KERSTNUMMER 4jaai laatste Keiótmis lom ugceiden tioee &oo6docnei$ het Qó$ten \em mtte maw... zonnige Keistmis KERSTNACHT Tijdens Christus' Geboorte.... Geen Vrede op Aarde... Emigranten in Australië zitten niet rond 'n Kerstboom Maar zoeken koelte en rast aan het drukke strand... PEEL EN MAAS Drie en zeventigste jaargang No. 52 Woensdag 24 December 1952 j&UUt 111111111111111111111111111111111 It 11111111I I11III MMMMMBMMIHOHHWI11111 l i ill 111111 UITg Terwyl de engelen boven do velden van Bethlehem hun teer lied van vrede en liefde zongen, regeerden op aarde twee misdadigers van bijzonder vuig allooi. Octavianus, de schurk achtige gelukzoeker, had de wind mee gehad en was ten koste van veel bloedbaden meester geworden van het Romeius9 imperium. Herodes, een andere schurkachtige gelukzoeker regeerde het oude ryk van David en Salomon. Beider namen vormen een wanklank by de idylle van het Kerstgebeuren, zoals wy ons dat meestal voorstellen. Beiden waren omhoog geklommen over de gekromde en gegeselde rug gen van tegenstanders en wie daar voor werden aangezien. Beiden werden geboren in een tyd van misdaad, burgeroorlog, verraad, wreed heid, martelingen en moord. Voorzover de verhoudiDg van de ondergeschikte schelm Herodes tot de hoger geplaatste schelm Octavianus dat toeliet, waren zy gcede.vrienden, en vele malen medeplichtig aan dezelfde streken. Octavianus betoonde zich laf in de oorlog, oen wraakzuchtig despoot in de overwinning, een verrader in de vriendschap, en meedogenloos wreed by de uitoefening van zyn wraak. Een veroordeelde, die hem smeekte tenminste te worden begraven, voegde hy toe dat de roofvogels daar wel voor zouden zorgen. Tot de verslagen PeragianeD, die om genade smeekten, riep hy „Gy zult sterven!" Op zyn eis werd Q. Gallius alleen naar aan leiding van een verdachtmaking, de ogen uitgestoken en daarna gewurgd. Toen hij eenmaal meester was ge worden van het rijk, de vyanden verslagen waren en het gezag in zijn hand lag, werd hy Augustus, de eerwaardige genoemd. Hij nam het masker der goedhartigheid aan, bracht zichzelf en andoren in de waan een edelmoedig vorst te zyn maakte van Rome een prachtige stad, bevorderde de kunsten en de. handel, ging het zedenverval tegen door strenge bepa lingen, predikte de soberheid en ontstal zijn vrienden hun vrouwen. Een barbaar Octavianus was een schurk, zyn oosterse vertrouwling en zetbaas in Judea, Herodes de Grote, was een monster; een van de meest geweten loze individuen, ooit uit het gloeiende woestijnzand van het oosten naar voren gekomen. By was geen Griek, geen Romein en geen Hebreeër. Hy was eon .Idumeeër, een barbaar, die zich in allerlei bochten wrong tegen over zijn Romeinse meesters, die de Grieken na-aapte om zich beter van de heerschappij over de Hebreeën te verzekeren. Deze Herodes was de zoon van een verrader. Met geweld maakte hij zich meester van het. ryk van zijn meesters, aldus Papini. Om zyn verraad te rechtvaardigen huwde hy Marianna, een van hun bloed verwanten. Later liet hy haar op grond van een onrechtvaardig ver moeden ombrengen. Dit echter was zyn eerste misdaad niet. Zyn zwager, Ari8tobulus, had hy verraderlijk laten verdrinken. Zyn tweede zwager, Jozef en Ircanus de Tweede, de laatste heerser van de overwonnen dynastie, veroordeelde hy ter dood. Niet tevre den met de moord op Marianna, liet hy ook haar moeder Allessandra doden, en tenslotte nog de kinderen van Baba. Dit alles uitsluitend omdat zy bloedverwanten waren van de heersers, die hy had verraden. Ondertussen vermaakte hy zich door Judas van Sarifeus en Martius van Margaloth, samen met andere hoofden van de Pharizeeën, levend te laten verbranden. Bevreesd, dat de kinderen van Marianna de dood van hun moeder zouden wreken, liet hy ze wurgen. Kort voor zyn dood gaf hy bevel dat ook Archelaus, zyn derde zoon, om het leven zou worden gebracht. Een tempelbonwer Deze oosterse despoot was een opgesierde en slechte soldaat, een onbeschaafde struikrover met de gepolitoerde manieren van een gentle man. Tevergeefs herstelde hij Samaria en liet hij de tempel in Jeruzalem weer opbouwen. Voor de Hebreeën bleef by een heiden en een overwel diger, en zy haatten hem tot in de dood. Hy was losbandig, achterdochtig, opvliegend, begerig naar geld en eer. Vrede heeft hij daarom nooit gekend. Noch in zyn hart, noch in zijn vader land, noch in Judea. Om zyn moorden te doen vergeten schonk hy de bevolking van Rome driehonderd talenten, om er feest van te vieren. Voor keizer Augustus wentelde hy zich in het sly'k, opdat deze zyn misdaden geheim zou houden. En stervende liet hy hem tien millioen drachmen na, benevens een schip van goud. Vreesachtig, als alle boosdoeners wanneer zy oud beginnen te worden, schrok hy op by elk geritsel van een blad of by elke schaduw. Toen hy de Wijzen niet terug zag keren, gaf hy bevel, alle kinderen van Bethlehem te doden. De geschiedschrijver Elavius Jose phus zwijgt over deze wandaad van de koning. Maar zou hy, die in staat was zyn eigen kinderen te vermoor den, niet in staat zijn geweest het zelfde te doen met de kinderen van anderenNiemand weet hoeveel onschuldige kinderen vielen. Mogen wy Macrobius geloven, dan moet zich onder hen een eigen zoontje van Herodus hebben bevonden, dat in Bethlehem aan een min was toever trouwd. Zijn laatste wandaad Korte tijd later moest hy,«aange tast door een walglijke kwaal zelf het leven laten. Levend ging zijn lichaam tot bederf over. De wormen verteerden zyn ledematen. Zyn voeten waren door het vuur aangetast. De adem werd hem benomen. Het liggen was hem ondraaglijk. Walgend voor zichzelf trachtte de stinkende grysaard zich aan tafel met een mes te doden Tenslotte stierf hij, na bevolen te hebben tal van gevangenen om te brengen. Dat was het laatste misdrijf van de bloeiende oude rnaD, die de scbiedenis is ingegaan als Herodes~de Grote. Hy had zyn rijk uitgebreid van Damascus tot aan de grenzen van Egypte. Onder oppertoezicht van de Romeinse keizer oefende hy de absolute macht uit, sloeg eigen mun ten, legde de havenstad Caesarea aan, vorderde kunsten en wetenschappen. Maar een gelukkig ogenblik heeft hij in zyn leven niet gekend. Omdat hy verteerd werd door haat, eerzucht, en egoisme. Omdat zyri levensweg doordrenkt was van het bloed van de misdaden, die hy pleegde in zyn honger naar macht. Aanpassen 1 Dat is het wachtwoord van iedere emigrant, van de eerste dag af dat hij voet aan wal zet in zyn nieuwe vaderland. En over het algemeen genomen brengen de meeste Nederlanders in Australië wat dat aangaat het er ook vry aardig af. Ze accepteren in vele gevallen graag de geboden hulp van Australische zijde en met wat vallen en opstaan voelen vroegere bewoners van Beesterzwaag, Lopikerkapel of Tilburg zich na een paar maanden al een hele piet. Ze babbelen Engels of ze nooit anders hebben gedaan en gaan om met hun buren als oude vrienden. Er komt echter een kink in de kabel, wanneer niet, zoals voorheen, na de warme zomermaanden een seizoen met gezellig lange winter avonden komt opduiken. Want dit land, precies aan de andere zyde van de aardbol liggend, staat voor Neder landse begrippen min of meer op zijn kop. Het heeft tot op zekere hoogte een eigen levensstyl en veel van wat er rechtstreeks uit Europa is geïm porteerd staat daar lynrecht tegen over. Neem bijvoorbeeld het financiële jaar. Op „het continent", zoals men hier zegt, loopt dat parallel met het kalenderjaar. Niet aldus in Australië. Daar begint men op 1 Juli en eindigt op 30 Juni. Klaarblijkelijk om geen onvrede met de gehele verdere wereld te verkrijgen schaft men hier 1932 ook wel af op 3t December, maar er hangt om die jaarwisseling een heel andere sfeer dan men b.v. in Neder land kent. Er is heel weinig terug te vinden van dat serene en dikwyls plechtige vaarwelzeggen van het oude en joviaal begroeten van het nieuwe jaar. Men vervalt hier meer op z'n Amerikaans in uitbundige festivi teiten op oudejaarsavond en heeft daar de eerste dagen van de nieuwe kalenderperiode dau nog een flinke geestelijke kater van. Honderd graden... Met Kerstmis is het al evenzeer moeilijk. Ach, ook hier verkondigen sentimentele radiozangers, dat ze van een. „witte Kerstmis" dromen, maar het ligt voor de hand, dat zulke tirades nauwelijks het gemoed beroe ren, wanneer de thermometer ioo°F. in de schaduw registreerd. Het is hier een zonnige zomerdag en het ligt voor de hand, dat veel immigran ten daar nog geen weg mee weten. Eigenlijk maar dat moet je ze niet hardop vertellen weten de meeste Australiërs het ook niet. De uiterlijke sfeer van dit grote kerkelijke feest wordt hier beheerst door een nogal goedkope campagne, die veel lykt op onze Sinterklaas. Op zyn Engels kent men hier „Santa Claus", de kerstman, van wie wordt verteld, dat hy met zyn rendierslee uit Groenland komt. Het is niet waarschijnlijk, dat de kinderen dat zo gemakkelijk slikken. Zeker is, dat ze hier niet zolang in „Santa" geloven als in Nederland in Sint. Het Kerstfeest zelf wordt niet rond de sparreboom gevierd, omdat men die hier niet kent. Hier en daar wordt wel een slechte imitatie ge bruikt, maar vooral de immigrant uit Europa haalt daar wat smalend zijn schouders over op. De vrye dagen worden met graagte begroet en- doorgebracht op het strand, waar natuurlijk weinig kerstsfeer, maar wel koelte is te vinden. Q)e herders op de velden, die sluimeren in hun vacht, ontwaken en ontstellen, het is te middernacht Qlcria Bilio Sen licht straalt uit het duister, er sneeuwen engelen neer, hun klaar geschal en luister, vervaart de herders zeer Qlcria Bilio Q)och zoet is het te horen, wat meldt een hemelstem, dat 'Shrislus is geboren, niet ver van Bethlehem Qlorta BiliO w. Ten Berge 2ij vinden tussen dieren, een teer en hulpeloos kind, op stro, en door de kieren giert fel een gure wind Qloria Bilio Sn als de moeder zoetjes, cntwinseld heeft het wicht, dan kussen zij zijn voetjes, van vreugd straalt hun gezicht Qlcria Bilio m tui 11111 l i ij 11111111111111111111111111111111111111 uii 111 i 111 ui 111 m 1111 n Het is er stil in de kamer. Nu bleven, zoals zij ze heeft groot he>. meisje naar huis gegaan is, dat in de morgenuren nog wat geholpen heeft, is er geen rumoer meer in het stille huisje, waarin moeder Jenniskens haar dagen slijt. Enkel de wekker op schouw tikt-cakt en het water op de kachel zingt in de ketel. De kat rekt zich lui en in haar grote stoel dommelt het oude vrouwtje. Zij prakkizeert over vergane jaren, toen zij en haar man Mathies nog op de boerderij waren, waar nu hun zoon Jan heer en meester is. Och ze heeft niet veel plezier gehad van de rust, die ze kregen toen ze naar het dorp verhuis den, om hier nog een goede oude dag te hebben. Vorig jaar heeft Mathies de kerstmis hier nog gevierd. Dit jaar is hij er niet meer. Een on nozele griep in het voorjaar en het was gebeurd, voordat iemand er erg in had. Hun Jan was al te laat, laat staan Marie, die enkele dorpen verder boert en de jonge Mathies die helemaal naar het zuiden is getrokken. Ze hebben vader niet meer levend gezien. Ze prakkizeert over haar kin deren, die nu getrouwd, hun eigen leven leiden, maar die voor moeder nog de blagen*zijn ge- gebracht. Vandaag op Kerstdag zullen ze komen, alle drie, haar twee zoons met de aangetrouwde dochters en haar dochter met hare mens, O, moeder Jenniskens weet wel waarom Ze vertrouwen haar ker als Marje en haar man komea JDiJ**. wordt dikwyls gesteund door een groot dagblad of in kleinere steden door het gemeentebestuur. De baten van de program ma-verkoop komen ten goede aan een liefdadig Als het er op aan komt is al dat'd°el- Kan de kerstgedachte ooit beter uiterlijk gedoe natuurlijk ook niet worden Al die mensen zo belaneriik. De Australiër WAAf hyeetl, één m hun lof. belangrijk. De Australiër weet gelukkig ook nog wel, welke de grote betekenis van het feest is. Dat komt wel heel duidelijk tot uitdruk king by de „Carols by Candlelight", het zingen van kerstliederen bij kaarslicht. Dat vindt b.v. in Sydney en Melbourne plaats in een van de grote parken en laat nimmer na een diepe indruk te maken op een ieder, die er bij aanwezig is. Toch sfeer! Tienduizenden mensen zitten en staan daar byeen onder de sterren heldere nachtelijke hemel en vereni gen zich in de lof van het Kind, dat de redding der wereld bracht. Ieder draagt een brandende kaars in de hand en er hangt een serene sfeer van werkelijk keretbeleven. De organisatie van de samenzang Wanneer „Boxing Day" tweede Kerstdag voorby is, wordt er in Australië tot het einde van het oude jaar weinig meer gewerkt. Rond Kerstmis ligt de hoogty-periode voor de vacanties, waarbij de inwoners van dit land graag diep in de buidel tasten. Ook voor de kerstgeschenken kijkt men hier niet op een pound meer of minder. Het is niet onge woon, dat in een gezin met drie kinderen voor 25 pound (ca f 200. aan speelgoed wordt gekocht. Het vorig jaar beliepen de omzetten in winkels der grote steden record cijfers. Deels was dat veroorzaakt door de hoge prijzen, maar anderszins vormde het een duidelijk bewijs van de zeer hoge levensstandaard van deze nog kleine, maar steeds in be tekenia toenemende natie. niet meer, het kon haar laatste jaar wel wezen. Als een van de twee ouders gestorven is, wandel: de andere iedere keer naar het graf. Al de jaren van het leven aan elkaar gewend, kan de een de ander niet meer missen en loopt de achtergeblevene naar het graf, om de ander te vertel len, ook gauw te zullen komen. En nu het weer wintert, zijn de kinderen bang. De winter is een kwaie tijd voor oude mensen. Dan schrikt ze op, van voor over het grint hoort ze voet stappen klinken en daar gaat de bel al over. „Onze Jan" zegt moeder Jen niskens en als ze in de koude gang staat huivert ze even. „Zalige Kerstmis, moeder". „Zalige Kerstmis". Moeder schrikt. Jan is alleen. „Kon de vrouw niet mee Die kon toch het best van allemaal, zonder kinderen. „Nee". Jan kijkt even op, „de meid en knecht zijn weg. Een boerderij met 't vee op de stal kunde nie alleen laten". Zo is het. Jan zet zich aan de tafel en stil zitten ze naast elkaar. Jan kijkt dan naar de ladekast, waarop het kerscstalleke staat met een waxine-lichtje er voor. Ze weten weinig te zeggen en Jan vat een sigaar uit het kistje, dat moeder hem zwijgend voor- schuift. Dan klinken kinderstemmen en moeder sloft haastig naar de deur. Daar is de jonge Mathies. De deur blijft lang open, de winter en de wind komen binnen, die stoeien mee naar binnen met al dat klein volk, zes, zeven, hoeveel zijn het er? „Zalige Kerstmis, moeder''. „Ja, zalige Kerstmis". En ook de kinderen, de kleinste wat schuw, wensen grootmoeder een zalig kerstfeest, leggen hun kleine handjes in de gladde, kille handen van grootmoeder, die aanvoelen als zeemleer en waar ge de beentjes in kunt voelen. Het is ineens een drukte van belang. En het wordt nog druk- aanfietsen met hun drie kleintjes warm ingepakt achter zich op de fiets. De kring rond grootmoeders kachel wordt maar groter en grootmoeder komt handen te kort om al die koude handjes te warmen. De kleintjes drommen dan om het kerstbribke, waar het waxine lichtje is aangestoken en het kleine magere vlammetje een ge heimzinnige gloed werpt over de beeldjes. Grootmoeder heeft de beeldjes zelf gezet, en men kan zien dat ze wat aan het verdutselen is. St. Josef staat tussen de herders en een herder staat op St. Jozef s plaats. Maar als de kleintjes daar op wijzen lacht grootmoeder, want in het gesnater van haar kleinkinderen, vindt ze de jeugd terug van haar eigen kinderen en als ze snoep uitdeelt dan ziet ze haar kleine jongens, haar kleine meisjes. In de jonge Mathijs zijn kin deren. ziet ze het beeld van haar eigen kleine Mathijs verveelvou digd en het meisje van Marie heeft de zelfde pinhaar als moeder. De grooten aan tafel hebben een druk gesprek. Soms roepen ze naar moeder, maar in het ge tater van de kleinen krijgen ze geen antwoord. „Ze hoort het niet". Inderdaad ze hoort het niet. Haar gehoor is bedolven onder haar kleinen, zoals haar hart er onder bedolven is. Maar dan ineens hoort ze welmidden in het koor der kleine stemmen, hoort ze Jan zeggen „Nee, mien vrouw kos slecht, ze mot bej ut vee blieve en trouwens ze is ok nie goed". „Nie goed „O, nie dat ze wat mankiert, mar noa vier laor is ut bej ons now ok zo wiet", „Wet zej uc" zegt Marie en wijst naar moeder. „Nee. dan hit ze gen geduld mer en zit er ovver ien, dat ze vervolg zie pagina 4

Peel en Maas | 1952 | | pagina 1