TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS |DAH Nieuwe subsidie regeling voor nieuwbouw boerderijen vraagt nog grote otters 45 „ZAT VAN DIE"! Voormannen in de Peel De beste waar Maandag 19 Jan. Circus Mök de Boerenkapel Deze week S.O" -°"nhU"- én...del"2iep",S' ZATERDAG 10 JANUARI 1953 No. 2 VIER EN ZEVENTIGSTE JAARGANG Door de Minister van Landbouw en Financiën is aan de ^weede Kamer een subsidieregeling voorgesteld in zake boerderybouw. Deze subsidie zal gegeven worden voor de bouw van nieuwe boerderijen op ontgonnen, herontgonnen, ingepol derde of herverkavelde gronden. De grootte van deze subsidie hangt af van de grootte van de grond, die by de nieuw te bouwen boerderij hoort en is maximaal 40 pet groot, bij een bediyf van 10 ha. Voor iedere ha, dat een bedrijf groter is, vermindert de subsidie met een V, pet, tot een mini mum van 30 pet. Voor 1933 vragen de Ministers de Kamers f i ooo.ooo,— daarvoor be schikbaar te stellen. We kunnen ons gelukkig prijzen, dat nu eindelijk eens iets gedaan wordt voor de nieuwbouw van boer deryen, een regeling, waarop men reeds te lang heeft moeten wachten. Maar aan bovengenoemde regeling zitten o i grote bezwaren, die deze subsidieregeling minder aanlokkelijk maakt, als ze ogenschijnlijk lykt. Deze subsidie moet bedoeld zijn als de overbrugging van het grote ver schil, dat enerzijds bestaat tussen de bouwkosten, rente en aflossing, welke betaald moet worden voor het ge- investeerde kapitaal en de last die in verband met de opbrengst van de grond op het bedrijf kan worden ge legd, anderzijds. Een subsidie-regeling, die dit verschil niet geheel overbrugt, biedt geen vol doende 'oplossing. Als 1 ha met subsidie f 130 kost, doch zij brengt slechts f ïoö op, dan is deze subsidieregeling onvoldoende. Dat zal zya oorzaak vinden in het feit, dat deze regeling is gebaseerd op de grootte van het bedrijf, riet naar de opbrengst. Men behoeft totaal geen vakman te zijn, om te kunnen vertellen, dat ingepolderde kleigrond zeker meer op zal brengen als magere ontgonnen zandgrond, Op welke van die gronden is deze regeling nu afgestemd Op de ontginningsgrond Dan zal de kleigrond veel te veel krijgen Op de kleigrond? Dan zal de ontginningsgrond veel te weinig krijgen. Op het gemiddelde van beide? Dan zal kleigrond te veel, zand grond te weinig krijgen. Om dit laatste te bewijzen hier onder een kleine berekening voor ont gonnen zandgrond. Voor de bouwkosten van een boer derij, met inbegrip van kippenhokken, silo's en gierkelder, voor een bedrijf van io ha, nemen we een bouwprijs aan van f 28 000,—. We menen, dat deze prijs gezien de flnancieringsregeling en aanbestedin gen van het laatste jaar eerder aan de lage, dan aan de hoge kant ligt. De Rijkssubsidie bedraagt hierop dan 40 pet of f 11 200, zodat de bouwheer zelf heeft te investeren i 16.800. Hiervan moet per jaar op gebracht worden 6 pet of f 1 008, wat per ha. dus voor de gebouwen f 100.80 bedraagt. Daarbij komt dan nog de pachtprijs voor de grond, waarvoor in Limburg bij de zandgronden een bedrag mag gerekend worden van f 60 per ha. De pachter zou dus moeten betalen f 100 80 plus f 60 per ha. of 160 80 Deskundigen echter schatten de hoogst toelaatbare prijs voor een ha ontginningsgrond op f 100, zodat door Herman H. J. Maas Wat maakten velen, wier taak be stond in de leiding van het volk in deze streken, zich toch druk over „het goddeloze Frankrijk", over Domela Nieuwenhuis, over de socialisten, over de franc-ma<;ons of vrijmetselaars en zo meerl Met die vragen naar het waarom hield Nardus Boeks zich doorlopend bezig. Wat bedoelden zy daarmee De aandacht van de massa af te leiden van de misstanden in deze streken, waar zij het zich precies nooit druk over maakten, terwijl die mis standen eigenlijk immers aller zorgen behoefden 6chool daarin de bedoeling Wat wist die massa van Frankrijk, van Domela Nieuwenhuis, van het socialisme, van de vrijmetselarij Hoegenaamd niets Velen van die massa konden misschien een woordje met moeiten en zweetdruppels spellen, maar zeker niet lezen en schrijven. Welke uitwerkirfg kon dat holle ge daver van schelden en algemeenheden van leiders andera op de massa heb ben, dan dat deze of gene wel eens nieuwsgierig ging worden naar al die slechtheden van „het moderne Baby- Ion", om door de prikkels van het verleidelijke genot te worden opge wekt tot nadoen En dan werd dat zeker weer om getoverd in „landelijke eenvoud". Gebrek aan ontwikkeling en be schaving, en onwetendheid moet men niet proberen gelijk te stellen met „eenvoud". Zo dacht Nardus Boeks daarover. Zorgen voor goede toestan den onder de mensen in deze streken, daar kwam het op aan. Dat merkwaardige geval van ge raffineerd bedorven karakters, precies het schrille tegenovergesteld van „landelijke eenvoud", van het jaar te voren scheen men alweer vergeten te zijn. Was het nieuws daar al afge- wauweld Die geschiedenis van Tei Mulder, Loens Ties en Hannes Knok. Tei Mulder van de grote boerderij in den Oosthoek, die immers altijd de zak vol geld had en achter het jonge vrouwvolk van de hele streek heen zat. Als hij er 's Zondags na de kerk op uit trok, kon het dikwijls best Donderdag worden, eer hy weer wat nuchter werd. De vrijers in die andere plaatsen konden het niet verkroppen, dat hy onder hun duiven kwam schieten Dat hinderde hen destemeer, omdat het vrouwvolk allerwege gek op Tei Mulder was. Overal waren vechtpar tyen het gevolg. Maar Tei Mulder zelf wist zich daar altijd sluw buiten te houden. Hy was de aanstoker; zyn uitvoerders waren de twee arme boerenknechts met 'n geniepig-gemeen karakter, Loens Ties en Hannes Knok. In erge gevallen moesten die voor de rechtbank verschijnen. Iedereen de eventuele bouwheer per jaar toe legt f 160 80 min f ïoo of f 60.80 per ha. per jaar. Dit simpele rekensommetje toont wel aan, welke verliezen, ondanks deze subsidieregeling, in de toekomst nog voor zullen komen. Verliezen die by bedrijven met meer dan 10 ha. nog groter worden, omdat hier de bouwkosten stijgen, maar de sub sidie kleiner wordt. Om dit hele geval nog beter te il lustreren, kan men het beste de ge meente Venray als voorbeeld nemen Onze gemeente heeft van 1938 tot heden natuurlijk met een onder breking door de oorlog ontgonnen 843 ha Peelgrond in Peelplan Zuid, is bezig met het ontginnen van de veel omstreden Vredepeel (800 ha), begint het volgend jaar met de ontginning van de Meerselse Peel (340 ha) en binnen twee jaren aan deHeidsePeel (ruim 200 ha) Op al deze kavels moeten gebouwd worden 111 stuks boerderijen. On danks het feit, dat 40 pet subsidie gegeven wordt, toont een berekening aan, dat voor deze lil boerderijen a fonds perdu bijna millioen gulden ingebracht moet worden, die dus ver loren zijn. Wie moet deze boerderijen nu bouwen. De gronden zyn tot heden eigendom van de gemeente. Bouwt de gemeente nu deze bedrijven, hoe wil dan de gemeente aan dat één millioen komen, dat met rente en aflossing nog met een groot deel vermeerderd zal worden. En trouwens is het wel juist, dat de gemeente een dergelyke last op zich neemt. O i. is dit ontoelaat baar. Dus zou de toekomstige gebrui ker, i.e. de pachter dit geld moeten fourneren. We stellen daarbij voorop, dat de gemeente de ontgonnen bedrijven gaat verkopen in de toekomst, daar zij toch moeilijk een gemeentelijk socialisme in deze kan toepassen en, dat ook finantieel niet verantwoorden kan. Wil men echter deze boerderijen in de toekomst gaan verkopen, dan zal nodig zijn, dat ze voor een redelyke prijs te koop zijn. Dit kan niet, want op iedere ha drukt een onrendabele last. Men moet dan eens nagaan wat een dergelijk bedrijf voor de jonge boer gaat kosten, die daarnaast dan nog voldoende kapitaal moet bezitten voor de inrichting van zijn huis, inrichting en bezetting van zyn stallen en grond stoffen voor de grond. Hierdoor krijgen alleen zeer kapitaal krachtigen een kans, maar wat denkt men dan te doen met hen, die dit niet kunnen betalen. Het lykt ons wel zeer bezwaarlijk ora dit „om niet" gestorte bedrag via de kopers terug te krijgen. Maar al met al zit een gemeente als Venray nu met de plicht in boerderijen te bouwen. Inderdaad de plicht, want in Peelpl.- Zuid heeft men de gronden uitge geven zonder bedrijfsgebouwen en hier treft men nu een der ernstigste kip penhokgevallen aan van Nederland. Maar die bouwerij kost de gemeen schap van Venray byna 1,5 millioen. En dit ondanks een subside regeling, die juist in het leven is geroepen om dergelyke te zware offers op te vangen Als deze subsidie regeling niet uit gaat van de opbrengst van de gronden, is er teveel speling, die onnodig offers vraagt. En die blijkens bovenstaande waar schijnlijk aan de een te veel, maar aan de ander zeker te weinig geeft. wist, dat Tei Mulder daar had moeten staan, waar zy stonden, maar dat Tei Mulder hen beloonde met vlot trac teren en met zakgeld. Op een Zondagavond dan kwam die meid Christien van over de Maas, overal bekend genoeg om haar druk gevrij met velen, en met wie Tei Mulder ook hard gescharreld had, in de dorpskom aan de Peelkant, gearmd met haar „echten" vrijer. Tei zag het paar door de straat wandelen en had al gauw zyn vaste helpers Ties en Hannes gevonden. De enige verlichting van de straat scheen van een paar gloeiende spijkers uit. Daar tussen in hing een wazig donker. En opeens, door' een enkele slag, rolden Christien en haar vrijer de straat over. De vry'er en Christien hielden vol; dat Tei Mulder haar geslagen had, zy klaagden hem aan en gaven Loens Ties en Hannes als getuigen op. Voor de rechtbank ontkende Tei Mulder alle schuld en Tiesea Hannes volhardden in hun verklaring, datzy Tei niet hadden zien slaan en zy konden eensgezind ook maar niet be grijpen, waarom zy dat wel zouden gezien moeten hebben. Omdat Chris tien en haar vrijer dat wilden hebben Hun „nee" was toch zeker even goed als het „ja" van die twee anderen Echt staaltje van „landelijke een vouü", niet? lachte Nardus Boeks. Gij geloofd dat wel, hè Waar mogen zy die slimheden ge leerd hebbenMaar de rechtbank achtte het bewys geleverd en veroor deelde Tei Mulder tot drie weken zitten. De advocaat van Tei tekende hoger beroep aan. Voor het gerechtshof in Den Bosch, begon het spel op dezelfde wyze. Maar daar opeens kwam er een opzienbarende draai in. Nee, zei Ties, hy had onder eed in Roermond de waarheid gezegdhy had werkelijk niet gezien dat Tei Mulder had geslagen en hy had dat onmogelijk kunnen zien, omdat niet Tei Mulder geslagen had, maar hijzelf had dat gedaan. Hannes Knok bevestigde dat door zyn getuigenis. Daarmee was het geding afgelopen, Tei Mulder werd vrijgesproken. Loens Ties kwam er zonder vervolging af. De Officier van Justitie zei, dat de rechtbank alleen al met die gemeente het hele jaar door de handen vol zou hebben, als hy alles vervolgde, wat daar gebeurde Dit zaakje had nu wel meer dan genoeg moeiten en kosten gevergd. Maar hoe zat dat nu met al die eden in dat geval Aan de onschuld van Tei Mulders geloofde niemand Maar hy schuldig of onschuldig, in ieder geval moesten er valse eden afgelegd zijn, door de ene party of door de andere. Och, fezelden weer die uitvin ders van de befaamde of beruchte „landelijke eenvoud", dat moet men zo niet opnemen. Daar dachten zulke mensen geen kwaad by, zy deden dat maar te goedertrouw, zo was hun aard. By geleerde mensen ging dat natuurlijk wel anders in zyn werk Maar men had immers ook alty'd gehoord: hoe groter geest, hoe groter beest Dat kreeg Nardus Boeks in zyn gezicht gezegd. Het sloeg op hem. Nou, lachte Nardus daarop, gelukkig dan maar, dat ik geen grote geest benEr zijn wel altijd grote geesten op aarde geweest. Denken we aan de H. Augü8tinu8 en H. Thomas van Aquine, ze zijn al honderden jaren dood, maar over hun boeken wordt nog altijd gesproken. O, fulmineerde het in de Vul lingspartij, wat een taal die Nardus uitslaan kon, men verschoot ervan. Hy had wis en zeker geen geloof of godsdienst, zo slecht hy over heiligen praatte. Och, zei een veldwachter, in één grote borrel van vyf cent zitten vyf valse eden. Je moet maar eens by de rechtzittingen gaan luisteren, dan zul je ondervinden, dat er geen gewiekster deugnieten zijn, dan die eenvoudige tegoeiertrouwen, die draai en de rechtere een loer, waar zy zelf by zitten. Ik ken nog meer „landelijke eenvoud" vervolgde Nardus Boeks. En iedereen kent die hier toch? Van die kerels en meiden uit de Meiery, die in troepen door deze streek stalperen ter bedevaart naar Kevelaer. Op de dicht bewoonde wegen daar schreeuwden zy, dat de lucht ervan trilt: „O Maria, Maghet reiD, Ave Maria". Er buiten kruipt de hele troep, man en vrouwvolk samen, bij een boer op de hooischelf. En 's morgens daarop zyn onder het galmend opdreunen van de Rozenkrans in een wys in paren verdwenen in de dennebosjes en het kreupelhout langs de dyk, zoals die snuiters van vijftien, zestien jaren, die echte herfsthanen, in geuren en kleu ren weten te beschryvon, Die liggen in de bosjes op de loer om het hele spel af te kijken. Wat een leerscholen allemaal voor de opgroeiende generatie! Hoe je som mige procedures voor de rechtbank winnen kunt. Hoe vroom en over vloeiend van devotie bedevaarten wel kunnen zyn. Misschien kunnen der- jelyke toestanden al wedijveren met iet „moderne Babyion". Nu hoorde men toch zelf, dat die Nardus Boeks een man zonder geloof en godsdienst was, dikten die van de Vullicgsparty nog eens aan. Dat was immers logisch. Wat een praat sloeg hy uit, dat moesten de leiders van het volk weten Ach ja, zei Nardus, men hoort stamelaars over het woord „logisch" de tong breken, maar gezegend het volk, dat eerlijke bekwame leiders heeft. En zwaar gestraft het volk met oneerlijke onbekwame leiders, die alleen eigen voordeel zoeken en dus knoeien. Naderhand was ook nog uitgelekt, hoe het zat met die bekentenis van Loens Ties by het hoger beroep. Op een avond stapten zy, Ties en Hannes Knoks, halfdronken een deftiger café binnen in de dorpskom. En daar zat Tei Mulder in een ge zeischap van burgers het grote woord te voeren. Hy schrok zichtbaar van dat bezoek. Zyn pogingen om die twee met een zoet lijntje buiten te werken wilden niet lukken. Zeker platzak, fluisterde hy lachend. Niks erg hoor, maar niemand hoefde het immers te zien, dat hy hun geld gaf. Zy zouden maar even met hem meegaan, naar buiten, dan zou hy hun daar goed uitzakken, dat wisten zy toch wel, en dan konden zy de hele avond weer vooruit in andere herbergen, want in dit deftige café by al die burgers hadden zy Diets. Toen viel Ties op zyn tenen getrapt uit, dat hy toch wel goed en deftig genoeg was geweest om voor de rechtbank de schuld op zich te nemen, die hy niet had gehad Het gaf consternatie in het gezel schap burgers. De een keek den ander veel betekend aan. En knikten elkander met slechts een kort rukje van het hoofd toeDat wisten wy immers toch alMaar zwegen en keken als lammeren. Niemand had er zin in, verward te raken in dat stel van vechter 8 en vernielers. Hun ruiten waren ook maar van glas ge maakt. Ea hun lichaam niet van yzer of van hardsteen. Op een gewone bezoekdag had de maad vac Faasen haar familie verteld dat zy en Schatz gauw dachten te trouwen. Hy was meesterknecht in een groot meubelfabriek meteen zwaar Gehalt, en hij paste zo goed op, had al vyf jaren gespaard. Dat zy weinig had voor haar uitzet, ach was, was nutst das, lachte hy, Voor geld was in Duitsland alles te krijgen, veel schoner en beter en nog goedkoper dan hier! Nou, nogal glad, dat zy in Pruisen bleven wonen, altyd. Maar Duitser worden, dat zou hy ook wel graag willen, als die algemene dienstplicht daar maar niet bestond. Daar schrikt hy voor terug, voor hem zelf en nog meer voor zyn jongens misschien. Bij getrouwd zyn hoorden toch ook kin deren, waar werkte men anders voor Maar hy wilde geen kinderen hebben om ze naar de oorlog te zien sturen. En oorlog zou er komen en moest er wel komen. Want alle kranten stonden er immers vol van, dat de grote landen hard werkten aan sterke legers en zware kanonnen. Als gy de vrede wilt behouden, bereidt u dan ten oorlog, zo heette dat. En haat en afgunst tussen de landen zochten maar naar een aanleiding om te kun nen beginnen. Alles om macht en geld. Ja, zei Nardus Boeks, dat hadden de Romeinen al uit geprakkezoerd, kort bij de tweeduizend jaren geleden. En tegelijker tyd gingen zy een groot stuk van Europa overweldigen en voor enige honderden jaren bezetten. En ook nadien wemelde de wereld geschiedenis van oorlogenTot op de dag van heden toe, nu immers weer in Transvaal. Och meenden de Heihoekere, zulke zaken gingen het begrip van hun soort mensen ver te boven Wat be grepen zij van die hoge politiek van het groot volk? Dat groot volk had maling aan de mindere man De mindere man moest maar poe- jakken van de vroege morgen tot de late avond en was al heel blij op Zondag een goede borrel te kunnen drinken en door de week 's avonds een potje te kunnen kaarten. Een party vechten hoorde daar toch ook by. Gunde men dat beetje den min deren man dan niet eens Het groot volk profiteerde wel van het leven met al zyn slechtheden en daar zei niemand wat van. In deze streken mocht de gewone man niet eens dansen, maar men zag toch wel de plaatjes van de deftige bals. Dat was toch ook de waarheid. Ja, zei Nardus Boeks, maar in deze streken beweren de mensen ook hardnekkig, dat zy niets liever willen dan vrede en onderwijl doen ze niets anders dan stoken en ophitsen tot tweedracht, ruzies, vernielingen en vechtpartijen met mishandelingen. Dat doen zij dat groot volk dan toch maar ijverig na. Oorlogen onder het volk op het land onderling De gewone man tegen de gewone man Het kon zyn gelijk het wilde, von den zij, maar lezen hadden zy nooit geleerd. Over zulke zaken konden zy zich de kop niet breken. Zy zochten ook hun verzet en daar bleven zij bij. Dat was zo, lezen kon in Heihoek byna niemand. De Faassens een klein beetje en nog enkele boerenfamilies, ook vrouw Janssen, die dat in haar meisjesjaren geleerd had met de schoolgaande kinderen mee van een rijke, deftige familie, waar zy zes jaren had gediend tot haar trouwen. Tienus Basten kon er niet over uit, dat de maad van Faassen „zat van die" zou krijgen door te vrijen en te trouwen. Toen hQ datzelfde had gewild, lukte het niet. Dat was geen recht! In die dagen was de almanak ge komen. De enkele families, waar men zo'n beetje lezen kon, hadden die moeten kopen, want dat was voor een goed werk, voor de missies en dus had men er verdienste van voor de hemel. En daar stond zo'n yselyk schoon verhaal in. Men moest er van schreien, van een ryke jongen, enige zoon, die niet oppaste, zyn geld verbraste met slechte vrouwen en toen zyn ziel aan den duivel verkocht, om altijd „zat van die" te kunnen hébben. Daarvoor moest hy by de vrijmetselaars gaan. Wat, by de vrye metselere riep Tienus Basten uit. Andere nik6? Nou dan ging hy ook by de vrye metselere. Zo'n beetje maar, om altyd „zat van die" te hebben Wordt vervolgd. Dat uit de steenkolen ons kook en lichtgas bereid worden weet elke schooljongen te vertellen, die by de aardrijkskunde van Nederland al bij Limburg is „gekomen". En als een pienter baasje dan ook nog onthouden heeft, dat een zekere Minckeleere zijn standbeeld heeft in Maastricht, dan zou hy iu den „ouden" tyd een (toch onbruikbare) F.'iber griffel gekregeD hebben Dat er ook nog zgn. moerasgas bestaat, is niet zo gemakkelijk aan te tonen, maar het zal wel waar zyn want het staat in de „buuk". Dau wordt er gezegd, dat in de moerter reinen en moerassige, broekachtige streken na een snikhete dag die opstijgende moerasgassen soms ont viammen en als een zwevende vlam blijft dansen aan de oppervlakte van het moeras. Dat waren dan de dwaallichten, de „Irrlichter" zoals de Duitsers zeggen. Ik moet eerlijk bekennen, dat ik in m'n hele leven er aller waarschijnlijkst één gezien heb op een warme zomeravond boven een moeras, byna veertig jaren geleden. Maar later nooit meer. Als dit natuurverschijnsel in de Peel is voorgekomen en dat zal dan wel zo zyn dan geloof ik toch dat het uiterst zeldzaam is. Ik heb wel vaak veenbrand gezien, maar geen geheimzinnige dwaallichtjes. De sagen over de vuurmannen zou doen vermoeden, dat de volksver beelding bijzonder door dit mysterieuze vlammenspel geactiveerd werd. Men moet zich dan ook levendig indenken, welk een sfeer van helse toverij of adembenemende-angst zich piots ontsloot voor de arme, eenzame en onwetende plaggen of keuterboer, die daar aan de rand van de sombere Poolstreek elke dag en elke avond en vooral elke nacht in de doem der verlatenheid, zich omringd voelde met onbegrepen duistere en vreesaan jagende natuurkrachten. Van welke wereld waren deze zwevonde, dansende lichtjes afkom stig Van de huiveringwekkende spelonken der onderwereld Al spoedig spiak het volk van de zieltjes der ongedoopte kinderen, die om hulp vroegen by de levenden. I En weer andere sagen spreken van zielen, die w«gens gepleegde grove onrechtvaardigheid in 't hiernamaals kunnen vinden Oneerlijkheid en ook vooral onrechtvaardigheid by do afpaling van grondeigendom dat komt er altyd by te pas als er van gloeionde of vurige mannen sprake was. Ook do bekende sage van de bran dende scheper, die in de Belgische Kempen zo verbreid is en door Hen drik Conciense vroeger zo schoon is verwerkt, wijst op de straf voor de boze inhaligheid 1 In de Peel zyn de verhalen over „de gloeiigen" ontstaan, toen al meer en meer bleek, dat de eerst waardeloos geschatte veengebieden, toch wel productief waren te maken. En al waren dan ook in de beginne deze eindeloze terreinen gemeenschap pelijk bezit van de dorpsgemeenschap, en kon ieder huisman voor eigen gerief daar doen en nemen, wat hy wilde, later werd het totaal andere. En toen bleek het nodig, dat er grensafbakeningen en „limieten" of „scheydspalen" werden aangebracht. De locale historie der gemeenten in Peelland, b.v. van Deurne, Bakel, Asten, Someren, is vervuld met twis ten en onenigheden over de juiste begrenzinge, vooral in de vijftiende, zestiende en zeventiende eeuw. Nu eens werden de meningsver; schillen tenslotte „in der minne" opgelost, maar af en*toe leest men van hoogst vermakelijke verwikke- in Zaal Wilhelmina mit 500 gram heerlijke, blanke ZUURKOOL en een geurige GELDERSE ROOKWORST samen voor EDAH-BESCHLflT 45 boterhamworst rm 59 voortreHeVijk van 10,83 Q CHOCOLAAWESM8itm4ö SPRITSKOEKJES 250 gra"1 m„MO-ioepnoal - Q EDkH.HUlSHOUMEEbbeUiult 19 kwaliteit no. AO pansponzen 3<oor £0 „aaVt pannen t.t 1 appelmoes -- p0> 9 I van Goudrelnelten.qQ ZILVERUITJES di6 mo.t U P'««" - PICCALILLY -D0, fcö

Peel en Maas | 1953 | | pagina 5