TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Grote verbittering onder boerenbevolking in Duitse Sowjetzone Electrische verwarming Nederl. fruitteelt in gevaar Geringe verruiming toewijzing pluimveevoeder. BEL BIJ BRAND 392 Uit „Peel en Maas" Lupinenzaad als voedermiddel VOOR KWALITEIT Volvette Goudse. 134 Belegen Goudse 14® N-Hollandse Edammer124 ROOKWORST I met loodje BOTERHAMWORST SAKS. SMEERWORST CHOCOHAGEL p PRUIMEN OP SAP gy SPINAZIE DOPERWTEN yp SPERCIEBONEN BISCUITS PRALINES FOND. BORSTPLAATpfl MARSEPEIN FIGUREN CHOC. LETTERS yr.A© TAAIFIGUREN pf£ SPECULAASPOP d Steunt het Orgelfonds 1 ZATERDAG 22 NOVEMBER 1952 No 47 DRIE EN ZEVENTIGSTE JAARGANG De Sowietisering van de dorpen in de door de Russen bezette zono van Duitsland is reeds een paar maanden in volle gang. Zogenaamde productie cc operatie zyn als voorlopers van de op bolsjewistische leest geschoeide collectieve boerenbedryven, naar Russisch voorbeeld kolchozen genoemd, opgericht. Echter ondanks alle beloften die aanmerkelijke voorrechten by de belastingen en toewijzingen van landbouwmachines, zaaigoed en kunstmest in het vooruitzicht stelden, is de Sowjetiseringsactie tot dusverre geen succes geworden. Van de meer dan 80 ooo landbouwbedrijven in de Sowjet zone hebben er zich tot nu toe slechts 1000 (duizend) tot collectieve bedrijven verenigd. Doze Sow jet- Duitse kolchozen om vatten niet meer dan 75.000 ha. van de ruim zes millioen ha. die de Sowjet-zone telt. Maar wel zyn intus sen 4850 boerenbedryven met een oppervlakte van ruim 200 coo ha onder de druk van de politieke en eoono mische verhoudingen door de eigenaars opgegeven en voor een belangrijk deel aan de verwaarlozing prijsgegeven. Tegelijkertijd vindt een heftige laster campagne tegen de „grote boeren" plaats, die deze boeren tot practisch vogelvrij verklaarden ten opzichte van de communistische vervolgingen maken. Onder „grote boeren" verstaan de Sowjetmachtbebbers de eigenaars van boerderijen met meer dan 20 ha. land. Door de autoriteiten worden aan deze boeren zulke exhorbitant hoge eisen gesteld, dat geen enkel9 er in slaagt ook maar grotendeels aan deze eisen te voldoen. Dat betekent, dat de boer zyn „verplichtingen" niet heeft vervuld, dat de tormule „saboteur van de volksgemeenschap" op hem van toepassing wordt en dat de „volks rechters" boegen en gevangenisstraf kunnen opleggen, die in de meeste gevallen dan nog gevolgd wordt door de van staatswege gedecreteerde ont eigening. Om de gehele plattelandsbevolking nog meer dan tot nu toe het geval was onder de controle van de com munistische partij en de sowjet-auto- titeiten te brengen, worden in de landbouwmachines-ver huur stations thans politieke afdelingen gevestigd, die tot taak hebben het doen en laten van de bevolking op het land en in d6 dorpen nauwgezet te contro leren. De verbittering over deze nieuwste maatregelen is zo groot, dat één dei- leiders vaneen door de staatgefman- ceerde „modaiboerdery" door twee verontwaardigde boeren werd afge rammeld. De boeren werden daarop prompt door een „vecliterscollege" tot 7 resp. io jaar tuchthuisstraf veroor deeld. Dat onder deze omstandigheden de animo tot vermeerdering van de land bouwproducten niet bepaald groot is kan een iedèr begrypen, maar in het totalitaire denken van de sowjetmacht- hebbers moet er een schuldige gevon den worden voor het achterblijven in de productie. Natuurlijk komen hiervoor in do eerste plaats de boeren, die op hun individuele vrijheid zyn gestold, m aanmerking, maar ook de collectieve bedryven blijken niet aan de verwach tingen te kunnen voldoen, weshalve er nog meer schuldigen gevonden moeten worden. Zo kan het gebeuren, dat de leider van de juist opgerichte kolchos coöperatie werd gearresteerd en wel zonder opgaaf van de redenen van zijn post weid ontheven, maar die duidelijk voor de buitenwacht als zondebok werd gedisqualificeerd. Het binnenhalen van de aardappel oogst, die op het ogenblik in het middelpunt üer'bedryvigheid staat stelt de Sowj9tstaat voor enorme, problemen. Het toenemend gebrek aan landarbeiders maakt het noodzakelijk, dat uit de steden, op alle mogelijke manieren arbeidskrachten moeten worden gerecruteerd. Vanuit de bedryven worden „aardappelrooicom- mando's.. gevormd, die de „vryV'tyd moeten offeren om de oogst te helpen binnenhalen. Niet alleen de bedrijven moeten „rooiers leveren, ook de scho len nemen aan de actie deel en zelfs uit ziekenhuizen worden patiënten, die niet bedlegerig zyn, er met een mand onder de arm op uitgestuurd. Het is duidelijk, dat door deze tota litaire arbeidsmethoden de efficiency danig heeft te lijden en bijvoorbeeld het transportwezen bijna uit zyn voegen wordt gerukt. De „rooiers" uit de steden moeten namelyk met auto's en extra treinen worden ver voerd en dat stelt tenslotte aan de verkeersorganisaties vrijwel ondrage lijke eisen. Om toch maar iets te redden is de Volkspolitie er zelfs toe overgegaan om vrachtauto's eenvoudig van de weg af te confisqueren. Welke gevol gen dit weer voor andere bedrijfstak ken heeft, kan men zich gemakkelijk denken. Tenslotte worden de werkzaam heden op het platteland nog heel veel bemoeilijkt door het ontbreken van zelfs eenvoudige gereedschappen, die in normale economische verhou dingen aan de lopende band door de industrie kunnen worden geleverd, maar juist op dit gebied ontstaan er in de totalitair geleide economie van de Sowjet-zone voortdurend tekorten Worden de tekorten weer te nijpend, dan „besluit" het ministerie van eco nomische zaken tot een versterkte actie in de betreffende bedrijfstak en daarmee worden dan weer op an dere plaatsen moeilijkheden veroor zaakt. Dit zijn zo de moeilijkheden van de 80wjetisering van het bedrijfsleven in het algemeen en van de land bouwbedrijven in het bijzonder. De man, die aan de pan blijft hangen, is de boor, die zich met veel moeite en taaie volharding in vroeger jar6n een eigen bedrijf heeft weten te scheppen, dat hem nu door de predikers van een nieuwe orde weer afhandig wordt gemaakt. „Het is onverantwoordelijk, dat in ons land verschillende boerenzoons moeten emigreren, omdat goede land bouwgrond onoordeelkundig gebruikt of zelfs misbruikt wordt. Erger nog, dat talloze bedryven dreigen ten onder te gaan, omdat men direct na de oorlog verzuimd heeft verouderde en nagenoeg versleten boomgaarden te hercultiveren. De gevolgen daarvan zyn niet uitgebleven. Onze veilingen worden overstroomd met grote hoeveelheden fruit, waar van de kwaliteit vaak inferieur is en het ras niet meer gewild, zodat de opbrengsten van dergelijke oude boom gaarden dikwijls minimaal zyn. Vaak concluderen de Nederlandse fruittelers en in het bijzonder die tussen de grote rivieren hieruit, dat de fruit teelt in ons land kapot is. Dat is te enen male onjuist. Er kan zeker nog een goed bestaan gevonden worden in de Nederlandse fruitteelt, maar dan zal liet roer van ons „fruitschip" speciaal van het Gelderse radicaal 0111 gegooid moeten worden". Dit was zo ongeveer de kern van de inleiding, welke de voorzitter van de Nederlandse Fruittelers organisatie, de heer P. van Westren Maandag middag hield op een persconferentie in „National" te Arnhem, over het probleem van de her cultivering van de verouderde boomgaarden, die reeds talloze jaren een punt van bespreking vormt. Nu pas acht men de ty'd ryp om een grootscheepse actie te ontketenen om te komen tot een verbetering van de minder gunstige toestanden in de .Nederlandse fruitteelt. Hiervoor is een commissie in het leven geroepen, bestaande uit ver tegenwoordigers van het bedrijfsleven en van de organisaties, alsmede van de land- en tuinbouwconsulentschap pen, welke commissie voornemens is deze winter in heel Gelderland avonden te organiseren, waarop bet probleem van de hercultivering aan de orde zal worden gesteld. Minder „doordraaien" In grove trekken heeft ir. J. H. M. Stuivenberg dit Maandagmiddag reeds gedaan, waarby by aantoonde, welke grote verliezen er geleden worden, doordat men oude boomgaarden niet rooit. Afgzien nog van de mindere kwaliteit en het minder gevraagde ras, dat deze versleten boomgaarden vaak opleveren, speelt in deze kwestie ook de opbrengst een belangrijke rol. Voor appels b.v. (een van de belang rijkste fruitsoorten) bedraagt de op brengst van een oude boomgaard 6000 kg per ha tegen ruim 15000 iD een nieuwe, intensief en mot vak kennis bewerkte boomgaard. Een zeer voorname factor is boven dien het feit, dat de oude boomgaar den liggen op gouden cultuurgronden, die aanmerkelijk meer kunnen pro duceren. De rykslandbou wconsulent ir. T. S. Huizinga gaf een opsomming van de talloze winstgevende gewassen, die met goede resultaten gekweekt kun nen worden op de percelen, waarop nu de onrendabele boomgaarden staan. In totaal zou in Nederland ruim 8000 ha op deze wyze her-gecultiveerd moeten worden; eensdeels voor ge wassen en anderszins voor de aan plant van nieuwe boomgaarden. Op de eerste plaats zullen daardoor minder interieure kwaliteiten op de veilingen komen, waardoor minder „doorgedraaid" behoeft te worden en voorts zullen de bedryfuitkomsten meer bevredigend zyn. Daarnaast kan men met een grotere vakkennis en meer investeringen zowel de kwali teit van het fruit als de export ver ruimen. Verjonging en selectie pluimveestapel worden gesteund. Nu het systeem van kuikentoewy- zingen is opgeheven, 3taat het de pluimveehouder vrij, in het brosdsei- zoen 1952—1953 het aantal kuikens te betrekken, dat hy op zyn bedrijf denkt nodig te hebben. Hy kan derhalve by het vaststellen van dit aantal volledig rekening hou den met de selectie en de verjonging van zyn pluimveestapel, in de mato, die hy uit economisch standpunt voor zyn bedryf wenselijk acht. Het broedseizoen Ter tegemoetkoming aan de by velen bestaande wens, zgn. vroege kuikens te kunnen betrekken, zodat men reeds in de nazomer en vroege herfst in de periode dus van lage eierpryzen over legrype jonge hennen kan beschikken, is het broed seizoen weer vroeger opengesteld. Voor de legrassen loopt het thans van 1 November 1952 tot en met Mei 1953. Na laatstgenoemde datum mogen er dus geen eieren van leg rassen meer in het broedmachines aanwezig zyn. Eieren van slachtrassen mogen gedurende het gehele jaar worden uitgebroed. Het nitbroeden Het machinaal uitbroeden van de eieren is alleen toegestaan aan inge schreven fokkers en erkende kuiken broeders. De in de broedmachines in te leggen broedeieren moeten afkomstig zyn van fok of vermeerderingsbedry- ven, die by het desbetreffende Bodrytschap zyn ingeschreven. Pluimveehouders, die zelf over een broedmachine beschikken, kunnen toestemming verkrijgen hiermede de voor eigen bedryf benodigde kuikens uit te broeden. Zij dienen hiervoor echter in het bezit te zyn van een schriftelijke toestemming van hot Bedrijfschap voor Pluimvee en Eieren, te De Bilt, Utrechtse weg 298. De aflevering Het afleveren van kuikens door fokkers en kuikenbroeders is alleen toegestaan onder gelijktijdige afgifte van de afleveringsformulieren voor kuikens, die het betrokken Bedryfs- schap voor dit doel beschikbaar heeft gesteld. Deze afieveringsformulieren moeten worden uitgeschreven ten name van de pluimveehouder, voor vrie deze dieren zyn bestemd. Het aanhouden van kuikens van legrassen, slachtkuikens en jonge hennen is slechts toegestaan, wanneer een zodanig afleveringsformulier op het bedryf aanwezig is. De voedertoewijzing Zijn de beperkingen van het aantal te betrekken kuikens opgeheven, het aantal kuikens, waarvoor distributie voeder wordt gegeven, is daarentegen niet onbeperkt. Het aantal is vastgesteld op maximaal 115 pet van het aantal kuikens, waarvoor in 1952, eventueel in 1951, een kuikenbon aan de pluimveehouders werd uitgereikt. De desbetreffende voederbonnen voor opfokvoeder en kuikenzaad zullen einde December a.s. kunnen worden tegemoet gezien. Voor de uit de kuikens opgroeiende hennen zal, eveneens met inachtne- neming van het maximum van 115 pet van de kuikentoewijzing 1952, eventueel van die in 1951, over enige maanden de gebruikelijke' voedertoe wijzing worden verstrekt. Bevordering selectie. Het Ministerie van Landbouw wijst er thans reeds op, dat voor het voederjaar 1953 1954 bijzondere omstandigheden voorbehouden op niet meer distributievoeder voor de pluimveesector zal kunnen worden gerekend dan voor het lopende jaar beschikbaar is gesteld. De bedoeling van de ruimere voe dertoewijzing voor kuikens en jonge hennen moet derhalve worden gezien als het scheppen van een mogelijk heid voor de pluimveehouder tot het verkrijgen van meer jonge legkippen, die de plaats kunnen innemen van oude hennen, die moeten worden uit geselecteerd. De totale omvang van de legkippenstapel zal, naar mag worden verwacht, dan ook practisch onver anderd blijven. 23 November 1889 Deken J. Geene van Horst, zou op do feestdag van Sint Catharina, de nieuwe kapel van Leunen, plechtig inzegenen. Pasroor W. A. Notermans van Venray zou de feestrede houden. Op de veemarkt van 20 Novem ber werden 105 stuks hoornvee en 72 biggen aangevoerd. De pryzen van de biggen waren 8 tot 10 gulden. Thomas Geurts in Yeltum, opende een café, winkel en blauwveurary'. 21 November 1888 Op de veemarkt werden op 21 No vember aangevoerd iso stuks hoorn vee en 100 biggen. 29 November 1890 Op de drijfjacht, 24 en 25 Nov., te Geysteren gehouden, werden geschoten op de eerste dag68 hazen, 63 ko nynen, 4 houtsnippen; op de tweede dag 12 hazen, 78 konyneD, 5 hout snippen on 2 vossen. 17 November 1888 De jager van het kasteel ce Well, velde in het zogenaamde „Meir" een oud wild zwijn neer. Het beest woog 146 pond. 22 November 1890 De stationschef, de heer Jamain werd bevorderd van de 4de tot de 3de klasse. Der Standesbeambte van Wesel, maakt bekend, dat Theresia Zwak halen, vroegor te Venray wonend, in het huwelijk wenste te treden met Wilhelm Boxbiicher. in tuinbouwbedrijven De electrische kabelverwarming in de tuinbouw vindt by de wintercul tuur steeds ruimere toepassing. De eenvoudige installatie, welke voor een dergelijke verwarming nodig is, het geringe stroomverbruik en de uit stekende resultaten, die bereikt wor den, leiden er toe, dat steeds meer tuinders hun witlofkuilen laten voor zien van een electrische grondverwar- ming8in8tallatie. Wij zullen eens nagaan wat de voordelen van deze grondverwarming zo al zyn. Het is wel voldoende bekend, dat by onverwarmde bakken men eerst na 6 tot 8 weken kan overgaan tot het uithalen van de witlof, terwyl by verwarmde bakken dit reeds na 3 ;i 4 weken mogelijk is. Uit verwarmde bakken kan per seizoen dus ten eerste meer witlof worden getrokken en ten tweede kan het witlof, dat vroeg in het seizoen ter veiling wordt gebracht, meer op brengen. Beschouwt men een voltooide cul tuur van een onverwarmde bak, dan ziet men, dat de witlofstruiken, die aan de kant van de bak staan, door grotere afkoeling ter plaatse minder ontwikkeld zyn dan de struiken in het middengedeelte. Daartegen ziet men, dat in een op de juiste wyze verwarmde bak, de struiken over de gehele breedte van or.geveer gelijke dikte en grootte zyn en de opbrengst derhalve meer is. De gemiddelde opbrengst van 'n or. verwarmde bak varieert van 35 tot 45 pet, d.w.z. dat van 100 kg wortels, die gekuild worden 34—45 kg witlof wordt getrokken. Van een verwarmde bak is de gemiddelde opbrengst 45—60 pet. By de laatste categorie heeft men naast het voordeel van een ongeveer tweemaal zo snelle groei, een 15 pet grotere opbrengst. Wat nu de verwarming betrefh wordt in de practyk het meest ge bruik gemaakt verwarmingskabels. Deze kabel bestaat uit een weerstands- draad, het eigenlijke verwarmings element, omgeven door temperatuurs- bestendige isolatie, „Ozuriet" genaamd. De rubbermantel is weer ingesloten in een loden mantel, teneinde de kabel tegen inwerking van grondvocht te vrijwaren. Een groot voordeel van electrische kabel ver warmiDg is wel, dat men deze kan aanbrengen waar men haar het meest wenst. Dit verschaft de mogelijkheid van een zeer plaatselijke verwarming, b.v. by het uitzaaien, als meestal slechts een gedeelte van een kas of bak wordt gebruikt; dit geeft een aanmerkelijke besparing op de brandstofkosten. Ook de juiste automatsche regeling van temperatuur, de eenvoudige wyze van bediening, gelijkmatige van do grond, zyn van grote betekenis. Wy twijfelen er geen ogenblik aan, of de belangstelling v oor deze verwar mingsmethode zal steeds toenemen. Op practisch ieder bedrijf is het er op gericht te trachten zoveel mogelyk veevoeder van hoge kwaliteit op eigen bedryf te winnen, waardoor de aan koop van krachtvoer beperkt kan blijven. In het bijzonder betreft dit het winnen van eiwit. Het zaad van voederlupinen kan in dit verband een zeer grote rol ver vullen, omdat het eiwitgehalte hoog is, nl. 45—47 pet in de droge stof en aanmerkelijk hoger is dus dan in andere vlinderbloemigen als erwten en bonen.s Het eiwit uit vcederlupinen heeft een hoge verteerbaarheid. Het zaad wordt goed door het vee opgenomen. Behalve het hoge gehalte aan eiwit komt in lupinen ook nog een percent of vier vet voor. Lupinenzaadmeel leent zich ook uitstekend voor menging met eigen verbouwd graanraeel, waarvoor wel in de eerste plaats gerstemeel in aanmerking komt, maar verder ook meel van haver, rogge en maïs. Mengt men 100 kg. gerstemeel met 100 kg. lupinenzaadmeel, dan krijgt men een uitstekend krachtvoer met /Tfl VI KAaSAANBIEDING lot en met Woensdag 26 November a.s. PER 500 GRAM de echte Gelderse. PER STUK Sf uil blik. 200 gram^3^ S 100 gram aBM voordelig en goed. 100 gram BB n extra grote pot M groot blik groot blik vanaf 053*3 buk95- ©O Zaanse Molen. 200 gram fiöl diverse crème-vullingen 100 gram *^2? iets fijns. 100 gram v "ral B per stuk ook M en W in luxe doos S een tractatie voor de kinderen voor hbs met Amandelen, per stukE ruim 20 pet eiwit, dat zeer gaarne door de dieren wordt opgenomen. Uit ervaringen van de laatsto jaren blykt wel, dat het bij een goede verzorging van het gewas zeker goed mogelyk is, per ha. een gemiddelde opbrengst te halen van 2000 kg. Opbrengsten, welke hier nog zeer behoorlijk boven uitkwamen en 2800 tot 3200 kg. bedroegen, kwamen meer dere malen voor. Dit betekent, dat men per ha oogst 700 kg. verteerbaar ruw eiwit tot meer dan 1000 kg. toe. Belangrijk is, dat men voederlu pinenzaad koopt van goede kwaliteit en een zo laag mogelyk percentage bittere zaden. Goed zaad is de laatste jaren steeds verkrijgbaar. Wanneer men te velde en op monster gekeurd zaad vraagt, heeft men tevens de garantie, dat het percentage bittere zaden zeer gering is. In voederlupinen hebben we niet alleen een gewas, dat een belangrijk aandeel hebben kan in de eiwitvoor ziening op het bedrijf, maar tevens een gewas, dat zeer goed past in de vruchtwisseling en een buitengewoon goede stoppel achterlaat. Beugelsport tut ondergang gedoemd De beugelsport is een oude volkssport die vroeger in een grootgedeelte van België, Zuid Nederland en het aan grenzende We8t-Duit8land werd be oefend. Byna iedere café beschikte over een beugelbaan van aangestampte leem, waarop de beugelaars met slag houten de zware beugelballen door een in de grond geplaatste ring of tegen de bal van hun tegenstander moesten slaan. De opkomst van de sport, vooral het voetballen, henft in de laatste dertig jaren het beugelen een gevoelige slag toegebracht. In Venlo, dat vroeger tientallen beugel banen kende, is vorig jaar de laatste verdwenen. De beugelsport werd op het platte land van Noord- en Midden Limburg nog veel beoefend. Door moderne wedstrijd vormen in te voeren heeft de thans 18 jaar bestaande Noord- Limburgse Beug«lbond zelfs kans gezien de belangstelling weer enigs zins te doen toenemen, zodat er vorig jaar een veertiental verenigingen, verdeeld over twee afdelirgen een competitie konden spelen en er ver- schilende geslaagde tournooien konden worden gehouden. Thans bedreigt de beugelspcrt echter een nieuw gevaar, er is een nijpend tekort aan geëigende ballen, die speciaal uit teakhout vervaardigd moeten worden. Ondanks daartoe gedane pogingen is men er niet in kunnen slagen de benodigde ballen te bemachtigen. Ook in Duitsland en in België heeft men vergeefs gezocht. Daar de meeste verenigingen slechls over versleten materiaal of hole maal geen ballen beschikken is men genood zaakt van het houden van een com petitie af te zien. Mocht er in de naaste toekomst geen verbetering in de materiaal positie optreden dan vreest men, dat de beugelsport zal moeten verdwynen.

Peel en Maas | 1952 | | pagina 5