Een gemeentelijk huishonden
van honderd jaren geleden
„ZAT VAN DIE"!
Uit „Peel en Maas"
Enkele wenken voor gebrnik
van tractorbanden
Utrechtse Jaarbeurs
toont vele nieuwe machines
NIEUWE KERKEN
door Herman H. J. Maas
De vier boeren zagen den ryzigen
wachtmeester, met zijn paard aan de
linkerhand, en een revolver in zyn
rechter, dreigend voor zich staan.
„Staan blijven, alle viert Wie
prubeert weg te lopen, schiet ik neer.
Er zitten zes scherpe patronen op
Dat geloofden zy wel en voelden
zich erg bibberig.
„Gij hebt dus alle vier aan zyn
stem boer Vullings herkend".
Niemand sprak dat tegen.
„Eu nou niet gaan draaien en liegen".
Ik weet niet zeker, ik durf het niet
te zeggen, ik... ik... ikke...", of ik zal
ook eens draaien, jullie allemaal de
kast in, goed begrepen
Ja, ja, mien heer de wachtmeester.
Terugkrabbelen durfde nu niemand.
„Dus nog eens, gij hebt alle vier,
en nu één voor één antwoorden, aan
zyn spraak boer Vullings herkend?
Gy Gy Geen dacht aan ontken
nen. „Jao, mienheer".
„En nu"allemaal mee, naar die plek"
Hy wees naar de plaats van de moord.
„Naast elkaar in een ry van vier,
voor my uit t Hou je gewaarschuwd,
wie probeert weg te lopen, krijgt eeu
kogel in zijn rug!"
Geen dacht aan weglopen. Andere
gedachten go sden In hen om Wat
een kermis 1 Boer Vullings! Eu die
ander zeker Nol Bereus Maar geen
enkele gedachte werd woord Eu wie
mocht de vermoorde dan zyn Niet
TienuB Basten, maar 'ne verkeerde
Hun eerste gedachte, var. alle vier,
zonder dat zy de gelegenheid gehad
hadden, daar met elkander over te
spreken, was als vanzelfsprekend
geweest Tienus Basten. Zy hadden
hem hbt laatst in het café van vrouw
Janssen gezien. Toen zy daar weg
gingen, bleef hy er nog zitten. Van
daar zou hy naar huis hebben willen
gaan.
Op de „spookplek"' nu moordplek
geworden, keek de wachtmeester
eerst naar de roerloos daar neerlig
gende gestalte. „Morsdood'" consta
teerde hij.
Toen liet hy alle vier nadertreden.
Om vast te stelleD, wie de vermoorde
was.
Zy schrokken vreselijk. Zy herken
den hem ogenblikkelijk als de enige
zoon van een kleine boer, in hun
eigen hoek, een door en door goede,
oppassende jongeman van een goede
vijfentwintig jaren, die geen andere
zorg had dan voor zijn ouders en hun
bedryf, dat later vanzelf aan hem
overgaan zou, en die zelden of nooit
een café bezocht en zich zeer zeker
noogncoit bedronken zou hebben.
De wachtmeester noteerde zo goed
en zo kwaad als ging in het maan
licht alles, dat had hy al meermalen
in zyn practyk zo moeten doen, ook
de namen van de vier getuigen, die
hy daarna „naar huis" stuurde. Met
nadruk„naar huis„ En nergens
anders meer heen. Waar ook niemand
zin voor gehad zou hebben. Later
bleek, dat de vermoorde jongeman
die kermiszondag nergens anders was
geweest dan op kermisbezoek bij een
oom en tante en zelfs geen sterke
drank gezien had of in geen ruzie
verwikkeld was geraakt.
Tevens bleek, dat boer Vullings en
Nol Serens kort voor het moment
van de moord in vergevorderde staat
van dronkenschap een herberg had
den verlaten in de rumoerige hoek,
waar zij afwisselend hadden zitten
schimpen op Tienus Basten, die nu
wel zyn troost van de weduwe zou
krijgen in plaats van „zat van die"
van de vrye metselers, en razen op
die laffe lummels van de FaasBen
troep, en smiesperen met elkaar
Niemand van de andere bezoekershad
het raadzaam gevonden, zich met
hen in te laten. Waar hielden de
kameraden van het Vullingscomplot
zich op? Waren zij gewaarschuwd,
uit deze buurt te blijven, voor het
een of andere latere getuigenis, nadat
geen kans op een grote vechtpartij
met Faasenvriendeu en Tienus Basten
in bun midden zich voordeed? De
waarheid daaromtrent lekte nooit
uit.
De wachtmeester bleef even in ge
peins verzonken by het lyk staan.
Overleggend, wat nu te doen
Hy liep enkele passen in de richting
van de spookstruiken. En zag daar
iets liggen. En raapte het opeen grote
rode zakdoek geknoopt om een stuk
baksteen Het corpus delictiDaar
mee werd de misdaad gepleegd
Nu prakkezeerde hij niet lang meer,
sin gerde zich te paard en in galop
reed hij de weg op Daar ontmoette
hy de tweo andere marechaussees Een
kort onderhoud: boer Vullings en Nol
Berens waren hun ontsnapt in de
rumoerhoek, hadden vermoedelijk een
herberg verlaten langs een achter
uitgang, nu zochten zy hen... Enige
instructies, die kant uitrijden, zo hard
als het kon, boer Vullings en Nol
Berens arresteren en boeien en dan
nabij de hoeve van Faassen op de
wachtmeester blijven wachten. Ook
daar wachten, als hun zoeken ver
geefs moest blijken...
In volle galop reed hy naar de wo
nlng vsn boer Vullings Hij bond zijn
Êaard vast aan een boom voor het
uiH De boerin was nog op Vrien
delijk vroeg hy, of juffrouw Vullings
misschien die zakdoek kende, die bad
hy op de weg gevonden.
Hoe gevleid voelde zij zlcb, dat die
miouheer de schanderm, dat was nog
wel een opper, dat kon zy zó wel zien,
dat die haar met „juffrouw Vullings"
aansprak l Die heerlijkheid was haar
nog nooit ten deel gevallen 1 Zij durfde
wel weddeD, in Heihoek nog niemand
behalve boerin Faassen. Dat moest
di6 grootse madam nou eens weten
„Jao mienbeer d'n opper, dat is d'n
tesneuzik van mienen baas, kiek mer,
hier stut het, V met wit. garen.
Ik kende n'm dalek, zekers uut zien
tes gevalle, die mansiuuj zien ummers
ok zo 8lorzig, nou mot ie zien neus
mer uutsnuve mit ne vinger d'r tege,
lachte zij. En wat was dat mooi, dat
mienheer den opper den tesneuzik
zelf kwam brengen 1 Of mienheer den
opper ook een boterham met schenk
lustte
Mynheer de opper had nu geen tijd.
Vullings sliep zeker al
O juzzes nee, hy en Nol de knecht
waren vanmorgen naar de kerk in het
dorp gegaan, en van die weg nog niet
terug. Ja, langs al die heiligohuisjes
En kermis, overal borrels en bier, ze
waren ook niet thuis komen eten.
Daarom zat de boerin nog op, te
wachten op hun komst, ze wachtte
met het eteü...
De wachtmeester hoorde wel, dat
zij de waarheid sprak. En gehaast,
met 'n „genavond juffrouw Vullings",
liep hy de deur uit, maakte zijn paard
los, besteeg het en reed spoorslags
weg.
„Mienen tesneuzik, asteblief mien
heer!" riep zy hem nog verbaasd na,
maar hoorde geen antwoord meer.
Het duurde tot in de morgen, eer
boer Vullings en Nol Berens geboeid
tussen de paarden in en naar het
raadhuis in het dorp gebracht konden
worden. Nee, zy wisten niets van een
moord, anders mochten zij subiet op
de plaats doodvallen, daar wilden zij
een eed op zweren.
De kermis was niks geweest, alleen
maar zuipen, toen hadden zy tegen
elkaar gezegd, laten we maar wat
lopen in de lucht, dat zal ons goed
doen. Zo gezegd zo gedaan en zo waren
zy de Peel ingedwaald, want zij wil
den wel een8 naar hun turf gaan
kijken, er werd zo dikwijls vuur ge
stookt van de turfhopen, van zo'n
domme gek als die Tienus Basten kon
men alles verwachten, vooral nu hij
pas uit de gevangenis terug wast...
En in zo'n kermisnacht
„En Tienus niet zien vuurtje sto
ken?" vroeg de wachtmeester fijntjes
ironisch. „Nee., je..." klonk het aar
zelend.
Toen hadden ze toch wel zin in een
borrel gekregen. (Ja, dat kon de wacht
meester van hieraf wel voölen, zei
hy) en toen' waren ze naar „De Hut"
gegaan, hadden Hannes wakker ge
klopt, maar hy schreeuwde uit bed,
dat hy het verdomde open te doen
hy zou hun een schot hagel in de
pens jagenToen waren zy maar als
de bliksem weggegaan, die Bannes
was zo'n ruwe klant
Hoe laat dat was geweest?... Nou.
zo om en om half elf...
En daarna verder? O, toen hadden
zy zich nog een paar uren gewarmd
by het vuur van een scheper, het was
erg kil 's nachts, van omstreeks elf
uur, en zy waren maar op het schijn
baar op de vuurgloed afgetrokken... de
kant van Bakel op... nee, die scheper
kenden zij niet...
Wat zo'n Peelvuren trekken 1"
dacht de wachtmeester hardop.
„Jao, jao!" lachten boer Vullings en
Nol Berens met een kiespijngezicht.
Tegen alle starre ontkenningen in
achtte de Officier van Justitie de
schuld van beklaagde Vullings be
wezen. Beklaagde en zyn helper pro
beerden hardnekkig er zich uit te
draaien en te liegen. Van die zakdoek
begrepen zij niets auders, dan dat er
zulke zakdoeken by hopen waren en
ook mensen met een naam V. Dat
kon toch ook Vossen, of Vaassen, of
Vriens of wat anders nog zyn En
iemand kon ook een zakdoek van
Vullings stelen, als de was buiten te
drogen hingen.
VulliDg8 en Berens hielden vol, die
avond helemaal niet bij die spook
struiken te zyn geweest. Hannes van
,.De Hut" had verklaard, naar de
stemmen te horen 's nachts wel twee
kerels op de deur hadden gebonsd,
maar geen namsn hadden genoemd
en dat was geweest na twee uur.
Hannes had licht gemaakt en op zyn
horloge gekeken, toen hy toch eenmaal
wakker was. Zo zijn gewoonte. Van
de beweerde scheper had het uitge
breid onderzoek geen enkel spoor ge
vonden. De vier te goeder naam en
faam bekend staande getuigen, en on
danks de kermis helemaal niet dron
ken, hadden spontaan hun overtuiging
geuit: „de stem van boer Vullings".
Dat had niemand minder dan de
bekwame geroutineerde wachtmeester
zelf en persoonlijk geconstateerd.
Boerin Vullings had op het moment
de zakdoek gekend, ook de merk
letter V. Do boerinnen kennen haar
eigendommen wel.
De Officier meende wel, voor een
geval van moord met voorbedachten
rade to staan, en voelde voor een ver
oordeling tot levenslange gevangenis
straf. Eerstens wegens het moorddadig
afsnijden van een jongen veelbelovend
leven, tweedons om het grievend leed,
zyn ouders aangedaan en derdensom
een voorbeeld te stellen aan deze door
talloze vechtpartijen met en zonder
dodelijke afloop en baldadigheden zo
wijd en zyd beruchte streken, waar
aan de slechte naam „Het donkere
Zuiden" te wijten viel. Maar dat
„voorbedachten rade" zou aanvecht
baar kunnen zyn wegens de staat van
beklaagde na een hele dag zuipen.
Daarom wilde de Officier het, tegen
zyn gevoel in, maar liever houden tot
mishandeling met dodelijke afloop en
eiste twintig jaren gevangenisstraf.
De verdediger van boer Vullings
bracht weinig of geen nieuws in het
geding. Hy achtte het bewijs van
schuld volstrekt niet geleverd.
Hoe licht kon men zich vergissen
in de persoon, door te oordelen alleen
naar het geluid van de stem. Wie zou
durven beweren, dat er evenveel
verschillende stemgeluiden waren als
er mensen op aarde leefden?
En haast even zwak vond hy het
argument van het ter tafel gebrachte
corpus delicti. Werden er niet hon
derden, misschien duizenden exem
plaren van eenzelfde soort zakdoeken
in de handel gebracht?
Maar aangenomen, dat die zakdoek
aan de familie Vullings toebehoorde,
elke wasdag bood ruimschoots de ge
legenheid aan een kwaadwillende,
zo'n zakdoek te vervreemden, om
daarmee de schuld te doen vallen op
een onschuldige en diens leven door
een gevangenisstraf van vele jaren te
verwoesten. De rechtbank zou zich
naar pleiters oordeel moeten hoeden
voor een lichtvaardige veroordeling,
de verdediger meende dan ook met
volle gerustheid vrijspraak te moeten
vragen...
De publieke opinie vond het plei
dooi „maar zwakjes". Had die advo
caat maar wat gepraat, voor den vorm
vooruit, wel wetend, dat er toch geen
redden aan was? Men zou pas later
de tactiek van den advocaat beter
begrijpen.
De uitspraak luidde: „vijftien jaren".
De advocaat tekende hoger beroep
aan. Tot verbazing van de publieke
opinie.
Of wilde boer Vullings goed geld
naar kwaad geld gaan gooien Alleen
om te kunnen zeggen, na bevestiging
of misschien zelfs wel verzwaring
van het vonnis, dat hy tenminste
geprobeerd had, of het Gerechtshof
niet tot een andere uitspraak zou
komen dan de Arrondissements-recht
bank Wat had hy aan die lol
Het hele geval was in het nest ge
legd en uitgebroed door Nol Berens,
naar het model van Tei Mulder en
Ties Loens in den Oosthoek.
Boer Vullings de werkelijke dader
Tienus Basten, als voortdurend drei
gend gevaar voor zyn strevingen, moest
opgeruimd worden.
Na veroordeling van boer Vullings
zou Nol Berens in hoger beroep be
kennen, dat hy'zelf de schuldige was.
Tegen een beloning in voldoende geld
om een keutery te kunnen kopen.
Het hoger beroep had toen immers
Tei Mulder vrijgesproken en Loens
Ties niet eens meer vervolgd.
Zó zou de afloop voor Nol Berens
twee vliegen in één klap slaan: Tienus
voor altyd de mond gesnoerd en voor
Nol een keutery of een kleine boer
derij in eigendom. Dat plan bestond
alleen in het weten van boer Vullings
en Nol Berens.
Het doodslaan van „de verkeerde"
was echter de mislukking...
Het verloop van de procedure de
tweede.
Oorzaak van de eerste: dezuipdag,
de gestalten in het wazige maanlicht
met elkaar verwarren voor de bene
velde blikken van de bedronken kerels
Oorzaak van de tweedede ge
pleegde misdaad van veel zwaarder
gehalte. Dat liet de Justitie niet on
vergolden lopen!
Inderdaad werd boer Vullings vrij
gesproken. Ofschoon ook nu noch
Officier noch Rechtbank ook maar iets
van het hele verhaal geloofden. De
knappe advocaat-procureur wist het
met bekwame handigheid uit te buiten.
Altijd gebruikte Nol Berens de zak
doeken van boerin Vullings. Zelf had
hy niet eens zakdoeken. Een onder
zoek had dat bevestigd.
Nol had de stem van zyn baas na
gebootst. Geen kunst meer na lang
dagelijks samenwerken. Om de schuld
op boer Vullings te laten vallen.
Van voorbedachten rade geen
sprake 1 In hun bezopen koppen die
eigen avond plotseling opgekomeD,
met het voornemen, Tienus Basten
dood te slaan, maar alleen, hem een
flinke tik te geven, om hem zó te
dreigen met erger, als hij ooit nog
een woord te praten durfde over alles,
wat er gebeurd was.
Achter de struiken staande had Nol
gemeend, Tienus Basten te zien aan
komen. In zyn dronkenschap geen
moment aan een andere mogelijkheid
gedacht. En liet stuk baksteen was
veel zwaarder "geweest dan hij in het
duister achter het café, waar hy het
had opgeraapt en in de zakdoek ge
knoopt had kunnen zien. Alles door
zyn dronkenschap, ook de ongeschatte
kracht van zijn slag... Door een jam
merlijke noodlottige vergissing was
alles veel erger geworden dan in de
bedoeling lag...
Nu werd Nol Berens vervolgd en
veroordeeld tot vyf jaren gevangenis
straf.
Dat behoorde niet tot het accoord
tussen hem en boer Vullings. Maar
die afloop moest naderhand niet komen
met windeieren. Boer Vullings zou
moeten dokken 1
Nol Berens „zat".
Tienus Basten keuterde voort. Voor
de tweede keer was de moorddadige
toeleg op zyn leven wonderlijk langs
hem heengegaan. Hij werkte, dronk
's Zondags een glas bier, was rustig
en droomde niet meer van „zat van
die".
Boer Vullings werkte met 'n andere
knecht en hield zich voorlopig „achter
af" bij alle Heikoeks gebeuren.
Zo gingen de dagen voorbij. Van de
geschiedenis om Tienus Basten, boer
Faassen, boer Vullings en Nol Berens
was de aardigheid af. Voorbij ook
met de dagen.
Wat ging boer Vullings beginnen?
Er kwam een kleine boerdery veil.
Eerst was de boerin gestorven. Een
jaar later stierf de boer. Hun twee
kinderen, een zoon en een dochter, die
zich in Pruisen gevestigd hadden,
dachten er niet over, naar Heihoek
terug te keren. Zy lieten alles in pu
blieke verkoping brengen.
Er waren wel liefhebbers, maar
tegen boer Vullings bood niemand op,
de pry 8 liep te hoog, hy werd eigenaar.
Dat sloeg Heihoek met stomheid
van verbazing! Was de geschiedenis
boer Vullings in de kop getrokken
Wilde hy nu op die manier boer
Faassen voorbjj streven Of beston
den er, misschien nog stille, plannen
met zyn dochters?
Men noemde het gekkenwerk. Men
zag boer Vullings nog wel eens over
de kop gaan. Dat zou dan het einde
zyn van de afgunst en haat van boer
en boerin VullingB tegen de familie
Faassen, en blinde haat konden een
mens in zijn eigen ongeluk voeren...
Boer Vullings zelf wist wel beter.
Hy dokce. Noodgedwongen royaal, hoe
erg ook tegen zyn zin, het sneed hem
door het hart. Zyn dromen van groot
boer waren vervlogen.
Hy voelde zich hulpeloos aan de
niets ontziende macht van dien Iepen
gemenen loep Nol Berens overgeleverd.
Hij had gemeend van de hulp van
Nol te kunnen profiteren by zyn
plannen, maar in zyn blindheid van
afgunst en haat was hij het willoze
werktuig geworden van dien schurk.
Nu hy boeten moest met afstand van
zyn geld, vielen de schellen wel van
zijn ogen. Hy tot moordenaar afgezakt,
tot kleine boer teruggestoten... Daar
kon hy zijn verder leven op teren.
Maar de streek wist daar het fyne
nog niet van.
Ruim vyf jaren na de moord op'ne
verkeerde.
Nol Berenshad zyntyd „uitgezeten"
en was in Heihoek teruggekeerd Na
tuurlijk by de Vullingsen, die waren
dat aan hem verplicht, want hy was
immers eerlijk genoeg geweest om
zelf te bekennen en zo boer Vullings
te redden
By dat woord „eerlijk" grinnikten
velen wel hun heel andere gedachten
uit.
Nol Berens betrok de kleine door
Vullings aangekochte en ingerichte
boerderij. Dat was hem vyf jaren
„zitten" wel waard geweest. Nol
Berens trouwde met een flinke meid
van om de dertig jaren, de dochter
van een keutertje, Hy was in de boter
gevallen en zy draaide haar gat daar
ook lekker in. Ja, de gelukken waren
de wereld nog niet uit, maar zy dien
den niet jadereen.... De fortuin was
net zo blina als de haat.
De streek begreep het nu wel.
En verder moest de tijd alles leren.
Beklagenswaardige boer Vullings Die
nu ook naar „zat van die" fluiten
konNog gekker dan Tienus Basten
EINDE.
Tan" Mei 1893
Tot burgemeester van Venray werd
herbenoemd Ph. H. W. Esser.
De installatie van de Zeereerw.
Heer W. A. Notermans als deken
van Wyk-Maastricht was zeer luister
rijk.
9 Mei 1903
Op Mei kwam de grintweg van
Venray naar Merselo gereed. De'heer
Willem Wijnhoven had het werk
aangenomen.
Op recht feestelijke wijze werd
het zilveren huwelijksfeest van het
echtpaar J. Verheugen—Langenhoff
gevierd. J Verheugen was directeur
van de fanfare „Euterpe". De fanfare
voerde in de kerk enige religieuse
stukken uit.
Mgr. J. Hofman oud-student van
het Gymnasium, bracht een bezoek
aan Venray.
Op de lijst van de hoogst aan
geslagenen in de provincie Limburg
waren vermeldTheodor van den
Bogaart en Coenraad Esser—v. Wylick.
De pas benoemde onderwijzer te
Oostrum, H.H.J. Maas, werd benoemd
tot onderwijzer te 03pel—Neder weert.
Op 3 Mei vertrok een grote
bedevaart van Merselo naar Oostrum.
Land- en Tuinbouw
Een goed onderhoud van tractor
banden kost menig landbouwer nog
wel eens hoofdbrekens. Men heeft
immers zomer en winter te maken
met ongunstige weersinvloedenJa,
ook in de zomer, want het felle
zonlicht is zeer schadelijk voor rubber
en kan de oorzaak zijn van het ont
staan van kleine barstjes in de band.
Modder en vocht daarentegen doen
geen kwaad en het is zelfs raadzaam
'szomers de banden met modder te
bedekken, In dit verband moet men
er aan denken, dat men de banden
ook beschermt tegen oliën en vetten.
Slippen van banden heeft tot
logisch gevolgslijtage. Slippende
banden door snel optrekken of plot
seling remmen kan tot gevolg hebben,
dat stukken van de ribben afscheuren.
Het is van belang de wieldruk op
peil te houden door vloeistof in de
banden te doen of door wielgewichten.
Men moet beslist verhinderen, dat
de band tegen de zijwanden van de
ploegvoor schuren. Dat kan men doen
door de ploeg op juiste wijze achter
de trekker te koppelen.
Een raadgeving, die altyd zyn
waarde behoudt, is: let op de span
ning en op de snelheid Overspanning
of onderspanning van de banden
kunnen karkasbreuken veroorzaken.
Grote snelheid geeft extra slijtage;
bovendien zyn tractorbanden daar
niet op berekend.
Door een juist gebruik zullen de
voordelen van de luchtband nog beter
tot hun recht komen.
De Landbouwbeurs op 't Jaarbeurs
terrein aan de Croeselaan in Utrecht
mocht zich reeds de eerste dag in een
druk bezoek verheugen.
Een twintigtal boeren uit de ramp
gebieden, voor wie de beurs gratis
toegankelijk is, kwam zich ook op de
hoogte stellen van nieuwe vindingen
op het gebied van machines en werk
tuigen, waarmee de akker intensief
bewerkt kan worden.
Ons land moge dan aan cultuur'
XVI
Nu hebben wy' dan wel wat begrip
gekregen van het verschil in gelds
waarde tussen een eeuw geleden en
nu. Daardoor spreken de getallen
van honderd jaren geleden een heel
andere taal voor ons.
Nu is dat al zo anders dan pas
veertien jaren geleden, nu 246 gulden
immers niet meer waarde heeft dan
100 gulden in 1939.
In dit artikel, na de aanbesteding
van kosterij en school in Oostrum
een8 goed bekeken te hebben, keren
wy dan terug naar:
Uitgayen in 1838 en 1839
Bestuurskosten
In de jaarwedden_van burgemeester
schepenen en secretaris was geen
verandering gekomen.
Burgemeester en secretaris elk 535
francs of f 304.80, schepenen of wet
houders 318 francs off 152 64.
Telkens voor ogen houdeD, hoeveel
en wat voor bouwmaterialen geleverd
en hoeveel arbeid verricht moesten
worden voor f 22,-, dan waren die
salarissen niet gering
Rond het jaar 1900 betaalde Ven
ray nog aan een getrouwd onderwijzer
op jaren met kinderen een salaris
van f 400. Daar was nog ryksgeld
by (voor vergoeding aan de gemeente)
en daar moest nog pensioenpremie
vanaf. Voor een pensioentje van nog
nikser dan het salaris.
Zo werd toen voor ouden van dagen
gezorgd
"Werd of wordt
Onlangs durfde zelfs nog een
minister in de Tweede Kamer in
deze geest te zeggen: dat gepensio
neerden van vóór de oorlog aan lage
inkomsten (dus aan armoede lydeD)
gewoon waren en zyn, dus dat de
regering zich voor hen geen zorgen
hoefde te maken.
We zyn deze beschouwingen van
de geschiedenis juist begonnen met
de bedoeliog, de lezers tot denken en
vergelijken te brengen.
De ontvanger had in 1838 aan
remi8en 450 francs of f216 ontvangen
Voor 1839 was hetzelfde bedrag
begroot.
grond niet bijzonder rijk zyn, de Ne
derlandse boer heeft er altijd weten'
uit te halen wat er in zit en de buiten
landse industrie beschouwde het altijd
als een goede recommandatie, wanneer
haar machines hier goed voldeden.
De moeilijke dollar positie is er niet
vreemd aan, dat Amerika met zijn
landbouwmachines op de Utrechtse
Beurs niet zo'n belangrijke plaats in
neemt, terwijl het land van Uncle
Sam vóór de oorlog toch de voor
naamste leverancier was.
West-Duitsland profiteert van deze
omstandigheid en komt voor de dag
met verscheidene machines, die juist
voor de kleine bedrijven, in ons land
zo talrijk, geschikt zyn.
De aanwezigheid van fabrikaten van
vele Nederlandse fabrieken vaak
uit eenvoudige dorpsmederijen ge
groeid toont aan, dat ook onze
eigen industrie by de mechanisatie
van de landbouw een gewichtige rol
meespeelt. Ja, zy houdt zelfs het oog
gericht op de eisen, die de landbouw
in andere landen stelt, zodat zelfs
voor belangrijke bedragen geëxpor
teerd wordt.
Machine voor cocos-noten
Aan Zuid-Amerika worden aard
appelen en bollensorteermachine8 ge
leverd en een firmauitDokkum heeft
een machine voor 't oprapen van
cocos noten geconstrueerd, die toch
wel nooit in ons land dienst zal be
hoeven te doen.
De toenemende motorisatie op de
bedrijven heeft geleid tot een steeds
grotere aanbieding van deze altyd nog
kostbare machines, waarvan erin ons
land sinds vorig jaar 28 000 in gebruik
zyn tegen 4000 in 1939. In de West-
Europese landen wordt daarby steeds
meer de voorkeur gegeven aan Diesel
motoren.
Maaidorsers, die altyd nog een f 25
a f 26 000 kosten, ziin er tot een getal
van ongeveer 1500. Een Zweedse fa
brikant demonstreet een zelfrydende
maaidorser, die een gewicht van
4000 kg heeft.
Practisch voor onze landbouw velden
die door vele sloten doorsneden wor
den, is een schuitje met een maai-
machine, waarmee planten onder
water afgesneden kunnen worden.
Speciaal voor de veenkoloniën dient
een volautomatische rooi machine,
omdat een lichte beschadiging aan
industrie-aardappelen weinig hindert.
Ten behoeve van emigranten naar
Canada worden sinds een jaar of drie
eveneens speciale machines gemaakt.
Sjouwen en benren niet
meer nodig
Practisch zyn een uitschuif bare
transporteur, die daardoor weinig
plaats inneemt en een aardappel
transporteur met horizontale band,
waardoor de aardappelen tot op de
verdieping gebracht kunnen worden,
waar ze horen.
Zware lichamelijke inspanning by
het beuren van zakken kan voor
komen worden als men een hydrau
lische heffer gebruikt.
Een sorteermachine werd om be
schadiging van het fruit te voorkomen,
voorzien van dikke rubberlagen.
Daar met het aanschaffen van
landbouwmachines meestal grote
kapitalen gemoeid zyn, is het
goed, dat eerst deskundige voor
lichting wordt gegeven om voor
een bedryf het meest geschikte
apparaat te kopen. Vandaar, dat
voor het eerst op de Landbouw
beurs een stand is van het Bureau
Voorlichting landbouwwerktuigen
De bureaukosten van het plaatselijk
bestuur waren in 1838 geweest en
zouden in 1839 zyn 212 francs of
f 101,76.
Abonnement officiële dagblad 15
francs of f 7,20
Idem memoriaal administratief 15
francs of f 7.20
Voor elk van de beide jaren:
Kosten van het register burgerlijke
stand van de beide jaren 190 francs
Of f 8180
De belasting op de gemeentegoe
deren had in 1838 de som van 1200
francs of f 576 belopen en werd voor
1839 geraamd op 1000 francs of
f 480.
Het onderhoud van het gemeente
huis had in 1838 een uitgave van
230 francs of f 120 gevergd.
Schatting voor 1839 het bedrag van
200 francs of f 96
Onderhoud van de gemeentegebou
wen (wat voor gebouwen waren dat
in 1838 kostte 200 franos of f 06 en
voor 1839 werden verwacht aan uit
gave van 250 francs of f 120.
Voor reiskosten van de Nationale
Militie was in 1838 uitgegeven 85
francs of 40,80. Datzelfde bedrag voor
1839 geraamd.
Het is ons niet duidelijk, wat deze
post eigenlyk betekent. In drie vorige
jaren werd in begrotingen, rekening
en verantwoording altyd gesproken
van „geleide". Wy menen, dat aldus
te moeten begrijpen, dat „iemand"
de burgemeester da veldwachter
de ingeloten voor militaire dienst
naar Maastricht moest brengen, „de
hoofdplaats" staat er. Voor elk jaar
wordt hetzelfde bedrag genoemd.
Maar voor reiskosten van het „be
geleidends dat bedrag duur. Vergelijk
maar eens f 40 80 met de f 22.— voor
woning- en schoolverbouwing.
Nu weten wy echter ook wel van
onze tegenwoordige tyd, dat uitstapjes
op kosten van de gemeenschap van
regeringspersonen schrikbarend in de
papieren lopen 1
Eigenaardig is wel, dat nu opeens
de term „reiskosten der nationale
militie" wordt gebruikt. (Voor 1839).
Alsof het hele leger op stap ging, op
kosten van Venray. Onwillekeurig
komt de gedachte aan camouflage ia
ons op.' Daar wordt immers „van
hoger hand" veel mee gewerkt.
En het bodeloon voor het invorde
ren van de personele omslag had in
1838 weer bedragen 65 francs of
f 31.20. Voor 1839 ook zo geraamd.
In vorige stukken was deze post
in het hoofdstuk „Publieke veiligheid"
ondergebracht. Voor de hand lag dus
dat de veldwachter dit goed betaald
akkefietje moest opknappen.
Voor 1838 en 1839 is deze post
onder plaatselyk bestuur verzeild
geraakt.
Dat plaatselyk bestuur kwam dan
in 1838 te staan op een totaalsom
van f 2049 60.
Ga nu voor de aardigheid en voor
een goed begrip eens aan het verge
lijken
Wordt vervolgd.
Iedere dag een met.
cognac geklotst eitje
De weduwe M. Jongen—Montulet
vierde Maandag haar 101ste verjaar
dag. Zij is de oudste inwoonster van
Maastricht en ook de oudste inge
zetene van Limburg. Reeds jarenlang
woont zy in het gesticht Calvariën-
berg,, waar zy door de zusters met
goede zorgen wordt omringd.
De weduwe Jongen—Montulet, die
alleen wat moeilijk ter been is, be
schikt nog over een benijdenswaardige
vitaliteit en slagvaardige humor. Zy
interesseert zich voor alie kleine en
grote gebeurtenissen uit haar öta-
geving. Schertsend noemt zy" het ge
heim van haar leven, dat zy nog elke
dag een met cognac geklutst eitje
smakelijk opdrinkt. Van haar tien
kinderen zyn er nog vier in leven.
De 101 jarige die met een verras
sende helderheid van geest herin
neringen ophaalt, was Maandag van
haar gewoonte afgeweken en 's mid
dags niet gaan rusten, omdat ze het
bezoek niet wilde laten wachten. Dit
bezoek bestond hoofdzakelijk uit
familie en enkele heel goede kennis
sen. De goedlachsheid van hetkwiekö
vrouwtje is dezelfde gebleven.
Zy" vertelde, dat ze 82 jaar geleden
getrouwd was en dat zy op haar
huwelijk, waarvan haar omgeviDg de
voorbeeldig goede verhouding prees,
steeds erg trots is geweest. By na 60
jaar was ze getrouwd, toen haar man
22 jaar geleden overleed.
Honderste kleinkind
Door de geboorte van Petrus Ge-
rardus Maria Smits te Wanssum,
werden de heer en mevr. Theeuwen-
Brans, eveneens te Wanssum, voor de
honderdste keer opa en oma.
Kerkenbouw vraagt kapitalen.
Schenkt uw kwartjes zonder dralen.
En bedenkt't is voor een woning,
Ere-huis voor Christus-Koning.