p. Een gemeentelijk huishonden van honderd jaren geleden „Settlements Reports" Hedendaagse detailhandelsproblemen melden hoe het de emigranten Canada verging in Uit „Peel en Maas" NIEUWE KIEKEN X 500 BEL BIJ BRAND 39 2 ZATERDAG 28 MAART 1953 No. 13 VIER EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WFFKRT AH VOOR VFNRAY FN OMSTRFKFN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. p. mm. ABONNEMENTS- TELEF. 512 GIRO 150652 VV MIVDLHU V UUI\ V UillAÜ I CriV WlVlJ 1 IXEiIiEill PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 Buiten Venray f 1.45 GROOTESTRAAT 28 Dezer dagen heeft Schmaï, lid van de Tweede Kamer op uitnodiging van de Middenstandsbond, in de radio rubriek „Uit het bedry fsle ven (l voor de A.V.R.O.'-microfoon een causerie gehouden over de economische positie van de detailhandel. Spreker stelde met voldoening vast, dat in de laatste kwarteeuw, vooral dank zy de onderzoekingen van het Economisch Instituut voor de Midden stand, de feitenkennis over de detail handel aanzienlyk is vooruitgegaan en dat vele winkeliers, vooral met het oog op verweer tegen de voort durende stygende aanslagen van de fiscus, hun boekhoudingen hebbeD verbeterd, zodat daaraan waardevolle gegevens kunnen worden ontleend. In dit opzicht slaat ons land, zelfs ten opzichte van de vooruitstrevende Verenigde Staten een goed figuur. Hy wees verder op de onderlinge concurentie tussen de verschillende bedrijfsvormen, zoals zelfstandig mid den- en kleinbedrijf, grootwinkelbe drijf, warenhuizen, filiaalbedrijven en verbruikscoöperaties. Loyale onder linge concurrentie zal tenslotte moeten uitwijzen, aan wie de erepalm toekomt Daarnaast bestaan er heel wat klachten over overheidsconcurrentie, met name over het optreden van het Ryksin- koopburean. Dalende omzetten Over de huidige situatie zeide spreker o. m.Ook zonder dat over heidsinstellingen rechtstreeks of zijdelings met hem in concurrentie treden, heeft de winkelier het op het ogenblik niet gemakkelijk. Zeker de indexcijfers van de omzet vertonen van 1951 op 1952, althans wat de eerste levensbehoefte betreft, enige styging. Daartegenover staat echter, dat duurzame consumptie goederen als textiel en schoeisel zich in dalende lyn bewegen, hetgeen overigens ook voor een genotmiddel als tabak geldt Indirecte rampgevolgen Het is de vraag, op welke wyze straks de waternood zich in de omzet cijfers van Februari en volgende maanden zal afspiegelen. Er is in de laatste weken door ons volk op grootse wijze geofferd, een feit, waar voor wij niet anders dan dankbaar kunnen zijn. Intussen vergete men niet, dat het ook bij de consumenten tenslotte uit de lengte of uit de breedte moet komen. De gelden, die velen met een blijmoedig hart, maar uit een smalle beurs voor onze getroffen landgenoten hebben geofferd, kunnen door de gevers niet voor de tweede keer by hun winkelier worden besteed. Deze men denke in dit verband inzonder heid aan de textielzaken lopen dientengevolge het risco het kind van de rekening te worden. Bijzonder moeilijk is zeker ook ae positie van vele winkeliers in de getroffen gebieden. Hun cliënten zyn voor langer of korter tyd vertrokken en komen straks (hopen wij spoedig) kosteloos opnieuw in de kleren gestoken thuis. Onder deze omstan digheden dringt zich onafwijsbaar de noodzaak op om deze en andere winkeliers, wier debiet ten gevolge van de watersnood rechtstreeks of indirect is komen te vervallen, afdoen de te helpen. Gelukkig is, dank zy de goede zorgen van het Directoraat- Generaal voor de Middenstand reeds een regeling ter zake tot stand geko men. Zoveel is in ieder geval zeker, dat ook te hunnen opzichte moet worden vastgehouden aan het beginsel, dat de arbeider zyfl loon waardig is. Dit toch is ook van toepassing wanneer een werker zich door omstandigheden buiten zyn schuld de gelegenheid tot het verrichten van zyn normale ar beid benomen ziet. Vermoedelijk heeft men nog nooit gehoord van een „Settlement Report". Het Canadese Ministerie voor Immi gratie stelt een onderzoek in naar de omstandigheden van elke emigrant, die zich na kortere of langere tyd wil „settelen", dat wil zeggen, een eigen bedry f of een eigen zaak wil beginnen. Er wordt dan rapport opge maakt en van tyd tot tyd krijgen wij in den Haag een aantal van zulke rapporten, zulke „Settlement Reports", doorgestuurd. In al hun zakelijkheid geven deze rapporten soms een goede kyk op de verrichtingen van onze Nederlandse emigranten. Uit een stapeltje „Settle ment Reports" is voor de vuist weg een greep gedaan. Zo is er een rapport over de familie Greidanus, .die afkomstig is uit het plaatsje Tzum in Friesland, onder Franekeradeel. Jan Greidanus had daar een klein gemengd landbouw- bedryfje. Op den duur bood hem dat niet voldoende mogelijkheden. Met zijn vrouw en zijn vier zoons en vier dochters emigreerde hy in 1951 naar Canada. Het settlement report zegtzy werkten een jaar als landarbeiders, met het onmiddellijke doel zelf een boerdery te kopen. Het bleek een bijzonder yverig gezin te zyn, dat niet alleen in korte tijd zichzelf wist op te werken, maar ook bijdroeg tot het welslagen van andere Nederlandse boerenfamilies in Canada. Een jaar na aankomst kocht Grei danus een eigen boerdery van 4000 hectare iD Clinton, Ontario. Hy be taalde een tiende deel contant en lost nu de rest zo spoedig mogelijk af. Hy drijft de boerdery samen met zyn oudste zoon. Zeven andere leden van de familie werken op een Expeditiebedrijf in de buurt. Zy brengen samen per week 220 dollar thuis. Op die manier is de boerderij gauw betaald! Een ander rapport gaat over Willem Bruinink uit Enschedé. Willem Brui- nink had daar een bakkerswinkel, maar hy zag voor zyn zaak de toe komst niet gunstig in. Met zyn vrouw en twee zoons vertrok hy in October 1951 naar Canada, waar hy in een restaurant ging werken als bakker. Na 7 maanden opende hy een eigen zaak in Chatham. De eerste dag bakte hy 14 broden en na 2 maanden bakte hy 140 stuks per dag, plus de nodige cakes, taarten enz. Hy was toen dus een jaar in Canada. Een derde rapport. Petrus de Rooy uit Monster in het Westland had een baantje als kr"i. deniersbediende. In 1951 emi' ,_.»e hy met zyn vrouw en zoontje naar Canada als ongeschoold arbeider. Nu had de Rooy oorspronkelijk opleiding als schoenmaker gehad. Hy liet dan weten, dat hy graag weer in dit vak zou werken Hy werd in contact gebracht met de eigenaar van een verlaten schoenmakerij in Chesterville in Ontario, vlak naast 't postkantoor. Er was geen andere schoenmakerij in de buurt. In het settlement rapport vermeldt de Canadesche ambtenaar, dat er tijdens zyn bezoek een voortdurend komen en gaan was van klanten en dat de Rooy hem zei, dat zyn inkomen niet onder de 75 dollar per week lag. By deze losse greep uit de officiële rapporten laten wij over emigranten die het al tot een zelfstandige vesti ging hebben gebracht. Deze rapporten leren ons, dat Canada mogelijkheden biedt, die hier in het eigen land niet of bijna niet meer te vinden zijn. Zy leren, dat de Canadese overheid op de hoogte is van de prestaties van onze landverhuizers. Maar zij mogen in geen geval het misverstand wekken, dat die kansen er voor iedereen liggen. Welslagen by emigratie is alléén weggelegd voor onverzettelijke, harde en doortastende mensen, voor mannen en vrouwen met pioniersbloed, voor mensen, die geestelijk sterk in hun schoenen staan en lichamelijk niet voor een kleintje vervaard zijn. Wie emigreren wil, moet gedreven worden door geestkracht en vertrou wen, hy moet zich op deze grote stap met hart en ziel voorbereiden. Met name moet hy reeds nu de moed hebben de taal te leren van het land waar hy naar toe gaat. Het klinkt misschien overdreven, maar ook daar is moed voor nodig. Wie, omtebeginneD, die moed alvast niet kan opbrengen, doet beter de gedachte aan emigreren maar te laten varen. Het is goed om op deze dingen nog eens de nadruk te leggen. Dezer dagen is bekend gemaakt, dat er in Canada vele nieuwe mogelijkheden openstaan. Canada biedt in de eerste plaats een toekomst in de landbouw. Daarnaast zyn er nu een reeks van vacatures voor niet-landbouwers in alle mogelijke beroepen, van meubel makers tot koks, van blikslagers tot winkelbedienden, van kappers tot textielarbeiders toe. In een deel van deze vakken kunnen onbeperkte aan tallen emigranten op korte termijn naar Canada vertrekken. De aanmel dingskantoren van de Gewestelijke Arbeidsbureaux en van de particuliere organisaties beschikken over alle gegevens. Het bericht van deze verruiming van mogelijkheden voor niet-landbou wers zal by velen, die wel zouden willen emigreren, verwachtingen heb ben gewekt. Maar emigreer niet, zonder dat men daartoe voor de volle honderd procent geschikt is en zonder een diepgaande voorbereiding. Leer Engels. Laat U voorlichten over land en volk. Besef, dat het gaat om het geluk en de toekomst van Uw gezin. Zwaar is de verantwoordelijkheid, die U op zich laadt als U vertrekt met het risico van een mislukking. Een mislukking, die niet al tyd op materieel gebied hoeft te liggen Onthoudt U dit Beter arm, maar gelukkig in Uw eigen omgeving, dan ryk en ongelukkig in het nieuwe land 25 Maart 1893 Op 20 Maart gingen de leden van de H. Familie ter bedevaart naar de Smakt. Willem Zmidts bericht het ge achte publiek van Venray, dat hy zich als kleermaker zal vestigen by J. Schaeffers, Langstraat. 28 Maart 1903 Tot Rector te Leunen werd benoemd de Zeereerw. heer M. H Wijnhoven. In zyn plaats werd tot Rector van Castenray benoemd de Zeereerw. heer Frans M. Poels, die kapelaan was te Baexem. De sigarenmakers van Venray hadden het plan een afdeling op te richten van de Nederlandse R.K. Tabaksbe werkersbond Th. Janssen bericht de opening van een .nieuwe schoenwinkel in de Henseniusstraat. Het feest van Maria Boodschap werd in Oostrum luisterrijk gevierd. Rector Wierts preekte. G. V. uit Castenray zond een ingezonden stuk tot afscheid aan de verplaatste Rector Wijnhoven. Pastoor Grubben te Well her dacht zyn 40jarig priesterfeest. Te Wan8sum had op 23 Maart de plechtige begrafenis plaats van de heer Jan Coenders, oud-hoofd van de school. Kapelaan, Beckers te Swolgen verkreeg om gezondheidsredenen tij delijk ontslag. In zyn plaats werd benoemd Kapelaan Parren. Land- en Tuinbouw Aanleg en bemesting Tan gazon Een belangrijk deel van onze sier- tuin is wel het gazon. „Niets is immers zo belangrijk en zo mooi in een tuin dan een gazon. In vele gevallen wordt te weinig aandacht besteed aan bemesting en grondbewerking. De grond most goed losgespit wor den en van alle onkruid wortels en vuil gezuiverd. Men zaait zoveel mogelijk op een windstille dag en zoveel wanneer er regen wordt verwacht. Men mag voor al niet te dun zaaien, want dan ont staan dikwijls dunne plekken en het gazon zou dan vol onkruid komen. Neem het beste gazon-graszaad wat er is en koop dit by een vertrouwde zaadhandel. In dit mengsel moeten uitsluitend overblijvende zaden voor komen. Denk er om, dat alles zo gelijkmatig wordt uitgezaaid en by hel inharken opletten dat niet alles op een hoop wordt geharkt. Ook harken is niet zo eenvoudig al lijkt dat dikwijls zo. Na het opkomen wordt het gras spoedig gemaaid of geknipt, doe dit vervolgens eenmaal per week. Dit is vooral nodig om een mooie dichte stand te krijgen en te houden. En nu de bemesting. Deze speelt by een gazon een voorname rol. Tegenwoordig is dit heel gemakkelijk. De beste bemesting kan men geven in de vorm van Asef-Gazonmest. Men geve in het voorjaar per ioom2 iedere maand 3 kgby voorkeur vlak nadat het gras geknipt of gemaaid is, nadien 1 1,5 kg tot aan de herfst. Deze meststof is wel zeer gemakke lijk uit te strooien en men kan deze direct herkennen aan de rode korrels. Een geschikt ogenblik voor het uit strooien is even voor de tijd dat men een flinke regenbui verwacht. Het is dus wel heel eenvoudig om een mooi gazon te verkrijgen, als men rekening houdt met bovenstaande. 10 20 80 April houdt van een gril. Men kan hem niet vertrouwen Limburg, met vaste wil, Zet door met kerken bouwen. EEN LUXE PRESENTEERTROMMEL (kleurrijk Oud-Engels décor) GEVULD MET FIJNE KB6N1EN A 00 9ron\cls. rozi>W<£., 'CMCEMEEE 'soep^erGES- ^ÊtMOES &SSEHSAP ss**— 19 i PAASBVS 33 1 6 TOffEE'S la** 3 3 'tesSUlK** 3 6\SS»BS 200 9r®m ;'dvoc*m 7 2 ra- 09 W.'»1*, A05-90 85 W& P,k- "10° 27 5 I»» Nogmaals begroting 1839 Voordat de vroede vaderen, die niet behoorden tot de ingewijden, hun oordeel konden en moesten laten gaan over de puzzles van een gemeente begroting, dienden zy toch wel enigs zins ingelicht te worden aangaande de stand van zaken. Mogelijk bleef het dan wel daarbij, dat zy tenminste de klok hadden horen luiden. Waar de klepel hing? Zij konden tenminste dan toch een gezicht zetten, alsof zy het wisten. En de zaak draaide ge regeld elk jaar doorWat wilde men meer? Staat van de gemeente De gemeente had een vastgestelde schuld van 50.000 francs. De jaarlijkse interest daarvan be droeg 2500 francs. Wie daar meer over wenste te weten, zal door vragen wel gepro beerd moeten hebben, wat licht te kunnen opsteken. Lezers, die de vorige artikelen be waard hebben, zyn in staat verge lijkingen te maken. Raadsels oplossen is ook wel eens een aardig tijdverdrijf. En dat zelfs de handelingen en goochel partijen met getallen van de deftigste bestuurscolleges soms de indruk ma ken van lachwekkende spelletjes, weten mensen van leeftijd en ervaring opperbest. Dikwijls hoort men zeggen „Als het in de grond niet zo ernstig was, zou men erover moeten lachen Maar de waarde van het geld Inderdaad, daar komt het op aan. Dat kan men alleen vaststellen door vergelijking met datgene, wat men in zo uitgebreid mogelijke zin voor het geld kon kopen aan goederen. Dat vereist afzonderlijke bespre kingen in volgende artikelen. Dus dat komt ook aan de beurt. Ontvangsten Het eerste hoofdstuk ging over de buitengewone ontvangsten. Op do begroting van het vorige jaar was 57 francs en 23 centimes over geschoten. Maar het overschot der rekening van het laatst voorafgaande dienstjaar bedroeg 24595 francs 51 centimes, dus het overschot in totaal was 24652 francs 79 centimes („Goed slot", staat in hot officiële stuk. Wy zullen maar instemmend knikken, zoals vroede vaderen ook plachten te doen. Let welhet officiële document, waar wy het nu over hebben, is de Staat van Begroting voor de dienst van 1839. Maar er waren nog andere buiten gewone ontvangsten geweest. ie. Vervallen koopprijzen van ver kochte gronden 500 francs. 2e. Voor het bouwen van scholen (school en woning) was op de vorige begroting 9000 francs toegestaan, maar besteed nihil, dus weer een totaal van 9500 francs „over". Alzo werd het „goed slot" opge voerd tot het „goeder slot" van 24652 francs 79 centimes plus 9500 francs is 34152 francs 79 centimes. Aldus de begroting. Inkomsten Dacht je, dat „ontvangsten" het zelfde zou zyn als „inkomsten Na tuurlijk was dat niet het geval. Tegenwoordig evenmin. Denk maar eens aan de omzetbelasting! Al zet men om met verlies, toch omzetbelas ting We weten immers uit voorgaande beschouwingen, dat er b.v. gesproken werd over additionele cents. Dat was een vaste, dus elk jaar terugkerende post van inkomsten. Nu geeft de begroting voor 1839 meteen 't beloop van de"ontvangsten" van het vorig jaar. Let op: de begroting noemt de „inkomsten" (die verwacht werden), maar in „het beloop" worden de „ontvangen" bedragen genoteerd. Beloop van de „ontvangsten" vorig jaar: addit. cents op de grondbelas tingen 525 francs 21 centimes; idem op het personeel 199 frans 37 centimes. De gemeente had ook patrimoniële inkomsten. Wat daar precies onder verstaan moest worden? Wy kennen ook het woord „patri moniaal", dat „vaderlyk erfgoed in het algemeen „erfgoed" aanduidt. Tot de patrimoniële inkom3ten van de gemeente in de begroting voor 1839 volgens het beloop van ont vangsten in het vorig jaar behoren ie. opbrengst van rente op parti culieren en interest van kapitalen 125 francs. 2e. pacht van land en landgoederen, de gemeente toebehorende 63 francs 50 centimes. 3e. opbrengst van veen- en turf- gronden 2500 francs. 4e. opbrengst van het weiden van vee op gemeentegronden 2500 francs. 5e. verkoop van turfslyk 1300 francs- Weer andere opbrengsten waren niet patrimonieel. Zoals: 1. verpachting van jacht envissery 136 francs. 2. voor plaatsing van byenkorven 100 francs. 3 interessen op verkoop van gemeen tegronden 600 francs. Het beloop van de ontvangsten vorig jaar bedraagt derhalve in totaal 12479 francs 28 centimes. Maar nu is het opletten We hebben gehad de begroting, het „goed slot. En daarby gevoegd 9300 francs om tot een „goeder" slot ts komen. De optelsom van 34152 francs 79 centimes bestaat dus uit een ge raamde som, vermeerd met een defini tieve som. Vermoedelyk'zyn de'vroede vaderen van destyds er wel van aan het duizelen geraakt en zoetjes in slaap gedoezeld. Datzelfde gebeurt nu weer. Pardon, ik bedoel, dat twee posten by elkaar geteld worden. Het totaalbedrag van ontvangsten vorig jaar, zo juist genoemd, was immers 12479 francs 28 centimes. En daar hoort nu werkelyk ook by, definitief by definitief, die som van 9300 francs, zodat het totaal van 21979 francs 28 centimes werd bereikt. Daarnaast komt dan de begroting vooral 839 voor ontvangsten, inkomsten en opbrengsten met een totaal van 47032 francs 7 centimes. Hierover in het volgend artikel. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1953 | | pagina 1