TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
|DAH
Nieuwe subsidie regeling voor
nieuwbouw boerderijen vraagt
nog grote otters
45
„ZAT VAN DIE"!
Voormannen in de Peel
De beste waar
Maandag 19 Jan.
Circus Mök
de Boerenkapel
Deze week
S.O" -°"nhU"-
én...del"2iep",S'
ZATERDAG 10 JANUARI 1953 No. 2
VIER EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
Door de Minister van Landbouw en
Financiën is aan de ^weede Kamer
een subsidieregeling voorgesteld in
zake boerderybouw.
Deze subsidie zal gegeven worden
voor de bouw van nieuwe boerderijen
op ontgonnen, herontgonnen, ingepol
derde of herverkavelde gronden.
De grootte van deze subsidie hangt
af van de grootte van de grond, die
by de nieuw te bouwen boerderij hoort
en is maximaal 40 pet groot, bij een
bediyf van 10 ha. Voor iedere ha, dat
een bedrijf groter is, vermindert de
subsidie met een V, pet, tot een mini
mum van 30 pet.
Voor 1933 vragen de Ministers de
Kamers f i ooo.ooo,— daarvoor be
schikbaar te stellen.
We kunnen ons gelukkig prijzen,
dat nu eindelijk eens iets gedaan
wordt voor de nieuwbouw van boer
deryen, een regeling, waarop men
reeds te lang heeft moeten wachten.
Maar aan bovengenoemde regeling
zitten o i grote bezwaren, die deze
subsidieregeling minder aanlokkelijk
maakt, als ze ogenschijnlijk lykt.
Deze subsidie moet bedoeld zijn als
de overbrugging van het grote ver
schil, dat enerzijds bestaat tussen de
bouwkosten, rente en aflossing, welke
betaald moet worden voor het ge-
investeerde kapitaal en de last die in
verband met de opbrengst van de
grond op het bedrijf kan worden ge
legd, anderzijds.
Een subsidie-regeling, die dit verschil
niet geheel overbrugt, biedt geen vol
doende 'oplossing.
Als 1 ha met subsidie f 130 kost,
doch zij brengt slechts f ïoö op, dan
is deze subsidieregeling onvoldoende.
Dat zal zya oorzaak vinden in het
feit, dat deze regeling is gebaseerd op
de grootte van het bedrijf, riet naar
de opbrengst.
Men behoeft totaal geen vakman
te zijn, om te kunnen vertellen, dat
ingepolderde kleigrond zeker meer op
zal brengen als magere ontgonnen
zandgrond, Op welke van die gronden
is deze regeling nu afgestemd
Op de ontginningsgrond
Dan zal de kleigrond veel te veel
krijgen
Op de kleigrond?
Dan zal de ontginningsgrond veel
te weinig krijgen.
Op het gemiddelde van beide?
Dan zal kleigrond te veel, zand
grond te weinig krijgen.
Om dit laatste te bewijzen hier
onder een kleine berekening voor ont
gonnen zandgrond.
Voor de bouwkosten van een boer
derij, met inbegrip van kippenhokken,
silo's en gierkelder, voor een bedrijf
van io ha, nemen we een bouwprijs
aan van f 28 000,—.
We menen, dat deze prijs gezien de
flnancieringsregeling en aanbestedin
gen van het laatste jaar eerder aan
de lage, dan aan de hoge kant ligt.
De Rijkssubsidie bedraagt hierop
dan 40 pet of f 11 200, zodat de
bouwheer zelf heeft te investeren
i 16.800. Hiervan moet per jaar op
gebracht worden 6 pet of f 1 008,
wat per ha. dus voor de gebouwen
f 100.80 bedraagt.
Daarbij komt dan nog de pachtprijs
voor de grond, waarvoor in Limburg
bij de zandgronden een bedrag mag
gerekend worden van f 60 per ha.
De pachter zou dus moeten betalen
f 100 80 plus f 60 per ha. of 160 80
Deskundigen echter schatten de
hoogst toelaatbare prijs voor een ha
ontginningsgrond op f 100, zodat
door Herman H. J. Maas
Wat maakten velen, wier taak be
stond in de leiding van het volk in
deze streken, zich toch druk over „het
goddeloze Frankrijk", over Domela
Nieuwenhuis, over de socialisten, over
de franc-ma<;ons of vrijmetselaars en
zo meerl
Met die vragen naar het waarom
hield Nardus Boeks zich doorlopend
bezig. Wat bedoelden zy daarmee
De aandacht van de massa af te
leiden van de misstanden in deze
streken, waar zij het zich precies nooit
druk over maakten, terwijl die mis
standen eigenlijk immers aller zorgen
behoefden 6chool daarin de bedoeling
Wat wist die massa van Frankrijk,
van Domela Nieuwenhuis, van het
socialisme, van de vrijmetselarij
Hoegenaamd niets Velen van die
massa konden misschien een woordje
met moeiten en zweetdruppels spellen,
maar zeker niet lezen en schrijven.
Welke uitwerkirfg kon dat holle ge
daver van schelden en algemeenheden
van leiders andera op de massa heb
ben, dan dat deze of gene wel eens
nieuwsgierig ging worden naar al die
slechtheden van „het moderne Baby-
Ion", om door de prikkels van het
verleidelijke genot te worden opge
wekt tot nadoen
En dan werd dat zeker weer om
getoverd in „landelijke eenvoud".
Gebrek aan ontwikkeling en be
schaving, en onwetendheid moet men
niet proberen gelijk te stellen met
„eenvoud". Zo dacht Nardus Boeks
daarover. Zorgen voor goede toestan
den onder de mensen in deze streken,
daar kwam het op aan.
Dat merkwaardige geval van ge
raffineerd bedorven karakters, precies
het schrille tegenovergesteld van
„landelijke eenvoud", van het jaar te
voren scheen men alweer vergeten
te zijn. Was het nieuws daar al afge-
wauweld
Die geschiedenis van Tei Mulder,
Loens Ties en Hannes Knok. Tei
Mulder van de grote boerderij in den
Oosthoek, die immers altijd de zak
vol geld had en achter het jonge
vrouwvolk van de hele streek heen
zat. Als hij er 's Zondags na de kerk
op uit trok, kon het dikwijls best
Donderdag worden, eer hy weer wat
nuchter werd.
De vrijers in die andere plaatsen
konden het niet verkroppen, dat hy
onder hun duiven kwam schieten
Dat hinderde hen destemeer, omdat
het vrouwvolk allerwege gek op Tei
Mulder was. Overal waren vechtpar
tyen het gevolg. Maar Tei Mulder zelf
wist zich daar altijd sluw buiten te
houden. Hy was de aanstoker; zyn
uitvoerders waren de twee arme
boerenknechts met 'n geniepig-gemeen
karakter, Loens Ties en Hannes Knok.
In erge gevallen moesten die voor
de rechtbank verschijnen. Iedereen
de eventuele bouwheer per jaar toe
legt f 160 80 min f ïoo of f 60.80 per
ha. per jaar.
Dit simpele rekensommetje toont
wel aan, welke verliezen, ondanks
deze subsidieregeling, in de toekomst
nog voor zullen komen. Verliezen
die by bedrijven met meer dan 10
ha. nog groter worden, omdat hier
de bouwkosten stijgen, maar de sub
sidie kleiner wordt.
Om dit hele geval nog beter te il
lustreren, kan men het beste de ge
meente Venray als voorbeeld nemen
Onze gemeente heeft van 1938 tot
heden natuurlijk met een onder
breking door de oorlog ontgonnen
843 ha Peelgrond in Peelplan Zuid, is
bezig met het ontginnen van de veel
omstreden Vredepeel (800 ha), begint
het volgend jaar met de ontginning
van de Meerselse Peel (340 ha) en
binnen twee jaren aan deHeidsePeel
(ruim 200 ha)
Op al deze kavels moeten gebouwd
worden 111 stuks boerderijen. On
danks het feit, dat 40 pet subsidie
gegeven wordt, toont een berekening
aan, dat voor deze lil boerderijen a
fonds perdu bijna millioen gulden
ingebracht moet worden, die dus ver
loren zijn. Wie moet deze boerderijen
nu bouwen. De gronden zyn tot heden
eigendom van de gemeente. Bouwt de
gemeente nu deze bedrijven, hoe wil
dan de gemeente aan dat één millioen
komen, dat met rente en aflossing nog
met een groot deel vermeerderd zal
worden. En trouwens is het wel juist,
dat de gemeente een dergelyke last
op zich neemt. O i. is dit ontoelaat
baar. Dus zou de toekomstige gebrui
ker, i.e. de pachter dit geld moeten
fourneren.
We stellen daarbij voorop, dat de
gemeente de ontgonnen bedrijven gaat
verkopen in de toekomst, daar zij toch
moeilijk een gemeentelijk socialisme
in deze kan toepassen en, dat ook
finantieel niet verantwoorden kan.
Wil men echter deze boerderijen in
de toekomst gaan verkopen, dan zal
nodig zijn, dat ze voor een redelyke
prijs te koop zijn.
Dit kan niet, want op iedere ha
drukt een onrendabele last.
Men moet dan eens nagaan wat een
dergelijk bedrijf voor de jonge boer
gaat kosten, die daarnaast dan nog
voldoende kapitaal moet bezitten voor
de inrichting van zijn huis, inrichting
en bezetting van zyn stallen en grond
stoffen voor de grond.
Hierdoor krijgen alleen zeer kapitaal
krachtigen een kans, maar wat denkt
men dan te doen met hen, die dit
niet kunnen betalen.
Het lykt ons wel zeer bezwaarlijk
ora dit „om niet" gestorte bedrag via
de kopers terug te krijgen. Maar al
met al zit een gemeente als Venray
nu met de plicht in boerderijen te
bouwen.
Inderdaad de plicht, want in Peelpl.-
Zuid heeft men de gronden uitge
geven zonder bedrijfsgebouwen en hier
treft men nu een der ernstigste kip
penhokgevallen aan van Nederland.
Maar die bouwerij kost de gemeen
schap van Venray byna 1,5 millioen.
En dit ondanks een subside regeling,
die juist in het leven is geroepen om
dergelyke te zware offers op te vangen
Als deze subsidie regeling niet uit
gaat van de opbrengst van de gronden,
is er teveel speling, die onnodig offers
vraagt.
En die blijkens bovenstaande waar
schijnlijk aan de een te veel, maar
aan de ander zeker te weinig geeft.
wist, dat Tei Mulder daar had moeten
staan, waar zy stonden, maar dat Tei
Mulder hen beloonde met vlot trac
teren en met zakgeld.
Op een Zondagavond dan kwam die
meid Christien van over de Maas,
overal bekend genoeg om haar druk
gevrij met velen, en met wie Tei
Mulder ook hard gescharreld had, in
de dorpskom aan de Peelkant, gearmd
met haar „echten" vrijer.
Tei zag het paar door de straat
wandelen en had al gauw zyn vaste
helpers Ties en Hannes gevonden. De
enige verlichting van de straat scheen
van een paar gloeiende spijkers uit.
Daar tussen in hing een wazig donker.
En opeens, door' een enkele slag,
rolden Christien en haar vrijer de
straat over.
De vry'er en Christien hielden vol;
dat Tei Mulder haar geslagen had, zy
klaagden hem aan en gaven Loens
Ties en Hannes als getuigen op.
Voor de rechtbank ontkende Tei
Mulder alle schuld en Tiesea Hannes
volhardden in hun verklaring, datzy
Tei niet hadden zien slaan en zy
konden eensgezind ook maar niet be
grijpen, waarom zy dat wel zouden
gezien moeten hebben. Omdat Chris
tien en haar vrijer dat wilden hebben
Hun „nee" was toch zeker even
goed als het „ja" van die twee
anderen
Echt staaltje van „landelijke een
vouü", niet? lachte Nardus Boeks.
Gij geloofd dat wel, hè
Waar mogen zy die slimheden ge
leerd hebbenMaar de rechtbank
achtte het bewys geleverd en veroor
deelde Tei Mulder tot drie weken
zitten.
De advocaat van Tei tekende hoger
beroep aan. Voor het gerechtshof in
Den Bosch, begon het spel op dezelfde
wyze. Maar daar opeens kwam er een
opzienbarende draai in.
Nee, zei Ties, hy had onder eed in
Roermond de waarheid gezegdhy
had werkelijk niet gezien dat Tei
Mulder had geslagen en hy had dat
onmogelijk kunnen zien, omdat niet
Tei Mulder geslagen had, maar hijzelf
had dat gedaan.
Hannes Knok bevestigde dat door
zyn getuigenis. Daarmee was het
geding afgelopen, Tei Mulder werd
vrijgesproken. Loens Ties kwam er
zonder vervolging af.
De Officier van Justitie zei, dat de
rechtbank alleen al met die gemeente
het hele jaar door de handen vol zou
hebben, als hy alles vervolgde, wat
daar gebeurde Dit zaakje had nu
wel meer dan genoeg moeiten en
kosten gevergd.
Maar hoe zat dat nu met al die
eden in dat geval Aan de onschuld
van Tei Mulders geloofde niemand
Maar hy schuldig of onschuldig, in
ieder geval moesten er valse eden
afgelegd zijn, door de ene party of
door de andere.
Och, fezelden weer die uitvin
ders van de befaamde of beruchte
„landelijke eenvoud", dat moet men
zo niet opnemen. Daar dachten zulke
mensen geen kwaad by, zy deden
dat maar te goedertrouw, zo was
hun aard. By geleerde mensen ging
dat natuurlijk wel anders in zyn
werk Maar men had immers ook
alty'd gehoord: hoe groter geest, hoe
groter beest
Dat kreeg Nardus Boeks in zyn
gezicht gezegd. Het sloeg op hem.
Nou, lachte Nardus daarop, gelukkig
dan maar, dat ik geen grote geest
benEr zijn wel altijd grote geesten
op aarde geweest. Denken we aan
de H. Augü8tinu8 en H. Thomas van
Aquine, ze zijn al honderden jaren
dood, maar over hun boeken wordt
nog altijd gesproken.
O, fulmineerde het in de Vul
lingspartij, wat een taal die Nardus
uitslaan kon, men verschoot ervan.
Hy had wis en zeker geen geloof of
godsdienst, zo slecht hy over heiligen
praatte.
Och, zei een veldwachter, in één
grote borrel van vyf cent zitten vyf
valse eden. Je moet maar eens by de
rechtzittingen gaan luisteren, dan
zul je ondervinden, dat er geen
gewiekster deugnieten zijn, dan die
eenvoudige tegoeiertrouwen, die draai
en de rechtere een loer, waar zy zelf
by zitten.
Ik ken nog meer „landelijke
eenvoud" vervolgde Nardus Boeks.
En iedereen kent die hier toch? Van
die kerels en meiden uit de Meiery,
die in troepen door deze streek
stalperen ter bedevaart naar Kevelaer.
Op de dicht bewoonde wegen daar
schreeuwden zy, dat de lucht ervan
trilt: „O Maria, Maghet reiD, Ave
Maria".
Er buiten kruipt de hele troep, man
en vrouwvolk samen, bij een boer op
de hooischelf. En 's morgens daarop
zyn onder het galmend opdreunen van
de Rozenkrans in een wys in paren
verdwenen in de dennebosjes en het
kreupelhout langs de dyk, zoals die
snuiters van vijftien, zestien jaren, die
echte herfsthanen, in geuren en kleu
ren weten te beschryvon, Die liggen
in de bosjes op de loer om het hele
spel af te kijken.
Wat een leerscholen allemaal voor
de opgroeiende generatie! Hoe je som
mige procedures voor de rechtbank
winnen kunt. Hoe vroom en over
vloeiend van devotie bedevaarten wel
kunnen zyn. Misschien kunnen der-
jelyke toestanden al wedijveren met
iet „moderne Babyion".
Nu hoorde men toch zelf, dat die
Nardus Boeks een man zonder geloof
en godsdienst was, dikten die van de
Vullicgsparty nog eens aan. Dat was
immers logisch. Wat een praat sloeg
hy uit, dat moesten de leiders van
het volk weten
Ach ja, zei Nardus, men hoort
stamelaars over het woord „logisch"
de tong breken, maar gezegend het
volk, dat eerlijke bekwame leiders
heeft. En zwaar gestraft het volk
met oneerlijke onbekwame leiders,
die alleen eigen voordeel zoeken en
dus knoeien.
Naderhand was ook nog uitgelekt,
hoe het zat met die bekentenis van
Loens Ties by het hoger beroep. Op
een avond stapten zy, Ties en Hannes
Knoks, halfdronken een deftiger café
binnen in de dorpskom.
En daar zat Tei Mulder in een ge
zeischap van burgers het grote woord
te voeren. Hy schrok zichtbaar van
dat bezoek. Zyn pogingen om die twee
met een zoet lijntje buiten te werken
wilden niet lukken. Zeker platzak,
fluisterde hy lachend. Niks erg hoor,
maar niemand hoefde het immers te
zien, dat hy hun geld gaf.
Zy zouden maar even met hem
meegaan, naar buiten, dan zou hy
hun daar goed uitzakken, dat wisten
zy toch wel, en dan konden zy de
hele avond weer vooruit in andere
herbergen, want in dit deftige café by
al die burgers hadden zy Diets. Toen
viel Ties op zyn tenen getrapt uit,
dat hy toch wel goed en deftig genoeg
was geweest om voor de rechtbank
de schuld op zich te nemen, die hy
niet had gehad
Het gaf consternatie in het gezel
schap burgers. De een keek den
ander veel betekend aan. En knikten
elkander met slechts een kort
rukje van het hoofd toeDat wisten
wy immers toch alMaar zwegen en
keken als lammeren. Niemand had er
zin in, verward te raken in dat stel
van vechter 8 en vernielers. Hun
ruiten waren ook maar van glas ge
maakt. Ea hun lichaam niet van yzer
of van hardsteen.
Op een gewone bezoekdag had de
maad vac Faasen haar familie verteld
dat zy en Schatz gauw dachten te
trouwen. Hy was meesterknecht in
een groot meubelfabriek meteen zwaar
Gehalt, en hij paste zo goed op, had
al vyf jaren gespaard. Dat zy weinig
had voor haar uitzet, ach was, was
nutst das, lachte hy, Voor geld was
in Duitsland alles te krijgen, veel
schoner en beter en nog goedkoper
dan hier!
Nou, nogal glad, dat zy in Pruisen
bleven wonen, altyd. Maar Duitser
worden, dat zou hy ook wel graag
willen, als die algemene dienstplicht
daar maar niet bestond. Daar schrikt
hy voor terug, voor hem zelf en nog
meer voor zyn jongens misschien. Bij
getrouwd zyn hoorden toch ook kin
deren, waar werkte men anders voor
Maar hy wilde geen kinderen hebben
om ze naar de oorlog te zien sturen.
En oorlog zou er komen en moest
er wel komen. Want alle kranten
stonden er immers vol van, dat de
grote landen hard werkten aan sterke
legers en zware kanonnen. Als gy de
vrede wilt behouden, bereidt u dan
ten oorlog, zo heette dat. En haat en
afgunst tussen de landen zochten
maar naar een aanleiding om te kun
nen beginnen. Alles om macht en geld.
Ja, zei Nardus Boeks, dat hadden
de Romeinen al uit geprakkezoerd,
kort bij de tweeduizend jaren geleden.
En tegelijker tyd gingen zy een groot
stuk van Europa overweldigen en
voor enige honderden jaren bezetten.
En ook nadien wemelde de wereld
geschiedenis van oorlogenTot op de
dag van heden toe, nu immers weer
in Transvaal.
Och meenden de Heihoekere, zulke
zaken gingen het begrip van hun
soort mensen ver te boven Wat be
grepen zij van die hoge politiek van
het groot volk? Dat groot volk had
maling aan de mindere man
De mindere man moest maar poe-
jakken van de vroege morgen tot de
late avond en was al heel blij op
Zondag een goede borrel te kunnen
drinken en door de week 's avonds
een potje te kunnen kaarten. Een
party vechten hoorde daar toch ook
by. Gunde men dat beetje den min
deren man dan niet eens Het groot
volk profiteerde wel van het leven
met al zyn slechtheden en daar zei
niemand wat van.
In deze streken mocht de gewone
man niet eens dansen, maar men zag
toch wel de plaatjes van de deftige
bals. Dat was toch ook de waarheid.
Ja, zei Nardus Boeks, maar in
deze streken beweren de mensen ook
hardnekkig, dat zy niets liever willen
dan vrede en onderwijl doen ze niets
anders dan stoken en ophitsen tot
tweedracht, ruzies, vernielingen en
vechtpartijen met mishandelingen.
Dat doen zij dat groot volk dan toch
maar ijverig na. Oorlogen onder het
volk op het land onderling De
gewone man tegen de gewone man
Het kon zyn gelijk het wilde, von
den zij, maar lezen hadden zy nooit
geleerd. Over zulke zaken konden zy
zich de kop niet breken. Zy zochten
ook hun verzet en daar bleven zij
bij.
Dat was zo, lezen kon in Heihoek
byna niemand. De Faassens een klein
beetje en nog enkele boerenfamilies,
ook vrouw Janssen, die dat in haar
meisjesjaren geleerd had met de
schoolgaande kinderen mee van een
rijke, deftige familie, waar zy zes
jaren had gediend tot haar trouwen.
Tienus Basten kon er niet over
uit, dat de maad van Faassen „zat
van die" zou krijgen door te vrijen
en te trouwen. Toen hQ datzelfde
had gewild, lukte het niet. Dat was
geen recht!
In die dagen was de almanak ge
komen. De enkele families, waar
men zo'n beetje lezen kon, hadden
die moeten kopen, want dat was
voor een goed werk, voor de missies
en dus had men er verdienste van
voor de hemel.
En daar stond zo'n yselyk schoon
verhaal in. Men moest er van schreien,
van een ryke jongen, enige zoon, die
niet oppaste, zyn geld verbraste met
slechte vrouwen en toen zyn ziel aan
den duivel verkocht, om altijd „zat
van die" te kunnen hébben. Daarvoor
moest hy by de vrijmetselaars gaan.
Wat, by de vrye metselere
riep Tienus Basten uit. Andere nik6?
Nou dan ging hy ook by de vrye
metselere. Zo'n beetje maar, om altyd
„zat van die" te hebben
Wordt vervolgd.
Dat uit de steenkolen ons kook en
lichtgas bereid worden weet elke
schooljongen te vertellen, die by de
aardrijkskunde van Nederland al bij
Limburg is „gekomen". En als een
pienter baasje dan ook nog onthouden
heeft, dat een zekere Minckeleere zijn
standbeeld heeft in Maastricht, dan
zou hy iu den „ouden" tyd een (toch
onbruikbare) F.'iber griffel gekregeD
hebben
Dat er ook nog zgn. moerasgas
bestaat, is niet zo gemakkelijk aan
te tonen, maar het zal wel waar zyn
want het staat in de „buuk". Dau
wordt er gezegd, dat in de moerter
reinen en moerassige, broekachtige
streken na een snikhete dag die
opstijgende moerasgassen soms ont
viammen en als een zwevende vlam
blijft dansen aan de oppervlakte van
het moeras.
Dat waren dan de dwaallichten,
de „Irrlichter" zoals de Duitsers
zeggen. Ik moet eerlijk bekennen,
dat ik in m'n hele leven er aller
waarschijnlijkst één gezien heb op
een warme zomeravond boven een
moeras, byna veertig jaren geleden.
Maar later nooit meer.
Als dit natuurverschijnsel in de
Peel is voorgekomen en dat zal
dan wel zo zyn dan geloof ik toch
dat het uiterst zeldzaam is. Ik heb
wel vaak veenbrand gezien, maar
geen geheimzinnige dwaallichtjes.
De sagen over de vuurmannen zou
doen vermoeden, dat de volksver
beelding bijzonder door dit mysterieuze
vlammenspel geactiveerd werd.
Men moet zich dan ook levendig
indenken, welk een sfeer van helse
toverij of adembenemende-angst zich
piots ontsloot voor de arme, eenzame
en onwetende plaggen of keuterboer,
die daar aan de rand van de sombere
Poolstreek elke dag en elke avond
en vooral elke nacht in de doem der
verlatenheid, zich omringd voelde
met onbegrepen duistere en vreesaan
jagende natuurkrachten.
Van welke wereld waren deze
zwevonde, dansende lichtjes afkom
stig
Van de huiveringwekkende spelonken
der onderwereld Al spoedig spiak
het volk van de zieltjes der ongedoopte
kinderen, die om hulp vroegen by de
levenden.
I En weer andere sagen spreken van
zielen, die w«gens gepleegde grove
onrechtvaardigheid in 't hiernamaals
kunnen vinden Oneerlijkheid en ook
vooral onrechtvaardigheid by do
afpaling van grondeigendom dat
komt er altyd by te pas als er van
gloeionde of vurige mannen sprake
was.
Ook do bekende sage van de bran
dende scheper, die in de Belgische
Kempen zo verbreid is en door Hen
drik Conciense vroeger zo schoon is
verwerkt, wijst op de straf voor de
boze inhaligheid 1
In de Peel zyn de verhalen over
„de gloeiigen" ontstaan, toen al meer
en meer bleek, dat de eerst waardeloos
geschatte veengebieden, toch wel
productief waren te maken.
En al waren dan ook in de beginne
deze eindeloze terreinen gemeenschap
pelijk bezit van de dorpsgemeenschap,
en kon ieder huisman voor eigen
gerief daar doen en nemen, wat hy
wilde, later werd het totaal andere.
En toen bleek het nodig, dat er
grensafbakeningen en „limieten" of
„scheydspalen" werden aangebracht.
De locale historie der gemeenten
in Peelland, b.v. van Deurne, Bakel,
Asten, Someren, is vervuld met twis
ten en onenigheden over de juiste
begrenzinge, vooral in de vijftiende,
zestiende en zeventiende eeuw.
Nu eens werden de meningsver;
schillen tenslotte „in der minne"
opgelost, maar af en*toe leest men
van hoogst vermakelijke verwikke-
in Zaal Wilhelmina mit
500 gram heerlijke, blanke ZUURKOOL
en een geurige GELDERSE ROOKWORST
samen voor
EDAH-BESCHLflT 45
boterhamworst rm 59
voortreHeVijk van 10,83 Q
CHOCOLAAWESM8itm4ö
SPRITSKOEKJES
250 gra"1
m„MO-ioepnoal - Q
EDkH.HUlSHOUMEEbbeUiult 19
kwaliteit no. AO
pansponzen 3<oor £0
„aaVt pannen t.t 1
appelmoes -- p0> 9 I
van Goudrelnelten.qQ
ZILVERUITJES
di6 mo.t U P'««" -
PICCALILLY -D0, fcö