'ne kwa-
jong hit oos 'n lellike poets ge-
bakke
Zo luidde hun verklaring. En zij
moesten er zelf nog om lachen
ook, nu de slaap hun nieuwe kracht
had geschonken. Want zij dachten
aan hun eigen vlegeljaren, toen zij
ook voor duvelskiender werden
uitgescholden, en hard verdiend
ook
Niets aan te doen, maar weer
aan de slag, nu dan maar eens
proberen met die kapotte zaag, met
dat getand zaagblad.
En hoe groot was hun verbazing
dat het daarmee duizendmaal beter
ging Zij zaagden voor hun ple
zier. Er was hun een geheim ge
openbaard. De duvel had hun zijn
dankbaarheid getoond door hen te
belonen met zijn duivelskunst.
Zo werd in het Venrayse land
de getande zaag uitgevonden, daar
mocht de hele wereld dankbaar
voor zijn.
Maar ja, voor de houtzagers,
waarvan ik begon te vertellen, was
het nieuws van de getande zaag
ook al weer lang af. In andere
streken verrezen al houtzaagmo
lens
van 15 Augustus 1903
In 1902 werd te Oirlo een school
postspaarbank opgericht door de
onderwijzers Ruim 250 gulden of
gemiddeld ruim f 2 per kind werden
ingelegd.
Naar aanleiding van de plech
tige kroning van Paus Pius X hield
Pastoor Pascal Schmeits op 9 Aug.
een overschone predikatie.
In de ouderdom van 86 jaren
overleed de heer Piet Pelzer, meer
bekend onder de naam van „Krujers
Pietje". Hij had kort geleden zijn
55-jarige bruiloft gevierd met zijn
tweede echtgenote, die nog in leven
was.
9 Augustus sloeg de bliksem
in de woning van de Wed. L. Kersten
te Wanssum. Het huis met geheel
de boedel werd een prooi van de
vlammen.
14 Augustus 1891
Op 9 Augustus vierde Broeder
Andreas, een van de twee eersten,
VI
Johannes Henricus van der Palm
(17631840), Agent v. d. Nationale
Opvoeding, bewerker van de School
wet 1806 onder Raadpensionaris
Schimmelpenninck, professor in de
Oosterse talen en in de Welspre
kendheid, was geboren in een
onderwijskring. Zijn vader was
schoolmeester in Rotterdam.
Hij stelde veel belang in letter
kunde. Onder de letterkundige
schrijvers wordt hij tegenwoordig
niet meer genoemd. In 1816 werd
van hem uitgegeven„Geschied
en Redekunstig Gedenkschrift van
Nederlands Herstelling in dén jare
1813". Het is maar een klein ge
schrift. een brochure. Maar hij
kreeg er de aanzienlijke som van
700 gulden ^voor.
In 1863 werd dat jaar 1813 fees
telijk herdacht. (Vijftig jaren). Ook
liet gemeentebestuur van Venray
deed daaraan mee. De grote vraag
was natuurlijk, op welke wijze dat
zou kunnen gebeuren." Het wendde
zich tot schoolonderwijzer Joannes
Deenen, man van boeken en ont
wikkeling, om advies.
Of het zich ook tot andere per
sonen om voorlichting had gewend,
weten wij niet. Maar dat is toch
wel mogelijk. In ieder geval, het
voorstel van Joannes Deenen werd
aangenomen. Dat voorstel luidde:
een exemplaar van het Gedenk
schrift van J. H. van der Palm aan
daarvoor in aanmerking komende
ingezetenen aan te bieden. De uit
voering werd opgedragen aan de
firma Roelants te Schiedam. (46
bladz. druks).
„Niet in den handel.
Uitgereikt door het
Gemeente Bestuur
van
Venray".
Of er nog Venrayse families zijn,
die een exemplaar bezitten, is ons
niet bekend. Wij hebben nooit een
ander exemplaar gezien dan het
goed bewaarde uit de nalatenschap
van Joannes Deenen, dat via Jacobus
Deenen overgegaan is op Herman
H. J. Maas.
Welke loopbaan zou Joannes
Deenen kiezen ua zijn opleiding
aan de „School der talen" Onder
den boog
Een moeilijke vraag! Veelbewogen
tijden: de val van Napoleon. Door
het dansend en fuivend Congres
van Weenen onder leiding van Von
Metternich werd uitgepolitiekt, dat
Noord-Nederland met België samen
het Verenigd Koninkrijk zouden
vormen onder koning Willem I als
bolwerk tegen de heerszucht van
Frankrijk. Maar van het begin af
tot mislukkig gedoemd. Het Oranje
huis was van Willem de Zwijger af
protestant, België was katholiek,
het wilde helemaal niet boteren.
Zo rommelde het aan alle kanten,
zoals dat na grote oorlogen ge
woonlijk het geval is. Elk land wil
voor zich zelf aan het langste eind
trekken. Het ideaal van Napoleon,
één Europa te vormen onder zijn
bestuur, was al evenmin vervuld als
dat van Karei de Grote en van
Karei V. En evenmin als dat van
Hitier. Dat kan alleen gebeuren
door geweld, maar de regering van
elk land verzet zich daar tegen uit
zucht naar zelfbehoud. Dan over
heersen de grote mogendheden, de
kleine raken lelijk in de knel, zoals
wij dat ook in onze dagen beleven.
In het voetspoor van zijn vader
Andries Deenen treden Dat kon
niet wegens de tijdsomstandigheden.
Aan het volk werd niets gevraagd,
alles werd door „Hogerhand"
beslist.
Bovendien was zijn stijf been ook
een belemmering voor reizen en
trekken.
En daarbij, het deed ook niets
geen haast. Voor zijn kostwinning
drong de beslissing niet. Zijn
moeder was niet onbemiddeld ach
tergebleven na de tamelijk plotse
linge dood van haar man in Den
Briel. Waarbij nog de erfenissen
kwamen van zijn grootouders en
zijn oom en tante.
Hij las en studeerde bij moeder
thuis maar rustig door.
-En daar kwam in Mei 1823 het
sterfgeval van Lindert Lemmen
Het gemeentebestuur van Venray
moest de vacature van het school
onderwijzerschap in Oostrum aan
vullen ingevolge de Schoolwet van
1806.
Maar dat kon alleen door de
benoeming van een geëxamineerde,
en zo iemand bestond in wijd en
zijd niet.
En een nieuwe koster moest er
ook zijn voor het Oostrumse kerk
bestuur. Wie kon daar anders voor
in aanmerking komen dan de
nieuwe schoolonderwijzer Zo was
die op 19 Augustus 1844 voet op
Venray's grond zetten, om het oud
klooster te betrekken, zijn gouden
jubilé als Minderbroeder.
De Offerblok van het S t Oda-
kapelletje nabij Merselo, werd door
onbevoegden geledigd.
12 Augustus 1893
De Fanfare Euterpe gaf met de
Kermisdagen een mooie uitvoering.
De heer P.J. Rutten, hoofd van
de school te Wanssum, die te
's-Gravenhage slaagde voor akte
Engels, was daartoe opgeleid door
P. Dorotheus Cornelisse O.F.M.,
leraar van het Gymnasium.
19 Augustus 1893
Als onbezoldigd Rijksveld
wachter werd aangesteld Th. Voer-
mans, Hoogriebroek, Oirlo.
28 Juli overleed te Aleppo in
Syrië P. Palus Boerkamp, die van
18741888 professor was aan het
Gymnasium, alhier.
het immers al een paar honderd
jaren geweest.
Dus sprak het wel vanzelf, dat
gemeentebestuur en kerkbestuur
de handen in elkaar sloegen.
1-Iun gezamenlijk overleg vond
een oplossing. Joannes Deenen zou
hen kunnen redden uit de moeilijk
heid Als hij maar zou willen
Ook hij had geen onderwijzers
examen afgelegd, maar dat zou
voor hem niets betekenen. Een
andere vraag was: Joannes was
wel een stille jongen, maar het
zelfstandige onafhankelijk karakter
van vader Andries bezat hij toch
wel.
Dal hij niet onbemiddeld was,
bood ook een voordeel. Zo iemand,
en dan nog pas eenentwintig jaren
oud en als enige zoon bij moeder
thuis zou immers aan tractementen
ook al niet het onderste uit de kan
eisen
Ja, de heren bestuurders wisten
het wel uit te kienen
Joannes Deenen moest „bewerkt"
worden. En hij werd bewerkt. Vol
gens oud recept:
Veel beloven en weinig geven
Doet de gekken in vreugde leven!
En Joannes Deenen liet zicii om
halen. Éénmaal zover, ging het
begin vlug. De mondeling gegeven
toestemming moest onverwijld vast
gelegd worden. Een mens kan im
mers soms gauw van gedachten
veranderen
Reeds per brief van 5 Juli 1823,
kreeg hij van pastoor L. van Els-
bergh van Venray de benoeming als
koster in Oostrum:
dat de Kerkenraad van Venray
met overeenstemming der Kapellen-
meesters van Oostrum met een
parige stemmen der Kandidat tot
het Kusterampt der Capelle Oos
trum Joannes Deenen provisioneel
tot de bediening van het amptvan
Kuster had verkozen, voor onver
wijlde indiensttreding, maar onder
verplichting, zich dadelijk aan de
op handen zijnde schoolonderwijzer
examens te onderwerpen.
De kerkbesturen waren dus in zó
verre gered, Joannes Deenen moest
onmiddellijk beginnen met kosteren.
En zij hadden meteen ook gezorgd
voor het gemeentebestuur.
Zou de inkleding van die brief
Joannes Deenen niet ietwat ver
wonderd hebben
Och, het was nou eenmaal een
„officieel" schrijven, nietwaar?
En als een verzoek ingewilligd
is, moet men zich niet eigen gaan
maken en vooral niet van dank
baarheid reppen
Een koetsier dient de teugels in
de hand te houden. En het is moei
lijk te verwachten, dat pastoor L.
van Asselbergh schrijven zou: „Met-
dankbetuiging voor Uw welwillend
heid om ons in onze nood bij te
staan..." Joannes Deenen had toege
stemd, dus was hij „candidaat",
daar ging niets van af. En dat hij
met „eenparige" stemmen door twee
kerkbesturen was uitverkoren, was
dat ook al niet mooi
Bovendien had Joannes Deenen
iets anders aan het hoofd. Hij moest
halsoverkop naar Maastricht examen
gaan afleggen. En twaalf dagen
later, 17 Juli 1823, had hij al de
officiële schoolonderwijzersactie van
de „Provinciale Kommissie van
Onderwijs Limburg" (in het lak
zegel) „in den zak Gauwer ging
het al niet.
En kort daarna haalde hij nog
een tweede, een nog hogere, acte
daarbij in Hasselt. Dat ging in de
Franse taal. Hij wilde zich niet laten
kennen
En dacht er in het minst niet aan,
dat hij er bitter weinig mee zou
opschieten, en dat hij genoodzaakt
zou worden de inkomsten van beide
baantjes maar als een „bijvallertje"
te beschouwen en de erfenissen in
te teren
De officiële documenten, die ons
gediend hebben bij onze artikelen
over „Een gemeentelijk huishouden
van honderd jaren geleden" zijn
uit de nalatenschap van Joannes
Deenen afkomstig en via Jacobus
Deenen overgegaan op Herman H.
J. Maas.
Joannes Deenen wist dus wel van
wanten, wat het gemeentebeleid
met al die zonderlinge posten en
batige saldi betrof
En Jan van Houtum naderhand
wist precies, hoe de vroede vaderen
Veldheim bestuurden
Wordt vervolgd.
LAND- EN TUINBOUW
Herinnert U zich nog
7
dat U op de
ook de smakelijke Dr Oetker puddingen hebt
gezien? Kinderen zijn dol op een toetje van
Dr Oetker. Tracteer ze op Dr Oetker Vanille-,
Room-, Amandel- ol Gala Chocolade-pudding.
Wilt U eens iets heel fijns? Geef ze dan
Dr Oetker FLAN, de nieuwe dessertpudding in
de smaken Vanille en Chocolade.
e
B
9 8 8
i o
8 9 9
8
i 8 8
8 8 8
8
8 8 8
O
I 8 8
8 8
9 O
9
S
Qr Oelke»
eïonden-
vorig jaar aanzienlijk in prijs is
gedaald, wordt verkocht op fosfor -
zuurgehalte. De hoeveelheid werk
zame kalk (40 kg per 100 kg
product) hebt U er dus gratis bij.
Boer en Tuinder, raadpleeg Uw
land- en (of) tuinbouwconsulent en
assistenten. Het is in de eerste
plaats Uw eigen voordeel.
P.D.V. DE ZWALUW
Uitslag Java Jonge duiven:
1 8 A. de Riet, 2 J. Verstegen, 3 E.
Oudenhoven, 4 24 H. Derks, 5 J.
Boom. 5 29 P. Swachover, 7 M.
Tonen, 9 Jac Verstegen, 10 11 Joh.
Janssen, 12 E. Vermeulen, 13 J.
Gommans, 14 P. en J. Hendriks, 15
19 21 23 Servatius, 16 A. Smits, 17
J. Derks, 18 P. Dinghs, 20 P. Kers
ten, 22 H- Crooymans, 25 M. v.Rooy
26 M. Hendriks, 27 E. Vermeulen,
28 P. Janssen en Zn. 30 Lemmen.
Uitslag Jemeppe:
I A. Smits, 2 H. Camps, 3 10 20 27
G. Janssen H. 4 J. Kusters, 5 P.
Strijbosch, 6 F. van Zwamen, 7 P.
Lemmen, 8 Servio, 9 A. van Loon,
II P. en J. Hendriks, 12P.Janssen
en Zn. 13 24 29 M. Tonen, 14 Gebr.
Hendriks, 15 P. Kersten, 16 W. Pe
ters, 17 18 25 P. Dinghs, 19 H. Ver-
cauteren, 21 Fr. Vermeulen, 22 Ser
vatius, 23 Jaap Janssen, 26 J. Derks,
28 G. Philipsen, 30 J. van Leuken.
We verzoeken de leden om als
nog te proberen hun resterende
loten aan de man te brengen.
WIELRENNEN
Zondag j.l. gingen onze renners
te Boekoul van start. Theunissen
wist het bij de Junioren niet verder
te brengen dan de 5e plaats. Een
plaats, die hij volgens z'n fietsen
niet verdiende, daar hij het was,
die de meeste strijdlust toonde.
Bij de Senioren bracht Willems
het er beter af, en ging met de 2e
plaats strijken. Dit had echter even
goed de le kunnen zijn als hij iets
beter had opgelet.
Vandaag starten onze renners in
de 3 daagse van Echt. Aan een
voorspelling durven wij ons niet te
wagen, maar als onze renners rijden
voor wat ze waard zijn mogen wij
toch wel op een paar goede plaat
sen rekenen. Veel succes.
Oriëntatie-rit te Wanssum
Zondag 23 Aug. a.s. organiseert
de Motor- en Autoclub St Michael
te Wanssum een oriëntatie-rit voor
auto's, motoren en- bromfietsen. Er
zal gereden worden over een af
stand van 60 tot 70 Km. Prachtige
prijzen zijn inmiddels beschikbaar
gesteld en ongetwijfeld zal de be
langstelling groot zijn, temeer om
dat deze tak van sport steeds meer
in zwang komt. Inschrijving staat
reeds open bij het Secretariaat B
19 te Wanssum.
Hoewel reeds veel gepubliceerd
is over de betekenis van liet grond
onderzoek en de hierop gebaseerde
bemesting, lijkt het ons toch wense
lijk in het kort de grote betekenis
hiervan weer te geven.
Nu van vele percelen bouwland
de stoppel weer geploegd moet
worden, is het de tijd aan grond
onderzoek en bemesting de nodige
aandacht te schenken. Deze twee
begrippen zijn niet van elkaar te
scheiden. Bemesten zonder dat men
iets weet van de voedingstoestand
van de grond, is dikwijls paarlen
voor de zwijnen werpen. De analyse
van het grondonderzoek leert hoe
in vele gevallen bezuinigd had
kunnen worden, terwijl er andere
percelen grond zijn die jaar op jaar
te kort komen.
Voor. een organische bemesting is
het thans de meest gunstige tijd
om stalmest te strooien, terwijl
daarnaast en in niet mindere mate
de kalktoestand van de grond de
nodige aandacht verdient. Van de
kalkmeststoffen staan verschillende
goede soorten ons ten dienste.
Ook is de tijd om Thomasmeel
te strooien weer aangebroken. Deze
meststof die in vergelijking met
Men is tot op tienden vjrn pro
centen de consequenties van de
verschillende regeringsplannen aan
het narekenen, doch nu zou hier
plotseling een nieuwe factor bij
komen. Dit betekent o.m. een wijzi
ging in de voorstelling, welke men
zich gemaakt had van de loonsver
hoging. De verhoging van de melk
en eventueel ook van de broodprijs
komt bepaald als een onaangename
verrassing.
Het schijnt nog wel niet zeker te
zijn, dat de bedoelde afschaffing
van de subsidies tegelijk met. het
gehele .complex van regeringsmaat
regelen op 1 Januari zou worden
doorgevoerd, maar zeker is wel, dat
de regering speelt met deze ge
dachte.
Melk en brood duurder door
vermindering van subsidies?
Naar te Den Haag vernomen
wordt, moet er rekening mee wor
den gehouden, dat de regering bij
de doorvoering van het complex van
maatregelen terzake van huurver
hoging, looncompensaties en belas
tingfaciliteiten tevens beoogt op 1
Januari a.s. een verandering aan te
brengen in de subsidie op melk,
hetgeen zou kunnen resulteren in
een prijsverhoging met drie cent
per liter.
Ook bij brood zou iets dergelijks
in de pen zijn; de subsidie behoort
hier echter practisch tot het ver
leden, zodat de prijsverhoging ver
moedelijk minder dan een cent zou
bedragen.
Deze maatregelen passen in de
eerder gevoerde politiek om het
subsidiestelsel te liquideren.
Op zichzelf genomen is het zeker
niet onlogisch nu het gehele prijzen-
niveau in beweging komt deze
kwestie meteen „mee te nemen",
maar het merkwaardige is, dat de
diverse organisaties, welke het ge
hele complex van regeringsmaat»
regelen in bespreking hebben, voor
zover ons bekend, van het voornemen
der regering nog niet op de hoogte
zijn.
HERKAVELING
In het nummer van Zaterdag 1
Aug. stond een artikel over le
Ruilverkaveling in Noord Limburg.
Daarin heeft mij iets getroffen en
verontrust. Er stond: „Wanssüm
is voor de helft uitgevoerd, de
andere helft is niet zo urgent; als
ze nog ooit wordt uitgevoerd zal
dit gebeuren met die van Blitters-
wijk samen.
Feit is, dat bij de stemmingsver-
gadering voor de uitvoering van
ruilverkaveling Blitterswijk-Wa <-
sum, het grootste bezwaar wasu.it
de gemeente Wanssüm maar voor
de helft werd ingeschakeld. De ge
meente Wanssum is namelijk door
het beekdal doorsneden en door
vererving, verkoop- enz. hebben
Oostelijke landbouwers, in het Wes
telijk gedeelte landerijen en ook
omgekeerd ligt het zo.
Bij de aanvraag door de Gemeen
teraad is destijds ook uitdrukkelijk
voor de gehele gemeente gevraagd.
Om tegemoet te komen aan de be
zwaren aangevoerd op de stemmings
vergadering is toen door de leiding
beloofd, om direct stappen te doen
om de andere helft er bij te trek
ken, nog voor dat de eerste helft
beëindigd was, dan kbn met de
kavelindeling rekening gehoude
worden.
En NU is het op eenmaal niet
meer urgent, en zou het uitgevoerd
worden, dan met die van Blitters-
wijk samen.
Blitterswijk is voor zover ik weet
geheel in de verkaveling betrokken,
die ongeveer beëindigd is.
In de meeste gevallen is in de
streken waar veel oud bouw- en
weiland ligt verkaveling urgent,
afgezien nog van de percelen waar
door waterafvoer of anderszins
grote verbetering kan worden aan
gebracht.
Bedoelt wordt gronden die door
deling, verkoop of splitsing te klein
of geen economische indeling hebben
Daarbij komen dan nog de grens
scheidingen en de onduidelijkheden
van het kadaster.
Uit dit alles blijkt dat men toch
maar ook zo niet kan zeggen
Castenray en Broekhuizen zijn niet
urgent, want die bevatten voor het
merendeel oude gronden. Ook de
drang van de grondgebruikers om
verkaveling mag niet over het hoofd
worden gezien.
Dat het Staatsbosbeheer hier een
woord meespreekt is maar al te
waar, maar zou hier niet wat min
der scherp kunnen worden gehandeld
Naar men mij gezegd heeft, werd
in andere verkavelingen minder
bezwaar gemaakt bij herindeling
en rooien van houtopstand, b.v. in
de grote verkaveling van Nieuw
Leusen. Daar is ook nog meer groot
grondbezit dan in Noord Limburg,
en zou het kleine grondbezit niet
voor soepelheid in aanmerking
komen tegenover het Staatsbosbe
heer
Op de eerste plaats zou dit de
lasten van de kleine boer verlichten
en de inkomsten van het Rijk niet
schaden. En volgens mijne mening
komt toch weer beplanting vroeg
of laat waar die urgent is.
Met dank voor de plaatsruimte.
H. B. Rutten. Wanssum.